1966 – nu: Nieuwe partijen, nieuwe kiezers

Vanaf de jaren ’60 nam de verzuiling geleidelijk af. Nederlanders voelden zich minder verbonden met traditionele politieke partijen. Er ontstonden nieuwe partijen, zoals D66 en DS’70. Bestaande partijen gingen samen: zo ontstonden bijvoorbeeld het CDA en GroenLinks. Kiezers werden gemiddeld jonger en wisselden vaker van partij. En de media werden belangrijker voor het werk in de Tweede Kamer.

Omdat er na de Tweede Wereldoorlog heel veel kinderen werden geboren (de ‘babyboom’), kwamen er vanaf de verkiezingen in 1966 heel veel nieuwe stemmers bij. En in 1983 werd de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd van 21 naar 18, wat leidde tot nog meer jonge kiezers. Deze nieuwe kiezers hadden geen sterke band met hun zuil, en wisselden daarom makkelijker van partij. Dit was één van de redenen waarom er nieuwe partijen ontstonden. Ook de gemiddelde leeftijd van Kamerleden werd steeds lager.

Meer maatschappij, meer media

De nieuwe generatie Kamerleden probeerde een andere inhoud te geven aan het werk. Zo maakte de Tweede Kamer vanaf de jaren ’80 steeds vaker gebruik van parlementaire enquêtes en andere onderzoeksinstrumenten. Daarmee probeerden Kamerleden misstanden en vastgelopen beleid aan te pakken, en lessen te leren voor de toekomst. Bij de verslaggeving en de analyses van de onderzoeken hadden de media een belangrijke rol. Kamerleden kwamen steeds vaker op televisie, met soms openhartige interviews.

Nieuwe vergaderzalen, meer openheid

De Tweede Kamer vergaderde lange tijd in een traditionele zaal, met groene bankjes en groene gordijnen. Op de tribune pasten maar 28 mensen, terwijl de belangstelling van het publiek steeds groter werd. Ook werden steeds meer commissievergaderingen openbaar, waarvoor te weinig geschikte ruimtes waren. Daarom werden in de jaren ‘80 plannen gemaakt voor een grote verbouwing.

In 1992 werd een nieuw gebouw geopend met daarin de huidige plenaire vergaderzaal, een groot aantal commissiezalen en andere vergaderkamers. De Kamerleden hoefden zich niet meer met z’n drieën in een  bankje te persen, maar kregen ieder een blauwe stoel met op de rugleuning het wapen van de Kamer.

Het nieuwe gebouw heeft veel ruimte en wanden van glas: symbool voor meer openheid. Sinds eind 2002 zijn de plenaire debatten en later ook openbare commissievergaderingen rechtstreeks via de website te volgen. En op de nieuwe publieke tribune is plaats is voor 150 bezoekers.

De Tweede Kamer is ook online steeds meer aanwezig: bijvoorbeeld op Facebook, Twitter, YouTube en Instagram.

Renovatie van het Binnenhof

In de zomer van 2021 is de Tweede Kamer tijdelijk verhuisd: het Binnenhof wordt helemaal gerenoveerd. De Tweede Kamer is nu gehuisvest aan de Bezuidenhoutseweg 67, vlakbij station Den Haag Centraal. Dit voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken is geschikt gemaakt voor het werk van de Tweede Kamer.

Na de renovatie voldoen de gebouwen aan het Binnenhof weer aan de eisen van deze tijd. Zo blijft het Binnenhof ook voor toekomstige generaties behouden als centrum van de Nederlandse parlementaire democratie.

Minder invloed voor de koning(in)

Vóór 1983 werd de Kamervoorzitter officieel benoemd door de koningin, maar in de praktijk benoemde die altijd de voorzitter die de Tweede Kamer had voorgedragen. Sinds 1983 wordt de Voorzitter direct gekozen door de Kamerleden. In 1998 kreeg de Tweede Kamer voor het eerst een vrouwelijke Voorzitter: Jeltje van Nieuwenhoven.

In 2012 ging er nog meer invloed van de koning naar de Tweede Kamer: vóór die tijd wees de koning(in) de informateurs aan bij de regeringsformatie, sinds 2012 doet de Kamer dat.