Brief regering : Fiche: Een sterk, sociaal Europa voor rechtvaardige transities
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2849
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 1 fiche dat werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Een sterk, sociaal Europa voor rechtvaardige transities
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Een sterk, sociaal Europa voor rechtvaardige transities
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad,
het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: een sterk,
sociaal Europa voor rechtvaardige transities
b) Datum ontvangst Commissiedocument
14 januari 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM (2020) 14
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52020DC0…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2. Essentie voorstel
De Europese Commissie geeft, in het licht van de transities die op ons af komen (klimaatverandering,
digitalisering en demografische veranderingen), aan dat het een uitdaging is de huidige
hoge niveaus van levensstandaard, goede arbeidsomstandigheden en sociale bescherming
in de Europese Unie te behouden. De implementatie van de Europese pijler van sociale
rechten1 (hierna: de pijler) door lidstaten is volgens de Commissie het middel om de transities
die Europa zal doorlopen sociaal rechtvaardig en eerlijk te laten zijn. Er wordt met
de mededeling een aanzet gegeven om gezamenlijk tot een actieplan te komen voor de
verdere implementatie van de pijler. De Commissie wil dit actieplan begin 2021 presenteren
en heeft daartoe tot november 2020 een openbare raadpleging opengesteld die alle belanghebbenden
de gelegenheid biedt standpunten te presenteren over de verdere stappen die moeten
worden gezet.2 Tevens worden enkele initiatieven aangekondigd die het komend jaar op sociaal terrein
worden gepresenteerd.3 Aangezien dit een mededeling betreft, bevat deze nog geen concrete (wetgevings-)voorstellen.
Gelijke kansen en banen voor iedereen
De Commissie geeft aan dat de verschillende transities vragen om aanpassing van vaardigheden
van mensen en gevolgen kunnen hebben voor de arbeidsmarkt. In het eerste kwartaal
van 2020 zal de Europese
vaardighedenagenda geactualiseerd worden. Ook zal een voorstel voor een aanbeveling inzake beroepsonderwijs
en -opleiding gepubliceerd worden, alsmede een nieuw kader voor samenwerking en een actieplan voor digitaal onderwijs. Daarnaast wil de Commissie inzetten op beleid waardoor iedereen mee kan in de transities,
zoals bijvoorbeeld het versterken van de jongerengarantie4 en de strategie gericht op mensen met een handicap. De Commissie zal een nieuwe gendergelijkheidsstrategie presenteren (eerste kwartaal 2020) o.a. met een voorstel om de (loon)kloof tussen
mannen en vrouwen transparanter te maken. Verder is er een voorstel gedaan om binnen
het volgend meerjarig financieel kader (MFK) ruimte te maken voor de financiering
van de transities (bijvoorbeeld binnen het Just Transition Mechanism en het Europees Sociaal Fonds+).5
Eerlijke arbeidsvoorwaarden -en omstandigheden
De Commissie geeft aan dat de toekomst van werk, waarin digitalisering een grote rol
speelt, ook nieuwe vraagstukken opwerpt over de bescherming van werkenden. Rondom
nieuwe vormen van werk, zoals platformwerk, beoogt de Commissie platformwerkers te
beschermen. De Commissie zal hiervoor o.a. een top over platformwerk organiseren waarin prioritaire kwesties en mogelijke oplossingen zullen worden besproken.
Daarnaast gaat de Commissie haar strategie inzake veiligheid en gezondheid op het
werk evalueren. De Europese Arbeidsautoriteit zal de komende tijd een belangrijke
rol spelen bij grensoverschrijdende handhaving van EU-regels. De Commissie vindt verder
dat werknemers in de Unie een eerlijk minimumloon moeten krijgen. Zij streeft naar
een raamwerk voor Europese minimumlonen en wil daarbij rekening houden met nationale stelsels en tradities. Op 14 januari
jl. is de Commissie gestart met een consultatie onder sociale partners.6
Sociale bescherming en inclusie
Ook sociale bescherming en inclusie zijn volgens de Commissie belangrijk en moeten
aan de nieuwe realiteit van de arbeidsmarkt, aan de nieuwe kwetsbaarheden en de nieuwe
verwachtingen van de burgers voldoen. De Commissie wijst op het belang van de aanbeveling
over de toegang tot sociale bescherming7 en kondigt aan dat de Commissie een Europese werkloosheidsherverzekering wil voorstellen (4e kwartaal 2020). Daarnaast onderstreept de Commissie het belang van toegang tot kwalitatieve
en betaalbare zorg voor iedereen. Met het oog op sociale en volksgezondheidsbescherming
komt er een Europees kankerbestrijdingsplan en een rapport over de gevolgen van de demografische ontwikkelingen (1e kwartaal 2020) dat later dit jaar wordt gevolgd door een Groenboek over vergrijzing.8 In 2021 presenteert de Commissie een kindgarantie gericht op de aanpak van armoede onder kinderen door het geven van toegang tot de
nodige diensten.
