Motie : Motie van de leden Leijten en Dekker-Abdulaziz over onderzoeken in hoeverre de universele dienstverlening van telefoniediensten verbreed kan worden tot internetdiensten
36 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023
Nr. 65
MOTIE VAN DE LEDEN LEIJTEN EN DEKKER-ABDULAZIZ
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 14 november 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de samenleving in hoog tempo is gedigitaliseerd en de coronacrisis
dit proces verder heeft versneld;
constaterende dat niet iedereen gelijke toegang heeft tot essentiƫle digitale voorzieningen
en middelen;
constaterende dat er naar schatting 2,5 miljoen Nederlanders zijn met onvoldoende
digitale basisvaardigheden, zoals het gebruik van berichtendiensten en de basisomgang
met een computer, en dat ongeveer 3 miljoen Nederlanders onvoldoende digitale en administratieve
vaardigheden hebben, en ruim 5 miljoen volwassen Nederlanders moeite hebben om bewust,
kritisch en actief om te gaan met de sociale digitale media en dat ook bestuurders
van overheden en bedrijven regelmatig beschikken over onvoldoende vaardigheden;
overwegende dat digitale tweedeling dient te worden bestreden en niet verder dient
te worden vergroot;
verzoekt de regering om een onderzoek te doen in hoeverre de universele dienstverlening
van telefoniediensten verbreed kan worden tot internetdiensten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Leijten
Dekker-Abdulaziz
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. Dekker-Abdulaziz, Tweede Kamerlid