Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over het bericht dat Iran Nederlandse organisaties als het CIDI en Christenen voor Israël als terroristische organisaties heeft bestempeld
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Iran Nederlandse organisaties als het CIDI en Christenen voor Israël als terroristische organisaties heeft bestempeld (ingezonden 23 februari 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 maart 2023).
Vraag 1 en 2
Bent u van plan de Iraanse ambassadeur te ontbieden om hem om opheldering te vragen
over het besluit Nederlandse organisaties als het Centrum Informatie en Documentatie
Israël (CIDI) en Christenen voor Israël op een terreurlijst te plaatsen? Zo nee, waarom
niet?1
Wat kunt u nog meer doen om Iran duidelijk te maken dat het onacceptabel is deze organisaties
als terreurorganisaties te bestempelen?
Antwoord 1 en 2
Het kabinet acht het besluit van Iran om Nederlandse organisaties als het Centrum
Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en Christenen voor Israël op te sanctioneren
verwerpelijk. Ik heb dit besluit op 22 februari jl. openlijk sterk veroordeeld, zoals
ik dat tevens heb gedaan bij eerder ingestelde tegensancties tegen o.a. Nederlandse
leden van het Europees Parlement.
Het kabinet heeft daarnaast deze veroordeling reeds in sterke bewoordingen overgebracht
aan de Iraanse autoriteiten.
Vraag 3
Hoe schat u de dreiging in die van deze stap uitgaat naar leden van deze organisaties,
aangezien Iran eerder de hand heeft gehad in liquidaties in Nederland? Zijn er maatregelen
nodig om tegen deze dreiging op te treden?
Antwoord 3
Over specifieke dreigingen, alsmede de maatregelen die daartegen naar aanleiding daarvan
worden genomen, kan ik vanuit veiligheidsoverwegingen geen uitlatingen doen. In zijn
algemeenheid merk ik op dat het uitgangspunt is dat personen en organisaties zelf
verantwoordelijk zijn voor hun eigen veiligheid. Indien de dreiging en het risico
daar aanleiding toe geven kan de overheid (aanvullende) beveiligingsmaatregelen treffen.
De verantwoordelijkheid voor de overheid ten aanzien van beveiliging van dergelijke
organisaties is decentraal belegd.
Vraag 4
Bent u van mening dat het plaatsen van deze organisaties op een terreurlijst onderdeel
is van de antisemitische agenda van het Iraanse regime?
Antwoord 4
Het Iraanse besluit om opnieuw een aantal individuen en entiteiten in de EU en het
VK op een Iraanse terrorismelijst te plaatsen dient te worden gezien in het licht
van het de mensenrechtensancties die de EU heeft ingevoerd in reactie op het wijdverbreide
en onevenredige gebruik van geweld tegen vreedzame demonstranten na de dood van Mahsa
Amini. Het besluit kwam kort nadat het vijfde pakket mensenrechtensancties met brede
steun werd aangenomen tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari jl. Iran
heeft 15 individuen en 13 entiteiten uit de EU en het VK op de sanctielijst geplaatst
met uiteenlopende functies, waaronder enkele Ministers en parlementsleden.
Vraag 5
Ziet u de Iraanse actie als extra grond om er in Europees verband op aan te dringen
dat de Iraanse Revolutionaire Garde op de terreurlijst geplaatst wordt? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Het kabinet pleitte er in EU-verband herhaaldelijk voor om de Iraanse Revolutionaire
Garde op de terrorismelijst van de EU te plaatsen. Nederland heeft hierbij een voortrekkersrol
gespeeld. Mede op verzoek van Nederland heeft de Juridische Dienst van de Raad van
de EU een advies uitgebracht over de juridische mogelijkheden om de IRGC op de EU-terrorismelijst
te plaatsen. Dit advies stelt dat het op dit moment helaas juridisch niet mogelijk
is om de IRGC te listen als terroristische organisatie. Het kabinet blijft zich inzetten
om schendingen van het internationale recht door de IRGC tegen te gaan en kijkt daarbij
naar alle mogelijke instrumenten (inclusief listings en sancties) in samenwerking
met andere lidstaten. Indien er aanwijzingen zijn dat personen – geassocieerd met
de IRGC – schuldig zijn aan terroristische activiteiten zet het kabinet zich er uiteraard
voor in om hen ook persoonlijk op de EU-terrorismelijst te zetten, waarbij overigens
wel aan de juridische voorwaarden moet worden voldaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.