Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en 29 november 2023 (Kamerstuk 28676-446)
28 676 NAVO
Nr. 447
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 29 november 2023
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de geannoteerde agenda voor
de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en 29 november 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 446), de geannoteerde agenda voor de OVSE Ministeriële Raad van 30 november en 1 december
2023 (Kamerstuk 36 410 V, nr. 17), het verslag van de NAVO-top in Vilnius van 11 en 12 juli 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 440), en het verslag Ministeriële Raad OVSE van 1 en 2 december 2022 (Kamerstuk 36 200 V, nr. 66).
De vragen en opmerkingen zijn op 20 november 2023 aan de Minister van Buitenlandse
Zaken voorgelegd. Bij brief van 28 november 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, R. Heerema
De adjunct-griffier van de commissie, Blom
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de aankondiging
van de NAVO Ministeriële Bijeenkomst van 28 en 29 november 2023 en de OVSE Ministeriële
Raad van 30 november en 1 december 2023. Zij hebben hierover de volgende vragen en
opmerkingen.
NAVO
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de aankomende top van de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO). Welke invloed heeft de nieuwe NAVO-strategie voor collectieve
zelfverdediging voor de gevraagde inzet van Nederland, nu en in de toekomst?
1. Antwoord van het kabinet
Samen met de andere bondgenoten verwelkomde Nederland tijdens de NAVO-top in Vilnius
op 11 en 12 juli 2023 de voorliggende plannen op basis van het actuele Strategisch
Concept van de NAVO, inclusief de bijbehorende behoefte aan eenheden en tijdslijnen.
Het is duidelijk dat de NAVO van alle bondgenoten een grotere inspanning zal vragen
dan voorheen. Hierbij constateerde de NAVO dat voor veel bondgenoten, inclusief Nederland,
geldt dat zij van ver komen om hun krijgsmachten weer op te bouwen na jarenlange krimp
en bezuinigingen. Het is aan de landen om hier nu en in de toekomst op een geloofwaardige
manier invulling aan te geven. Nederland is mede daarom voorstander van een gefaseerde
implementatie van de versterking van de NAVO-posture zodat bondgenoten het benodigde
voorzettingsvermogen langjarig kunnen garanderen. Net als andere bondgenoten is Nederland
daar voortdurend met de NAVO over in gesprek. Voor een realistische en geloofwaardige
invulling van de plannen is het bovendien cruciaal dat landen voldoen aan de afspraak
om minimaal 2% van het bbp aan defensie te besteden.
Ook vragen deze leden op welke onderdelen van de NAVO-taken Europese landen een grotere
verantwoordelijkheid kunnen nemen (in plaats van in grote mate afhankelijk te blijven
van de Verenigde Staten). Kan het kabinet dit in meer detail toelichten en hierbij
ook de Nederlandse inzet betrekken?
2. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is van mening dat de Europese landen in de NAVO meer verantwoordelijkheid
moeten nemen voor de afschrikking en verdediging van het Europese continent en voor
het ondersteunen en stimuleren van een adequate Europese defensie-industrie. Het kabinet
beschouwt een versterkte NAVO-EU samenwerking als essentieel voor de veiligheid in
het Euro-Atlantisch gebied en pleit voor nauwe samenwerking en coördinatie tussen
de EU en de NAVO om de taakverdeling af te stemmen en onnodige duplicatie van initiatieven
te voorkomen. Omdat de invulling van de nieuwe regionale verdedigingsplannen van de
NAVO nog onderwerp is van gesprek, kan op dit moment nog niet in detail worden ingegaan
op de precieze verdeling van verantwoordelijkheden tussen individuele bondgenoten.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat op de vorige NAVO-top afspraken zijn
gemaakt tussen bondgenoten om structureel minimaal twee procent van het bruto binnenlands
product (bbp) aan defensie te besteden. Hoe is het kabinet voornemens om andere landen
aan te sporen zich ook aan deze norm te houden en landen erop aan te spreken die zich
hier structureel niet aan houden en geen stijgend pad hebben richting minimaal 2%?
3. Antwoord van het kabinet
Alle NAVO-bondgenoten hebben zich tijdens de NAVO-top in Vilnius op 11 en 12 juli
2023 gecommitteerd aan de nieuwe Defence Investment Pledge om minimaal 2% van het bbp aan defensie te besteden. Tijdens de Foreign Ministers
Meeting (FMM) zal Nederland het belang van het naleven van deze norm benadrukken als
randvoorwaarde voor een geloofwaardige afschrikking en verdediging van het bondgenootschap.
Nederland zal tevens wijzen op het belang van deze betrouwbare en voorspelbare financieringsstroom
voor de defensie industrie om de productiecapaciteit op te schalen.
De leden van de VVD-fractie stellen dat Oekraïne onverminderd onze militaire steun
nodig heeft. Hoewel het besef groeit binnen de NAVO-lidstaten dat meer investeringen
in defensie noodzakelijk zijn, worden er nog onvoldoende garanties gegeven aan de
industrie om de productiecapaciteit op korte termijn fors te verhogen. Wat is de Nederlandse
inzet op het bewerkstelligen van garanties aan de industrie tijdens de aankomende
NAVO-top?
4. Antwoord van het kabinet
Het kabinet blijft zich inzetten voor het versnellen van de wapen- en munitieproductie
ten behoeve van Oekraïne. Om de productiecapaciteit van de defensie industrie structureel
op te kunnen schalen is het allereerst van belang dat er sprake is van een voorspelbare
en gestructureerde vraag vanuit NAVO-bondgenoten en EU-lidstaten. In Europees verband
worden hier al belangrijke stappen gezet. Zo heeft het kabinet voor 130 mln aan artilleriemunitie
voor Oekraïne besteld via het Europees Defensie Agentschap en voor nog eens 130 mln
via een Duits geleid project om gezamenlijk artilleriemunitie aan te schaffen. Dit
voorbeeld van het gezamenlijk plaatsen van bestellingen bij de defensie-industrie
door Europese landen is een belangrijke aanjager geweest om de productiecapaciteit
van de Europese defensie-industrie op te schalen. Tegelijkertijd onderneemt de NAVO
vergelijkbare initiatieven. Zo kwamen bondgenoten in Vilnius het Defense Production Action Plan (DPAP) overeen, dat onder andere toeziet op nauwere samenwerking tussen de NAVO en de defensie
industrie, het bundelen van de individuele vraag van bondgenoten en het wegnemen van
belemmeringen om de productie op te schalen. De NATO Support and Procurement Agency (NSPA) vervult hierin reeds een belangrijke rol. Het kabinet acht het van belang dat de inspanningen
die de EU en de NAVO in dit verband afzonderlijk van elkaar ondernemen, elkaar blijven
aanvullen en ondersteunen. Zo is de Act in Support of Ammunition Production (ASAP) een belangrijk EU-instrument om de Europese defensie-industrie te ondersteunen bij
het opschalen van de productiecapaciteit.
Op welke andere manieren wil het kabinet zich inzetten om de wapen- en munitieproductie
voor Oekraïne te vergroten?
5. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 4.
Tot slot is het positief dat Nederland als eerste niet-G7 land is gestart met consultaties
met Oekraïne over bilaterale veiligheidsgaranties. Welke concrete vervolgstappen hoopt
Nederland hierin te zetten tijdens en rondom de aankomende NAVO-top?
6. Antwoord van het kabinet
De gesprekken over de invulling van het bilaterale veiligheidsarrangement tussen Nederland
en Oekraïne zullen de komende periode worden voortgezet. Er zijn geen concrete stappen
voorzien tijdens de aankomende NAVO Ministeriële. Deze bijeenkomst biedt wel een goede
gelegenheid om de Nederlandse inzet met partners te bespreken en samenhang te versterken.
Nederland zet in op afronding van de veiligheidsarrangementen voor de volgende NAVO
Top in Washington DC.
