Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een appreciatie van een onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk (VK) naar de vierdaagse werkweek
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 1216 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 augustus 2023
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de procedurevergadering
van 21 maart 2023 het kabinet gevraagd om een appreciatie van een onderzoek uit het
Verenigd Koninkrijk (VK) naar de vierdaagse werkweek. Met deze brief geef ik aan dat
verzoek invulling.
Hierna volgt: 1) een korte samenvatting van het betreffend onderzoek, en 2) een appreciatie
door het kabinet.
1. Samenvatting van het onderzoek naar de vierdaagse werkweek in het VK
Proef met de vierdaagse werkweek
In het VK is tussen juni en december 2022 onder 61 bedrijven een proef uitgevoerd
met een vierdaagse werkweek. De proef was het initiatief van non-profit organisatie
4 Day Week Global. Deelnemende organisaties varieerden van marketing bureaus, professionele dienstverleners
en non profit instellingen tot bedrijven uit de industrie en bouw. Wetenschappers van de Universiteit
van Cambridge verzamelden data en voerden gesprekken met de werknemers. Alle bedrijven
die meededen, deden dat op eigen initiatief. Het experiment kende twee centrale voorwaarden:
1) het loon moest volledig worden doorbetaald, en 2) medewerkers kregen een significante
vermindering van het aantal uur dat ze werkten (in veruit de meeste gevallen van 40
naar 32 uur). Het stond deelnemende bedrijven verder vrij de vierdaagse werkweek naar
eigen voorkeur in te richten.
De belangrijkste resultaten
De onderzoekers hebben onder ander gekeken naar de gezondheidseffecten van de vierdaagse
werkweek. Die waren positief: 39% van de werknemers had minder last van stress en
het aantal werknemers dat last had van burn-out klachten daalde met 71%. Ook hadden
medewerkers minder last van angst, vermoeidheid en slaapproblemen. Het ziekteverzuim
was gedurende deze zes maanden gemiddeld zo’n 65% lager.
Daarnaast is er gekeken naar de combinatie van werk, zorg en vrije tijd. 60% van de
werknemers was beter instaat om werk te combineren met zorg voor kinderen of andere
familie en 62% kon er naast werk een rijker sociaal leven op nahouden. Het aantal
personeelsleden dat ontslag nam, nam af met ongeveer 57%.
In het onderzoek is tenslotte ook gekeken naar omzet en productiviteit: beide bleven
stabiel tijdens de proef. 18 van de 61 bedrijven hebben naar aanleiding van het experiment
besloten de vierdaagse werkweek structureel in te voeren. Van de overige bedrijven
geeft het overgrote deel aan nog verder te willen experimenteren met de vierdaagse
werkweek, maar nog niet te weten of ze het structureel gaan toepassen.
2. Appreciatie van het kabinet
Ik heb het rapport met veel interesse bestudeerd. De positieve resultaten voor de
bedrijven die aan de proef meededen, zijn indrukwekkend. Wanneer dat, zoals bij veel
van deze bedrijven, leidt tot een stabiele productiviteit en positieve gezondheidsaspecten,
kan de vierdaagse werkweek een interessant model zijn. Zeker wanneer dit tot stand
komt in een goed gesprek tussen werkgever en werknemer.
De uitkomsten van het onderzoek zijn echter niet zonder meer te generaliseren naar
alle bedrijven en organisaties. Bijvoorbeeld omdat de deelnemende bedrijven allemaal
meededen op eigen initiatief (selectie-effect). En omdat de deelnemende bedrijven
voornamelijk afkomstig waren uit de sector zakelijke dienstverlening. Publieke sectoren
als de zorg en het onderwijs waren bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd. Deze sectoren
hebben te maken met grote maatschappelijke opgaven en met stevige tekorten. En het
is juist voor publieke sectoren vaak de vraag of met minder uren evenveel «produceren»
wel een realistische verwachting is. Dit zijn immers sectoren die erg arbeidsintensief
zijn. Mogelijk zou in sommige situaties ruimte kunnen worden gevonden in minder administratie
of vergaderen. Of in de inzet van technologie en andere innovatieve werkvormen. Maar
vaak zal vermindering van het aantal uren direct leiden tot minder zorg, onderwijs
of opvang, en mogelijk tot een grotere werkdruk.
Meer uren zijn nodig om de grote maatschappelijke opgaven waar we als Nederland voor
staan, te kunnen realiseren. Zelfs wanneer de productiviteit bij minder uren werken
stabiel blijft. Dat gezegd, maakt de wijze van implementatie van de vierdaagse werkweek
wel uit voor de mate waarin er minder uren worden gewerkt. Een dag minder werken hoeft
niet per se een evenredige afname in uren te betekenen. Bijvoorbeeld wanneer het gaat
om een overstap van vijf keer acht naar vier keer negen, of van vijf keer zes naar
vier keer acht uur.
Er bestaan verder niet alleen relevante verschillen tussen bedrijven en organisaties,
maar ook tussen Nederland en het VK. Die verschillen maken dat we voorzichtig moeten
zijn met het één op één toepassen van de uitkomsten van dit onderzoek op de situatie
in Nederland. Een belangrijk verschil is dat in Nederland al door bijna de helft van
alle werkenden in deeltijd wordt gewerkt.1 In tegenstelling tot het VK, waar de 40-urige werkweek veel meer de standaard is.2 Uit cijfers van het CBS blijkt dat de gemiddelde werkweek in Nederland al tien jaar
vrijwel onveranderd 31 uur bedraagt. En in sommige sectoren waar het gemiddeld aantal
uren hoger ligt, zoals bijvoorbeeld de financiële sector, is vier dagen werken ook
al langer de standaard (vier dagen van negen uur). Anders dan in het experiment wordt
deeltijdwerk in Nederland niet beloond met een voltijd salaris. Toch zullen de effecten
van een vierdaagse werkweek vanwege de bestaande deeltijdcultuur in Nederland waarschijnlijk
minder groot zijn.
Dit alles neemt niet weg dat het Kabinet veel belang hecht aan het bevorderen van
gezond en veilig werken en een goede combinatie van werk en privé. Daartoe voert het
Kabinet gericht beleid, bijvoorbeeld door (de hervorming van) regelingen als zorg-,
geboorte- en ouderschapsverlof. Dit soort regelingen zijn in het VK aanzienlijk minder
ruim. Ook doen we dit door samen met sociale partners, kennisinstituten, branche-
en beroepsorganisaties en partijen uit de (arbo)zorg de krachten te bundelen in het
meerjarenprogramma Brede Maatschappelijke Samenwerking burn-outklachten, om zo gezamenlijk
en domein overstijgend de oorzaken van burn-outklachten (gelegen in het werk, de persoon
en in de samenleving) aan te pakken.
Conclusie
Of de vierdaagse werkweek een goed idee is, hangt volgens het kabinet af van de specifieke
situatie binnen een individuele organisatie en haar medewerkers. De vierdaagse werkweek
moet ook worden bezien vanuit de maatschappelijke opgaven waar Nederland zich voor
gesteld ziet, en de deeltijdcultuur die we in ons land kennen.
Het staat ook in Nederland bedrijven en organisaties vrij om te experimenteren met
innovatieve organisatievormen.3 Bijvoorbeeld om het werkplezier, de flexibiliteit, de autonomie en de werk-privébalans
van werknemers te verbeteren. Maar ook om scherpere keuzes te maken over wat je als
bedrijf wel of niet doet, en over hoe je de productiviteit kunt verhogen. Beide zijn
altijd, maar zeker in deze tijden van nog steeds grote arbeidsmarktkrapte, een waardevolle
exercitie.4
Ik blijf ontwikkelingen rond dit onderwerp met plezier en interesse volgen. En het
is goed om, binnen en in relatie tot de kaders van die maatschappelijke opgaven (waaronder
ook vraagstukken rond mantelzorg) het verdere en bredere gesprek over een kortere
werkweek te blijven voeren. Bijvoorbeeld als het ter sprake komt in de gesprekken
met werkgevers en werknemers, binnen de maatschappelijke dialoog gendergelijkheid
op de arbeidsmarkt. Die dialoog gaat na de zomer van start.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Indieners
-
Indiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid