Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Palland en Postma over het bericht "Thuiswerken met peuter of baby? Dat is een illusie''
Vragen van de leden Palland en Postma (beiden CDA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Thuiswerken met peuter of baby? Dat is een illusie» (ingezonden 18 december 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 17 februari
2021).. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1409.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Thuiswerken met peuter of baby? Dat is een illusie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het combineren van (thuis)werk, onderwijs en zorg, als gevolg
van de tijdelijke sluiting van scholen en kinderopvang in het kader van de lockdown,
voor (werkende) ouders een grote opgave is?
Ontvangt u ook signalen van ouders voor wie dit knellende situaties oplevert, omdat
niet tot goede afspraken tussen werkgevers en werknemers kan worden gekomen, dat ouders
met een cruciaal beroep desondanks niet terecht kunnen voor noodopvang bij school
of kinderopvang (vanwege te weinig plek of te weinig medewerkers), of dat om een werkgeversverklaring
wordt gevraagd terwijl dat niet nodig is? Van welke aard en in welke mate ontvangt
u deze signalen?
Antwoord 2 en 3
Ik deel de mening dat het combineren van (thuis)werk, onderwijs en zorg, als gevolg
van de tijdelijke sluiting van scholen en kinderopvang, een zware last heeft gelegd
op ouders. Dit heeft veel flexibiliteit en inspanning gevraagd van ouders en het is
goed om te kunnen constateren dat veel werkgevers hier begrip voor (hebben) kunnen
opbrengen voor hun werknemers.
Nu de dagopvang, gastouderopvang en het basisonderwijs per 8 februari weer geopend
zijn, is de situatie in veel gezinnen in belangrijke mate verbeterd. Het niet heropenen
van de buitenschoolse opvang zal er nog steeds voor zorgen dat ouders (thuis)werk
en zorg moeten combineren. Dit is een vervelende situatie voor die ouders. Echter
omdat dagopvang, gastouderopvang en basisonderwijs wel open zijn, gaat het om een
kleiner aantal ouders en om een gedeelte van de dag.
De buitenschoolse opvang biedt nog steeds noodopvang aan kinderen van (een) ouder(s)
met een cruciaal beroep en kinderen in een kwetsbare positie. Vanuit de overheid geldt
(en gold) echter geen verplichting voor een ouder met een cruciaal beroep om een werkgeversverklaring
te overleggen. Tot nu toe heb ik geen signalen ontvangen waaruit blijkt dat kinderen
van (een) ouder(s) met een cruciaal beroep geweigerd worden voor noodopvang in de
buitenschoolse opvang, omdat hierop een te groot beroep wordt gedaan
Vraag 4 en 5
Hoezeer bieden de afspraken die sociale partners in cao’s over (calamiteiten)verlof
maken volgens u voldoende oplossing voor in een lockdownsituatie als de huidige?
Hoe zou u kunnen bevorderen dat werkgevers en werknemers met elkaar in gesprek gaan
om knellende situaties te voorkomen of op te lossen? Welke ondersteuning is er voor
ouders en werkgevers om er samen goed uit te komen? In welke mate wordt deze ondersteuning
gevonden en wordt er gebruik van gemaakt?
Antwoord 4 en 5
De huidige situatie waarin ons land verkeert heeft een grote impact op het leven en
werken van velen. De gevolgen van de coronacrisis en de maatregelen die zijn genomen
om deze crisis aan te pakken hebben voor iedereen andere (praktische) consequenties.
De behoefte aan ondersteuning en de regelmogelijkheden van werknemers en werkgevers
zijn sterk afhankelijk van hun individuele situatie. Daarom zijn maatwerkafspraken
tussen werkgevers en werknemers met oog voor de wederzijdse beperkingen en mogelijkheden
van groot belang. Cao-afspraken over het toekennen van verlof kunnen daarbij behulpzaam
zijn. De verlofwetgeving biedt daarbij de basis. In cao-verband kunnen voorts aanvullende
afspraken te maken ten gunste van de werknemer. In mijn overleggen met sociale partners
komt deze thematiek uiteraard aan de orde. Bij de beantwoording van de vragen 9 en
10 wordt hierop nader ingegaan.
Vraag 6, 7 en 8
Bent u bekend met de voorstellen van onder meer FNV en de Stichting Voor Werkende
Ouders over verlof voor ouders tijdens de lockdown, zolang scholen en kinderopvang
gesloten zijn? Wilt u hier inhoudelijk op reageren?
Bent u bekend met de (tijdelijke) corona verlofregelingen in België (coronaverlof),
Duitsland (collectieve afspraken over extra verlofdagen), Oostenrijk (bijzonder zorgverlof)
en Noorwegen (extra care benefitdagen)? Waarom heeft Nederland geen (tijdelijke) corona
verlofregeling?
Klopt het dat in Nederland op dit moment een wettelijke basis en uitvoeringsstructuur
ontbreken om, naar buitenlands voorbeeld, een snelle uitvoering van een tijdelijke
corona verlofregeling mogelijk te maken?
Antwoord 6, 7 en 8
De FNV heeft op 14 december werkgevers opgeroepen om coulance te betrachten ten aanzien
van werknemers die extra verlof willen opnemen. Aan de overheid wordt gevraagd om
meer te doen om werkende ouders te ondersteunen met daarbij een verwijzing naar het
feit dat in veel andere landen, waaronder België, verlofregelingen bestaan. Ook de
Stichting Voor werkende ouders bepleit een verlofregeling.
Ik hecht eraan op te merken dat in veel bedrijven werkgevers en werknemers onderling
tot werkafspraken komen om zo goed mogelijk recht te doen aan de verplichtingen van
het werk en de zorgtaken thuis. Desondanks vergt de huidige situatie veel van iedereen.
Een verlofregeling zou daarbij een welkome ondersteuning kunnen zijn voor ouders van
wie de kinderen niet naar school of kinderopvang kunnen.
In de vier genoemde landen, België, Duitsland, Oostenrijk en Noorwegen, kunnen ouders
die werknemer zijn extra betaald verlof opnemen in verband met de coronamaatregelen
en de sluiting van scholen waar ook ouders in deze landen mee te maken hebben (gehad).
Hoewel de regelingen per land verschillen, kan in al deze landen gebruik gemaakt worden
van bestaande regelingen voor betaald verlof. Zo is in België de regeling voor betaald
ouderschapsverlof in het najaar van 2020 tijdelijk uitgebreid met extra verlofdagen
tegen een forfaitair bedrag. De regeling geldt voor werknemers die een baan voor tenminste
75% procent hebben. Verlof is mogelijk voor 20% of 50% van de werktijd. De uitkering
bij 50% verlof bedraagt circa € 440 per maand. In Duitsland wordt – afhankelijk van
de regeling die men gebruikt – 67% of 90% van het loon doorbetaald. In Oostenrijk
kunnen ouders maximaal 4 weken extra verlof opnemen met behoud van loon. De werkgever
krijgt de loonkosten per werknemer vergoed via het Ministerie van Financiën. Ook in
Noorwegen betaalt de overheid het volledige loon over enkele weken extra verlof. Voor
bepaalde doelgroepen bestaan in de diverse landen aanvullende voorzieningen.
In tegenstelling tot de genoemde landen heeft Nederland op dit moment geen voorziening
voor (ouderschaps)verlof waarbij de overheid de loonkosten vergoedt of een uitkering
verstrekt en waarbij eenvoudig kan worden aangesloten om een corona verlofregeling
uit te voeren. Onze uitgangspositie is dus anders dan in de genoemde landen.
Vraag 9 en 10
In hoeverre zou een tijdelijke verruiming van het bestaande calamiteitenverlof een
oplossing kunnen bieden voor ouders en werkgevers, al dan niet in combinatie met een
quarantaineregeling? Hoezeer biedt de aangenomen motie-Palland c.s. over het tegemoetkomen
van werkgevers en werknemers bij knellende situaties die ontstaan door quarantainemaatregelen
(Kamerstuk 35 420, nr. 174) hiervoor mogelijkheden?
Zou u het wenselijk vinden dat er in de toekomst een flexibele crisisverlofregeling
komt die ouders bij langdurige crises in staat stelt het (thuis)werken met zorg- en
onderwijstaken te combineren? Zo ja, waarom en zo nee, waarom niet?
Antwoord 9 en 10
Het calamiteitenverlof is bedoeld voor korte, naar billijkheid te berekenen tijd wanneer
de werknemer zijn arbeid niet kan verrichten wegens onvoorziene omstandigheden die
een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen. Het loon wordt volledig doorbetaald.
Het staat werkgevers en werknemers vrij om al dan niet in cao-verband voor werknemers
af te wijken van de wettelijke bepaling. Maar de aard van het calamiteitenverlof als
zijnde bedoeld voor een «korte, naar billijkheid te berekenen tijd» staat op gespannen
voet met een aanzienlijke verlenging van de duur van dit verlof.
In de brief van het kabinet van 9 december 2020 over de aanpassingen in het economische
steun- en herstelpakket als gevolg van de ontwikkeling in de bestrijding van het coronavirus
is onder meer ingegaan op de motie Palland c.s. Met de regeling Tijdelijke ondersteuning
noodzakelijke kosten (TONK), gericht op huishoudens die door omstandigheden in ernstige
financiële problemen dreigen te komen, is invulling gegeven aan deze motie.
Voor het overige verwijs ik u naar de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport d.d. 20 januari 2021 over de corona noodmaatregelen.2 In deze brief wordt ook ingegaan op de mogelijkheden voor extra coronaverlof. Uiteengezet
is dat extra coronaverlof voor ouders met compensatie vanuit de overheid helaas geen
begaanbare route is gebleken. Los van de vraag over de wenselijkheid, is een uitvoerbare
oplossing voor de invoering van een flexibele regeling voor crisisverlof niet gevonden
tijdens overleggen met sociale partners. Ik zal u hierover nader informeren als reactie
op de motie Smeulders / Van Weyenberg van 28 januari 2021, waarin de regering wordt
verzocht om de Kamer te informeren over reeds verkende opties met betrekking tot coronaverlof
en in geval van verlengde sluiting van de basisscholen samen met sociale partners
een ultieme poging te doen om tot een coronaverlofregeling te komen.3
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.