De leden van de VVD-fractie kijken met ongeduld naar de vorderingen van Zweden om
NAVO-lid te worden. Op 16 november zou eindelijk de stemming zijn in het Turkse parlement
over het Zweedse NAVO-lidmaatschap. Echter, deze stemming werd op 16 november voor
onbepaalde tijd uitgesteld. Wat is de analyse van het kabinet waarom Turkije nu het
lidmaatschap van Zweden wederom vertraagt?
7. Antwoord van het kabinet
Nadat President Erdogan het getekende ratificatieprotocol t.b.v. de toetreding van
Zweden tot de NAVO op 23 oktober aan het Turkse parlement voorlegde, heeft de Turkse
parlementaire buitenlandcommissie op 16 november over de toetreding van Zweden tot
de NAVO gesproken. Het kabinet heeft vernomen dat de commissie verdere besprekingen
nodig acht voordat tot stemming kan worden overgegaan. Het kabinet en het overgrote
merendeel van de NAVO-bondgenoten zijn van mening dat Zweden aan alle voorwaarden
heeft voldaan om tot het bondgenootschap te kunnen toetreden en hadden de sterke ambitie
Zweden bij de FMM als 32e bondgenoot te kunnen verwelkomen. Op het moment van schrijven lijkt deze ambitie
niet meer haalbaar. Het kabinet gaat er desalniettemin van uit dat de parlementaire
buitenlandcommissie op korte termijn tot stemming kan overgaan, waarna de nationale
ratificatieprocedure in Turkije spoedig na de FMM afgerond kan worden.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de goedkeuring door Hongarije?
8. Antwoord van het kabinet
In Hongarije ligt ratificatie voor aan het Hongaarse parlement. Er is nog geen concrete
datum vastgesteld voor een stemming. De Hongaarse regering heeft altijd gesteld dat
Hongarije niet de laatste zal zijn om te ratificeren.
Wat is de inzet van het kabinet richting Turkije en Hongarije om de toetreding van
Zweden te bevorderen?
9. Antwoord van het kabinet
Het standpunt van het kabinet hierin is glashelder: Zweden voldoet aan de voorwaarden
om toe te treden tot de NAVO. Dit standpunt wordt herhaaldelijk overgebracht bij de
Turkse en Hongaarse autoriteiten op verschillende niveaus.
De leden van de VVD-fractie delen de opvatting dat het tegengaan van hybride dreigingen
een prangende uitdaging is, in het bijzonder ten aanzien van China. Wat is de positie
van het kabinet ten aanzien van de vraag in hoeverre een hybride aanval ook valt onder
artikel 5 van het NAVO-verdrag?
10. Antwoord van het kabinet
Op de Vilnius top van 11 juli jl. hebben bondgenoten in een gezamenlijk communiqué
herbevestigd dat hybride operaties tegen bondgenoten het niveau van een gewapende
aanval kunnen bereiken waardoor Artikel 5 van toepassing is. Het kabinet onderschrijft
dit communiqué.
Kan het kabinet in meer detail toelichten wat de inzet van de NAVO is om de weerbaarheid
van individuele bondgenoten ten aanzien van hybride dreigingen te versterken?
11. Antwoord van het kabinet
De weerbaarheid van individuele NAVO-bondgenoten is van belang voor de afschrikking
en defensie van het bondgenootschap. Weerbaarheid is een nationale verantwoordelijkheid.
De bondgenoten gingen tijdens de top in Vilnius akkoord met het ontwikkelen van nationale
plannen op basis van de resilience objectives. Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de eerder door de NAVO benoemde basisvereisten
voor civiele paraatheid en kunnen door bondgenoten gebruikt worden ter aanscherping
van nationale weerbaarheidsplannen. Als zodanig kunnen de bondgenoten deze doelstellingen
gebruiken om strategische kwetsbaarheden en afhankelijkheden te identificeren en te
mitigeren. De NAVO zal vanaf 2026 de voortgang van bondgenoten op de resilience objectives meenemen in het NAVO-defensieplanningsproces.
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet om de dialoog en samenwerking tussen
de NAVO en de vier Asia-Pacific landen te intensiveren en te verdiepen. Kan het kabinet
toelichten naar welk doel het streeft? Met andere woorden, welke vormen en intensiteit
van samenwerking zou het kabinet bewerkstelligd willen zien?
12. Antwoord van het kabinet
NAVO-bondgenoten en partners Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea (de «AP4»)
delen belangen en uitdagingen. Zij hechten net als de NAVO aan de internationale rechtsorde
en zijn gebaat bij vrede en veiligheid in de Indo-Pacific. China manifesteert zich
steeds nadrukkelijker op het wereldtoneel. Tegelijkertijd is een toenadering waarneembaar
tussen Rusland, China en Noord-Korea. Dergelijke ontwikkelingen plaatsen het bondgenootschap
voor uitdagingen waaraan we het hoofd moeten bieden. Landen in de Indo-Pacific zijn
langer dan de NAVO-bondgenoten blootgesteld aan die uitdagingen. De intensieve samenwerking
die het kabinet nastreeft is gericht op het delen van informatie en inlichtingen over
de aard van deze uitdagingen alsook versterkte afstemming en coördinatie over de wijze
waarop deze het hoofd te bieden. De samenwerking komt via meerdere initiatieven tot
uiting, bijvoorbeeld door regelmatige deelname van de AP4 aan NAVO-bijeenkomsten,
toppen en gezamenlijke briefings.
Wat is de opvatting van het kabinet ten aanzien van het openen van een NAVO-kantoor
of andere type faciliteiten in de vier Asia-Pacific landen?
13. Antwoord van het kabinet
NAVO heeft op dit moment geen eigen kantoor of staflid in de vier Asia-Pacific landen.
Het kabinet zou het openen van een NATO liaison office of andersoortige civiele NAVO-vertegenwoordiging in Japan of, indien daartoe uitgenodigd, een van de andere AP4-partners
verwelkomen als vehikel om de nauwere samenwerking die nagestreefd wordt vorm te geven.
De wensen van het gastland zijn hierbij leidend.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de NAVO en haar bondgenoten in contact staan
met de partnerlanden van de Istanbul Cooperation Initiative en de Mediterranean Dialogue en dat dit eraan kan bijdragen regionale escalatie te voorkomen. Kan het kabinet
nader toelichten hoe de NAVO bijdraagt en kan bijdragen aan het voorkomen van regionale
escalatie?
14. Antwoord van het kabinet
Het voorkomen van regionale escalatie van het conflict is essentieel en heeft de volle
aandacht van het kabinet. Met dat doel staat de regering zowel bilateraal als in EU-verband
continu in contact met partners in en buiten de regio. De NAVO is één van de kanalen
die het kabinet daarvoor eveneens benut, aangezien ook de NAVO en haar bondgenoten
op regelmatige basis contact onderhouden met de landen in de regio. Het Istanbul Cooperation Initiative en de Mediterranean Dialogue zijn nuttige fora daarvoor.
Is het kabinet voornemens om Turkije aan te spreken op haar kwalijke standpunten en
uitingen ten aanzien van Hamas en Israël?
15. Antwoord van het kabinet
Zoals uw Kamer is geïnformeerd per brief op 11 oktober jl. heeft Nederland de aanval
van Hamas ten sterkste veroordeeld.1 Nederland, de EU en de Verenigde Staten beschouwen Hamas als een terroristische organisatie.
De Turkse president heeft een andere afweging gemaakt en beschouwt Hamas als een legitieme
gesprekspartner.
Vanwege de duurzame bilaterale relatie die bestaat tussen Turkije en Nederland vinden
met enige regelmaat gesprekken plaats tussen de Turkse en Nederlands autoriteiten.
Deze gesprekken betreffen de bilaterale relatie in breedste zin, waaronder t.a.v.
gespreksonderwerpen waar Nederland en Turkije van standpunt verschillen. Sinds de
terroristische aanval van Hamas op 7 oktober hebben de Nederlandse en Turkse autoriteiten
regelmatig contact met elkaar over de situatie in Israël en de Palestijnse Gebieden.
Tot slot, wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de veiligheidssituatie in Irak
en de gevolgen hiervan voor de Nederlandse inzet in Irak?
16. Antwoord van het kabinet
Uw Kamer is 21 november jl. door de Minister van Defensie geïnformeerd2 over de veiligheidssituatie in Irak en de gevolgen hiervan voor de Nederlandse inzet
ter plaatse.
OVSE
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de aankomende raad van de Organisatie
voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Zij vragen wat de prioriteiten zijn
van de OVSE tijdens de aankomende raad. Kan het kabinet toelichten wat de inzet van
de OVSE is op dit moment en wat de prioriteiten zijn?
17. Antwoord van het kabinet
De Ministeriële Raad wordt georganiseerd door de politieke voorzitter van de organisatie.
Dit jaar is Noord-Macedonië de voorzitter. Het Noord-Macedonisch voorzitterschap heeft
als prioriteiten voor deze Ministeriële Raad: de Russische agressie tegen Oekraïne,
de toekomst van de OVSE en het versterken van de alomvattende agenda van veiligheid
van de OVSE.
Het kabinet heeft een aantal prioriteiten binnen de OVSE. Het kabinet zet in op het
behouden van de OVSE als platform van dialoog over veiligheid in de OVSE-regio. Ook
zet het kabinet in op het voorkomen, beheersen en vreedzaam oplossen van regionale
conflicten, door het doen van verklaringen in de Permanente Raad en het ondersteunen
van het werk van de OVSE veldkantoren en OVSE instellingen. Bijvoorbeeld door stille
diplomatie vanuit het kantoor van de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden,
gezeteld in Den Haag. Nederland steunt met een bijdrage van 1 mln. EUR ook extra-budgettair
het Support Programme
Ukraine, de opvolger van de Project Coordinator in Ukraine en de Special Monitoring Mission (SMM), om Oekraïne te ondersteunen op o.a. het gebied van ontmijning en tegengaan
van straffeloosheid.
De tweede prioriteit is bescherming van mensenrechten. Nederland steunt projecten
van de Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR), de Representative on Freedom of the Media (RFoM) en OVSE-veldkantoren. Nederland is ook initiatiefnemer van het inzetten van
het Moskou-mechanisme waarmee de OVSE onderzoek kan doen naar mensenrechtenschendingen
in een OVSE-deelnemende Staat.
De derde prioriteit is wapenbeheersing: hoewel het onder druk staat, wordt dit onderwerp
nog elke week in Wenen besproken, en vinden nog steeds observatievluchten plaats onder
het Open Skies-verdrag.
De vierde prioriteit is cyber. Nederland is dit jaar de voorzitter van de informele
werkgroep (IWG) op het gebied van cyber, waar gewerkt wordt aan vertrouwenwekkende
maatregelen tussen landen. Binnen de IWG vinden ondanks de geopolitieke spanningen
nog steeds constructieve discussies plaats.
Ook zijn deze leden benieuwd naar de gang van zaken met betrekking tot Rusland die
veto’s inzet om de OVSE-doelstellingen te hinderen. Kan het kabinet toelichten op
welke manier zij probeert om de destructieve rol van Rusland binnen de OVSE te mitigeren?
18. Antwoord van het kabinet
De Russische Federatie frustreert inderdaad belangrijke institutionele beslissingen,
zoals het OVSE-Voorzitterschap, de budgetten voor 2022 en 2023, en de invulling van
de vier topfuncties. De inzet van het kabinet is tweeledig. Enerzijds probeert het
kabinet waar mogelijk toch consensus te vinden, en hier ook andere deelnemende Staten
op aan te spreken, bijvoorbeeld tijdens de Versterkte Permanente Raad afgelopen september.
Anderzijds is het ook zaak dat de Russische Federatie niet de mogelijkheid krijgt
om via een veto de inspanningen van de OVSE in te perken, bijvoorbeeld op Oekraïne.
Daarom zet het kabinet samen met een grote groep gelijkgezinde landen ook in op extra-budgettaire
oplossingen. Voorbeelden zijn het Support Programme in Ukraine en belangrijke bijeenkomsten zoals de jaarlijkse OVSE mensenrechtenconferentie
in Warschau, die ondanks een Russisch veto toch gewoon plaatsvinden.
De leden van de VVD-fractie steunen het initiatief van Nederland om een agressietribunaal
op te zetten in Den Haag. Zijn er reeds concrete plannen om het agressietribunaal
daadwerkelijk op te zetten? Zou het kabinet dit kunnen toelichten?
19. Antwoord van het kabinet
Er is consensus onder een geografisch gespreide groep van ruim dertig landen (waaronder
naast Oekraïne ook landen van de EU en de G7) dat er een speciaal tribunaal moet komen
voor het misdrijf agressie, gepleegd door Rusland jegens Oekraïne. Er is regelmatig
overleg over de modaliteiten van een dergelijk tribunaal en hoewel de discussie gestaag
vordert is het nog te vroeg om te zeggen welke vorm het tribunaal gaat krijgen en
wanneer het daadwerkelijk zal worden opgericht. Het betreft hier immers complexe materie
waarbij gevoelige kwesties spelen, zoals de immuniteit van gezagsdragers onder internationaal
recht. Nederland speelt een aanjagende rol in de discussies.
Het Nederlandse aanbod gastland van het tribunaal te zijn staat overigens los van
de uiteindelijke vorm ervan. Wel moet er, voor vestiging in Den Haag, aan drie voorwaarden
worden voldaan: (1) brede internationale politieke en financiële steun, (2) geen afbreuk
aan de relatie met en de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof, en (3) voldoende
capaciteit voor NL als gastland, waaronder financiële dekking om zo’n tribunaal te
huisvesten in NL.
Kan het kabinet ook toelichten wat de termijn is, waarop het mogelijk zou zijn om
dit tribunaal op te zetten?
20. Antwoord van het kabinet
Zie beantwoording op vraag 19.
De leden van de VVD-fractie kijken met zorgen naar de grote uitvlucht van Armenen
uit Nagorno-Karabach, waarbij slechts enkele mensen zijn achtergebleven in Nagorno-Karabach.
De gevluchte Armenen zitten nu onder slechte omstandigheden in Armenië, waarbij terugkeer
op dit moment nog niet mogelijk lijkt. Wat gaat de Nederlandse inzet zijn tijdens
de OVSE-raad?
21. Antwoord van het kabinet
Nederland roept tijdens de OVSE Ministeriële Raad op tot bescherming van de rechten
van de Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach en het blijven steunen van hun recht
op terugkeer, bescherming van cultureel erfgoed en hun eigendomsrechten. Daarnaast
roept Nederland beide landen op om deel te nemen aan het EU-vredesproces.
Is het doel van Nederland en in de internationale gemeenschap om terugkeer van de
gevluchte Armenen naar Nagorno-Karabach mogelijk te maken?
22. Antwoord van het kabinet
Het Internationaal Gerechtshof (IGH) heeft zich recent uitgesproken dat Azerbeidzjan
zorg moet dragen dat alle personen die Nagorno-Karabach na 19 september 2023 hebben
verlaten en willen terugkeren, dat veilig, snel en ongehinderd kunnen doen. In lijn
met deze uitspraak blijft het kabinet zich in EU-verband uitspreken voor hun recht
op terugkeer en het belang om hiertoe de nodige waarborgen te creëren.
Wat voor rol denkt het kabinet dat de OVSE hierin kan spelen?
23. Antwoord van het kabinet
Het secretariaat van de secretaris-generaal van de OVSE volgt de situatie nauwlettend.
De OVSE wordt ingezet om boodschappen over te brengen aan Armenië en Azerbeidzjan.
De OVSE was het eerste platform waar de EU-27 een verklaring uitsprak tegen de militaire
escalatie van Azerbeidzjan. De Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden, kan
als onafhankelijke instelling van de OVSE gesprekken voeren met Armenië en Azerbeidzjan,
om tot een oplossing te komen om de rechten van de Armeense minderheden in Azerbeidzjan
te beschermen.
Ook stelt Azerbeidzjan dat zij liever kijkt naar een regionale oplossing zonder bemiddeling
van de Europese Unie (EU), maar met een rol voor bijvoorbeeld Rusland. Hoe wil Nederland
zich tijdens de OVSE-raad inzetten om EU-bemiddeling in het conflict te stimuleren?
24. Antwoord van het kabinet
Nederland roept in de nationale verklaring in de OVSE Ministeriële Raad beide landen
op tot deelname aan het EU-geleide vredesproces. Nederland zal ook steun uitspreken
voor het recht op terugkeer voor de Armeense inwoners van Nagorno-Karabach. Daarnaast
zal Nederland deze boodschap waar relevant ook bilateraal en in EU-verband overbrengen.
Ook zijn deze leden benieuwd of de OVSE bereid is in de toekomst nieuwe vredestroepen
in te zetten. Wat is hierop het standpunt en de inzet van het kabinet?
25. Antwoord van het kabinet
Het land waar een OVSE-monitoringsmissie plaats zou vinden, moet instemmen met de
missie. Azerbeidzjan heeft aangegeven dit niet te willen doen, waardoor de OVSE deze
rol niet kan spelen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de bijgevoegde geannoteerde agenda’s.
Hier hebben deze leden nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd over het initiatief om een «Democratic Resilience
Center» in het NAVO-hoofdkwartier op te richten. Alhoewel dit idee al vier jaar op
de plank ligt is er nog niet een tastbare progressie in te zien, aangezien Hongarije
dit nog niet ondertekend heeft. Is de Minister van plan om hier werk van te maken
met haar collega’s, zodat dit broodnodige initiatief er zo snel mogelijk komt?
26. Antwoord van het kabinet
Nederland heeft, samen met een groot aantal bondgenoten, herhaaldelijk opgeroepen
tot het opzetten van een Democratic Resilience Center. Het kabinet betreurt dat dit initiatief tot dusver niet tot wasdom is gekomen en
ondersteunt gaande pogingen gericht op het verbreden van de steunbasis binnen de NAVO.
Als Hongarije alsnog blijft dwarsliggen, welke maatregelen liggen er op tafel gezien
de noodzaak van een «Democratic Resilience Center»?
27. Antwoord van het kabinet
Gezien de besluitvorming op basis van consensus ziet het kabinet beperkt kansen om
dit initiatief te ontplooien zonder de steun van alle bondgenoten.
De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat het parlement van Turkije de behandeling
van toetreding van Zweden tot de NAVO heeft uitgesteld. Ook Hongarije heeft laten
weten dat Zweden nog meer moet doen om lid te kunnen worden van de NAVO. Het is voor
deze leden evident dat beide landen deze toetreding als een uitruilmiddel zien. Welke
maatregelen liggen er wederom op tafel als beide landen hiermee doorgaan en het proces
uitrekken?
28. Antwoord van het kabinet
Het is overduidelijk dat Zweden aan alle voorwaarden heeft voldaan om tot het bondgenootschap
te kunnen toetreden. Het kabinet gaat er derhalve van uit dat de nationale ratificatieprocedures
in Turkije en Hongarije spoedig afgerond worden. In zowel Turkije als Hongarije ligt
de ratificatie van de toetreding van Zweden tot de NAVO voor aan het parlement. Het
kabinet acht het onverstandig om vooruit te lopen op de uitkomst van deze parlementaire
procedures.
De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de ontwikkelingen rondom de financiële
steun van het Westen richting Oekraïne. President Biden heeft de afgelopen tijd moeite
om steunpakketten voor Oekraïne door het Amerikaanse Congres goedgekeurd te krijgen,
mede door de interne politieke situatie rond het aftreden van de voorzitter van het
Huis van Afgevaardigden. Ook zijn er uiteraard zorgen over de mogelijke consequenties
van de Amerikaanse verkiezingen volgend jaar november. Deze leden verwachten eveneens
dat mogelijk afnemende Amerikaanse steun zal gaan leiden tot een groter beroep op
Europese NAVO-lidstaten om de steun voort te zetten. Er zijn al stappen ondernomen
door diverse EU-lidstaten om die steun te verhogen met het oog op deze ontwikkelingen.
Zo heeft Duitsland zijn financiële steun verhoogd naar acht miljard euro, wat een
verdubbeling is. Gezien het feit dat het Nederlandse kabinet een steunpakket van twee
miljard euro heeft toegezegd, vragen de leden van de D66-fractie of dit niet verhoogd
kan worden in lijn met andere NAVO-lidstaten om ervoor te zorgen dat Oekraïne genoeg
steun heeft om Russische agressie het hoofd te bieden.
29. Antwoord van het kabinet
Het voortzetten van steun aan Oekraïne is een prioriteit van het kabinet. Het is in
het belang van de Nederlandse veiligheid, welvaart en waarden. Samen met internationale
partners doet Nederland er alles aan Oekraïne te steunen zich te verdedigen tegen
de aanhoudende Russische agressie. Met de op 17 november jl. aangekondigde steun aan
Oekraïne van ruim EUR 2 miljard3 kan Nederland voorlopig het huidige niveau van steun voortzetten en blijft zo een
van de belangrijkste partners voor Oekraïne. Toekomstige ophogingen van dit bedrag
zijn niet uitgesloten en hangen mede af van het verloop van de oorlog en internationale
ontwikkelingen. De aankondiging van de ruim EUR 2 miljard is een belangrijk signaal
aan Kyiv – én aan Moskou – dat het kabinet vastberaden is de steun aan Oekraïne voort
te zetten. Het kabinet blijft bondgenoten en partners dan ook bij elke gelegenheid
oproepen om het maximale te doen in hun steun voor Oekraïne.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd wat het standpunt van het kabinet is inzake
het voorstel van voormalig NAVO-chef Rasmussen met betrekking tot het laten toetreden
van Oekraïne tot de NAVO, maar dan zonder de gebieden die momenteel de jure onder controle van Kyiv vallen.
30. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is bekend met de uitspraken van de heer Rasmussen in het interview met
The Guardian. Op dit moment is geen uitgebreid plan van de heer Rasmussen bekend, het kabinet
kan er daarom geen oordeel over vormen.
Tot slot zijn de leden van de D66-fractie verheugd dat de NAVO-lidstaten bereid zijn
gebleken om het toetredingsproces van Oekraïne tot de NAVO te versnellen door het
afschaffen van het Membership Action Plan voor Oekraïne. Tegelijkertijd vragen deze
leden hoe dit zal uitstralen naar Georgië, dat jarenlang voldaan heeft aan alle voorwaarden
om het Membership Action Plan te ontvangen. Welke mogelijke (geopolitieke) consequenties
verwacht het kabinet in de komende periode voor de positie van Tbilisi?
31. Antwoord van het kabinet
Het is niet de verwachting dat de opstelling van de Georgische autoriteiten ten aanzien
van NAVO-lidmaatschap ingrijpend verandert door het afschaffen van het Membership Action Plan voor Oekraïne. Het voldoen aan de voorwaarden in het Membership Action Plan is geen garantie op NAVO-lidmaatschap. Toetreding tot de NAVO geschiedt wanneer alle
bondgenoten onderschrijven dat een land er klaar voor is en dat het ten goede komt
aan de veiligheid van het bondgenootschap. Het kabinet kijkt in het geval van Georgië
ook naar de politieke ontwikkelingen en hervormingen in het land, onder andere in
het kader van het EU-toetredingsproces. Op 8 november jl. publiceerde de Europese
Commissie het jaarlijkse uitbreidingspakket waar het met de aanbeveling kwam om het
kandidaat-lidmaatschap aan Georgië toe te kennen, met dien verstande dat Georgië een
aantal verdere stappen onderneemt. Dit tot teleurstelling van Rusland. Het kabinet
stuurt uw Kamer op korte termijn een appreciatie van het jaarlijkse EU-uitbreidingspakket.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben daarover
de volgende opmerkingen en vragen.
OVSE
De leden van de SP-fractie constateren dat de Tweede Kamer in februari 2022 een SP-motie
aannam over versterking van de OVSE (Kamerstuk 35 925 V, nr. 78). In november 2022 benoemden deze leden de noodzaak om de OVSE te vernieuwen en te
moderniseren (Kamerstuk 36 200-V, nr. 28). Wat is hiervan terechtgekomen?
32. Antwoord van het kabinet
Sinds februari 20224 staan Oekraïne en de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne bijna wekelijks op de
agenda van de Permanente Raad van de OVSE. Ook bij het Forum for Security Cooperation, het OVSE-overlegorgaan van de politiek-militaire dimensie, worden Oekraïne en de
Russische agressieoorlog tegen Oekraïne wekelijks besproken. Vanwege de voortdurende
agressie van Rusland tegen Oekraïne is van een zinvolle dialoog met de Russische Federatie
over een collectieve veiligheidsorde, gebaseerd op de akkoorden van Helsinki en Parijs
echter geen sprake. Tegelijkertijd wordt de OVSE door de overige landen nadrukkelijk
gebruikt om samenwerking en veiligheid binnen en tussen deze landen te versterken.
Nederland ondersteunt daartoe de OVSE instellingen en veldkantoren, draagt bij aan
discussies over actuele veiligheidsvraagstukken en ook hoe de OVSE zo goed mogelijk
te doen functioneren.
Het kabinet stelt zich constructief op voor het vinden van oplossingen binnen de OVSE.
In het verslag van de Ministeriële Raad 2022 is gedeeld dat het kabinet zich tijdens
deze Ministeriële Raad uitsprak voor alternatieve vormen van besluitvorming. Binnen
de OVSE is voor de optie «consensus -1» echter onvoldoende steun van de meerderheid
van de deelnemende Staten. De OVSE stelt zich creatief op voor het vinden van oplossingen.
Op dit moment wordt vanwege het gebrek aan consensus over het budget, gebruik gemaakt
van het laatst vastgestelde budget in 2021. Nederland is in gesprek met gelijkgezinde
landen hoe om te gaan met de tekorten die vanwege inflatie zijn ontstaan.
In de geannoteerde agenda is te lezen dat er een werklunch is belegd met als thema
de toekomst van de OVSE. Helaas valt niet te lezen hoe het kabinet deze discussie
ingaat. In het verslag zouden deze leden graag meer lezen over de strategische visie
van de OVSE op de Europese veiligheidsarchitectuur op middellange termijn. Wordt er
in OVSE-verband nagedacht over scenario’s met en zonder deelname van Rusland?
33. Antwoord van het kabinet
Voor verreweg de meeste OVSE-landen blijft de OVSE een zinvol platform van dialoog
over Europese veiligheid. Ook heeft de OVSE een instrumentarium van vertrouwenwekkende
maatregelen, instellingen en veldmissies die OVSE landen bijstaan. De inzet van het
kabinet is om de organisatie functionerende te houden, ondanks tegenwerking van de
Russische Federatie. Het kabinet heeft tijdens de Versterkte Permanente Raad op ministersniveau
26 september jl., alle deelnemende Staten opgeroepen tot bereidheid van het vinden
van consensus. Ook draagt Nederland via extra-budgettaire projecten bij aan werkzaamheden
van de OVSE. Er is binnen de OVSE bij deelnemende Staten onvoldoende draagvlak voor
opties zoals een opschorting van deelname van de Russische Federatie.
De SG OVSE heeft dit jaar initiatief genomen om een netwerk van nationale denktanks
op te richten. Het netwerk heeft de rol om als externe onafhankelijke denktanks te
adviseren over de toekomst van de OVSE en Nederland hecht waarde aan dit initiatief.
Doet Rusland mee aan besluitvorming over hoofdzaken, zoals de begroting van de OVSE,
of is er sprake van «consensus min één»?
34. Antwoord van het kabinet
Ja, de Russische Federatie is een van de deelnemende Staten en heeft daarbij stemrecht
binnen de OVSE. Het schorsen of uitsluiten van de Russische Federatie zou theoretisch
mogelijk zijn met steun van alle andere 56 deelnemende Staten. Hier is echter onvoldoende
steun voor.
De leden van de SP-fractie stellen vast dat de OVSE een van de weinige fora is waar
Rusland nog aan deelneemt. In de geannoteerde agenda valt echter te lezen dat »echte
politieke dialoog met Rusland nauwelijks plaats [vindt]». Deze leden zouden verwachten
dat er in OVSE-kader wordt gesproken over politieke uitwegen uit de oorlog, of heeft
men dat zelfs in de OVSE opgegeven?
35. Antwoord van het kabinet
Rusland staat niet open voor een echte dialoog tijdens de besprekingen in de Permanente
Raad. Rusland gebruikt de OVSE als forum om desinformatie en propaganda over de oorlog
te verspreiden. De grote meerderheid van de deelnemende Staten gebruiken de OVSE om
Rusland aan te spreken op diens schendingen van het internationaal recht en van de
afspraken die ten grondslag liggen aan de OVSE, vastgelegd in de Helsinki-akkoorden
van 1975.
De kabinetspositie is dat Rusland de oorlog op elk moment kan beëindigen door zich
terug te trekken uit de bezette gebieden in Oekraïne. Het is aan Oekraïne om te bepalen
onder welke voorwaarden en met behulp van welke organisatie Oekraïne vredesonderhandelingen
wil starten.
De puur militaire benadering van de oorlog in Oekraïne moet toch een doorn in het
oog zijn van diplomaten, terwijl iedereen kan zien dat de oorlog steeds meer in een
patstelling terechtkomt. Wat wordt er in OVSE-verband ondernomen om de dialoog aan
te gaan, voor of zo nodig achter de schermen?
36. Antwoord van het kabinet
De steun aan Oekraïne van Nederland en internationale partners is niet alleen militair
gericht. Nederland heeft een voortrekkersrol bij het tegengaan van straffeloosheid
en draagt bij aan wederopbouw in Oekraïne. Binnen de OVSE heeft Nederland zich dit
jaar sterk gemaakt voor het inzetten van het Moskou-mechanisme voor onderzoek naar
de ontvoering van Oekraïense kinderen door Rusland. Ook heeft Nederland financieel
bijgedragen aan het Support Programme Ukraine, wat de facto als een OVSE-veldmissie in Oekraïne functioneert.
Naast Oekraïne was het afgelopen jaar een ander conflict in het OVSE-gebied wereldnieuws,
namelijk het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan, dat leidde tot de val van Nagorno
Karabagh. Niet alleen was de EU-diplomatie ineffectief, ook de OVSE was onzichtbaar.
Hoe verklaart de Minister dit?
37. Antwoord van het kabinet
De OVSE wordt ingezet om boodschappen over te brengen aan Armenië en Azerbeidzjan,
bijvoorbeeld tijdens de Ministeriële Raad. Ook tijdens de wekelijkse bijeenkomst van
de Permanente Raad wordt de situatie met grote regelmaat geagendeerd. De OVSE was
het eerste platform waar de EU-27 een verklaring uitsprak tegen de militaire escalatie
van Azerbeidzjan. De Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden kan als onafhankelijke
instelling gesprekken voeren om de rechten van minderheden te beschermen.
Ziet zij alsnog een rol voor de OVSE in de oplossing van dit conflict?
38. Antwoord van het kabinet
Ja. De OVSE blijft een platform waar direct met Armenië en Azerbeidzjan gesproken
kan worden. Via gesprekken van de Hoge Commissaris inzake Minderheden, maar ook via
steun in verklaringen, bijvoorbeeld in de Permanente Raad, kan Nederland blijven inzetten
op het vinden van een vreedzame oplossing.
NAVO
De oorlog in Oekraïne
De leden van de SP-fractie constateren dat tijdens de vergadering van de Ukraine Defense
Contact Group op 11 oktober jl. in Brussel is gesproken over onderhandelingen tussen
Oekraïne en Rusland. De mogelijkheden daartoe zouden onderzocht worden. De reden is
dat het front vast zit. Tevens heeft Oekraïne een groot gebrek aan wapens en is het
onduidelijk hoe Oekraïne de patstelling in zijn voordeel kan veranderen. Is een dergelijke
afspraak gemaakt, zo vragen deze leden. Indien dat niet juist is, vragen de leden
van de SP-fractie het kabinet een dergelijk plan voor te stellen.
39. Antwoord van het kabinet
Het is aan Oekraïne om te bepalen of, wanneer en onder welke voorwaarden het zou willen
onderhandelen met Rusland. Er wordt geen druk op Oekraïne uitgeoefend om in onderhandelingen
te treden, zo gaf president Zelensky zelf ook aan tijdens het bezoek van de voorzitter
van de Europese Commissie Von der Leyen aan Kyiv op 6 november jl. Het kabinet onderschrijft
het vredesplan van Zelensky en zal Oekraïne blijven steunen zich te verdedigen tegen
de aanhoudende Russische agressie en – als Oekraïne daar zelf toe besluit – vanuit
een zo goed mogelijke positie te onderhandelen.
Intussen gaat het staande bewapeningsbeleid door, zo stellen de leden van de SP-fractie.
Nederland reserveert ruim twee miljard euro aan voornamelijk wapens. Deze beslissing
roept bij deze leden twee vragen op: wat is het concrete strategische doel waarin
deze bewapening past?
40. Antwoord van het kabinet
Oekraïne vecht voor zijn voortbestaan. Het doel van de Nederlandse en internationale
militaire steun aan Oekraïne is om het land in staat te stellen zich te verdedigen
tegen de illegale Russische agressie. Oekraïne heeft het volste recht zich te verdedigen,
volgens art. 51 van het VN-Handvest.
Wanneer is het genoeg?
41. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal Oekraïne blijven steunen in haar legitieme recht op zelfverdediging
tegen de illegale Russische agressie zolang als dat nodig is.
Is het kabinet bekend met de analyse van de Oekraïense stafchef Zaluzhny dat een patstelling
dreigt?
42. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is bekend met de uitspraken van generaal Zaluzhny. Het verloop van de
Russische oorlog tegen Oekraïne is onvoorspelbaar en de situatie op de grond is weerbarstig.
Het lijkt echter te vroeg om te spreken van een patstelling. Ook president Zelensky
weersprak de uitlatingen van generaal Zaluzhny op 4 november jl. Het Oekraïense tegenoffensief
gaat door, al zijn er ook meer Russische tegenaanvallen. Hoewel er geen grote verschuivingen
van de frontlinie zijn, is het duidelijk dat er nog steeds hard wordt gevochten. Daarbij
leveren de Oekraïense strijdkrachten een uitzonderlijke prestatie door stand te houden
en op plaatsen vooruitgang te boeken tegenover een vijandelijke overmacht. Voortgang
is breder dan gebiedswinst alleen. De Oekraïense strijdkrachten blijven dapper weerstand
bieden aan de Russische agressie. Daarmee strijden ze ook voor de Nederlandse vrijheid,
veiligheid en waarden. Het kabinet zal Oekraïne blijven steunen in deze strijd.
Deelt het kabinet de visie van Zaluzhny dat er «geen diepe mooie doorbraak» mogelijk
is en dat Oekraïne vast zit?
43. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 42.
Zo nee, hoe beoordeelt het kabinet de militaire en politieke situatie?
44. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 42.
Als zijn analyse klopt, wat is dan het nut van «meer van hetzelfde», dat wil zeggen
het herhalen van wapenleveranties in het kader van een overwinning?
45. Antwoord van het kabinet
De militaire steun van Nederland en internationale partners is cruciaal voor Oekraïne
om zich te kunnen verdedigen tegen de aanhoudende Russische agressie. De Oekraïense
strijdkrachten blijven dapper weerstand bieden. Daarmee strijden ze ook voor de Nederlandse
vrijheid, veiligheid en waarden. Het kabinet zal Oekraïne blijven steunen in deze
strijd.
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat partijen veel meer moeten streven naar
een politieke oplossing. Deelt het kabinet deze analyse?
46. Antwoord van het kabinet
Zie ook antwoord op vraag 39.
Alleen Rusland kan op dit moment een einde maken aan de oorlog in Oekraïne, die dagelijks
mensenlevens kost. Tot die tijd blijft het kabinet Oekraïne steunen in zijn legitieme
recht op zelfverdediging en de inspanningen van president Zelensky met zijn vredesplan.
Het is aan Oekraïne om te bepalen wanneer en onder welke voorwaarden het met Rusland
zou willen onderhandelen.
NAVO-lidmaatschap Oekraïne
De leden van de SP-fractie menen dat het recente voorstel van oud-secretaris-generaal
van de NAVO, de heer Anders Rasmussen, om Oekraïne gedeeltelijk lid te maken van de
NAVO past in de zoektocht naar (directe of indirecte) gesprekspunten met Rusland.
Hij stelt voor om Oekraïne lid te maken van de NAVO, maar zonder de door Rusland bezette
gebieden daarbij te tellen. Dat betekent dat daar artikel 5, de bijstandsverplichting
voor de NAVO, niet geldt. Daarmee wordt een rechtstreekse oorlogsverklaring aan Rusland
voorkomen. Maar is dat niet ook het opgeven van deze gebieden?
47. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 30.
Wat vindt men daarvan in Oekraïne?
48. Antwoord van het kabinet
Voor zover het kabinet bekend sprak de heer Rasmussen op eigen titel. Er is geen officiële
reactie van de Oekraïense autoriteiten bekend.
Wat is het oordeel van het kabinet over dit plan? Deelt het kabinet de opvatting dat
dit plan om meerdere redenen niet haalbaar is?
49. Antwoord van het kabinet
Zie antwoord op vraag 30.
Voert deze discussie niet tot de conclusie dat uiteindelijk de veiligheidsbelangen
van beide landen gegarandeerd moeten worden? Indien nee, waarom niet?
50. Antwoord van het kabinet
Nee, dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Het gaat erom dat Rusland, zonder
directe aanleiding en in strijd met het internationaal recht Oekraïne is binnengevallen.
Het gaat hier niet zozeer om veiligheidsbelangen als wel om het respecteren van het
internationaal recht en de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne.
Moskou zelf heeft een handtekening gezet onder documenten waarin het beloofde die
grenzen en soevereiniteit te respecteren. Er is bovendien geen enkele sprake van een
dreiging vanuit Oekraïne richting Rusland die een invasie zou rechtvaardigen.
Is het kabinet bereid bij te dragen aan een diplomatiek scenario dat een einde van
de oorlog bespoedigt en openingen biedt voor een nieuwe veiligheidsarchitectuur in
Europa?
51. Antwoord van het kabinet
Ja, voor serieuze vredesonderhandelingen is echter pas ruimte als zowel Oekraïne als
Rusland daartoe bereid zijn. Dat is op dit moment niet het geval, voor wat betreft
Rusland. Tot die tijd speelt Nederland een actieve rol in besprekingen over Zelensky’s Peace Formula, het enige geloofwaardige vredesproces op dit moment. Nederland roept op om verdieping
en samenwerking te zoeken in dit proces, inclusief met landen buiten de EU en NAVO.
Tijdens het laatste overleg op Malta waren naast Nederland nog 65 landen betrokken.
Nederland is positief dat landen uit verschillende delen van de wereld willen samenwerken
aan een gemeenschappelijk doel: een rechtvaardige en duurzame vrede voor Oekraïne.
NAVO-lidmaatschap Zweden
De leden van de SP-fractie hebben tevens kennisgenomen van de beslissing van het Turkse
parlement om het NAVO-lidmaatschap van Zweden nog niet goed te keuren, omdat nog aanvullende
maatregelen worden geëist tegen in Zweden verblijvende leden van de oppositie tegen
de Turkse regering. Deelt het kabinet de analyse dat Turkije op deze manier geen constructieve
partner is?
52. Antwoord van het kabinet
Nadat President Erdogan het getekende ratificatieprotocol t.b.v. de toetreding van
Zweden tot de NAVO op 23 oktober aan het Turkse parlement voorlegde, heeft de Turkse
parlementaire buitenlandcommissie op 16 november over de toetreding van Zweden tot
de NAVO gesproken. Het kabinet heeft vernomen dat de commissie verdere besprekingen
nodig acht voordat tot stemming kan worden overgegaan. Het kabinet en het overgrote
merendeel van de NAVO-bondgenoten zijn van mening dat Zweden aan alle voorwaarden
heeft voldaan om tot het bondgenootschap te kunnen toetreden en hadden de sterke ambitie
Zweden bij de FMM als 32e bondgenoot te kunnen verwelkomen. Op het moment van schrijven lijkt deze ambitie
niet meer haalbaar. Het kabinet gaat er desalniettemin van uit dat de parlementaire
buitenlandcommissie op korte termijn tot stemming kan overgaan, waarna de nationale
ratificatieprocedure in Turkije spoedig na de FMM afgerond kan worden. Zie ook het
antwoord op vraag 7.
Opzeggen van Verdrag over conventionele strijdkrachten in Europa
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van 16 november waarin
het kabinet de Kamer informeert dat zij de Nederlandse deelname aan het Verdrag inzake
Conventionele Strijdkrachten in Europa (CSE-verdrag) opzegt. Ook andere NAVO- landen
doen dat. De aanleiding voor het besluit is dat de Russische Federatie zich onlangs
teruggetrokken heeft uit dit verdrag. Dat alles betekent volgens het kabinet dat «het
huidige internationale veiligheidsklimaat de bredere inzet op wapenbeheersing en ontwapening
aanzienlijk bemoeilijkt» heeft. Naar het oordeel van de leden van de SP-fractie is
de Europese bevolking met deze beslissing van Rusland én de NAVO terug in de winter
van de Koude Oorlog, temeer aangezien daarmee ook de motie van het lid Jasper van
Dijk over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens
in Nederland (Kamerstuk 36 200-V, nr. 30) in één moeite door definitief wordt afgedaan. Naar het oordeel van deze leden vergt
de gehele situatie van zowel de oorlog in Oekraïne, de dreiging van kernwapens en
de alzijdige opschorting van het CSE-verdrag een robuust initiatief om een nieuwe
veiligheidsarchitectuur te ontwikkelen. Is het kabinet bereid hierin het initiatief
te nemen?
53. Antwoord van het kabinet
Het kabinet onderschrijft de constatering dat de veiligheidsarchitectuur in Europa
zwaar onder druk staat. Het CSE-verdrag is een belangrijk onderdeel van deze veiligheidsarchitectuur.
In reactie op de Russische terugtrekking uit het CSE-verdrag heeft Nederland, samen
met alle NAVO-verdragspartijen, besloten het CSE-verdrag op te schorten, juist met
het doel om het verdrag te behouden. Het kabinet maakt zich in vele fora, waaronder
de EU, de NAVO, de OVSE en de VN, sterk voor vrede, veiligheid en stabiliteit, in
Europa en in de wereld. Het kabinet zal dit blijven doen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda’s. Daarover hebben
zij de volgende set vragen en opmerkingen.
De leden van de BBB-fractie vragen wat het precieze karakter van de NATO Ukraine Council
(NUC) is. Heeft Oekraïne stemrecht en/of vetorecht binnen deze vergadering? Kent de
NUC een tijdelijk karakter of komt het voor onbepaalde tijd bijeen? Hoe vaak vergadert
de NUC, en hoeveel en welke leden kunnen precies een vergadering bijeenroepen?
54. Antwoord van het kabinet
Tijdens de NAVO top in Vilnius werd de reeds bestaande NAVO-Oekraïne Commissie opgewaardeerd
naar een NAVO-Oekraïne Raad. Met deze opwaardering wordt de rol van Oekraïne als belangrijkste
partner van de NAVO onderstreept. In deze Raad bespreken NAVO-bondgenoten en Oekraïne
gezamenlijke uitdagingen en bevorderen politieke dialoog, samenwerking en euro-Atlantische
integratie van Oekraïne. De Raad voorziet in gezamenlijk overleg, besluitvorming en
activiteiten. Het dient ook als crisisoverlegmechanisme tussen de NAVO en Oekraïne.
De Raad kan samenkomen in verschillende formats, waaronder het format van staatshoofden
en regeringsleiders, Ministers van Buitenlandse Zaken, Ministers van Defensie, de
permanent vertegenwoordigers bij de NAVO of commandanten der strijdkrachten. De inaugurale
NAVO-Oekraïne Raad in de samenstelling van regeringsleiders en staatshoofden vond
plaats op 12 juli jl. en sprak over de oorlog in Oekraïne. De Raad is sindsdien samengekomen
op het niveau van permanent vertegenwoordigers en Ministers van Defensie. Tijdens
de aanstaande Ministeriele zal de Raad voor het eerst op het niveau van de Ministers
van Buitenlandse Zaken bijeenkomen.
De Raad komt bijeen naar behoefte van een van de leden, er is geen vast vergaderritme.
Er is een werkplan met verschillende prioritaire thema’s en bijeenkomsten voor 2024
vastgesteld. Besluiten in de Raad worden bij consensus genomen. Onder de Raad is een
substructuur van verschillende comités en informele werkgroepen en die eveneens naar
behoefte bij elkaar kunnen komen. De Raad kent in principe een permanent karakter,
al is het logisch dat zij opgeheven zal worden zodra Oekraïne lid wordt van de NAVO.
De leden van de BBB-fractie hebben de volgende vragen inzake het Midden-Oosten. Wat
is de rol van Turkije en van president Erdogan’s uitspraken waarin hij Israël een
«terreurstaat» noemt?5
55. Antwoord van het kabinet
Zoals uw Kamer is geïnformeerd per brief op 11 oktober jl. heeft Nederland de aanval
van Hamas ten sterkste veroordeeld en steunt het kabinet het recht van Israël op zelfverdediging,
dat in lijn met het internationaal recht moet voldoen aan de eisen van noodzakelijkheid
en proportionaliteit.6 Nederland, de EU en de Verenigde Staten beschouwen Hamas als een terroristische organisatie.
De Turkse president heeft een andere afweging gemaakt en beschouwt Hamas als een legitieme
gesprekspartner.
Is het wenselijk dat bondgenoten binnen het NAVO-bondgenootschap zulk ondiplomatiek
taalgebruik gebruiken richting een – historisch gezien – langdurig trouwe bondgenoot
van vele NAVO-bondgenoten?
56. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is het niet eens met de uitspraken van Turkije inzake de situatie in Israël
en de Palestijnse Gebieden. Het staat individuele NAVO-bondgenoten echter vrij hier
een eigen afweging in te maken.
Is het kabinet bereid op de NAVO-vergadering bij het agendapunt Midden-Oosten de Turkse
vertegenwoordig te attenderen op de onwenselijkheid van de uitspraken van president
Erdogan? Zo nee, waarom niet?
57. Antwoord van het kabinet
Vanwege de duurzame bilaterale relatie die bestaat tussen Turkije en Nederland vinden
met enige regelmaat gesprekken plaats tussen de Turkse en Nederlands autoriteiten.
Deze gesprekken betreffen de bilaterale relatie in breedste zin, waaronder t.a.v.
gespreksonderwerpen waar Nederland en Turkije van standpunt verschillen.
Sinds de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober hebben de Nederlandse en Turkse
autoriteiten regelmatig contact met elkaar over de situatie in Israël en de Palestijnse
Gebieden, ook in internationaal verband. Het kabinet is van mening dat een betekenisvolle
dialoog over verschillen van inzicht meer gediend is door een gesprek binnenskamers
dan door uitspraken in een plenaire vergadering.
Kan Nederland hierin optrekken met gelijkgezinde bondgenoten, zoals de Verenigde Staten?
Zo nee, waarom niet?
58. Antwoord van het kabinet
Nederland trekt, waar mogelijk, altijd op met gelijkgezinde bondgenoten. Dit geldt
ook voor deze kwestie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ten behoeve van het schriftelijk overleg, en hebben de volgende vragen.
De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister kan toelichten in hoeverre en waarom
een speciaal «agressietribunaal» meerwaarde heeft naast het Internationaal Strafhof
dat immers ook al «agressie» onder haar jurisdictie heeft.
59. Antwoord van het kabinet
De meest aangewezen instantie om plegers van internationale misdrijven, zoals oorlogsmisdrijven
en misdrijven tegen de menselijkheid, te berechten is het Internationaal Strafhof
(ISH) in Den Haag. Het ISH heeft ten aanzien van een Staat die geen Partij is bij
het Statuut van Rome geen rechtsmacht t.a.v. het misdrijf agressie wanneer dit misdrijf
door onderdanen van die Staat wordt gepleegd. Het ISH heeft dan ook geen rechtsmacht
over het misdrijf agressie in het geval van de Russische invasie van Oekraïne, aangezien
Rusland geen partij is bij het Statuut van Rome.
Het is belangrijk om dit gat te dichten om straffeloosheid tegen te gaan. Een speciaal
tribunaal biedt in de visie van het kabinet de beste mogelijkheid om de verantwoordelijken
voor het misdrijf agressie tegen Oekraïne te berechten. Tegelijkertijd zet Nederland
zich voor de lange termijn in voor de uitbreiding van de rechtsmacht van het ISH t.a.v.
het misdrijf agressie. Zo zal het kabinet in de loop van 2024 beoordelen of het gelet
op de ontwikkeling van het internationale draagvlak zinvol is om met gelijkgezinde
partners een amendementsvoorstel over een dergelijke uitbreiding in te dienen, opdat
dit voorstel tijdens de Review Conference in 2025 kan worden behandeld. Het uitbreiden
van de rechtsmacht van het ISH over het misdrijf agressie zal echter een proces van
de lange adem zijn, waarvan de uitkomst op dit moment nog onzeker is.
De leden van de SGP-fractie vragen welke nieuwe ideeën over Nederlandse steun aan
mensenrechtenverdedigers in Rusland de Minister heeft opgedaan tijdens haar gesprek
met mensenrechtenorganisaties hierover. Kunnen we op dit punt wijzigingen of aanscherpingen
in het beleid tegemoetzien?
60. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal deze vraag in het verslag van de OVSE Ministeriële Raad beantwoorden,
dat na de bijeenkomst aan uw Kamer wordt verstuurd.
Heeft de Minister in het gesprek met Ministers van Buitenlandse Zaken van Armenië
en Azerbeidzjan ook het recht op veilige terugkeer van ontheemden uit Nagorno-Karabach
besproken, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
61. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal deze vraag in het verslag van de OVSE Ministeriële Raad beantwoorden,
dat na de bijeenkomst aan uw Kamer wordt verstuurd. In de nationale verklaring tijdens
de Ministeriële Raad zal Nederland Armenië en Azerbeidzjan oproepen tot deelname aan
het EU-vredesproces en steun uitspreken voor het recht op terugkeer voor de Armeense
inwoners van Nagorno-Karabach.
Wat doet Nederland voor Armeense vluchtelingen in deze gebieden?
62. Antwoord van het kabinet
Het kabinet stelt meerjarige, ongeoormerkte en flexibele financiering beschikbaar
aan diverse VN-organisaties en -fondsen, evenals het internationale Rode Kruis / de
Rode Halve Maan. Deze financiering stelt hulporganisaties in staat om snel te reageren
op rampen en crises, zoals in Nagorno-Karabach. Onder meer de VN-vluchtelingenorganisatie
UNHCR, UNICEF, het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) en de Internationale
Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan (IFRC) zijn, mede dankzij deze
Nederlandse financiering, actief bij het bieden van humanitaire hulp en steun bij
de integratie van vluchtelingen in Armenië. Het VN Central Emergency Response Fund,
waarvan Nederland dit jaar de grootste donor is, heeft 4 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor de opvang van vluchtelingen in Armenië.
Blijft Nederland in EU-, NAVO- en OVSE-verband oog houden en opkomen voor de legitieme
rechten van Armenië in dit trieste conflict?
63. Antwoord van het kabinet
Binnen de OVSE zal het kabinet tijdens de Ministeriële Raad beide landen oproepen
om deel te nemen aan het EU-vredesproces en steun uitspreken voor het recht op terugkeer
voor de Armeense inwoners van Nagorno-Karabach. Ook in EU-verband blijft het kabinet
opkomen voor de bescherming van de rechten van de Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach.
In het verslag van de NAVO-vergadering wordt volgens de leden van de SGP-fractie terecht
de noodzaak benoemd van voldoende goed getrainde en toegeruste eenheden. Wat doet
het kabinet concreet om hieraan tegemoet te komen en de tekorten zoals geconstateerd
in de capability reviews, specifiek inzake zware gemechaniseerde brigades en tanks, terug te brengen, zo vragen
deze leden.
64. Antwoord van het kabinet
Met de investeringen uit de Defensienota 2022 heeft het kabinet forse stappen gezet
in het herstellen, moderniseren en versterken van de krijgsmacht. Hierbij moesten
binnen de geldende budgettaire kaders keuzes worden gemaakt. Dit betekent dat niet
alle tekortkomingen die NAVO constateert konden worden geadresseerd. Een volgend kabinet
zal opnieuw afwegingen en keuzes moeten maken voor de verdere versterking van de krijgsmacht.
Hoe staat het in dit kader met de uitvoering van de motie van het lid Valstar c.s.
over inzichtelijk maken wat er nodig is om binnen de Duits-Nederlandse samenwerking
een eigen tankbataljon op te richten (Kamerstuk 27 830, nr. 410)?
65. Antwoord van het kabinet
Het kabinet stuurt de reactie op de motie van het lid Valstar c.s. (Kamerstuk 27 830, nr. 410 van 6 juli 2023) naar verwachting voor aanvang van het Kerstreces aan uw Kamer.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de Minister in het verslag van de NAVO-vergadering
noemt dat Nederland aan de 2%-norm zal voldoen. Echter, in de praktijk blijkt deze
2% toch net niet behaald te worden, vanwege begrotingsmutaties en bbp-ramingen. Wat
is het groeipad om wel aan deze norm te gaan voldoen?
66. Antwoord van het kabinet
NAVO-bondgenoten, waaronder Nederland, committeerden zich tijdens de NAVO-top in Vilnius
op 11 en 12 juli 2023 aan de nieuwe Defence Investment Pledge om minimaal 2% van het
bbp aan defensie te besteden.7 Zoals aan uw Kamer gemeld komen in 2024 en 2025 de Nederlandse defensie-uitgaven
conform de NAVO-richtlijn uit op respectievelijk 1,95% en 1,93%.8 De besluitvorming over de financiële invulling van de gemaakte afspraken na 2025
is aan een volgend kabinet.
En hoe zorgen we dat Nederland deze norm in de toekomst structureel ruimschoots haalt,
zodat we (voortdurende) «net niet-» of «met de hakken over de sloot-situaties» voorkomen?
67. Antwoord van het kabinet
De besluitvorming over de financiële invulling van de gemaakte afspraken na 2025 is
aan een volgend kabinet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier