De formatie 2: een regeerakkoord maken

Partijen die samen een regering willen vormen, moeten met elkaar een regeerakkoord maken. Daarin staat wat de regering in de komende vier jaar wil doen en bereiken. Bijvoorbeeld minder werkloosheid, lagere belastingen, een schoner milieu of meer geld voor onderwijs.

Elke regeringspartij wil het liefst zoveel mogelijk van zijn eigen verkiezingsprogramma in het regeerakkoord zetten. Daarom is een regeerakkoord altijd een middenweg tussen wat de partijen willen. Ze moeten daarover onderhandelen: de informateur helpt daarbij.

Het voorlopige regeerakkoord

Als de partijen een eerste versie hebben gemaakt, laten ze dit voorlopige regeerakkoord lezen door hun eigen Tweede Kamerleden. Die geven hun mening over het regeerakkoord. Als de Kamerleden heel veel kritiek hebben, moeten de partijen verder onderhandelen. Net zolang totdat ze het met elkaar eens zijn. Of totdat één van de partijen niet verder wil onderhandelen. De informateur moet dan op zoek naar een andere coalitie.

Als het regeerakkoord bijna klaar is, stopt de informateur. De persoon die waarschijnlijk minister-president wordt, wordt dan formateur. Hij of zij gaat op zoek naar ministers en staatssecretarissen.

De regeringspartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie schreven samen het regeerakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. In 47 pagina’s vertelde de regering wat haar belangrijkste plannen waren – en wat de plannen gaan kosten.