Brief regering : Vernietiging ongebruikte goederen
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 133
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2020
De vernietiging van bruikbare goederen en materialen past niet in een circulaire economie.
Mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken informeer ik u hierbij over
de maatregelen die ik neem om de vernietiging van ongebruikte goederen tegen te gaan.
Naar aanleiding van de motie van het lid Kröger (GroenLinks) heb ik onderzoek laten
doen naar de vernietiging van ongebruikt textiel.1
2 Dit onderzoek is als bijlage bij deze brief gevoegd3. Ook heb ik in samenwerking met Thuiswinkel.org (de branchevereniging voor webwinkels)
een expertgroep gehost4 die een Blue Paper heeft opgesteld met mogelijke interventies waarmee de waarde van
online retourgoederen kan worden behouden.5
Op basis van de hiervoor genoemde stukken constateer ik dat er weliswaar gewerkt wordt
aan het voorkomen van de vernietiging van bruikbare goederen, maar dat er nog sprake
is van een ongewenste situatie waarin producten onnodig de gebruiksfase overslaan
en worden vernietigd. Daarom zal ik langs een aantal lijnen actie ondernemen om de
vernietiging van ongebruikte goederen tegen te gaan. De Europese Commissie heeft een
verbod op vernietiging van ongebruikte goederen aangekondigd. In de tussentijd ga
ik het verder ontmoedigen door bewustwording, verkennen van beleidsopties met betrekking
tot verzending en retournering van online bestellingen, samenwerking met de textielsector
en het transitieteam consumptiegoederen, en het ontmoedigen van verbranding. Deze
maatregelen gelden in de meeste gevallen voor alle typen consumptiegoederen, enkele
zijn voor textiel specifiek. Eerst deel ik graag met u de uitkomsten van het onderzoek
van Rebel en de Blue Paper van de expertgroep. Daarna ga ik verder in op de maatregelen.
Wat gebeurt er met ongebruikt textiel?
Hoewel de reikwijdte van de motie breder is, heb ik mij met het onderzoek in eerste
instantie gericht op de textielsector, omdat dit een prioritaire sector is in het
circulaire beleid.6 Bovendien wordt textiel (voornamelijk kleding) in grote hoeveelheden geretourneerd7 en bestaan hierover, mede door media-aandacht voor de verbranding van onverkochte
luxeartikelen, zorgen in de samenleving.8
Kledingproductie en -consumptie laten al jaren een opwaartse trend zien. Modebedrijven
bieden steeds meer, sneller en goedkoper kleding aan waardoor de hoeveelheid kleding
en textiel die we in Nederland kopen blijft groeien.9 De groeiende productie en razendsnel veranderende trends resulteren in productieoverschotten
waarvoor retailers geen bestemming kunnen vinden.10
Een steeds groter aandeel van de kledingverkoop vindt online plaats. Het percentage
Nederlanders dat online kleding of sportartikelen bestelde, is verdrievoudigd tussen
2007 (19 procent) en 2017 (57 procent)11 en 46 procent van alle online kledingaankopen wordt geretourneerd.12
Aanbieders proberen zoveel mogelijk waarde te behouden: retouren komen terug op voorraad,
producten worden afgeprijsd of gaan in de outlet, worden doorverkocht in het buitenland
of aan opkopers, of worden gedoneerd aan een goed doel. Desondanks zijn er restanten
waar geen bestemming voor kan worden gevonden en vernietiging de enige optie is.
Figuur 1: kwantitatieve inschatting van de omgang met onverkochte voorraad1
1 Rebel Group, Ongebruikt Textiel, 2020
Vernietiging van nieuw en ongebruikt textiel komt in Nederland in beperkte mate voor.
Ingeschat wordt dat het gaat om 0,35 procent van het totale textiel dat jaarlijks
op de Nederlandse markt wordt gebracht. De ongebruikte goederen die uiteindelijk worden
vernietigd betreffen onverkochte voorraden, retourgoederen die niet meer als nieuw
kunnen worden doorverkocht en productiefouten. Het bedraagt in totaal zo’n 600.000
tot 1,2 miljoen stuks die worden verbrand, en 650.000 tot 1,3 miljoen stuks die worden
vervezeld (recyclen door het textiel in kleine stukken te scheuren, waarna het wordt
toegepast als bijvoorbeeld vulling van een boksbal; dit is doorgaans goedkoper dan
verbranding). In een circulaire economie heeft vervezelen de voorkeur boven verbranding,
maar bij ongebruikt textiel zijn beiden onwenselijk. Figuur 1 hierboven geeft de getallen
weer.
Wat gebeurt er met consumptiegoederen die retour worden gestuurd?
Door de coronacrisis groeit het aantal mensen dat online bestelt: in de eerste helft
van 2020 waren er 800.000 meer dan in dezelfde periode in 2019.13 E-commerce heeft voor een efficiëntieverbetering van het voorraadbeheer heeft gezorgd,
en zorgt tegelijkertijd voor hoge retourstromen. Nederlanders sturen ongeveer 12 procent
van alle online bestellingen terug (tegenover een Europees percentage van 10 procent).14
Expertgroep Return on Returns heeft retourstromen (alle productgroepen, niet enkel textiel en kleding) bij webwinkels
in kaart gebracht. Dit betreft slechts een inventarisatie onder de 11 retailers maar
schetst een herkenbaar beeld.15 De experts signaleren vergelijkbare problemen voor online verkoop in den brede als
het onderzoek van Rebel naar de textielsector beschrijft. Er is door de expertgroepsleden
vastgesteld dat ongeveer een kwart van alle geretourneerde producten niet meer als
nieuw kan worden verkocht. Naar schatting wordt ongeveer 4 procent van alle retouren
vernietigd.16 Er bestaan grote verschillen tussen productgroepen; textielproducten kunnen vaker
terug op voorraad, en hygiëneproducten zoals elektrische tandenborstels en kussens
minder. Dit betekent waardeverlies voor de webwinkel, en verspilling wanneer de producten
worden vernietigd. Vernietiging komt voor wanneer er defecten zijn, het verplicht
wordt door het merk, het goedkoper is, er onvoldoende vraag is naar het product of
doneren gecompliceerd is.
Maatregelen
Het vernietigen van ongebruikte consumptiegoederen, die daarmee de gebruiksfase overslaan,
past niet in de route naar een circulaire economie in 2050. Daarnaast zorgt de groeiende
e-commerce en meegroeiende hoeveelheid retouren voor extra vervoersbewegingen met
daarbij extra CO2-uitstoot en belasting van het wegennetwerk.
De expertgroep en Rebel hebben verschillende oplossingsrichtingen in kaart gebracht.
Deze oplossingsrichtingen zien zowel op het gedrag van de consument als het handelen
van de aanbieder. In beide gevallen zijn er verschillende interventies mogelijk, variërend
van communiceren en informeren tot het aanpassen van Europeesrechtelijke kaders. Ik
ben van mening dat bedrijven een eigen (deel)verantwoordelijkheid hebben om de nadelige
effecten van (online) verkoop van goederen aan te pakken, en dat er ook een rol is
voor de overheid; de expertgroep en het onderzoek van Rebel ondersteunen het belang
van beide actielijnen.
Het is bij het nemen van maatregelen cruciaal om goed inzicht te hebben in de effectiviteit
en eventuele ongewenste neveneffecten: het is bijvoorbeeld niet gewenst dat er een
ongelijk speelveld ontstaat tussen Nederlandse webwinkels en buitenlandse webwinkels
en/of dat consumenten naar buitenlandse webwinkels worden gedreven. Ook moet er rekening
gehouden worden met de juridische mogelijkheden binnen de Europeesrechtelijke kaders,
bijvoorbeeld op het terrein van consumentenbescherming en de interne markt. Ten slotte
acht ik het van belang om te bezien wanneer sectorspecifieke maatregelen passender
zijn dan generieke maatregelen en wil ik het draagvlak voor de verschillende oplossingsrichtingen
verder in kaart brengen door bijvoorbeeld consumentenorganisaties en experts uit de
wetenschap te betrekken.
Maatregelen: consumptiegoederen breed
Maatregelen in Europees verband
In het actieplan voor de circulaire economie dat de Europese Commissie op 11 maart
jongstleden presenteerde is een verbod op de vernietiging van onverkochte bruikbare
goederen aangekondigd.17 Zo’n verbod neemt de prikkel voor bedrijven om ongebruikte goederen te verbranden
weg en is dus zeer effectief om dit probleem aan te pakken. Ik acht een goed onderbouwd
Europees verbod wenselijk met het oog op een gelijk speelveld. Omdat de Europese Commissie
al een initiatief voor een verbod op vernietiging heeft aangekondigd, zal ik met het
oog op de impact en reikwijdte geen separate nationale wetgeving initiëren. In de
tussentijd zet ik in op andere acties om vernietiging van ongebruikte goederen tegen
te gaan en de waarde van retourproducten zo veel mogelijk te behouden.
Daarnaast presenteert de Europese Commissie op korte termijn haar Consumer Agenda. De verwachting is dat de Commissie hierin ook oplossingsrichtingen voorstelt voor
een weg naar meer duurzame consumptie. Ik kijk met interesse uit naar deze oplossingsrichtingen.
Vergroten bewustwording
Ik ben voornemens om over duurzaam bestellen en retourneren te communiceren in de
Iedereen doet wat-campagne. Ik wil consumenten aansporen om een weloverwogen bestelling te maken, te
kiezen voor bezorging wanneer ze thuis zijn of waar het opgehaald kan worden, en retouren
netjes en ongebruikt terug te sturen.
Webwinkels kiezen er steeds vaker voor om de klant te informeren over duurzame keuzes.
In 2019 is de nieuwe CO2-reductie tool «Bewust bezorgd» gelanceerd. Deze website is het resultaat van een samenwerking tussen het Ministerie van IenW,
de Topsector Logistiek en Thuiswinkel.org om de verduurzaming van e-commerce te bevorderen.
Met Bewust Bezorgd krijgen webwinkels inzicht in de CO2-impact van de pakketbezorging per afleveroptie, en welk effect CO2-reductiemaatregelen hebben. Met deze tool kunnen webwinkels hun klanten vervolgens
informeren over de impact van de keuze die zij maken voor de bezorging.
Onderzoek naar gedrag en gedragsinterventies
Samen met Thuiswinkel.org wordt onderzoek gedaan naar manieren waarop consumenten
bewust duurzaam handelen bij het online bestellen, om zo inzicht te krijgen in het
gedrag. Het gaat hier primair om de CO2-impact van de pakketbezorging. Ik verwacht de resultaten in het voorjaar van 2021
en zal aan de hand daarvan bezien welke verdere stappen ik onderneem.
Verzenden en retourneren
Webwinkels maken kosten voor verzending en retournering18, maar kiezen er desondanks vaak toch voor om gratis verzending en/of retournering
aan te bieden. Dit heeft als bijeffect dat klanten geneigd zijn meer te bestellen
en ook meer te retourneren, bijvoorbeeld omdat ze meerdere maten en/of kleuren bestellen.19 Het bestelgemak van de consument is hierdoor fors toegenomen, maar ook de retouren
en de milieudruk als gevolg daarvan.20 Deze problematiek verschilt overigens sterk per productsector, waardoor het lastig
is om algemene maatregelen te nemen. Ik ga samen met de staatsecretaris van EZK beleidsopties
verkennen om de nadelige effecten van online koop- en verkoopgedrag te verminderen,
en daarbij onder andere kijken naar retourzendingen. Voor de zomer van 2021 zal ik
uw Kamer verder informeren over deze verkenning en welke acties op basis daarvan genomen
kunnen worden.
Transitieteam Consumptiegoederen
Voor de transitie naar een circulaire economie wil ik de trend die we inzetten ten
aanzien van herwaardering van tweedehands, reparatie, upcycling en optimaal hergebruik
van consumptiegoederen, ook vertalen naar het herbestemmen van ongebruikte voorraden
en retourgoederen. Ik zal het transitieteam Consumptiegoederen vragen te bezien hoe
de offline en online tweedehandsmarkt elkaar hierin kunnen versterken en welke rol
digitalisering en retourlogistiek hierin kunnen spelen.
Maatregelen: textiel specifiek
Samenwerken met de textielsector
Zoals aangekondigd in het beleidsprogramma circulair textiel ben ik in overleg met
de sector om gezamenlijk toe te werken naar een circulaire textielketen. In het gepubliceerde
onderzoek en de aanbevelingen van de expertgroep staan een aantal acties die de sector
zelf kan nemen. Denk aan het inzetten van virtuele paskamers, zodat de consument beter
kan zien hoe het artikel eruit zal zien. Ik zal de uitkomsten van het onderzoek en
de expertgroep ook met de brancheorganisaties voor textiel bespreken.
Verbranding verder ontmoedigen
Ik wil in Nederland zoveel mogelijk stappen zetten om de vernietiging die hier plaatsvindt
tegen te gaan. Er is een dalende trend te zien in de hoeveelheid ongebruikt textiel
die wordt verbrand in Nederland21 en ik wil verbranding verder ontmoedigen zodat deze trend doorzet.
Op dit moment is in het Landelijk Afvalbeheerplan 3 (LAP3) recyclen de minimumstandaard
voor textiel, maar het is soms onduidelijk wat er wel en niet gerecycled mag worden.
Denk aan in beslag genomen namaakgoederen, maar ook aan het vochtig worden van kleding.
Ik wil de bedrijven die nog wel voor verbranding kiezen verder ontmoedigen en ik ga
onderzoeken of ik de gronden waarop textiel geschikt is voor recycling beter kan vastleggen.
Ook wil ik onderzoeken op welke wijze gestimuleerd kan worden dat ongebruikt textiel
zo hoogwaardig mogelijk wordt verwerkt, en niet direct wordt vernietigd. Ik wil daarbij
onderzoeken hoe de aangekondigde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor
textiel een rol kan spelen om vernietiging tegen te gaan.22 Een onderzoek naar de prikkels en tarieven voor de UPV is zojuist gestart.
Tot slot
Het is belangrijk dat (online) winkelen gemakkelijk en betaalbaar blijft, en dat het
milieu er niet onder lijdt. Met deze stappen streef ik naar een meer duurzame (online)
consumptie waar de waarde van onverkochte goederen behouden blijft.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-Van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat