Brief regering : Beleidsreacties onderzoek corruptierisico's op mainports
24 077 Drugbeleid
29 911
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 540
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2024
RAND Europe heeft, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum,
het onderzoeksrapport naar drugsgerelateerde ambtelijke en niet-ambtelijke corruptiedreigingen
op de luchthaven Schiphol en in de haven van Rotterdam opgesteld. Middels deze brief
bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport en de beleidsreactie aan.
Drugshandel is het grootste verdienmodel voor georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
Een groot deel van de drugs die verhandeld wordt, wordt via onze grote zee- en luchthavens
gesmokkeld. Om drugs succesvol door deze logistieke knooppunten te loodsen, is in
veel gevallen hulp van binnenuit nodig. Het aanpakken van corruptie is daarom een
belangrijk onderdeel van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
Naast een effectieve mix van maatregelen is er daarom ook doorlopend inzicht nodig
in waar de grootste dreigingen zitten en waar we onze aanpak nog verder dienen te
versterken. Om die reden en conform het verzoek van uw Kamer1 is onderzoek gedaan naar de corruptiedreigingen in de haven van Rotterdam en op luchthaven
Schiphol, met het oog op georganiseerde drugscriminaliteit. Met deze brief bied ik
uw Kamer dit onderzoek en mijn reactie hierop aan.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek «Drugsgerelateerde corruptie op Schiphol en in de Rotterdamse Haven»
is uitgevoerd door RAND Europe in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en
Datacentrum (WODC). De aanpak is gebaseerd op de National Risk Assessments (NRA),
zoals die zijn uitgevoerd voor witwassen en terrorismefinanciering. Hierbij wordt
veel gebruik gemaakt van inzichten van praktijkexperts. Door middel van onder meer
expertmeetings is inzicht verkregen in de belangrijkste corruptiedreigingen, de impact
van die dreigingen en de kracht van de maatregelen die getroffen zijn om te voorkomen
dat de dreigingen zich daadwerkelijk voordoen. Het is belangrijk om hierbij op te
merken dat het onderzoek zich dus niet heeft gericht op hoe vaak of waar corruptie
zich voor heeft gedaan; er worden geen uitspraken gedaan over prevalentie. De onderzoekers
hebben zowel de publieke als de private actoren die actief zijn op Schiphol en in
de Rotterdamse haven (hierna ook: mainports) betrokken en bekeken.
Uitkomsten
Het onderzoekt onderscheidt vijf vormen van corruptie: corruptie door financiële omkoping,
door chantage, door geweld, via sociale en/of romantische relaties en onder druk van
een subcultuur. Deze vormen van corruptie kunnen zich zowel bij publieke als bij private
organisaties voordoen en op verschillende momenten in het logistieke proces.
Het onderzoek bevestigt, in lijn met eerder onderzoek, dat corruptiedreigingen op
mainports vooral verbonden zijn aan financiële omkoping. Als corruptie plaatsvindt,
is de impact hiervan het grootst wanneer betrokken medewerkers werkzaam zijn in de handhavingsketen.
Met impact wordt bijvoorbeeld bedoeld dat de objectieve veiligheid door de corruptie
het meest afneemt, dat de rechtsorde het meest ondermijnd wordt of dat de reguliere
economie het meest wordt aangetast. Uit het onderzoek volgt echter ook dat er bij
publieke instanties al sprake is van veel beleid en maatregelen, gericht op het anticiperen,
voorkomen en tegengaan van corruptie. De weerbaarheid van deze instanties wordt daardoor relatief hoog ingeschat.
Voor sommige private schakels in het logistieke proces kwalificeren de geraadpleegde
experts ook corruptie onder druk van een subcultuur als een belangrijke dreiging.
Op Schiphol gaat het om de zwijgcode in de bagagekelders, in de Rotterdamse haven
gaat het om de wegkijkcultuur bij terminals. Dit heeft te maken met een combinatie
van factoren, zoals zware werkomstandigheden, een gedeelde sociaal-culturele achtergrond,
of dat werknemers in dienst zijn van een uitzendbureau en daarom minder binding voelen
met waar ze werken.
Afgezet tegen de weerbaarheid zit de grootste kwetsbaarheid op Schiphol volgens de
experts bij planners in sleutelposities en bij makelaars. Een makelaar is iemand die
via zijn of haar netwerk mensen in bepaalde sectoren kan positioneren. In Rotterdam
gaat het om de personen die werkzaam zijn in de logistieke verbindingen met het achterland.
De onderzoekers merken op dat voorzichtigheid geboden is bij het interpreteren van
de rangschikking van de dreigingen, omdat in het onderzoek alleen de belangrijkste
dreigingen kwantitatief zijn gescoord en deze scores ontlopen elkaar in veel gevallen
weinig. Prevalentie, impact en weerbaarheid zijn niet in harde cijfers weer te geven
en expert judgement heeft een subjectief element. Toch kunnen de uitkomsten belangrijke inbreng bieden
voor het bijsturen en aanscherpen van maatregelen. Ze vormen immers een weergave van
de professionele opinie van experts met verschillende achtergronden, die dagelijks
werken op de mainports.
Beleid
De inzet van de mensen die voor de (lucht)haven werken zorgt ervoor dat de logistieke
stromen goed kunnen lopen. Het belang van hun integriteit en weerbaarheid kon al niet
onderschat worden, en is met het verhogen van de barrières tegen drugssmokkel alleen
maar groter geworden. Criminelen hebben kennis of hulp van «binnenuit» nodig om drugs
ons land binnen te krijgen. Publieke en private partners spannen zich dus in om de
weerbaarheid van hun medewerkers tegen corruptie zo hoog mogelijk te laten zijn. Dit
met het oog op een veilige werkomgeving én om effectief te zijn in het tegengaan van
drugssmokkel.
Zowel op Schiphol als in de Rotterdamse haven is er een intensieve publiek-private
samenwerking, gefocust op de aanpak van georganiseerde drugssmokkel. Dit maakt onderdeel
uit van de overkoepelende (inter)nationale aanpak van drugssmokkel via mainports,
waarin ik sinds 2022 in een oplopende reeks jaarlijks ruim dertig miljoen euro extra
investeer.2 Met dit geld wordt een mix van maatregelen genomen, waarbij het tegengaan van corruptie
en het verder vergroten van de weerbaarheid van personen en organisaties een belangrijke
pijler is.
Het onderzoek gaat vrij uitgebreid in op de anti-corruptiemaatregelen die publiekelijk
bekend zijn. Landelijke organisaties zoals de Douane hebben bijvoorbeeld maatregelen
genomen zoals verbeterde screening en het verplicht stellen van een weerbaarheidstraining
voor alle medewerkers. De knooppunten besteden in hun aanpak ook aandacht aan het
tegengaan van corruptie. Ik wijs in dit verband op de websites www.rotterdamsehavenveiligehaven.nl en www.sterkeluchthaven.nl, die volledig gericht zijn op weerbaarheid van personeel. Ze zijn verbonden aan weerbaarheidsprojecten,
zoals de Rotterdamse trainingscontainer voor havenmedewerkers en de opleiding tot
ondermijningsexpert aan (publieke en private) pashouders op Schiphol. Bovendien worden
er ook maatregelen genomen waarover niet open wordt gecommuniceerd, om criminelen
niet onnodig van relevante kennis te voorzien. Daarnaast bespreken de betrokken (publieke
en private) partners of, en zo ja welke, extra maatregelen er nodig zijn naar aanleiding
van dit onderzoek en waar extra aandacht naar uit dient te gaan.
Weerbaarheid is ook een belangrijk onderwerp in de maatregelen die we op internationaal
niveau nemen. Zo is vanuit mijn ministerie het initiatief genomen tot samenwerking
met de World Shipping Council (WSC). Politie- en Douanediensten en ministeries vanuit
verschillende landen hebben vorige maand gesproken met een hoge afvaardiging van de
WSC, waarbij ze hebben uitgewisseld welke kwetsbaarheden in het logistieke proces
ze zien. Er is wederzijds commitment uitgesproken om deze kwetsbaarheden aan te pakken,
onder meer op het gebied van corruptie. De vijf belangrijkste rederijen die varen
tussen Zuid-Amerika en Rotterdam en Antwerpen hebben zich vorig jaar al verbonden
aan gezamenlijke inspanningen.3
Ook bij het treffen van andere maatregelen tegen drugssmokkel is het relevant steeds te beoordelen wat de gevolgen
zijn voor medewerkers. Sommige maatregelen kunnen medewerkers minder kwetsbaar maken.
Zo wordt per 31 maart a.s. in de Rotterdamse haven de Vertrouwensketen ingevoerd voor
schepen uit Latijns-Amerika, waarbij niet meer met containerpincodes wordt gewerkt,
maar met autorisaties binnen een gesloten systeem.4 Het (proberen te) corrumperen van medewerkers die voorheen op de hoogte waren van
de pincodes heeft dan geen zin meer, omdat een pincode geen waarde meer heeft. Andere
maatregelen kunnen effectief zijn in de aanpak, maar kunnen ook leiden tot een grotere
kwetsbaarheid van medewerkers. Een betere afsluiting van terreinen kan er bijvoorbeeld
toe leiden dat hulp van binnenuit nog belangrijker wordt. Het gesprek over verwachte
(neven)effecten en hoe ongewenste effecten tegen te gaan wordt doorlopend gevoerd
op lokaal en nationaal niveau. Dit rapport zal in deze gesprekken betrokken worden.
Tot slot
Het onderzoek naar drugsgerelateerde corruptie op Schiphol en in de Rotterdamse haven
geeft extra inzicht in corruptiedreigingen en weerbaarheid bij de verschillende actoren
die een rol spelen in het logistieke proces. Het helpt ons om in de aanpak bij te
sturen of nieuwe accenten te leggen. Die kansen laten we niet liggen. Ik dank de onderzoekers
dan ook voor hun uitgebreide rapport.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid