Schriftelijke vragen : 73 biggen die zijn verdronken in hun eigen mest nadat een verouderde roostervloer het begaf
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over 73 biggen die zijn verdronken in hun eigen mest nadat een verouderde roostervloer het begaf (ingezonden 30 augustus 2023).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat afgelopen week bij twee varkenshouderijen dieren door de roostervloeren
zijn gezakt, waarbij 73 biggen in hun eigen mest zijn verdronken?1
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat twee weken terug vijf koeien in een gierput zijn beland, waarbij
ook het vermoeden bestaat dat deze door een rooster zijn gezakt? Zo ja, kunt u bevestigen
of dit inderdaad de ware toedracht van de val in de gierput was?2
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat afgelopen zondag nog vijf kalfjes door de brandweer uit een
mestput zijn gehaald?3
Vraag 4
Deelt u de mening dat verdrinken in de eigen mest een gruwelijke dood is voor de getroffen
dieren?
Vraag 5
Bent u bekend met de uitspraak in het Algemeen Dagblad van de varkenshouder van het
bedrijf waar de 73 biggen omkwamen dat «Dat stalen deel is verouderd», over de stalen
constructie die het kunststof rooster draagt? Zo ja, hoe beoordeelt u dat?
Vraag 6
Wordt er nader onderzoek ingesteld naar beide varkenshouders en de koeienhouder om
te beoordelen of deze vóór het bezwijken van de roosters al kennis hadden kunnen hebben
van de mogelijk door ouderdom versleten en daardoor levensgevaarlijke constructies
en het hebben nagelaten hier iets aan te doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Staan er nu op genoemde bedrijven nog dieren op mogelijk ondeugdelijke vloeren? Zo
ja, hoeveel en waarom wordt dat risico genomen? Zo nee, wat is er dan gebeurd met
deze dieren?
Vraag 8
Bent u bekend met de uitspraken van veeroosterproducent Gerben Nooyen in het Algemeen
Dagblad dat de omstandigheden in de varkensstal bepalend zijn voor de levensduur van
roosters en dat dat van vele factoren, zoals diepte van de put, luchtstromen, mestplek,
type mest en voerresten, afhankelijk is? Wat vindt u daarvan?
Vraag 9
Welke richtlijnen bestaan er voor het beoordelen van de levensduur van een roostervloer
in een specifieke stal en hoe wordt dit per stal bepaald?
Vraag 10
Herinnert u zich dat uit onderzoek van Varkens in Nood bleek dat de brandweer in 2019
maar liefst 240 keer moest uitrukken om dieren uit mestputten te redden, bijna vijf
keer per week?4
Vraag 11
Wat heeft u sindsdien gedaan om het risico hierop te verminderen?
Vraag 12
Heeft u, gezien het feit dat er nu in zeer korte tijd opnieuw al zeker drie ongelukken
met roostervloeren zijn gebeurd, er voldoende vertrouwen in dat de sector genoeg verantwoordelijkheid
neemt om de deugdelijkheid van deze vloeren te waarborgen?
Vraag 13
Klopt het dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) nog steeds geen handhavingstaak
heeft op bouwtechnische zaken zoals roostervloeren, zoals uw voorganger schreef in
antwoord op schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren in 2018?5
Vraag 14
Klopt het dat er nog steeds geen sanctie staat op het hebben van ondeugdelijke roostervloeren?
Zo ja, waarom niet? Zo nee, wat is die?
Vraag 15
Bent u zich ervan bewust dat varkens zeer zindelijke dieren zijn die van nature ver
van hun lig- en eetplek hun uitwerpselen deponeren?
Vraag 16
Wat vindt u ervan dat we in Nederland tienduizenden varkens houden op onbetrouwbare
constructies boven diepe, open gierputten waarmee het ene na het andere ongeluk gebeurt,
zonder, uitgaande van de antwoorden op de vragen in 2018, enige richtlijnen, vorm
van toezicht of handhaving hierop?
Vraag 17
Vindt u het dierwaardig om zindelijke dieren gedwongen te houden in hun eigen uitwerpselen
en mestdampen? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Vraag 18
Bent u bereid een plan op te stellen voor de snelle uitfasering van diepe mestkelders
onder de stal, aangezien mestkelders waarin mest en urine samen komen onder de stal
zorgen voor giftige staldampen en kans op explosies, stalbranden en instorting?
Vraag 19
Wat gaat u verder doen om te voorkomen dat nog meer dieren in de Nederlandse veehouderij
het droeve lot ten deel valt om in gierkelders te belanden en te verdrinken (of bijna
te verdrinken) in hun eigen uitwerpselen?
Vraag 20
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en binnen de daarvoor geldende termijn beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.