Wetsvoorstellen
Hieronder vindt u de tekst van de bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstellen. Aanhangige wetsvoorstellen zijn voorstellen voor nieuwe wetten, ingediend door regering of een Tweede Kamerlid, die mogelijk behandeld worden door de Tweede Kamer.
Wilt u meer weten over welke stappen er nodig zijn om een wet te maken en welke rol de Tweede Kamer daarbij speelt? Dan kunt u hier meer lezen.
Dit wetsvoorstel wijzigt de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2021 van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze wijzigingen houden verband met de uitgaven inzake coronamaatregelen.
Het wetsvoorstel strekt ertoe wijzigingen aan te brengen in de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 inzake extra middelen voor coronabanen in het hoger onderwijs in verband met COVID-19.
Dit wetsvoorstel is een aanvulling op de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, en wijzigt die wet op enkele onderdelen. Hoofddoel van dit wetsvoorstel is om het voor de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021 mogelijk te maken dat kiezers van 70 jaar en ouder hun stem per brief kunnen uitbrengen, en dat met name kiezers met een kwetsbare gezondheid de gelegenheid krijgen om gedurende twee dagen voorafgaand aan de ‘reguliere’ dag van de stemming hun stem in een stemlokaal uit te brengen.
Deze zevende incidentele suppletoire begroting wijzigt de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 in verband met uitgaven inzake coronamaatregelen.
Deze zesde incidentele suppletoire begroting wijzigt de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 in verband met uitgaven inzake coronamaatregelen.
Dit wetsvoorstel heeft tot doel het mogelijk te maken dat de komende verkiezingen als bedoeld in de Kieswet kunnen worden georganiseerd en gehouden met inachtneming van de maatregelen die noodzakelijk zijn om verspreiding van het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2), dat de ziekte covid-19 kan veroorzaken, te voorkomen. De tijdelijke wet regelt onder meer dat de stemlokalen moeten worden aangepast op de 1,5 meter-regel, en dat er diverse hygiënemaatregelen gaan gelden in de lokalen. Ook maakt de tijdelijke wet het mogelijk om stembureaus in te stellen in zorginstellingen die alleen toegankelijk zijn voor de bewoners of bezoekers van die instellingen.
Dit wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit in verband met de spoedeisende maatregelen met betrekking tot COVID-19 gerelateerde uitgaven- en ontvangstenmutaties.
Dit wetsvoorstel brengt enkele wijzigingen aan in de Participatiewet en in de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid. Ook geeft het de rechter tijdelijk de mogelijkheid de behandeling van faillissementsverzoeken aan te houden en andere verhaalsacties te schorsen en een schuldenaar een tijdelijk betalingsuitstel te verlenen. Ondernemers worden zo behoed voor vermijdbare faillissementen.
Deze vijfde incidentele suppletoire begroting wijzigt de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 in verband met uitgaven inzake coronamaatregelen.
Dit wetsvoorstel heeft tot doel om het tijdelijk karakter te verlengen van twee voorzieningen die in de artikelen 33 en 34 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid zijn opgenomen.
Artikel 33 maakt het mogelijk om in plaats van bloed slijmvlies of sputum van een verdachte of een derde af te nemen voor de uitvoering van een onderzoek dat dient om vast te stellen of de verdachte of derde drager is van COVID-19. Dit is gewenst met het oog op een adequate strafrechtelijke aanpak van de zogeheten coronahoesters en -spugers. Dat zijn mensen die hulpverleners en anderen, zoals conducteurs en caissières, opzettelijk in het gezicht hoesten of spugen of daarmee dreigen en daarbij opmerken dat ze met het coronavirus zijn besmet.
Ook de met artikel 34 gegeven duidelijkheid over de bevoegdheid van de voorzitter van de veiligheidsregio kan zo na 1 september 2020 behouden blijven.
Bij het tot stand brengen van Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid was de gedachte dat de in de artikelen 33 en 34 opgenomen tijdelijke voorzieningen zouden worden omgezet in een permanente regeling. Bij nader inzien is ervoor gekozen om dit nu nog niet te doen, maar eerst te regelen dat de tijdelijkheid van die voorzieningen verlengd kan worden, en op een later moment, in samenhang met de andere tijdelijke regelingen die in het kader van de coronacrisis zijn en worden getroffen, te bezien of en hoe zij een permanent karakter dienen te krijgen.
In de huidige fase van de bestrijding van het coronavirus 2019-nCoV is het aantal ziekenhuisopnames en nieuwe opnames op de IC-afdelingen afgenomen, maar het aantal nieuwe besmettingen in kleine clusters op regionaal gebied neemt toe. Nederland is in een fase terechtgekomen waarin beperkende maatregelen landelijk worden versoepeld, doch regionaal daar waar nodig juist verscherpt. Er is een cruciale rol weggelegd voor de bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD), zo nodig op grote schaal. Daarbij is gezocht naar mogelijkheden om grootschalige bron- en contactopsporing te ondersteunen. Net als in de ons omringende landen is hierbij de keuze gevallen op een zogenaamde notificatieapplicatie (CoronaMelder). Mensen mogen nooit, direct dan wel indirect, door wie dan ook worden gedwongen tot het gebruik van de CoronaMelder of van andere vergelijkbare digitale middelen. Daarom voorziet het wetsvoorstel in een antimisbruik-bepaling. Daarnaast is van belang dat de inzet van de notificatieapp uitdrukkelijk alléén is bedoeld voor de bestrijding van het virus.
Dit wetsvoorstel biedt een basis voor gepaste maatregelen die de komende periode noodzakelijk kúnnen zijn om de epidemie van het coronavirus of een directe dreiging daarvan te bestrijden. Het dient als vervanging van noodverordeningen ter bestrijding van het coronavirus. Daarnaast wordt met dit wetsvoorstel aangesloten bij de bestuurlijke verhoudingen die buiten crisissituaties van toepassing zijn.
Aanvullende spoedvoorzieningen en wetswijzigingen om te zorgen dat de verspreiding van COVID-19 wordt bestreden en dat de impact van dit virus zo beperkt mogelijk blijft. Het wetsvoorstel bevat voorstellen op het gebied van de ministeries van OCW, IenW, JenV en VWS.
Op het gebied van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden vijf voorstellen gedaan.
1 Uitzondering op samenloopverbod artikel 7.8, vijfde lid, van de Erfgoedwet; met dit voorstel wordt de weg vrijgemaakt voor eigenaren van rijksmonumenten om wanneer zij reeds een subsidie ontvangen ook aanspraak te maken op een aanvullende leenfaciliteit wanneer deze in het leven wordt geroepen.
2 Verlengen bevoegdheidstermijn in de WPO en WEC voor leraren in opleiding tot leraar zintuiglijke en lichamelijke oefening
3 Leerresultaten primair onderwijs; een school kan worden beoordeeld als “zeer zwak” indien de leerresultaten onvoldoende zijn en het bevoegd gezag in verband met deze resultaten ook tekortschiet in de naleving van een of meer bij of krachtens WPO gegeven voorschriften. Aangezien er in het schooljaar 2019-2020 geen eindtoetsen zijn afgenomen wordt er hier voorgesteld om de berekening te maken over drie meest recente schooljaren in plaats van over drie achtereenvolgende schooljaren.
4 Inschrijving van (aspirant-)studenten die nog niet aan alle eisen voldoen; een aanpassing van de WHW waardoor het mogelijk wordt voor hogeronderwijsinstellingen om studenten die als gevolg van COVID-19 nog niet (volledig) voldoen aan alle vooropleidings- of toelatingseisen toch in te kunnen schrijven voor een associate degree, bachelor- of masteropleiding bij het instroommoment van 1 september 2020.
5 Compensatie studenten; studenten in hun laatste jaar van hun opleiding kunnen hun vertraging niet in een later stadium inlopen. Voor deze studenten die ook voor het studiejaar 2020-2021 zijn ingeschreven voor hun opleiding en vervolgens in de periode tot eind januari 2021 een mbo-, hbo- of wo-masterdiploma halen is gekozen om een compensatie in te stellen.
Wijziging van de begroting van het ministerie van Financiën voor 2020 vanwege extra geld voor de steunprogramma's van het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Investeringsbank.
Dit wetsvoorstel creëert een grondslag in hoofdstuk 14 van de Telecommunicatiewet om aanbieders van openbare mobiele telecommunicatienetwerken te verplichten informatie te verstrekken aan het Rijksinstituut Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) ter ondersteuning bij de bestrijding van de het coronavirus. Het is voor het RIVM noodzakelijk om drukte en verplaatsingen op bevolkingsniveau te kunnen monitoren. Het gaat nadrukkelijk niet om het volgen maar om het tellen van personen.
Het wetsvoorstel strekt ertoe wijzigingen aan te brengen in de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2020 in verband met compensatie studenten en ondersteuningsmaatregelen onderwijs COVID-19.
Het wetsvoorstel strekt ertoe wijzigingen aan te brengen in de begroting van Koninkrijksrelaties voor het jaar 2020 in verband met de tweede tranche liquiditeitssteun aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het kader van Covid-19.
Wijziging van de begroting van het ministerie van Financiën voor 2020 vanwege de verlenging van coronamaatregelen en de garanties aan het Europees werkloosheidsfonds SURE.
Het wetsvoorstel strekt ertoe wijzigingen aan te brengen in de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2020 in verband met compensatie studenten en ondersteuningsmaatregelen onderwijs COVID-19.
Dit wetsvoorstel wijzigt de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2020 van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII). Het gaat om een extra besteding van in totaal € 2,73 miljoen in 2020 voor respectievelijk het verbeteren van de ferryverbinding tussen Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten (€ 2,0 miljoen), en voor investeringen op het gebied van de watervoorziening op de eilanden (€ 0,73 miljoen).
Het wetsvoorstel is een zogenoemde verzamelwet. Het bevat verschillende voorzieningen en wettelijke aanpassingen die onder andere nodig zijn door veranderde omgangsvormen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus (Covid-19). Het voorstel regelt dat ledenvergaderingen van de Nederlandse Loodsencorporatie en de regionale corporaties tijdelijk via elektronische weg kunnen plaatsvinden. Ook voorziet het in een aanpassing van de regels die gelden voor het uitreiken van exploten door deurwaarders. Daarnaast worden de invorderings- en belastingrente tijdelijk verlaagd om de liquiditeit van ondernemers te ondersteunen. Tenslotte wordt een geconstateerde omissie in de luchtvaartwet BES gerepareerd waarmee het tijdelijk beperken of verbieden van het burgerluchtverkeer boven (gedeelten) van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba voortaan mogelijk is als een ‘Notice to Airman’ (NOTAM).
De impact van de uitbraak van COVID-19 op het economische leven wordt ook gevoeld bij ondernemers met een octrooi of die een octrooi hebben aangevraagd. Met het voorliggend wetsvoorstel is beoogd te voorkomen dat als gevolg van deze impact octrooien of octrooiaanvragen van rechtswege komen te vervallen. Deze tijdelijke voorzieningen zijn ook van toepassing op Curaçao en Sint Maarten. Met deze landen van het Koninkrijk heeft afstemming plaatsgevonden.
Het kabinet stelt 300 miljoen euro extra beschikbaar voor de culturele sector. Met deze steun worden culturele instellingen die van vitaal belang zijn voor de sector, door de financieel zware eerste maanden van de coronacrisis heen geholpen. En hiermee worden ze ook in staat gesteld te investeren in het komende culturele seizoen.
Het wetsvoorstel is een zogenoemde verzamelwet. Het bevat verschillende voorzieningen en wettelijke aanpassingen om het wetgevingsproces, de rechtspraak en het openbaar bestuur zo goed als mogelijk te laten functioneren zolang de beperkingen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus (Covid-19) gelden. Het voorstel regelt onder meer dat fysieke zittingen in gerechtelijke procedures in burgerlijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke zaken tijdelijk via elektronische weg kunnen plaatsvinden. Ook bevat het wetsvoorstel tijdelijke voorzieningen voor de vergaderingen en verslaglegging van rechtspersonen en van verenigingen van eigenaars.
De Nederlandse overheid gaat voor 12 miljard euro kredietverzekeringen garanderen. De overheidsgarantstelling geldt met terugwerkende kracht vanaf januari tot het einde van 2020. De garantie geldt op de eerste 12 miljard euro van de in totaal 44 miljard euro aan kredietverzekeringen die op de Nederlandse markt uitstaan. Dit wetsvoorstel regelt de verwachte gevolgen voor de begroting