Europese waarden uitdragen
De Commissie wil tot slot sociale rechtvaardigheid in de rest van de wereld bevorderen
en wil haar rol als handelspartner hiervoor gebruiken. Daarom versterkt de Commissie
de monitoring en naleving van de handelsakkoorden die de EU met derde landen heeft
gesloten. Elk nieuw handelsakkoord zal een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling gaan
bevatten met de hoogste normen inzake de bescherming van klimaat, milieu en arbeid
en een nultolerantie voor kinderarbeid om te zorgen voor een gelijk speelveld.
3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland heeft de Europese pijler van sociale rechten verwelkomd.9 De pijler vormt een kompas voor effectief sociaal en arbeidsmarktbeleid en de uitwisseling
van «goede praktijken» tussen lidstaten op dit terrein. Zo draagt de pijler bij aan
noodzakelijke hervormingen in lidstaten en bevordert de pijler het proces van opwaartse
sociaaleconomische convergentie en stimuleert het een gelijk speelveld op sociaal
terrein. Zoals aangegeven in de brief van de Minister van SZW van 24 mei 2019 ziet
het kabinet graag dat de Commissie de lidstaten helpt bij de toepassing van de beginselen
van de Europese Pijler voor Sociale Rechten, op basis van de huidige verdeling van
bevoegdheden tussen de EU en de lidstaten en de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit.10 Het kabinet heeft ook in het regeerakkoord maatregelen opgenomen op de terreinen
van de pijler, bijvoorbeeld op het gebied van toegang tot de arbeidsmarkt, kansengelijkheid
in het onderwijs, een leven lang ontwikkelen en de balans tussen zorg en arbeid.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet deelt de mening van de Commissie dat de sociale kant van de transities
niet onderbelicht dient te blijven, om ervoor te zorgen dat de huidige hoge niveaus
van levensstandaarden, goede arbeidsomstandigheden en sociale bescherming in de Europese
Unie behouden blijven. Het kabinet ondersteunt dan ook het belang van de mededeling
en de initiatieven die hieruit gaan voortvloeien. Goed functionerende arbeidsmarkten,
onderwijsstelsels en socialezekerheidsstelsels zijn van cruciaal belang om hierop
adequaat te kunnen reageren. Het uiteindelijke effect van deze sterk op elkaar inwerkende
ontwikkelingen op de arbeidsmarkten van de lidstaten valt lastig te voorspellen en
biedt zowel kansen als uitdagingen. Het kabinet is van mening dat het monitoren van
deze ontwikkelingen en een dialoog in Europees verband over de effecten hiervan, naast
een nationale aanpak, van toegevoegde waarde is. Daarbij is het uitgangspunt dat er
aangesloten worden bij bestaande monitoringsmechanismes.
De thema’s die de Commissie benoemt in haar mededeling sluiten aan bij de prioritaire
thema’s van het kabinet binnen het sociaal domein: opwaartse sociaaleconomische convergentie,
toekomst van werk, fatsoenlijke arbeidsmobiliteit, gezonde en veilige arbeidsomstandigheden
en toegankelijke en betaalbare zorg.11
Sociaal terrein:
Het kabinet zal concrete voorstellen van de Europese Commissie op hun merites beoordelen,
waarbij op sociaal terrein het kader met horizontale uitgangspunten gehanteerd wordt,
zoals aangegeven in de brief van de Minister van SZW van 24 mei 2019. Die horizontale
uitgangspunten bestaan allereerst uit het vasthouden aan de bestaande bevoegdheidsverdeling.
Voor thema’s waar Europees optreden wenselijk is moet goed gekeken worden welk instrument
ingezet wordt, waarbij regelgeving niet in alle gevallen de eerste keuze moet zijn.
Waar nieuwe regelgeving nodig is, geeft het kabinet de voorkeur aan doelregelgeving
boven middelregelgeving.12 Tevens moet er aandacht zijn voor handhaving van het EU-acquis. Bij het beoordelen
van nieuwe voorstellen zijn het bereiken van een gelijk speelveld binnen de Unie en
opwaartse sociaaleconomische convergentie belangrijke elementen. En ten slotte dient
sociaal beleid meer dan nu verbonden te worden met ander beleid.
Andere thema’s
Het kabinet ondersteunt een integrale benadering m.b.t. voorstellen die raken aan
onderwijs. Het kabinet ziet met belangstelling de voorstellen tegemoet voor een nieuw
strategische samenwerkingskader voor onderwijs en opleiding, dat dit jaar afloopt,
een actualisering van de Europese vaardighedenagenda en het EU-actieplan digitaal
onderwijs.
Nederland steunt de inzet van de Commissie op een duurzame handelsagenda. Duurzaamheidshoofdstukken
in handelsakkoorden dragen bij aan het versterken van internationale afspraken op
het gebied van arbeid. Om mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het milieu in productielanden
te verbeteren is Europese inzet op het bevorderen van internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen en het handelen van onze bedrijven met oog voor mens en milieu
in hun internationale waardeketen van essentieel belang.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
In het Europese debat over de sociale dimensie vallen een aantal lijnen te onderscheiden.
Er is brede consensus over het belang van de sociale dimensie van de EU, maar over
de manier waarop de sociale dimensie zich verder moet ontwikkelen bestaan verschillende
beelden.
In zowel het Europees Parlement als in de Raad bleek de afgelopen jaren breed draagvlak
te bestaan voor de verdere ontwikkeling van de sociale dimensie van de EU. De meerderheid
van de lidstaten vindt dat de huidige competentieverdeling tussen de EU en de lidstaten
daarbij moet worden gerespecteerd. Sommige lidstaten geven daarbij de voorkeur aan
samenwerking en coördinatie in plaats van meer regelgeving. Andere lidstaten vragen
om nieuwe Europese (wetgevende) initiatieven. Breed wordt onderkend dat rekening gehouden
dient te worden met de verschillende modellen die landen hebben bij de inrichting
van sociale zekerheid en arbeidsrecht en de uiteenlopende arbeidsmarkten in de EU.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid voor deze mededeling is positief. De
mededeling ziet met name op het terrein van het sociaal beleid en het terrein van
onderwijs. Op het terrein van het sociaal beleid heeft de EU een gedeelde bevoegdheid
met de lidstaten (artikel 4, lid 2, onder b, VWEU). Op grond van artikel 153 VWEU
wordt het optreden van de lidstaten onder andere op de volgende gebieden door de Unie
ondersteund en aangevuld: de arbeidsvoorwaarden, de sociale zekerheid en de sociale
bescherming van de werknemers.
Met betrekking tot onderwijs en beroepsopleiding is sprake van een aanvullende bevoegdheid
van de Unie (artikel 6, onder e, VWEU). De Unie is op grond hiervan enkel bevoegd
om m.b.t. de Europese dimensie van deze onderwerpen het optreden van de lidstaten
te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen. De EU is op dit terrein niet bevoegd
om wetgeving vast te stellen.
De mededeling gaat nog niet gepaard met concrete regelgeving op sociaal terrein, die
volgt pas op een later moment. De Commissie wil met de mededeling haar plannen over
de toekomst van de sociale dimensie uiteenzetten. Hiertoe is de Commissie bevoegd.
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van subsidiariteit is positief. Het kabinet is van mening
dat optreden van de Unie een toegevoegde waarde kan hebben, t.o.v. een enkel nationale
aanpak ten aanzien van de transities, conform het kader zoals beschreven in de brief
van de Minister van SZW van 24 mei 2019. Dit kan bijdragen aan een diepere en eerlijkere
interne markt die gepaard gaat met een versterking van de sociale dimensie van de
EU. Het kabinet zal over de voorstellen die in de mededeling worden aangekondigd na
publicatie een separaat oordeel vellen over de subsidiariteit.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Volgens het kabinet
staat het de Commissie vrij om mededelingen uit te brengen waarin denkrichtingen worden
geschetst. Het kabinet zal over de voorstellen die in de mededeling worden aangekondigd
na publicatie een separaat oordeel vellen over de proportionaliteit. Vooralsnog zijn
de initiatieven die de Commissie in haar mededeling benoemt immers zeer beperkt uitgewerkt.
d) Financiële gevolgen
Indien er gevolgen zijn voor de EU-begroting is Nederland van mening dat de benodigde
EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting. De kabinetsinzet voor het volgende MFK is leidend voor een integrale
afweging van middelen voor de periode na 2020; Nederland wil niet vooruitlopen op
de besluitvorming over het volgende MFK. Eventuele gevolgen voor de Nederlandse begroting
worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform
de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
De mededeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken