Schriftelijke vragen : Het artikel ‘Speciale opvang voor jihad-kinderen bij terugkeer in Nederland’
Vragen van de leden Tielen en Laan-Geselschap (beiden VVD) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Justitie en Veiligheid over het artikel «Speciale opvang voor jihad-kinderen bij terugkeer in Nederland» (ingezonden 22 juli 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in het Parool met de bovengenoemde titel?1
Vraag 2
Bent u het eens dat terugkeerders uit IS-gebied een potentiële bedreiging vormen voor
de veiligheid van onze vrije en open samenleving en dat dit ook geldt voor kinderen
van IS-terroristen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om terugkeer van IS-terroristen
en hun nazaten te voorkomen?
Vraag 3
Klopt de berichtgeving in het artikel over een «speciale opvanglocatie» die door de
Raad voor de Kinderbescherming is ingericht, waar teruggekeerde kinderen uit IS-gebied
worden opgevangen en geobserveerd? Zo ja, waarom is de Raad voor de Kinderbescherming
overgegaan tot het inrichten van een dergelijke opvanglocatie?
Vraag 4
Welke activiteiten bent u van plan om te laten plaatsvinden op deze opvanglocatie?
Wat is daarvan de doelstelling? Welke andere (overheids)organisaties zijn betrokken
bij de inrichting van deze opvanglocatie?
Vraag 5
Op basis van welke (wetenschappelijke) evidence wordt beoordeeld of, en in welke mate
een individuele terugkeerder een bedreiging vormt voor de veiligheid van onze samenleving?
Op welke wijze worden factoren als leeftijd en netwerk daarin meegenomen?
Vraag 6
Op basis van welke (wetenschappelijke) evidence wordt beoordeeld of het mogelijk is
om deze potentiële bedreiging te «behandelen» en daarmee te elimineren? Op welke wijze
worden factoren als leeftijd en netwerk daarin meegenomen?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Judith Tielen, Kamerlid -
Medeindiener
A.J.M. Laan-Geselschap, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.