Brief regering : Permanente bewoning van recreatiewoningen
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1238
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
De grote woningnood vraagt om ook bestaande gebouwen en de bijbehorende omgeving zo
optimaal mogelijk te benutten. Het kabinet kijkt daarbij ook naar minder conventionele
maatregelen. Daarom wil ik personen die nu permanent in een recreatiewoning wonen,
de zekerheid bieden dat zij daar in de toekomst kunnen blijven. Met deze brief informeer
ik uw Kamer hoe ik daarvoor wil zorgen, aan welke voorwaarden en uitzonderingen ik
hierbij denk en ga ik in op twee hieraan gerelateerde verzoeken die door uw Kamer
aan mij zijn gedaan.
Mogelijk maken van permanente bewoning van recreatiewoningen
Op dit moment staan zo’n 60.000 mensen in de Basisregistratie personen (BRP) ingeschreven
op het adres van een recreatiewoning. In de praktijk zal het om veel meer mensen gaan
die daar in feite permanent wonen. Onderzoek uit 2018 naar vakantieparken in elf Veluwse
gemeenten toonde aan dat er 2 tot 2,5 keer zoveel mensen woonden als op basis van
de BRP zou worden verwacht. Als gevolg van de woningnood kunnen veel van deze mensen
niet zomaar verhuizen naar een reguliere woning. In de gevallen dat gemeenten in zulke
situaties overgaan tot handhaving op de recreatiebestemming, kan dat ertoe leiden
dat deze permanente bewoners van recreatiewoningen hun (enige) woonruimte verliezen.
Die situatie is onwenselijk en ingrijpend. Ook past het niet bij de duidelijke wens
van het kabinet om alle mogelijke woonoplossingen aan te grijpen in tijden van woningnood.
Huidige situatie
De meeste mensen die – om welke reden dan ook – in een recreatiewoning wonen, hebben
geen zekerheid of en hoe lang zij daar kunnen blijven wonen. In het overgrote deel
van de gevallen is het (op grond van een omgevingsplan) niet toegestaan om in een
recreatiewoning permanent te wonen en kan een gemeente overgaan tot handhaving van
de recreatiefunctie. Het kwijtraken van woonruimte of de dreiging daarvan kan in deze
tijden van woningnood een buitengewoon stressvolle ervaring zijn. De Omgevingswet
biedt gemeenten op zichzelf al de mogelijkheid om bewoners van een recreatiewoning
een persoonsgebonden omgevingsvergunning te verstrekken, die het permanente gebruik
van een recreatiefunctie toestaat. Dat gebeurt in de praktijk echter niet overal.
Met enige regelmaat bereiken mij brieven van personen die ten einde raad zijn nadat
zij (soms onder verbeurte van dwangsommen) zijn verplicht om recreatiewoningen te
verlaten, terwijl zij hier al decennialang wonen.
Voorgenomen instructieregel
Om bovenstaande reden ben ik voornemens een instructieregel in het Besluit kwaliteit
leefomgeving (Bkl) op te nemen die stuurt op het omgevingsplan van de gemeente. Meer
specifiek: deze instructieregel zal aangeven dat een gemeente in haar omgevingsplan
moet voorzien in het toestaan van bestaand gebruik van een recreatiewoning voor permanente
bewoning onder voorwaarden. Vooruitlopend op implementatie van deze instructieregel
door gemeenten in het omgevingsplan werkt deze al door in het beoordelingskader voor
aanvragen om een omgevingsvergunning tot afwijking van het omgevingsplan. Dit betekent
dat een permanente bewoner tijdens de implementatietermijn (met een beroep op de instructieregel)
een persoonsgebonden omgevingsvergunning kan aanvragen om de situatie te legaliseren.
De instructieregel zal uitdrukkelijk vermelden dat deze alleen van toepassing is op
bestaande situaties van permanente bewoning op de peildatum. Het doel van de instructieregel
is namelijk om rechtszekerheid te bieden aan diegenen die al een recreatiewoning permanent
bewonen. De voorgenomen instructieregel zal bepalen dat (uitsluitend) meerderjarige
personen die op 16 mei 2024 permanent woonachtig waren in de recreatiewoning, in aanmerking
komen voor toepassing van de instructieregel. De datum 16 mei 2024 is de publicatiedatum
van het Hoofdlijnenakkoord. Hiervoor is gekozen om te voorkomen dat de instructieregel
leidt tot speculatie of een plotselinge toename van permanente bewoning van recreatiewoningen.
Bij het uitwerken van de instructieregel wordt verder met een aantal relevante factoren
rekening gehouden. Ik denk hierbij aan aspecten als bestaande plannen tot revitalisering,
transformatie, minimumeisen aan de bouwkwaliteit, risico’s voor (ondermijnende) criminaliteit
en milieuonderwerpen als externe veiligheid. Eventuele voorwaarden of uitzonderingen
die in verband hiermee in de instructieregel moeten worden opgenomen werk ik aankomende
periode verder uit. Daarnaast is het goed om te benadrukken dat deze instructieregel
er alleen voor zorgt dat mensen niet langer in strijd met het omgevingsplan van de
betreffende gemeente handelen. De instructieregel heeft geen invloed op privaatrechtelijke
(contractuele) afspraken, bijvoorbeeld tussen een huurder en verhuurder van een recreatiewoning.
Tijdpad
Het wijzigen van een algemene maatregel van bestuur (AMvB) zoals het Bkl kent een
vastomlijnde wetgevingsprocedure. Bij de voorbereiding van de AMvB zal ik uiteraard
zorgdragen voor de afstemming met (vertegenwoordigers van) decentrale overheden, andere
betrokken partijen en departementen. Ik verwacht het voorstel komend kwartaal in consultatie
te kunnen brengen. Het ontwerpbesluit wordt na verwerking van de consultatiereacties
in het kader van de voorhangprocedure aan uw Kamer aangeboden.
Verzoek m.b.t. handhaving van permanente bewoning
Uw Kamer heeft de motie van het Lid Wijen-Nass c.s. aangenomen, waarin de regering
wordt verzocht om vaart te maken met het juridisch kader en gemeenten aan te sporen
in de tussentijd de handhaving van permanente bewoning te pauzeren zodat zij niet
overgaan op het geven van boetes en uithuiszetting.1 Deze oproep neem ik ter harte. Ik heb gemeenten een brief gestuurd waarin ik gemeenten
aanspoor om in lijn met de motie en in afwachting van het door mij op te stellen juridisch
kader te handelen om te voorkomen dat permanente bewoners van recreatiewoningen hun
woonruimte verliezen. Het uitwerken van een AMvB kost immers tijd. Hierdoor zouden
mensen die voor hun woonverblijf zijn aangewezen op een recreatiewoning en mogelijk
een beroep zullen kunnen doen op het juridisch kader in de problemen kunnen raken,
als gevolg van handhavend optreden door de gemeente in de tussentijd. U vindt een
afschrift van de brief aan gemeenten in de bijlage. Ik beschouw deze motie Wijen-Nass
hiermee als afgedaan.
Loket transformatie vakantieparken
Tijdens het commissiedebat «Staat van de volkshuisvesting» van 31 januari jl., heeft
mijn ambtsvoorganger de toezegging gedaan dat eigenaren of verenigingen van eigenaren
van recreatiewoningen op vakantieparken, met een wens tot transformatie om permanent
wonen mogelijk te maken, zich bij het ministerie konden melden. Dit heeft geresulteerd
in een online «loket», waar (verenigingen van) eigenaren van recreatiewoningen via
een vragenformulier hun transformatiewens tot eind mei 2024 kenbaar konden maken.
De uitkomsten van het loket zijn geïnventariseerd. In totaal zijn zo’n 2.000 meldingen
ontvangen. Deze aanmeldingen hebben betrekking op in totaal circa 120 gemeenten. Bij
ongeveer de helft van de gemeenten gaat het om meer dan vijf meldingen.
De melders bij het loket hebben een terugkoppeling ontvangen van de inventarisatie
van de meldingen. Een afschrift van het aantal ontvangen meldingen per gemeente is
als bijlage bij deze brief gevoegd. Begin 2025 zullen de circa 120 gemeenten een gepersonaliseerd
bericht vanuit het ministerie ontvangen met de uitkomsten van het loket en de dringende
oproep om de transformatiewensen van de melders serieus te nemen. In deze brief zal
in ieder geval ook worden toegelicht dat – en hoe – het expertteam «Transformatie
vakantieparken» van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in opdracht van het Rijk
bij transformatieprocessen kan ondersteunen. Het expertteam zal daarnaast van mij
de opdracht krijgen om met de gemeenten waar de meeste meldingen zijn gedaan in gesprek
te gaan over mogelijke transformaties.
Met de komst van de instructieregel zijn er dus twee manieren waarop huidige bewoners
van vakantieparken daar mogelijk legaal kunnen blijven wonen: doordat de recreatiefunctie
van het park als geheel wordt omgezet naar wonen (transformatie), of doordat de situatie
persoonsgebonden wordt toegestaan als gevolg van de instructieregel.
Tot slot
Ik streef ernaar om uw Kamer begin volgend jaar een brief te versturen over de voortgang
van de vervolgaanpak vakantieparken, mede namens de andere betrokken departementen.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening