Salarissen publieke sector verder aan banden
15 oktober 2014, wetsvoorstel - De salarissen in de (semi-)publieke sector worden verder aan banden gelegd, maar er blijven uitzonderingen mogelijk. Dat beoogt minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) met de vernieuwing van de Wet normering topinkomens (WNT).
Sinds 2013 mogen functionarissen in bijvoorbeeld de zorg- en onderwijssector maximaal 130% van een ministersalaris verdienen. Dat wordt straks teruggebracht naar 100% ofwel €178.000. Kerstens (PvdA) is blij met het wetsvoorstel, omdat de nieuwe bezoldigingsnorm de strengste in Europa wordt. Ook Van Raak (SP) is blij, omdat je door een forse salarisverlaging juist betere mensen krijgt, die niet door geld worden gedreven. Plasterk vindt het niet onredelijk dat het salaris van de eindverantwoordelijke voor de publieke sector, de minister, de norm is voor die sector. Het maximum van ministersalaris is prima, vindt ook Bosma (PVV).
Er is kritiek op de uitzonderingen
Moors (VVD) is blij dat voor sommige functionarissen, net als nu, geen salarisplafond zal gelden. Hij voorziet namelijk knelpunten. Door de nieuwe norm ontstaat volgens hem het risico dat niet altijd genoeg bekwame topfunctionarissen kunnen worden gevonden. Zijn die uitzonderingen wel nodig?, vraagt Van Raak. Wanneer een vacature dreigt niet te worden ingevuld vanwege de salarishoogte, dan kan de ministerraad besluiten een uitzondering te maken, antwoordt Plasterk. Daarover wordt de Kamer elk jaar gerapporteerd. Bisschop (SGP) vraagt zich af of deze uitzonderingsmogelijkheid niet leidt tot willekeur en rechtsongelijkheid. Om diezelfde reden vindt Schouw (D66) dat uitzonderingen duidelijk moeten worden vastgelegd in de wet.
Zitten er onvolkomenheden in de wet?
Enkele leden constateren gaten in de wet. Men kan bijvoorbeeld hoge ontslagvergoedingen afspreken, waarschuwt Bosma. Die zijn volgens Plasterk echter genormeerd op €75.000. Van Raak vindt het kwalijk dat voor interimmers geen salarisplafond geldt. Plasterk studeert op wat een redelijke vergoeding is voor interimmers, maar vindt een hogere beloning voor hen soms gerechtvaardigd. Volgens Schouw breiden sommige topambtenaren hun contract uit van 32 naar 36 uur om de bezoldiging hoog te houden. Iemand mag niet 110% werken, aldus Plasterk. En wat als iemand zich naast zijn dienstverband laat inhuren als dure adviseur?, vraagt Kerstens. De minister antwoordt dat iemand in al zijn rollen niet meer mag verdienen dan de WNT-norm.
De nieuwe wet komt te snel
"Een kommervolle vroeggeboorte", noemt Bisschop dit wetsvoorstel. Hij wijst erop dat de huidige WNT nog geen twee jaar geleden is ingevoerd en dat die nog moet worden geëvalueerd. Hij krijgt bijval van Schouw: waarom niet gewacht op de jaarrapportage? Ook CDA-woordvoerder Van Toorenburg wil eerst de gevolgen van de huidige WNT "scherp op het netvlies" hebben. Volgens haar moeten eerst de bestaande problemen en excessieve beloningen worden aangepakt. Plasterk vindt het invoeringstraject wel zorgvuldig. Hij meldt dat de wet volgend jaar voor het eerst wordt geëvalueerd en daarna om de drie jaar.
De Kamer debatteert op 16 oktober verder over het wetsvoorstel.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.