Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over het vrijlaten van twee criminele kopstukken in Dubai
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het vrijlaten van twee criminele kopstukken in Dubai (ingezonden 9 februari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 maart
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederlandse drugsbazen van «superkartel» in Dubai alweer
op vrije voeten, kopstuk Edin G. spoorloos»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u bevestigen dat Edin G. en Zouhair B. op vrije voeten zijn?
Waarom hebben de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten criminele kopstukken
Edin G. en Zouhair B. vrijgelaten?
Antwoord 2 en 3
Over lopende strafrechtelijke procedures kan ik als Minister van Justitie en Veiligheid
geen uitspraken doen. Er is nauw contact met de autoriteiten van de Verenigde Arabische
Emiraten over deze zaken, ook naar aanleiding van deze berichtgeving. In algemene
zin merk ik op dat het in uitleveringsprocedures niet ongebruikelijk is dat personen,
hangende zo’n procedure, onder voorwaarden op vrije voeten worden gesteld.
Vraag 4 en 5
Wat vindt u van de stelling van de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten
dat Nederland het papierwerk te laat zou hebben ingediend, hetgeen uitdrukkelijk weersproken
wordt door het Nederlandse Openbaar Ministerie?
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de autoriteiten van de Verenigde Arabische
Emiraten deze twee criminele kopstukken zo snel mogelijk aanhouden en uitleveren aan
Nederland?
Antwoord 4 en 5
Over lopende strafrechtelijke procedures kan ik geen uitspraken doen. In het algemeen
kan ik aangeven dat mijn ministerie als centrale autoriteit in nauw contact staat
met centrale autoriteiten wereldwijd, om zaken onder de aandacht te brengen en om
er voor te zorgen dat de juiste informatie bij de juiste autoriteiten beschikbaar
is. Bij uitleveringsprocedures is tijdige aanlevering van de juiste documenten aan
de buitenlandse autoriteiten essentieel. In de praktijk werken de politie, het OM,
het Ministerie van Buitenlandse Zaken en mijn departement nauw samen om dit te bewerkstelligen.
Het is vervolgens aan de autoriteiten van het aangezochte land om de nationale (gerechtelijke)
procedures te volgen waarin het uitleveringsverzoek wordt getoetst en ook al dan niet
hier informatie over te naar buiten te brengen.
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat andere landen, zoals de Verenigde Arabische Emiraten,
geen vrijhaven zijn voor criminele kopstukken omdat zij via dergelijke landen uitlevering
aan Nederland kunnen ontlopen?
Antwoord 6
In het kader van de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit is
internationale samenwerking van groot belang. Het is bovendien een gedeeld belang
van vele landen wereldwijd. Samen met diverse partners, zoals politie en OM, zet mijn
ministerie in op intensivering van de strafrechtelijke samenwerking met prioritaire
landen, waaronder de Verenigde Arabische Emiraten, Marokko en Colombia. Onder meer
door het sluiten van bilaterale verdragen op het gebied van rechtshulp en uitlevering
wordt de samenwerking met deze landen verder uitgebouwd. Bilaterale verdragen met
deze landen zijn naar mijn oordeel een onmisbare bijdrage aan de noodzakelijke intensivering
van de internationale strafrechtelijke samenwerking die Nederland in staat moet stellen
nog meer te doen aan de bestrijding van de grensoverschrijdende ondermijnende criminaliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.