Wetsvoorstellen
Hieronder vindt u de tekst van de bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstellen. Aanhangige wetsvoorstellen zijn voorstellen voor nieuwe wetten, ingediend door regering of een Tweede Kamerlid, die mogelijk behandeld worden door de Tweede Kamer.
Wilt u meer weten over welke stappen er nodig zijn om een wet te maken en welke rol de Tweede Kamer daarbij speelt? Dan kunt u hier meer lezen.
Dit wetsvoorstel heeft als doel om het eigen risico voorde zorgverzekering tot en met 2025 te bevriezen.
Dit wetsvoorstel wijzigt de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2022 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze wijziging houdt verband met de Voorjaarsnota 2022.
In deze slotwet zijn de laatste wijzigingen van de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over 2021 opgenomen.
Dit wetsvoorstel wijzigt de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2022 van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze wijziging houdt verband met middelen ter bestrijding van corona en middelen die vanuit het coalitieakkoord onderdeel hebben uitgemaakt van de voorjaarsbesluitvorming. Daarnaast zijn twee posten met nieuw beleid opgenomen: een subsidieregeling voor zorgmedewerkers die te maken hebben met langdurige klachten na een coronabesmetting en een compensatieregeling voor schade van de overstroming in Limburg bij zorginstellingen.
Dit wetsvoorstel heeft als doel om in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontstane misslagen te verbeteren en ontdekte omissies weg te nemen. Daarbij gaat het om correctie van onjuiste verwijzingen, redactionele fouten, technische aanvullingen of verduidelijkingen.
In dit wetsvoorstel wordt de Wet langdurige zorg (Wlz) gewijzigd. De wijzigingen hebben betrekking op verschillende uiteenlopende onderwerpen op het gebied van langdurige zorg, waarvan de afgelopen tijd de noodzaak tot wetswijziging is gebleken.
Dit wetsvoorstel wijzigt het hoofdstuk in de Jeugdwet dat betrekking heeft op de gesloten jeugdhulp. Het doel van deze wijziging is om de rechtspositie van jeugdigen in accommodaties voor gesloten jeugdhulp te verbeteren en daarmee de vrijheidsbeperking van deze jongeren zoveel mogelijk te voorkomen.
Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb). De wijzigingen vloeien enerzijds voort uit het Actieplan ter ondersteuning van donorkinderen die voor 2004 zijn verwekt en op zoek zijn naar hun donor en anderzijds uit de aanbevelingen van de Tweede evaluatie van de Wdkb. Daarin zijn diverse knelpunten gesignaleerd, in het bijzonder ten aanzien van het functioneren van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (hierna: Sdkb) en de uitvoeringspraktijk rond het bewaren, beheren en verstrekken van donorgegevens. Het wetsvoorstel introduceert een regeling die erin voorziet dat het aantal vrouwen dat met geslachtscellen van een donor mag worden behandeld wordt beperkt. De Sdkb registreert en houdt toezicht op de regeling. Daarnaast regelt het voorstel dat nakomelingen van dezelfde donor desgewenst met elkaar in contact kunnen worden gebracht. Verder bevat het voorstel verschillende institutionele wijzigingen. Zo zal de Sdkb worden omgevormd tot een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan onder de naam College donorbevruchting kunstmatige gegevens. Het bestuur van het College wordt uitgebreid met een donorkind.
Daarnaast zijn in de later gepubliceerde nota van wijziging bepalingen toegevoegd over de te volgen procedure wanneer een donorkind de persoonsidentificerende gegevens wil ontvangen van een donor van voor 2004 die niet bekend stond als een donor die niet instemt met verstrekking van zijn persoonsgegevens (een A-donor). Momenteel wordt de identiteit van deze donoren alleen aan het kind verstrekt indien zij hiervoor toestemming geven (‘nee, tenzij’).
Deze wet stelt voorwaarden waaronder het mogelijk is om lichaamsmateriaal in te zetten voor bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoek of de ontwikkeling van medicijnen. Het uitgangspunt van dit voorstel is dat de donor vrijwillig en actief toestemming moet geven voor het nader gebruik van zijn lichaamsmateriaal.
In dit wetsvoorstel wordt geregeld dat pleegzorg standaard kan doorlopen totdat een jeugdige 21 jaar is. Bij een verzoek aan de kinderrechter tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing of een (voorwaardelijke) machtiging tot gesloten jeugdhulp is een beschikking nodig waaruit blijkt dat jeugdhulp met verblijf nodig is. Voorgesteld wordt om de verplichte beschikking te laten vervallen.
Het voorstel regelt dat zorgverleners kunnen worden verplicht om bepaalde gegevens (ten minste) elektronisch uit te wisselen, zolang daarvoor een grondslag bestaat (zoals toestemming van de patiënt). Ook kunnen eisen worden gesteld aan de taal die bij de gegevensuitwisseling wordt gebruikt, zodat zorgverleners elkaar meteen kunnen begrijpen. Ten slotte kunnen eisen worden gesteld aan de techniek waarmee gegevens worden uitgewisseld, zodat de gegevensuitwisseling niet wordt bemoeilijkt doordat zorgaanbieders verschillende informatiesystemen gebruiken.
Sinds ruim tien jaar is er een hulplijn voor suïcidepreventie. De overheid geeft in steeds actiever mate invulling aan suïcidepreventie. Dit wetsvoorstel wil het reeds ontwikkelde beleid vastleggen en zo het fundament voor het beleid verstevigen. Met dit voorstel wordt het de plicht van de overheid om zich in te zetten voor suïcidepreventie verankerd in de Wet publieke gezondheid, net als bijvoorbeeld bij preventief bevolkingsonderzoek naar kanker. De minister van VWS wordt primair verantwoordelijk, onder meer voor een Landelijke Agenda Suïcidepreventie, een communicatiestrategie en een onderzoeksprogramma. Daarnaast wordt het bestaan van een gratis hulplijn wettelijk vastgelegd. Naast het ministerie van VWS zijn ook andere ministeries betrokken, zoals LNV, OCW en SZW. Ook krijgen gemeenten een belangrijke rol, waaraan zij zelf invulling kunnen gaan geven.
Dit wetsvoorstel regelt een wettelijke grondslag voor de verwerking van (gepseudonimiseerde) persoonsgegevens ten behoeve van kwaliteitsregisters van verslavingszorg en traumazorg. Daarnaast regelt het wetsvoorstel een grondslag voor de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
Er zijn mensen op hoge leeftijd die op enig moment hun leven als «voltooid» beschouwen en gaan lijden aan een voor hen te lang geworden leven. Dit wetsvoorstel beantwoordt de vraag op welke manier aan deze groeiende wens onder ouderen tot meer autonomie tegemoet kan worden gekomen, als zij hun leven als voltooid beschouwen. Door een uitzondering te maken op de strafbaarstelling van hulp bij zelfdoding door een levenseindebegeleider bewerkstelligt dit wetsvoorstel voor de hierboven beschreven groep mensen de mogelijkheid om op een zelfgekozen moment het leven waardig te kunnen beëindigen. Deze ouderen krijgen zo de regie over een zelfgekozen levenseinde.
Voor een effectievere aanpak van fraude in de zorg is het soms noodzakelijk dat instanties (bijzondere) persoonsgegevens kunnen uitwisselen. Informatie die de ene instantie heeft kan namelijk noodzakelijk zijn voor een andere instantie om fraude in de zorg in de eigen gemeente of eigen domein aan te pakken. Dit wetsvoorstel biedt hier grondslagen voor en bestaat uit twee onderdelen: het Waarschuwingsregister Zorg en het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ).
Dit wetsvoorstel regelt dat alle financiële relaties tussen farmaceutische- en hulpmiddelenindustrie en beroepsbeoefenaren of patiëntenverenigingen zichtbaar worden. Alle transacties boven de vijftig euro moeten worden gemeld. Het moet transparant maken wat er wordt betaald, aan wie en waarvoor. Patiënten moeten erop vertrouwen dat geneesmiddelen of hulpmiddelen die zij krijgen voorgeschreven, alleen gekozen worden omdat ze medisch gezien op dat moment de beste keuze zijn. Er is nu een vrijwillig register, waarin niet alles wordt gemeld.
Bij bevolkingsonderzoeken moet niet alleen worden gedacht aan de collectieve onderzoeken die voor een groot deel van de bevolking worden uitgevoerd, zoals de onderzoeken naar darmkanker. Het kan ook gaan om preventief gezondheidsonderzoek dat een individu op eigen initiatief en kosten ondergaat. Dit wetsvoorstel heeft tot doel meer keuzevrijheid te creëren voor mensen die gebruik willen maken van preventief gezondheidsonderzoek. Tegelijkertijd worden de nodige waarborgen gecreëerd om de kwaliteit van het preventief gezondheidsonderzoek te waarborgen en deelnemers te beschermen tegen de nadelen en risico's van preventief gezondheidsonderzoek.
De initiatiefnemer wil de Wet afbreking zwangerschap (Waz) wijzigen in verband met het verbeteren van informatievoorziening en ondersteuning van ongewenst zwangere vrouwen. Dit wetsvoorstel regelt dat iedere vrouw direct bij het eerste contact dat zij met een arts heeft over haar voornemen om een ongewenste zwangerschap af te breken, op een duidelijke wijze mondelinge en schriftelijke informatie krijgt over alle alternatieven die zij heeft voor het afbreken van de zwangerschap. Daarnaast wordt geregeld dat zij tijdens dit gesprek wordt geïnformeerd over de mogelijkheden om gebruik te maken van gespecialiseerde keuzebegeleiding en ondersteuning.
De kern van dit voorstel is om in de Zorgverzekeringswet (Zvw) te bepalen dat het een zorgverzekeraar verboden is winst uit te keren aan aandeelhouders, leden of werknemers. Dus het geld dat bedoeld is voor de zorg moet behouden blijven voor de zorg, de opbouw van reserves of voor premieverlaging. Dit voorstel moet het eerdere voorstel (34 522) van de leden Leijten, Bruins Slot en Ploumen verduidelijken. Het gaat om het verduidelijken van de definities aangaande winst, vermogen en uitkeren van winst. Ook worden de toezichtstaak van de Nederlandse Zorgautoriteit en de verslaglegging van zorgverzekeraars verduidelijkt.
Voorstel van wet tot wijziging van de Drank- en Horecawet en enkele andere wetten in verband met verruiming van de mogelijkheid tot het inzetten van mengformules. Ondernemers moet ruimte worden geboden om in te spelen op de veranderende consumentenvraag door verschillende traditionele bedrijfsmodellen, waaronder horeca en detailhandel, te combineren.
Dit wetsvoorstel regelt de overheveling van een groot deel van reguleringstaak van de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) naar VWS. Het regelt ook de overheveling van het zorgspecifieke markttoezicht van de NZa naar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zodat er meer ruimte voor innovatieve contracten ontstaat. Het wetsvoorstel dient de volgende doelen: een duidelijke positionering van de NZa als onafhankelijke toezichthouder en deregulering (omslag van verbodstelsel naar gebodstelsel).
De huidige euthanasiewetgeving is niet volmaakt. De initiatiefnemers beogen een hiaat in de wetgeving op te vullen door het introduceren van een verwijsplicht voor de arts. Dit garandeert dat de patiënt zijn of haar hulpvraag kan stellen aan een andere arts, als zijn of haar eigen behandelend arts gewetensbezwaard is of om andere redenen niet wil meewerken aan een verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding.
Het voorstel beoogt de maximumprijzen voor geneesmiddelen verder te verlagen door de wijze van berekening van deze prijzen in de Wet geneesmiddelenprijzen aan te passen. De voorgestelde wijze van berekening is gebaseerd op het systeem dat thans in Noorwegen wordt gebruikt voor de berekening van de maximumprijzen voor geneesmiddelen. Het voorstel is initieel ingediend door Kamerlid Otwin van Dijk, maar vanwege zijn vertrek overgenomen door Kamerlid Kuzu.