Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ellian en Rudmer Heerema over de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam tussen de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB)
Vragen van de leden Ellian en Rudmer Heerema (beiden VVD) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en voor Langdurige Zorg en Sport over de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam tussen de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) (ingezonden 19 oktober 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 5 december 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 676.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam inzake het geschil tussen
de AP en de KNLTB van 22 september 2022?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de uitspraak van de Raad van State inzake het geschil tussen de
AP en VoetbalTV van 22 juli 2022?2 Wat is uw reactie op deze uitspraak?
Antwoord 2
Met de uitspraak ben ik bekend. De Raad van State heeft geoordeeld dat de AP ten onrechte
niet de andere belangen die VoetbalTV heeft aangevoerd bij haar beoordeling heeft
betrokken. VoetbalTV stelde namelijk dat het niet uitsluitend een commercieel belang
had bij het maken van beelden van voetbalwedstrijden. De vraag of een louter commercieel
belang op zichzelf kan dienen als grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens,
is nog niet beantwoord. Over ditzelfde vraagstuk heeft de rechtbank Amsterdam in de
zaak tussen de AP en de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) op 22 september
een tussenuitspraak3 gedaan, waarin zij heeft besloten prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van
de Europese Unie (HvJEU) te stellen. Een van de vragen is of een zuiver commercieel
belang kan gelden als gerechtvaardigd belang. De rechtsontwikkeling op dit punt is
dus nog gaande. Het past mij om de uitkomsten daarvan af te wachten.
Vraag 3
Herinnert u zich de antwoorden op eerdere Kamervragen over het bericht VoetbalTV daagt
privacywaakhond AP voor de rechter om uitblijven besluit van 10 september 2020?4
Antwoord 3
Ik ben bekend met deze antwoorden.
Vraag 4
Bent u bekend met het artikel van NRC van 3 juli 2022 «Brussel vindt Nederlandse privacywaakhond te strikt»?5 Wat is uw reactie op dit artikel?
Antwoord 4
Dit artikel is mij bekend. In het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB)
zijn de Europese gegevensbeschermingsautoriteiten verenigd en worden richtsnoeren
opgesteld om de uitleg van de AVG te harmoniseren en om handhaving gelijker in te
richten. Laatstelijk in 2014 is door de voorganger van de EDPB, de «Artikel 29-werkgroep»,
een advies uitgebracht over de uitleg van het begrip «gerechtvaardigd belang».6 Over de uitleg van dit begrip heeft de Rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld
aan het HvJEU. Deze procedure duurt gemiddeld twee jaar. De beantwoording door het
HvJEU zal vervolgens van toepassing zijn in alle Europese lidstaten. De Rechtbank
stelt deze vraag om meer duidelijkheid te krijgen, omdat uiteindelijk de interpretatie
van Unierechtelijke begrippen aan het HvJEU is. Ik vind het een goede zaak wanneer
daardoor rechtseenheid ontstaat over de uitleg van deze norm.
Vraag 5
Is de brief van de Europese Commissie in het artikel van NRC gedeeld met het kabinet?
Zo ja, wat was destijds de reactie van het kabinet op deze brief, zo nee, waarom niet
en vindt u niet dat dit soort zienswijzen onder de aandacht zouden moeten worden gebracht
van de Minister voor Rechtsbescherming?
Antwoord 5
De brief is destijds niet gedeeld met het kabinet. Uiteraard volg ik de ontwikkelingen
in het gegevensbeschermingsrecht met belangstelling. Dat laat onverlet dat de Europese
Commissie in beslotenheid met een toezichthouder als de AP moet kunnen corresponderen
zonder daarbij de regering van de desbetreffende lidstaat te betrekken.
Vraag 6
Is de brief van de Europese Commissie door de AP ingebracht in de juridische procedures
tegen VoetbalTV en de KNLTB? Zo nee, wat vindt u daarvan?
Antwoord 6
De stukken die worden gewisseld binnen de beslotenheid van een (in dit geval nog lopende)
gerechtelijke procedure zijn tussen de partijen en de rechter. Tijdens een gerechtelijke
procedure geldt altijd een vorm van beslotenheid over de stukken die tussen de verschillende
partijen en de rechter worden gedeeld. Dat is ook in deze zaak het geval.
Vraag 7
Als de brief van de Europese Commissie niet in betreffende juridische procedures is
gedeeld, bent u in dat geval bereid te laten onderzoeken of de AP in deze procedures
onrechtmatig heeft gehandeld?
Antwoord 7
Voor een dergelijk onderzoek zie ik geen aanleiding. Het is niet aan het kabinet om
zich te mengen in gerechtelijke procedures waarin het zelf geen partij is.
Vraag 8
Is het achterhouden van relevante informatie zoals de zienswijze van de Europese Commissie
in een juridisch geschil wat u betreft wenselijk in onze democratische rechtsstaat?
Antwoord 8
De beoordeling welke stukken voor de beslechting van een geschil noodzakelijk zijn,
is aan de rechter, niet aan het kabinet.
Vraag 9
Deelt u het oordeel van de Europese Commissie uit maart 2020 dat de lijn van de AP
veel te strikt is? Acht u de motivering van de Europese Commissie om de AP hierop
te wijzen steekhoudend?7 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 2. De rechtsvraag of een zuiver commercieel belang een gerechtvaardigd
belang in de zin van artikel 6, eerste lid onder f, van de AVG kan zijn (en het verwerken
van persoonsgegevens met het oog daarop rechtmatig kan zijn), is in het kader van
prejudiciële vragen voorgelegd aan het HvJEU. Ik vind het passend om het oordeel van
het HvJEU af te wachten.
Vraag 10
Kunt u er bij de AP op aandringen dat zienswijzen van de Europese Commissie over de
interpretatie van de AVG voortaan op de website van de AP worden gepubliceerd? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 10
Daartoe ben ik niet voornemens. De Europese Commissie gaat, als opsteller en verzender
ervan, in de eerste plaats zelf over de publicatie van haar documenten.
Vraag 11
Is er sinds de uitspraak van de Raad van State van juli 2022 contact geweest met de
AP en is de AP gewezen op de consequenties die de uitspraak met zich meebrengt voor
het handhavingsbeleid van de AP? Zo ja, wat is uit dit contact gekomen?
Antwoord 11
Er is geen contact geweest tussen mijn departement en de AP in de hier bedoelde zin
naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State.
Vraag 12
Is sinds de inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
ooit de Landsadvocaat om advies gevraagd over de interpretatie van het begrip «gerechtvaardigd
belang»? Zo ja, wat was de strekking van dit advies?
Antwoord 12
Het kantoor van de Landsadvocaat, Pels Rijcken, is niet om advies gevraagd. De AP
had Pels Rijcken wel gevraagd om haar bij te staan in de procedure over de aan de
KNLTB opgelegde boete. Pels Rijcken heeft echter laten weten dat het haar niet vrijstond
om als advocaat voor de AP op te treden vanwege conflicterende belangen.
Vraag 13
Deelt u nog steeds de mening dat het onwenselijk is dat de AVG in Nederland strikter
wordt toegepast dan in andere EU-lidstaten? Zo ja, waarom houdt de AP tot op heden
nog altijd vast aan een striktere interpretatie van het begrip «gerechtvaardigd belang»
dan andere EU-lidstaten?
Antwoord 13
Door de AVG gelden in Europese lidstaten in beginsel gelijke normen wat betreft gegevensbescherming
en privacy. Op een aantal punten biedt de AVG ruimte aan landen om nadere regels vast
te stellen, of dienen lidstaten in lidstaatrechtelijk recht zaken te regelen, zoals
bijvoorbeeld uitzonderingen op het verbod om bijzondere persoonsgegevens te verwerken.
In de Uitvoeringswet algemene verordening gegevensbescherming (UAVG), maar ook in
sectorwetgeving wordt uitvoering gegeven aan deze ruimte. Unierechtelijke begrippen
dienen echter unierechtelijk te worden uitgelegd. In de European Data Protection Board
(EDPB) zijn de Europese privacytoezichthouders verenigd en worden guidelines gemaakt
om de uitleg van de AVG te harmoniseren en om handhaving gelijker in te richten. Laatstelijk
in 2014 is door de voorganger van de EDPB, de «Article 29 Working Party», een advies
uitgebracht over de uitleg van het begrip «gerechtvaardigd belang»8. Over de uitleg van dit begrip heeft de Rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld
aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Deze procedure duurt gemiddeld twee
jaar. De beantwoording door het Hof zal vervolgens van toepassing zijn in alle Europese
lidstaten.
Vraag 14
Welke stappen zijn er sinds 2020 gezet om de AP het belang van rechtseenheid onder
de aandacht te brengen en wat heeft de AP sindsdien gedaan om rechtseenheid te bevorderen?
Antwoord 14
De AP is lid van de EDPB en heeft in samenwerking met de andere Europese privacytoezichthouders
in 2022 al meer dan tien guidelines vastgesteld ter bevordering van de rechtseenheid
binnen Europa.
Vraag 15
Bent u bereid in het kader van het terugdringen van onnodige juridische procedures
in gesprek te gaan met de AP om het boetebesluit jegens de KNLTB te heroverwegen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Gezien de onafhankelijke positie van de AP en het feit dat er op dit moment een juridische
procedure loopt over dit boetebesluit, ben ik niet voornemens met de AP hierover in
gesprek te gaan. De AP treedt op grond van artikel 52 van de AVG onafhankelijk op
bij de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden die haar overeenkomstig
deze verordening zijn toegewezen. Dat geldt ook voor juridische procedures.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.