Motie : Motie van het lid Six Dijkstra over uitspreken dat de eerste lezing van het wetsvoorstel over het toetsingsverbod in artikel 120 van de Grondwet vóór het verkiezingsreces wordt afgerond
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 139
MOTIE VAN HET LID SIX DIJKSTRA
Voorgesteld 12 juni 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland het enige land in de Europese Unie is waar de Grondwet
burgers geen enkele vorm van rechtsbescherming biedt tegen spijkerharde wetten;
constaterende dat er binnen én buiten de politiek al jarenlang brede consensus bestaat
over de noodzaak om de Grondwet toetsbaar te maken, zie daarvoor de talloze voorbeelden:
– in 2000 – de commissie-Franken;
– in 2006 – de Nationale Conventie;
– in 2010 – de staatscommissie-Thomassen;
– in 2018 – de staatscommissie-Remkes;
– in 2021 – de Venetië-Commissie;
– in 2024 – de Staatscommissie rechtsstaat;
– in 2024 – de parlementaire enquêtecommissie «Blind voor mens en recht», mede naar
aanleiding van het toeslagenschandaal;
constaterende dat het kabinet al een contourennota heeft opgesteld, waarover brede
afstemming heeft plaatsgevonden met de gerechtelijke colleges, en dat deze colleges
het kabinet hebben aangespoord om vaart te maken;
overwegende dat bij een grondwetswijziging op een later moment een tweede lezing zal
plaatsvinden, waarin het wijzigingsvoorstel verder wordt behandeld en in stemming
wordt gebracht;
spreekt uit om de eerste lezing van het wetsvoorstel tot gedeeltelijke opheffing van
het toetsingsverbod in artikel 120 Grondwet ten aanzien van de klassieke grondrechten
uiterlijk vóór het verkiezingsreces af te ronden, zodat na de verkiezingen de tweede
lezing kan plaatsvinden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Six Dijkstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.P.S. Six Dijkstra, Tweede Kamerlid