Brief regering : Reactie op verzoek om informatie voorafgaand aan het WGO jeugd 29-01-2024 over de invulling van de taakstelling 511 mln op jeugd
36 410 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024
Nr. 110
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2024
Tijdens de tweede termijn van de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport dd. 25 januari 2024 heeft Kamerlid Westerveld (GroenLinks-PvdA) mij
gevraagd om voorafgaand aan het Wetgevingsoverleg Jeugd dd. 29 januari 2024 uw Kamer
te informeren over de stand van zaken en mijn bevindingen betreffende de invulling
van de (aanvullende) taakstelling van € 511 mln op de jeugdzorg uit het coalitieakkoord
Rutte IV (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Meer specifiek vraagt Kamerlid Westerveld naar de maatregelen die onderzocht zijn
en naar de besparing die zij naar verwachting zouden kunnen opleveren. In deze brief
informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, over de stappen
die zijn genomen en de bevindingen aangaande deze opgave.
Na het sluiten van de Hervormingsagenda zijn wij verder gegaan met de opgave om maatregelen
in beeld te brengen voor de invulling van de aanvullende besparingsopgave van € 511
mln bovenop de besparing die met de Hervormingsagenda Jeugd wordt gerealiseerd (€ 1
mld). Het gaat in 2025 en in 2026 om € 500 mln en vanaf 2027 structureel € 511 mln.
Het gaat hierbij om maatregelen die aanvullend zijn op de Hervormingsagenda en waarvan
is afgesproken met de VNG dat deze voor rekening en risico van het Rijk komen. Dat
wil zeggen dat het Rijk aan zet is voor het vormgeven van de maatregelen of indien
de maatregelen tot een (gedeeltelijk) lagere besparing leiden dat de uitname uit het
gemeentefonds (gedeeltelijk) wordt teruggedraaid.1 Gegeven deze criteria is getracht alle mogelijk denkbare maatregelen die een besparing
op kunnen leveren in beeld te brengen vanuit de zijde van het Rijk.
Onderstaande tabel geeft de mogelijke maatregelen weer met bijbehorende verwachte
structurele besparingen, waarbij niet volledig valt uit te sluiten dat er enige sprake
is van overlap op andere terreinen (denk aan onderwijsbeleid).2
Mogelijke maatregelen
Structurele besparing1
Eigen bijdrage
0–511 mln (afhankelijk van vormgeving)
Ernstige dyslexiezorg niet meer vergoeden
70 mln
Niet meer vergoeden jeugdhulp 18+
60 mln
Afschaffen PGB en alleen zorg in natura vergoeden
60 mln
Bovenregionale expertisecentra afschaffen
26 mln
Stoppen subsidie schippersinternaten
16 mln
X Noot
1
Bedragen zijn niet gecorrigeerd voor interferentie-effecten met de Hervormingsagenda.
Dit betekent dat de besparingsopbrengst, na correctie voor overlap met de maatregelen
uit de Hervormingsagenda, lager zal zijn dan hier vermeld in deze tabel.
Invoering van een eigen bijdrage is noodzakelijk om de € 511 mln in te kunnen vullen.
Hier zijn verschillende varianten mogelijk om de besparing deels of geheel op deze
wijze in te vullen. Een voorbeeld: bij een inkomensafhankelijk eigen bijdrage die
gemaximeerd is op bijvoorbeeld € 1.500,– per huishouden per jaar zou dit een besparing
van circa € 270 mln kunnen opleveren.
In het coalitieakkoord staat dat voor de aanvullende maatregelen op het terrein van
jeugd naast de eigen bijdrage ook gedacht kan worden aan het normeren van de behandelduur.
Het normeren van de behandelduur komt niet in deze tabel voor omdat dit al onderdeel
is van de Hervormingsagenda. Hierin is afgesproken de meest effectieve behandelduur
mee te nemen in het kader van effectiviteit (kwaliteitskader en richtlijnen) en in
het kader van reikwijdte. Zodoende is dit geen maatregel die kan worden ingezet voor
de aanvullende besparing.
De besparingsopgave voor 2024 is reeds teruggedraaid. De besparing voor de jaren daarna
staat wel nog ingeboekt. Het is aan een nieuw kabinet om over de invulling van de
structurele 511 mln te besluiten of de besparing te schrappen door middel van het
vinden van alternatieve dekking. Indien er op korte termijn geen nieuw kabinet is
gevormd, zal het demissionaire kabinet zijn verantwoordelijkheid nemen om een passende
oplossing te zoeken voor de ingeboekte besparingen op korte termijn, mede in het licht
van de overheidsfinanciën.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
Indieners
-
Indiener
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport