Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022 (Kamerstuk 21501-02-2540)
2022D46263 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022,
het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 17 oktober 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2538), brief van de Minister van Buitenlandse Zaken met een reactie op het verzoek van
het lid Eppink, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 27 september 2022,
over actuele situatie in Iran en Nederlandse inzet (Kamerstuk 23 432, nr. 491).
De voorzitter van de commissie, Rudmer Heerema
De adjunct-griffier van de commissie, Koerhuis
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister
8
III
Volledige agenda
8
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ). Zij hebben hierover de volgende vragen
en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022 en willen de Minister
nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022. Deze leden hebben nog enkele vragen
en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022 en hebben hierover de
volgende vragen.
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022 en hebben hierover de
volgende vragen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de VVD-fractie steunen het standpunt van het kabinet om Oekraïne te steunen
maximale druk op Rusland uit te oefenen. Bovendien is de fractie een groot voorstander
van verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland. Welke mogelijkheden ziet het
kabinet om de sancties verder aan te scherpen? Ziet het kabinet nog mogelijkheden
om de handhaving van de huidige sancties verder te bevorderen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet aangeeft een tweede forensisch-
en opsporingsteam naar Oekraïne te hebben gestuurd en op termijn nog een derde en
vierde team te willen gaan sturen in 2023. Met welke opdracht worden deze forensisch-
en opsporingsteams ingezet? Het kabinet geeft aan naar verwachting tijdens de aanstaande
RBZ de missie Military Assistance Mission (EUMAM) operationeel te verklaren. Het is goed dat deze missie zo snel mogelijk van
start gaat, Oekraïne heeft hier immers grote behoefte aan. Hoe verhoudt deze missie
zich met de trainingen die nu al aan Oekraïners worden gegeven? Wanneer verwacht de
Minister de kamer verder te kunnen informeren over verdere Nederlandse bijdragen aan
deze missie?
De leden van de VVD-fractie constateren dat kritieke infrastructuurknooppunten recentelijk
steeds vaker doelwit van Russische aanvallen zijn. Op water- en elektriciteitsfaciliteiten
kan niet meer vertrouwd worden. Er zijn een aantal landen die elektriciteitsgeneratoren
richting Oekraïne sturen om dit probleem te verlichten. Doet Nederland dit ook? Zo
niet, waarom niet en zijn er mogelijkheden om dit te doen? Deze problemen komen mede
door de acquisitie van Iraanse drones. Er zijn berichten dat Iran ook ballistische
raketten zal gaan leveren. Dit zal de realiteit van de Oorlog nog verder verslechteren,
al helemaal omdat Oekraïne weinig luchtverdediging tegen ballistische raketten heeft.
Kan de Minister hierop reflecteren?
Er lijkt nog geen einde te komen aan de oorlog in Oekraïne, stellen de leden van de
VVD-fractie. Voor de korte termijn is er genoeg geregeld om het effect van de sancties
in Nederland te dempen. Maar de realiteit komt steeds dichterbij dat deze oorlog niet
snel weg zal zijn. Daarom willen deze leden de Minister vragen of er ook al wordt
gekeken naar een langetermijnoplossing. Wat gebeurt er als deze oorlog nog een winter
extra duurt? Deze leden vinden het belangrijk dat er aandacht is voor deze realiteit,
gezien dit een voorwaarde is voor langdurige en blijvende steun aan Oekraïne.
De leden van de D66-fractie lezen over de sancties tegen Rusland die door de EU-lidstaten
zijn besproken om de agressie tegen Oekraïne te beëindigen. Deze leden steunen het
oordeel dat zwaardere sancties tegen Rusland, maar ook tegen Belarus en Iran, nodig
zijn.
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister het eens is dat er snel een negende
sanctiepakket moet komen. Is de Minister het met deze leden eens dat in een dergelijk
pakket in ieder geval de volgende maatregelen zouden moeten worden opgenomen: een
verbod op de import van autogas (LPG) en diamanten uit Rusland, het uitsluiten van
meer Russische banken uit Society for Worldwide Inter-bank Financial Telecommunications
(SWIFT) en een verbod op de verkoop van vastgoed aan Russen?
De leden van de D66-fractie willen daarnaast hun tevredenheid uitspreken voor het
nieuwe Nederlandse militaire steunpakket voor Oekraïne en de Minister oproepen om
meteen werk te maken van een volgend militair steunpakket. Is de Minister hiertoe
bereid?
Tot slot hebben de leden van de D66-fractie een aantal vragen over de langetermijnvisie
voor wat betreft de toekomstige relatie met Rusland. Is de Minister het eens met deze
leden dat de enige manier om deze oorlog definitief te beëindigen is als Oekraïne
zijn eigen grondgebied weer terugveroverd en Russische troepen zich terugtrekken naar
Rusland? Is de Minister het met deze leden eens dat we niet terug kunnen naar de relatie
zoals deze was met Rusland zolang president Poetin de leider is van het land? Steunt
de Minister het oordeel dat de oorlogsdaden van president Poetin niet onbestraft kunnen
blijven en dat er moet worden ingezet op een speciaal tribunaal om Poetin en andere
oorlogsmisdadigers te berechten conform de motie Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1841)?
De leden van de CDA-fractie lezen in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van
17 oktober jl. dat veel lidstaten, waaronder Nederland, de Europese Commissie hebben
verzocht om aanvullende sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus voor te bereiden.
Deze leden vragen of de Europese Commissie reeds voorstellen heeft gepresenteerd voor
aanvullende sancties tegen Rusland en Belarus, en zo ja, welke dit zijn. Daarnaast
vragen deze leden of de Minister verwacht dat de Raad een besluit zal nemen over aanvullende
sancties. Tevens zijn deze leden benieuwd voor welke sancties Nederland zal pleiten
tijdens de Raad Buitenlandse Zaken. Ook zijn deze leden benieuwd in hoeverre er nog
wordt gesproken over de uitwerking van secundaire sancties.
Het lid van de BBB-fractie steunt verdere aanscherping van sancties tegen Rusland
om het op die manier te dwingen om te stoppen met oorlogsvoering in Oekraïne. Daartegenover
staat wel dat dit lid zich zorgen maakt over het draagvlak van de sancties vanuit
de Nederlandse burgers, omdat de externe effecten zich beginnen op te stapelen en
de financiële consequenties voor Europa steeds zichtbaarder beginnen te worden. Kan
de Minister met zijn collega’s bespreken of Europa een monitoringsmechanisme kan ontwikkelen
waarin de schade van de sancties aan de Russische economie kan worden gemonitord en
geanalyseerd?
Het lid van de BBB-fractie ziet eveneens het belang ervan in om de EUMAM zo snel mogelijk
van start te laten gaan. Het lijkt dit lid wel verstandig om een concrete eis voor
de verhoging van het Europese Vredesfaciliteit (EVF)-budget cijfermatig te benoemen
en niet alleen normatief te pleiten voor een verhoging van het budget.
Grote Meren
De leden van de VVD-fractie delen de zorgen van het kabinet rondom de situatie in
het Grote Merengebied. Instabiliteit in de Groten Meren-regio heeft onder andere migratie
tot gevolg. Europa is dus direct gebaat bij stabiliteit. Het is goed dat er nagedacht
wordt over een geïntegreerde EU-inzet. Het is goed dat Nederland aandacht vraagt voor
grondoorzaken van instabiliteit, mensenrechten, ruimte voor het maatschappelijk middenveld,
het grondstoffendossier en onwettige geldstromen, maar inzetten op grondoorzaken alleen
is niet genoeg. Het is nodig te realiseren dat het voorkomen van migratiestromen een
concreet doel op zich moet zijn. Deelt het kabinet die opvatting? Wil het kabinet
zich inzetten om te zorgen dat het voorkomen van migratiestromen een concreet doel
wordt binnen de geïntegreerde EU-inzet voor het Grote Merengebied? Wat wil het kabinet
nog meer doen om migratiestromen te voorkomen?
De leden van de D66-fractie lezen dat de veiligheidssituatie in de Grote Meren-regio
de afgelopen maanden verslechterd is door oplopende spanningen in dit gebied. Ook
lezen deze leden over de wens van verschillende EU-lidstaten over een actievere rol
van de EU in de Grote Meren-regio. Kan de Minister toelichten hoe deze actievere rol
eruit zal zien? Is de EU bereid om te ondersteunen bij het op gang brengen van gesprekken
tussen de conflicterende groepen? Wat kan de EU doen om te ondersteunen bij onderhandelingen
tussen deze groepen, bijvoorbeeld door het leveren van de financiële en technische
steun die hiervoor nodig is? Is de Minister het eens met de International Crisis Group,
die de EU oproept om geen financiële steun te geven aan Oegandese, Burundese en Keniaanse
troepen zolang er geen duidelijkheid is over hoe de troepen worden ingezet en hoe
zij omgaan met mensenrechten?
De leden van de CDA-fractie steunen de inzet van het kabinet jegens de Grote Meren-regio
daar waar het gaat om de verslechterende veiligheidssituatie. Het kabinet wil dat
de EU zich daarnaast positioneert als voorkeurspartner in deze regio, daar waar China
en Rusland ook nadrukkelijk actief zijn. Deze leden vragen welke economische belangen
Nederland en de EU nu en in de toekomst hebben in deze regio.
De leden van de SP-fractie hebben een aantal vragen aan de Minister over de situatie
in de Grote Meren-regio. Wat verklaart volgens de Minister de toegenomen spanningen
in deze regio? Deelt de Minister de mening dat een belangrijk deel van de verklaring
bij de economische exploitatie van dit gebied ligt, in het bijzonder de concurrentie
over schaarse delfstoffen? Het is onwenselijk als dit gebied een strijdtoneel wordt
(of blijft) omdat de Verenigde Staten (VS), China en de EU elkaar beconcurreren. Wat
kan de EU doen om dit te reguleren?
De leden van de SP-fractie constateren dat de EU-verordening over conflictmineralen
op 1 januari 2021 van kracht werd. Dit is inmiddels twee jaar geleden en het conflict
laait nog steeds op. Wat kan de Minister zeggen over de effectiviteit van de verordening
in het mitigeren van conflict, in het bijzonder in Oost-Congo? Zijn er aanvullende
maatregelen nodig? Deze leden vragen wat de Afrikaanse Unie (AU) doet om hierin orde
te scheppen? Heeft de African Peace and Security Architecture (APSA) enige vooruitgang
geboekt? In het verleden was de EU een van de grootste donoren van de APSA. Hoe is
dat nu?
Het lid van de BBB-fractie steunt de missie om de regio «Grote Meren» een Europese
diplomatische aanwezigheid te geven, echter het is belangrijk om van tevoren vast
te stellen wat de concrete verwachtingen en doelstellingen zijn en welke financiële
bedragen daar aan verbonden zijn. Zou de Minister de verwachtingen/doelstellingen
uit kunnen werken en concrete financiële bedragen kunnen noemen, zodat de beslissingen
hierover weloverwogen genomen kunnen worden?
Westelijke Balkan
De leden van de VVD-fractie hebben een aantal vragen aan de Minister over de Westelijke
Balkan. De Westelijke Balkan is een belangrijke regio voor Europese stabiliteit. Het
is echter ook belangrijk als het gaat om migratie. Recentelijk is duidelijk geworden
dat de Westelijke Balkanroute, waarin Servië een belangrijke schakel is, de grootste
migratieroute van Europa is. Het kabinet geeft aan de dialoog tussen de EU en Westelijke
Balkan te intensiveren. Welke rol speelt voor Nederland het onderwerp van migratie
in deze dialoog? Is het kabinet bereid financiële prikkels in te zetten om Westelijke
Balkanlanden te motiveren migratiestromen aan te pakken?
Verder lezen de leden van de D66-fractie over de voorbereidingen op de EU-Westelijke
Balkan top op 6 december. Deze leden delen de mening van de Europese Dienst voor Extern
Optreden (EDEO) dat de relatie van de EU en de Westelijke Balkan belangrijker dan
ooit zijn. Deze leden zijn van mening dat het, met het oog op de oorlog in Oekraïne,
noodzakelijk is dat alle Europese landen zich zo sterk mogelijk verenigen in het steunen
van Oekraïne en het veroordelen van de oorlogsdaden van president Poetin. Deelt de
Minister deze mening? Kan de Minister toelichten wat de EU gaat doen om te zorgen
dat de neuzen van de Westelijke Balkan en de EU dezelfde kant op staan zodat Rusland
en China geen invloed in dit gebied kunnen uitoefenen? Deze leden dringen verder aan
op spoedige visumliberalisatie voor Kosovo en een duidelijk signaal aan Servië dat
verdere escalatie niet geaccepteerd zal worden.
De leden van de SP-fractie delen de zorgen over recente ontwikkelingen in de Westelijke
Balkan. Deze leden snappen dat landen in deze regio stappen willen zetten op het pre-accessietraject,
zeker na de toekenning van kandidaat-status aan Oekraïne, Moldavië en (geclausuleerd)
Georgië. Dat betekent wat de leden van de SP-fractie betreft echter niet dat de Balkanlanden
nu kunnen toetreden. Wat dat betreft kwam de toekenning van kandidaat-status aan Bosnië-Herzegovina
als een verrassing. Bepaalde lidstaten en vooral de Europese Commissie lijken door
te willen drukken. Gaat Nederland op enig moment de hakken in het zand zetten? Welke
uitkomsten zijn voorzien voor de EU-Westelijke Balkan top begin december?
Het lid van de BBB-fractie ziet uit naar de ontvangst van de voortgangsrapportages
van de Europese Commissie.
Current Affairs
Libanon
De leden van de VVD-fractie hebben een vraag aan de Minister over de situatie in Libanon.
Het kabinet geeft aan geld te doneren aan Libanon. Aan deze donatie zitten noodzakelijke
hervormingen gekoppeld. Hier is echter tot op heden nog niet aan voldaan. Welke gevolgen
worden hier (op termijn) aan gekoppeld om te zorgen dat de hervormingen wel op gang
komen?
Het lid van de BBB-fractie is verheugd over de gesloten overeenkomst tussen Libanon
en Israël, deze overeenkomsten stimuleren zoals genoemd de stabiliteit in de regio
en zouden gestimuleerd moeten worden.
Klimaatdiplomatie: COP27 + COP15 biodiversiteit
Ten eerste hebben de leden van de D66-fractie een vraag over de Brits-Egyptische mensenrechten
activist Alaa Abdel Fattah. In een Egyptische gevangenis is hij in hongerstaking gegaan
en sinds zondag drinkt hij geen water meer. Welke stappen heeft de Nederlandse regering
gezet om hem te helpen bevrijden? Heeft de regering tijdens de COP27 zich uitgesproken
over het lot van Alaa Abdel Fattah en in bredere zin de vrijheid van mensenrechtenverdedigers?
Kan de Minister zich – samen met andere bondgenoten – zo snel mogelijk en tot het
uiterste inspannen Alaa Abdel Fattah bevrijd te krijgen?
Follow-up EU-CELAC bijeenkomst
De leden van de SP-fractie hebben een vraag aan de Minister omtrent de EU-Community
of Latin American and Caribbean States (CELAC) bijeenkomst. De EU-CELAC toenadering
is op zich een goede zaak. Latijns-Amerika kleurt met de overwinning van president
Lula in Brazilië weer een beetje roder op de politieke kaart. In veel landen hebben
de kiezers hun afkeer uitgesproken tegen rechts/liberaal beleid. Ziet de Minister
dat ook? Deze positieve trend laat de kritische grondhouding over het EU-Mercosur
verdrag van deze leden overigens onverlet.
Het lid van de BBB-fractie ziet eveneens de waarde in het verdiepen van multilateralisme,
internationaal recht, klimaat en grensoverschrijdende criminaliteit. Het zou eveneens
verstandig zijn om ook te verdiepen in handelsstromen en economische kansen die liggen
in Latijns-Amerika voor het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zou
de Minister dit willen toevoegen aan de onderwerpen waarin verdiept wordt?
EUMM Georgië
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het nu meer dan ooit van cruciaal
belang is dat de EU tracht vrede en stabiliteit in haar achtertuin te brengen. Daarom
hebben deze leden nog enkele vragen over Georgië en de bemiddeling tussen Armenië
en Azerbeidzjan. Vorige maand spraken de Franse president Macron en voorzitter van
de Europese Raad Michel met de regeringsleiders uit Armenië en Azerbeidzjan. Er is
toen afgesproken dat er een Europese missie zou komen om te helpen bij de grenscrisis.
Kan de Minister aangeven of hij het zou steunen om deze missie een langduriger karakter
te geven en kan de Minister ingaan op de stand van zaken in de door Michel geleide
onderhandelingen?
De leden van de CDA-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat de Raad stil zal staan
bij de voortgang van de EU Monitoring Capaciteit in Armenië. Kan de Minister de Kamer
informeren over de bevindingen van deze EU-missie, zo vragen deze leden. Klopt het
dat de missie vooralsnog niet wordt toegelaten op Azerbeidjaans grondgebied? Tevens
zijn deze leden benieuwd of de Minister in de Raad wil pleiten voor een langere duur
van de missie. Ook zijn deze leden benieuwd naar de rol van Rusland in de regio en
hoe deze al dan niet is veranderd sinds de oorlog in Oekraïne. Welke gevaren schuilen
er achter een eventuele terugtrekking van Rusland uit de regio?
Het lid van de BBB-fractie ziet uit naar de resultaten van de EU MCAP om meer informatie
te verschaffen over de situatie aan de grens van Armenië en Azerbeidzjan. Tegelijkertijd
wil dit lid benadrukken dat de situatie in de desbetreffende regio erg gespannen is,
dat vijandelijkheden besproken en onbesproken aanwezig zijn en dat de situatie allesbehalve
stabiel is. Kan de Minister benoemen welke plannen er zijn om te voorkomen dat na
het aflopen van de missie in de regio deze zich niet opnieuw stort in conflict mede
door het vertrekken van de waarnemers?
Overig
De leden van de D66-fractie willen de Minister ook een aantal vragen stellen over
de situatie in Iran naar aanleiding van de aanhoudende protesten en het grove geweld
wat hierop volgt. Deelt de Minister het oordeel van deze leden dat de EU opnieuw een
sterk signaal moet afgeven dat het achter de dappere demonstranten in Iran staat?
Is de Minister bereid om aan te sporen om meer sancties tegen Iran in te stellen als
gevolg van het aanhoudende geweld in het land? Hoe oordeelt de Minister bijvoorbeeld
over de mogelijkheid tot het verwijderen van Iran uit de VN Commission on the Status
of Women?
Tot slot willen de leden van de D66-fractie nog een vraag stellen over het wereldkampioenschap
(WK) voetbal in Qatar. Kan de Minister duidelijk maken welke Europese landen van plan
zijn een (regerings)delegatie naar Qatar te sturen? Hoe zullen deze delegaties eruit
zien?
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of er ook wordt gesproken over de EU-China
relatie. Deze leden vinden dat het recente bezoek van bondskanselier Scholtz aan China,
de Chinese aankoop in de haven van Hamburg, de speech van Xi Jinping op het partijcongres
en de Chinese politiebureaus in Nederland daar wel aanleiding toe geven. Deze leden
vragen de Minister of het klopt dat de Europese Commissie Duitsland heeft gewaarschuwd
voor de investering van het Chinese staatsbedrijf Cosco in de haven van Hamburg. Kan
de Minister tijdens de Raad pleiten voor een Europese Havenstrategie om ervoor te
zorgen dat de Europese havens een goede toekomst kunnen hebben zonder de invloed van
buitenlandse mogendheden? Tevens zijn deze leden benieuwd of er binnen de Europese
Unie scenario’s worden uitgewerkt voor het moment dat China besluit Taiwan binnen
te vallen. En zo nee, kan de Minister binnen de Raad pleiten voor een voorbereiding
op dit scenario? Tot slot hebben deze leden de volgende vragen over China. Overal
in Europa duiken Chinese «politiebureaus» op. De bureaus zouden geëmigreerde Chinezen
die worden verdacht van misdrijven onder druk zetten om terug te keren naar China.
Kan de Minister er binnen de Raad voor pleiten dat de Europese Unie China ter verantwoording
roept en dat de «diplomaten» werkzaam op deze politiebureaus de toegang tot de EU
wordt ontzegd?
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of er in Europees verband wordt gesproken
over de mogelijkheid om Iran te verwijderen uit de VN Commission on the Status of
Women. Indien dit niet het geval is, vragen deze leden of de Minister deze optie op
tafel wil leggen. Daarnaast zijn deze leden benieuwd of er ook Europese sancties aan
Iraanse personen en bedrijven worden opgelegd naar aanleiding van het geweld dat de
autoriteiten gebruiken tegen demonstranten. Behoort Nederland tot de coalitie binnen
de Europese Unie die hiervoor pleit?
De leden van de SP-fractie hebben tot slot een aantal vragen aan de Minister over
Israël. In het notaoverleg Mensenrechtenbeleid d.d. 20 oktober jl. hebben deze leden
gevraagd om een verslag van de bijeenkomst op 3 oktober in het kader van de EU-Israël
Associatieraad. Die zien deze leden graag nog tegemoet. Daaraan gekoppeld hebben zij
de volgende vraag: wat zijn de voorziene vervolgstappen van die bijeenkomst? Ziet
de Minister ook dat de samenstelling van de te vormen Israëlische regering een schaduw
werpt over deze dialoog? Ook ontvangen de leden van de SP-fractie graag een terugkoppeling
van het recente bezoek van Minister-President Rutte aan Israël. Een van de vragen
is of er enig perspectief te creëren valt op hervatting van het vredesproces c.q.
wat daar voor nodig is.
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken met de geannoteerde agenda van de
Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2022;
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken met het verslag van de Raad Buitenlandse
Zaken d.d. 17 oktober 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2538)
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken met een reactie op het verzoek van
het lid Eppink, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 27 september 2022,
over actuele situatie in Iran en Nederlandse inzet (Kamerstuk 23 432, nr. 491).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.H.F. Koerhuis, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.