Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 18 november 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2959 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2024
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 18 november
2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 18 november 2024
Op 18 november a.s. vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel. De Raad
zal spreken over de Russische agressie tegen Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten,
de EU-VS relatie, de Hoorn van Afrika, en Georgië. Onder lopende zaken staat Moldavië
op de agenda. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens aan de Raad deel te
nemen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad zal spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en
de verschillende sporen van EU steun. Naar verwachting zal de Raad onder meer stilstaan
bij het belang van militaire steun aan Oekraïne, de kritieke situatie van de Oekraïense
energie-infrastructuur in het licht van de aankomende winter, de dialoog met derde
landen in navolging van de Zwitserse vredestop van juni jl. en de steun van derde
landen voor de Russische oorlogsinzet in Oekraïne.
Het kabinet blijft zich actief en onverminderd inzetten voor politieke, militaire,
financiële en morele steun aan Oekraïne. Hierbij acht het kabinet het van belang dat
de middelen onder de Europese Vredesfaciliteit (EPF) zo snel mogelijk worden vrijgegeven.
Tegelijkertijd pleit het kabinet ervoor om de druk op Rusland verder te vergroten
om de agressieoorlog te beëindigen, onder meer door snelle voortgang ten aanzien van
een vijftiende sanctiepakket.
Het kabinet zal onderstrepen dat het faciliteren van de Russische agressie door derde
landen consequenties moet hebben. De inzet van Noord-Koreaanse troepen is een serieuze
escalatie en is in strijd met het VN-Handvest. Het kabinet is in gesprek met partners
in de EU, NAVO en VN over een mogelijke respons. Het kabinet roept Noord-Korea op
te stoppen met het ondersteunen van de Russische agressie in Oekraïne en om diens
troepen en overig betrokken personeel onmiddellijk terug te trekken. Deze escalatie
is in lijn met een zorgelijk patroon van landen die de Russische agressie steunen,
met implicaties voor zowel Oekraïne als de Europese veiligheid.
Situatie in het Midden-Oosten
De Raad zal stilstaan bij de situatie in het Midden-Oosten. Naar verwachting zal de
Raad onder meer spreken over de situatie in de Gazastrook, het gewapend conflict tussen
Hezbollah en Israël en de escalatie tussen Iran en Israël. Daarnaast zal naar verwachting
worden gesproken over additionele noodsteun aan de Palestijnse Autoriteit en over
mogelijkheden om de Palestijnse Autoriteit op langere termijn te steunen. Daarnaast
zal naar verwachting worden gesproken over aanvullende sancties tegen gewelddadige
kolonisten. Daar zet het kabinet zich voor in conform de moties Piri c.s.1 Tenslotte zal de Raad waarschijnlijk spreken over de bijeenkomst van de mondiale
alliantie voor de implementatie van de tweestatenoplossing, en over het advies van
het Internationaal Gerechtshof over het optreden van Israël in de bezette Palestijnse
Gebieden.
Het kabinet blijft zeer bezorgd over regionale escalatie. Nederland blijft oproepen
tot de-escalatie door alle partijen en zal dit ook in Europees verband onderstrepen.
Het is belangrijk dat de EU het belang van de-escalatie blijft benadrukken.
Het kabinet roept daarnaast op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren tussen Israël
en Hezbollah. Een duurzame diplomatieke oplossing tussen Israël en Hezbollah blijft
voor het kabinet de beste weg naar stabiliteit in de regio en veiligheid voor Israël,
Libanon en andere landen in het Midden-Oosten. Nederland steunt daarom de initiatieven
voor een diplomatieke oplossing tussen Israël en Hezbollah langs de lijnen van resoluties
1701 en 1559 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
De humanitaire situatie in Gaza blijft erbarmelijk. Het kabinet heeft specifiek grote
zorgen over de ontwikkelingen in het Noorden van Gaza. Deze zorgen spreekt Nederland
bilateraal en in Europees verband uit. Het kabinet blijft oproepen tot de implementatie
van VNVR-resolutie 2735, die moet leiden tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, het
vrijlaten van de Israëlische gegijzelden, toename van humanitaire hulp en een duurzaam
bestand in Gaza. Het kabinet is bezorgd over het besluit van Israël om de overeenkomst2, gesloten op 14 juni 1967, met UNRWA op te zeggen en dringt er bij Israël op aan
om de internationale verplichtingen en de gevolgen zorgvuldig af te wegen, alvorens
actie te ondernemen ten aanzien van de implementatie van de recent aangenomen wetten
in de Knesset.3
Naast Gaza blijft de situatie op de Westelijke Jordaanoever van grote zorg. Het geweld
en het aantal slachtoffers hier neemt toe, naast verder toenemend kolonistengeweld.
Verdere escalatie blijft ook hier reëel. In het kader van het voorkomen van verdere
instabiliteit zal het kabinet benadrukken dat steun aan de Palestijnse Autoriteit
van belang blijft gezien de fragiele financiële situatie. Hierbij wordt motie Ceder4 in acht genomen. In dit licht zal het kabinet blijven benadrukken dat het recente
besluit van Israël om de banking correspondence (banking
waivers) ten behoeve van samenwerking tussen Israëlische en Palestijnse banken met slechts
een maand te verlengen te kort is, voor veel onzekerheid zorgt. Deze maatregel zal
leiden tot grote economische instabiliteit. Ook zet het kabinet verder in op sancties
tegen gewelddadige kolonisten en additionele sancties tegen Hamas en de Palestinian Islamic Jihad (PIJ). Tot slot, het kabinet blijft oproepen tot het plaatsvinden van de EU-Israël
Associatieraad. Het is nu aan Israël om akkoord te gaan met de voorgestelde agenda.
Hierna wordt binnen de EU een gemeenschappelijke positie onderhandeld. Het Kabinet
blijft dit met andere lidstaten bespreken.
EU-VS relaties
De Raad zal stilstaan bij de Amerikaanse verkiezingen en de ontwikkelingen in de Verenigde
Staten. Op het moment van de RBZ is de uitkomst van de verkiezingen naar verwachting
bekend. Goede betrekkingen met de Verenigde Staten zijn voor Nederland en de EU cruciaal,
onder andere voor onze belangen op het gebied van handel, geopolitiek en veiligheid.
Het kabinet zet daarom in op goede relaties tussen Nederland en de EU en een volgende
administratie.
Hoorn van Afrika
De Raad zal spreken over de Hoorn van Afrika. Naar verwachting zal de Raad ingaan
op de humanitaire- en veiligheidssituatie in Soedan en de transitie van de huidige
African Union Transition Mission in Somalia (ATMIS), naar een nieuwe missie, de African Union Support and Stabilization Mission in Somalia (AUSSOM).
Het kabinet maakt zich ernstig zorgen over de algehele humanitaire- en veiligheidssituatie
in de Hoorn van Afrika en met name over de gevolgen van de burgeroorlog in Soedan.
Een verdere toename van de instabiliteit in deze strategisch gelegen regio rondom
de Rode Zee vormt een bedreiging voor Nederlandse belangen met betrekking tot onder
meer maritieme veiligheid, migratie en mensenrechten. Het kabinet zal daarom in de
Raad pleiten voor een sterke inzet vanuit de EU met betrekking tot de Hoorn van Afrika,
met specifiek aandacht voor de crisis in Soedan. Effectieve humanitaire toegang en
een staakt-het-vuren blijven de voornaamste prioriteiten voor het kabinet. Daarnaast
zal het kabinet het belang onderstrepen van engageren met landen in de bredere regio
die invloed hebben op de strijdende partijen en een gedeeld belang hebben bij stabiliteit
in de Hoorn van Afrika. Ook bepleit Nederland dat landen in de Hoorn van Afrika, in
samenwerking met regionale Afrikaanse organisaties, in staat worden gesteld om tot
een vreedzame oplossing van het conflict te komen zonder dat externe actoren de strijd
in Soedan verder aanwakkeren.
De Raad zal tevens stilstaan bij de situatie en veiligheidsmissie in Somalië. Voor
het kabinet is het van belang dat de nadruk blijft liggen op een effectieve strijd
tegen de terreurbewegingen Al-Shabaab (AS) en Islamitische Staat Somalië (IS-S). Indirecte
dreiging voor Nederland van zowel AS als IS-S komt voort uit terroristische activiteiten
in Somalië en omringende landen, banden met grensoverschrijdende criminaliteit en
de samenwerking met andere terroristische groepen (bijvoorbeeld Al-Shabaab met Houthi’s).
Verdere instabiliteit in Somalië zou terroristische groeperingen in de hand werken.
Het kabinet zal tijdens de Raad dan ook het belang benadrukken van spoedige voortgang
in de onderhandelingen over financiering van AUSSOM, die Afrikaanse Unie troepen in
staat moet stellen operationeel te blijven in Somalië.
Georgië
De Raad zal spreken over het verloop en de uitslag van de parlementsverkiezingen in
Georgië op 26 oktober jl. Daarbij zullen de door vastgestelde ongeregeldheden aan
de orde komen. Het kabinet heeft grote zorgen over de waargenomen onregelmatigheden
en het gebrek aan een gelijk speelveld. De Raad zal ook spreken over volgende stappen
in de relatie tussen de EU en Georgië. Nederland onderstreept het belang van de rechtsstaat
in Georgië en staat open voor het treffen van verdere maatregelen, bijvoorbeeld door
de Europese Commissie te vragen het visumbeleid kritisch te bekijken. Tijdens de ER
van juni jl. en de ER van oktober werd reeds benadrukt dat de handelwijze van de Georgische
regering in strijd is met de waarden en beginselen waarop de Europese Unie is gegrondvest
en dat daardoor de facto het toetredingsproces is stopgezet. De kabinetsappreciatie
over het op 30 oktober jl. gepubliceerde uitbreidingspakket wordt separaat aan de
Kamer verstuurd.
Lopende zaken
Moldavië
De Raad zal spreken over de verkiezingen die plaatsvonden in Moldavië. Naar verwachting
zal de Raad ingaan op het referendum van 20 oktober jl., waarmee EU-integratie in
de Moldavische Grondwet wordt verankerd. Ook zal de Raad ingaan op de presidentsverkiezingen
die in de tweede ronde op 3 november jl. zijn gewonnen door zittend president Maia
Sandu. Specifieke aandacht zal uitgaan naar de Russische beïnvloeding gedurende het
verkiezingsproces. Het kabinet zal deze beïnvloeding afkeuren en het belang van steun
voor de weerbaarheid van Moldavië benadrukken tijdens de Raad.
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken