Brief regering : Fiche: Mededeling geavanceerde materialen
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3926 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2024
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Aanbeveling onderzeese communicatiekabels (Kamerstuk 22 112, nr. 3925)
Fiche: Mededeling geavanceerde materialen
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot
Fiche: Mededeling geavanceerde materialen
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Advanced Materials for Industrial Leadership
b) Datum ontvangst Commissiedocument
27 februari 2024
c) Nr. Commissiedocument
COM(2024) 98
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52024DC0098…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Concurrentievermogen
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
2. Essentie voorstel
Op 27 februari jl. publiceerde de Europese Commissie (hierna: de Commissie) de mededeling
Advanced Materials for Industrial Leadership. Met deze mededeling wil de Commissie ervoor zorgen dat de EU middels strategische
keuzes industrieel leiderschap toont op het gebied van geavanceerde materialen. Onder
«geavanceerde materialen» verstaat de Commissie materialen die doelbewust ontworpen
en gemaakt zijn om bijvoorbeeld betere prestaties, functies of rekenkracht te bewerkstelligen
dan conventionele materialen. Het gaat bijvoorbeeld om zelfhelende bouwmaterialen
of ultralichte materialen voor voertuigen. Geavanceerde materialen spelen een belangrijke
rol in de energietransitie en de circulaire economie en bij verschillende sectoren
zoals halfgeleiders, defensie, ruimtevaart, medicijnen, gezondheidszorg en landbouw.
De Commissie verwacht daarom dat de vraag ernaar significant zal toenemen. Om wereldwijd
industrieel leiderschap te behouden en open strategische autonomie te bereiken wil
de EU haar ontwikkelingen in Research & Technology (R&T) versnellen, innovatie- en
fabricagecapaciteit opschalen en het industrieel gebruik van geavanceerde materialen
versnellen.
De Commissie wil een dynamisch, veilig en inclusief ecosysteem rondom geavanceerde
materialen opzetten in Europa. Hiertoe stelt ze drie zaken voor. Ten eerste, de nationale,
regionale en EU-prioriteiten op het gebied van onderzoek en innovatie te coördineren
en private investeringen te vergroten door de toepassing van geavanceerde materialen
binnen industrieën en markten te versnellen. Ten tweede, het midden- en kleinbedrijf
(MKB) te ondersteunen op het gebied van testen en ontwerpen voor circulariteit en
duurzaamheid. Ten derde, de uitrol van geavanceerde materialen een katalysator voor
de digitale en groene transitie te laten zijn, waardoor de EU weerbaarder en veiliger
wordt.
De Commissie stelt een aantal gemeenschappelijke doelen en prioriteiten op het gebied
van onderzoek en innovatie ten aanzien van geavanceerde materialen voor de strategische
sectoren energie, mobiliteit, bouw en elektronica. De Commissie kan samen met lidstaten
en aan het Horizon Europe geassocieerde landen1 deze prioriteiten uitbreiden naar andere strategische gebieden, op basis van sociaaleconomische,
wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. Voor elke prioriteit licht de
Commissie een aantal onderwerpen2 uit die in ieder geval tot het strategische gebied behoren. Ook benoemt de Commissie
een zestal doorsnijdende thema’s3 die van belang zijn voor alle strategische gebieden en die de Commissie wil door
ontwikkelen. Daarnaast onderzoekt de Commissie welke onderzoeksactiviteiten nodig
zijn om kritieke grondstoffen te kunnen vervangen.
Daarnaast komt er een digitale infrastructuur voor geavanceerde materialen, en wordt
het MKB geholpen met toegang tot infrastructuur voor testen en opschalen.
Er is een partnerschap binnen het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, Horizon
Europe, voorgesteld ter waarde van € 500 miljoen. De industrie draagt hieraan voor
de helft bij. Voor verdere financiering voor opschaling wordt samengewerkt met de
European Innovation
Council (EIC)4 en worden EU-instrumenten benoemd als het Innovation Fund, Strategic Technologies for Europe Platform (STEP) en InvestEU. Deze EU instrumenten worden niet verder geïntensiveerd. Markten
zullen worden gestimuleerd via overheidsopdrachten. De Commissie geeft aan dit te
willen doen via het «Big Buyers»-platform van de EU. Daarnaast bestaat een mogelijkheid
dat het Joint European Forum for IPCEI de haalbaarheid van een potentiële Important Project of Common European Interest (IPCEI; Europese staatssteunverruimingskaders) op gebied van geavanceerde materialen
zal toetsen. De Commissie heeft ook aandacht voor de ontwikkeling van vaardigheden
en stelt voor een academie voor geavanceerde materialen op te richten.
De Commissie wil een Technologieraad voor geavanceerde materialen (hierna: Technologieraad)
oprichten. Deze zal advies geven over de verschillende acties uit deze mededeling
samen met de lidstaten, de geassocieerde landen van Horizon Europe en de industrie.
De Technologieraad zal onder andere advies geven over het ecosysteem, het betrekken
van sociale partners, het contact houden met partnerschappen binnen Horizon Europe,
het bespreken van internationale partnerschappen en het monitoren van de productie
en het gebruik van geavanceerde materialen. Lidstaten nemen plaats in de Technologieraad
middels een afgevaardigde vanuit een betrokken ministerie.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet is doordrongen van het grote belang van geavanceerde materialen. Begin
dit jaar heeft het kabinet de Nationale Technologiestrategie5 gelanceerd. Hierin geeft dit kabinet aan welke sleuteltechnologieën belangrijk zijn
voor het toekomstig verdienvermogen van Nederland, de maatschappelijke uitdagingen,
onze nationale veiligheid en waar Nederland goed in is. De geselecteerde sleuteltechnologieën
variëren van Quantum technologies tot Optical and photonic technologies. Geavanceerde materialen hebben hier ook een plek. Met name in de agenda voor Energy materials (met als focus de benodigde materiaalontwikkelingen om nieuwe elektrolysers en batterijen
te realiseren) en de agenda voor Semiconductor technologies, waar aandacht is voor materiaalontwikkelingen om nieuwe chips te realiseren. Momenteel
wordt gewerkt aan een verdere uitwerking van de strategie. In aanvulling hierop wordt
in de Kennis en Innovatieagenda Veiligheid expliciet aandacht besteed aan het stimuleren
van ecosysteem-ontwikkeling op het gebied van geavanceerde materialen.
Verder wordt sinds 2016 in het Nationaal Programma Circulaire Economie6 ingezet op het vervangen van primaire grondstoffen door secundaire grondstoffen en
duurzame biogrondstoffen die zo hoogwaardig mogelijk toegepast worden, of door andere,
meer algemeen beschikbare grondstoffen met een lagere milieudruk. Concrete voorbeelden
zijn de ontwikkeling en toepassing van biogebaseerde materialen in de gebouwde omgeving
maar ook het toepassen van secundaire kunststoffen in producten. Als het gaat om het
testen en ontwerpen voor circulariteit en duurzaamheid van bouwproducten wijst Nederland
erop om hierbij aan te sluiten bij de Europese Verordening Bouwproducten (CPR).7 Wat halffabricaten betreft dient daarnaast onderzocht te worden of deze onder de
Kaderverordening Ecodesign vallen. In het geval dat een product onder beide verordeningen
valt, dient te worden gewaarborgd dat er geen interferentie optreedt, om zo dubbele
lasten en handelsbelemmeringen te voorkomen.
Innovatie van geavanceerde materialen wordt op verschillende manieren gestimuleerd.
Het generieke instrumentarium (onder andere de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk
[WBSO]) wordt daarvoor ingezet. Vanuit het specifieke innovatie-instrumentarium komt
de PPS-innovatieregeling deels ten goede aan geavanceerde materialen via het Topconsortium
voor Kennis en Innovatie High Tech Systemen en Materialen (TKI HTSM). Het TKI HTSM
heeft een routekaart High Tech Materialen, en sinds 2024 ook een strategisch programma
High Tech Materialen. De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)
zet met verschillende calls in op geavanceerde materialen. Daarnaast heeft de Topsector
chemie een routekaart chemie geavanceerde materialen gepubliceerd8, waarin wordt duidelijk gemaakt dat de chemische sector een belangrijke rol speelt
in het innoveren en produceren van geavanceerde materialen9.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is over het algemeen positief over de mededeling Advanced Materials for Industrial Leadership. Het kabinet erkent de rol die geavanceerde materialen kunnen spelen in de digitale
en groene transities, en ziet de meerwaarde van een voortrekkersrol op het gebied
van geavanceerde materialen voor de economische veiligheid en weerbaarheid van Europa.
Het kabinet ondersteunt het bevorderen van een ecosysteem rondom geavanceerde materialen
en het stimuleren van private investeringen via het bevorderen van markttoepassingen
en valorisatie. Nederland heeft op onderdelen binnen het veld van de geavanceerde
materialen een belangrijke positie, en het is dan ook gunstig om middels dit plan
van de Commissie de Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen (en die uit andere
lidstaten) te stimuleren om meer te doen aan innovatie. Door in kaart te brengen wat
er in de lidstaten gebeurt in het veld, is het mogelijk om strategische keuzes en
afwegingen te maken als het gaat om het stimuleren van onderzoek en innovatie en het
streven naar complementariteit tussen de lidstaten. Ook de specifieke aandacht voor
het MKB is belangrijk, omdat testen en ontwerpen voor duurzaamheid en circulariteit
kostbaar en ingewikkeld kan zijn. Wel heeft het kabinet nog vragen over verschillende
onderdelen van de mededeling, zoals de verdere uitwerking van de zes dwarsdoorsnijdende
thema’s en de voorgestelde Technologieraad.
Het kabinet onderschrijft de keuze voor de vier strategische gebieden die als prioriteiten
voor onderzoek en innovatie worden aangemerkt. Zowel voor energie, mobiliteit, bouw
als elektronica kunnen geavanceerde materialen een belangrijke rol spelen bij het
aangaan van de maatschappelijke uitdagingen die samenhangen met die strategische gebieden.
Bovendien ziet het kabinet ontwikkelingen op de genoemde strategische gebieden als
belangrijke aanjagers van het (toekomstig) verdienvermogen van de EU en Nederland.
In de Nationale Technologiestrategie wordt op innovatievlak met name aansluiting gevonden
bij de strategische gebieden energie en elektronica. Daarom zullen in ieder geval
initiatieven op die gebieden door het kabinet goed ontvangen worden.
De mededeling kondigt ook een analyse aan om te beoordelen welke kritieke grondstoffen
van de Critical Raw Materials Act kunnen worden vervangen door geavanceerde materialen. Hierdoor mitigeert de EU de
risico’s van zijn afhankelijkheid van landen en bedrijven die deze kritieke grondstoffen
leveren. Dit is in lijn met de Nationale Grondstoffenstrategie en de circulariteitstrategie
«substitutie» uit het Nationaal Programma Circulaire Economie10, waarbij het vervangen van kritieke grondstoffen door algemeen beschikbare grondstoffen
nog nadere uitwerking nodig heeft. De aangekondigde analyse kan hiervoor worden ingezet.
Afsluitend ondersteunt het kabinet de mogelijkheid om, ingegeven door sociaaleconomische,
wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, wijzigingen aan te brengen in
de prioriteiten.
Het kabinet steunt de zes doorsnijdende thema’s die de Commissie voorstelt, zoals
digitalisering en safe and sustainable by design (SSBD). De Nederlandse aanpak op gebied van SSBD wordt onder andere geïllustreerd
in het rapport Safe and Sustainable by Design voor Batterijen11. Dit rapport kan als blauwdruk dienen voor verdere uitwerking van het SSBD-concept
voor andere onderwerpen die de Commissie prioriteert. Het kabinet zal dit dan ook
onder de aandacht brengen bij de Commissie en andere lidstaten.
Het voorgestelde partnership binnen Horizon Europe ter waarde van € 500 miljoen kan
rekenen op de steun van het kabinet. Het betreft een publiek-privaat partnerschap
tussen de Commissie en publieke en/of private partners, waarmee een langer lopende
gezamenlijke onderzoeksagenda kan worden gefinancierd. Die agenda kan als hefboom
werken voor private investeringen. Wat betreft de bijdrage van het Joint European Forum for IPCEI stelt het kabinet zich terughoudend op. Een onderzoek naar het nut en de noodzaak
van een IPCEI op geavanceerde materialen kan worden ondersteund, maar dit Commissievoorstel
moet niet automatisch aanleiding geven tot de start van een IPCEI. Bovendien wordt
een IPCEI opgezet op initiatief van de lidstaten, en kan de Commissie slechts een
suggestie doen. Een IPCEI op geavanceerde materialen zou in ieder geval niet de breedte
moeten hebben van het gehele veld van geavanceerde materialen, en zou zich vanuit
Nederlands perspectief met name moeten richten op de technologieën die geprioriteerd
worden in de Nationale Technologiestrategie.
Wat betreft overige financieringsinstrumenten steunt het kabinet de aanpak van de
Commissie. Ook de aandacht voor de ontwikkeling van vaardigheden kan op steun rekenen
van het kabinet. Goed technisch geschoold personeel op alle niveaus is van groot belang
voor de ontwikkeling van geavanceerde materialen. Aandacht voor vaardigheden ter bevordering
van de ontwikkeling van geavanceerde materialen kan dus positieve impact hebben op
de ontwikkelingen in dit veld in Nederland, mits deze aansluit bij de bestaande onderwijs-
en opleidingsstelsels van de lidstaten. Daarbij zal het kabinet de Commissie erop
wijzen dat de voorgestelde academie voor geavanceerde materialen afgestemd dient te
worden op de verschillende andere academies die de Commissie heeft aangekondigd.
Het kabinet pleit al een geruime tijd voor een meer gecoördineerde aanpak op EU-niveau
wat betreft de ontwikkeling van technologiebeleid. Het kabinet pleit voor een betere
prioritering van technologieën die vervolgens extra aandacht en middelen krijgen.
Het kabinet acht het mandaat van de voorgestelde Technologieraad onvoldoende duidelijk
om de oprichting van een Technologieraad te kunnen steunen. Het kabinet zal om verduidelijking
vragen bij de Commissie wat betreft betrokkenheid en zeggenschap van lidstaten. De
Commissie bedeelt de Technologieraad enkele belangrijke taken toe – zoals advies over
het ecosysteem, het betrekken van sociale partners, contact met partnerschappen binnen
Horizon Europe, het bespreken van internationale partnerschappen en het monitoren
van de productie en het gebruik van geavanceerde materialen. Het kabinet heeft nog
vragen over hoe deze Technologieraad zich verhoudt tot bestaande gremia voor sectoren
en technologieën die een sterke link hebben met geavanceerde materialen zoals bijvoorbeeld
de «Critical Raw Materials Board» en de «European Semiconductor Board». De Nederlandse
Nationale Technologiestrategie is een voorbeeld van hoe het technologiebeleid op het
EU-niveau kan worden aangepakt.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De lidstaten hebben de mededeling in het algemeen positief ontvangen. Wel zijn zij
benieuwd naar de nadere uitwerking van de mededeling en hoe dit in samenwerking wordt
vormgegeven. Het standpunt van het Europees Parlement is nog niet bekend.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling identificeert een aantal
acties op EU-niveau (in samenwerking met de lidstaten en partnerlanden) om de geïdentificeerde
uitdagingen aan te pakken. Deze acties passen binnen de bevoegdheid van de EU op het
gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling neergelegd in artikel 4, derde lid,
en titel XIX VWEU. Dit is een parallelle bevoegdheid van de Unie en de lidstaten.
De uitoefening van die bevoegdheid door de EU belet de lidstaten niet om hun eigen
bevoegdheid uit te oefenen op dit terrein. Daarnaast passen deze acties binnen de
bevoegdheden van de Europese Unie op het gebied van de interne markt, vervoer en energie
neergelegd in artikel 4, tweede lid, onderdelen a, g en i, titel VI, artikel 114 en
artikel 194 VWEU. Deze bevoegdheden zijn gedeelde bevoegdheden tussen de Unie en de
lidstaten.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel om een dynamisch,
veilig en inclusief ecosysteem rondom geavanceerde materialen op te zetten in Europa
door de bestaande middelen en expertise tussen lidstaten te verbinden en het ontbreken
van programmering op het gebied van geavanceerde materialen op te pakken. Gezien schaal
en diepte van kennis die nodig is om de digitale en groene transitie te verwezenlijken
in alle lidstaten, kan dit onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of
lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is een EU-aanpak wel nodig. Door deze mededeling
wordt het gelijk speelveld op het terrein van geavanceerde materialen verbeterd. Om
die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel om een dynamisch,
veilig en inclusief ecosysteem rondom geavanceerde materialen op te zetten in Europa
door bestaande middelen en expertise tussen lidstaten te verbinden en het ontbreken
van programmering op het gebied van geavanceerde materialen op te pakken. Het voorgestelde
optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat er sprake is van versnippering
van organisaties en middelen in de EU. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet
verder dan noodzakelijk, omdat lidstaten voldoende ruimte behouden om zelf nadere
invulling te geven aan de maatregelen.
d) Financiële gevolgen
De mededeling zelf heeft geen directe financiële gevolgen. Zo valt het aangekondigde
Horizon Europe partnerschap binnen de bestaande kaders van Horizon Europe en daarmee
binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027.
Daarnaast passen de overige instrumenten die benoemd worden (het Innovation Fund, Invest EU en het Strategic Technologies for Europe Platform (STEP)) ook binnen het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de EU.
Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
(Eventuele) budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e)
departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Deze mededeling bevat geen voorstellen tot formele wetgeving en heeft derhalve geen
regeldrukgevolgen voor burgers of bedrijven. Indien de Commissie overgaat tot het
uitwerken van de voorgestelde maatregelen in formele wetgeving, is het uitgangspunt
dat deze zo lastenluw mogelijk wordt vormgegeven. Het kabinet zal er daarbij dan ook
op aandringen om een impact assessment te laten opstellen.
De maatregelen uit de mededeling kunnen de concurrentiekracht op het gebied van geavanceerde
materialen van de EU vergroten en daarmee de economische veiligheid en weerbaarheid
van de EU verhogen. De maatregelen zijn gericht op versnelde ontwikkeling en grootschalige
toepassing van geavanceerde materialen in belangrijke gebieden zoals energie en mobiliteit.
Inzet is om de achterstand op het gebied van geavanceerde materialen ten opzichte
van vooroplopende derde landen in te halen.
In de mededeling wordt ingezet op samenwerking met belangrijke spelers in derde landen
buiten de EU via het Global Gateway initiatief en partnerschapsovereenkomsten tussen
de EU en derde landen. Het Global Gateway initiatief heeft als doelstelling om wereldwijd
duurzame ontwikkeling te bespoedigen door te investeren in de ontwikkeling van groene
infrastructuur. Geavanceerde materialen zijn cruciaal om dergelijke doelstellingen
te bereiken en de Global Gateway biedt mogelijkheden om de inzet ervan op internationale
schaal te vergroten. Ook de dialoog en samenwerking met derde landen middels partnerschapsovereenkomsten
helpt bij het creëren van waardevolle partnerschappen met gelijkgezinde landen. Deze
overeenkomsten zijn gebaseerd op openheid en gelijke waarden. Doelstelling is om mede
via deze mededeling de EU weer een zichtbare speler te maken op het gebied van geavanceerde
materialen in het mondiale speelveld. Ook bereidt de EU zich hiermee voor op de groeiende
mondiale vraag naar geavanceerde materialen. Dit draagt bij aan de open strategische
autonomie van de EU.
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken