Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de recente opkoop van vier Nederlandse gascentrales door Tsjechisch energiebedrijf Energetický a prumyslový holding (EPH)
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de recente opkoop van vier Nederlandse gascentrales door Tsjechisch energiebedrijf EPH van oligarch Křetínský (ingezonden 14 juli 2023).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 4 september 2023).
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met het Tsjechische energiebedrijf EPH van oligarch Daniel Křetínský
(ook bekend van een groot minderheidsbelang in PostNL), en met de twee persberichten
van het bedrijf EPH over de opkoop van vier Nederlandse gascentrales in de eerste
helft van 2023?1,
2,
3
Wat vindt u ervan dat EPH binnen een half jaar 15% van het totale Nederlandse vermogen
aan electriciteitsopwekking heeft opgekocht?
Antwoord 1 en 2
Op basis van artikel 86f van de Elektriciteitswet 1998 is deze wijziging van zeggenschap
getoetst binnen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat door het Bureau Toetsing
Investeringen (BTI) ten aanzien van de risico’s voor de openbare veiligheid en de
voorzienings- en leveringszekerheid. Bij deze toetsing wordt gekeken naar de betrokken
installaties, de achtergrond en structuur van de relevante partijen, de financiële
positie en de intenties en strategie van de overnemende partij. Ik zie geen bezwaar
in de wijziging van de zeggenschap van deze centrales aan de hand van deze toetsing.
Ik verwijs ook naar de beantwoording van de vragen van de leden Kröger (GroenLinks)
en Thijssen (PvdA) over deze materie (2022Z23726, 15 december 2022).
De Autoriteit Consumenten en Markt (ACM) en de Europese Commissie zijn geïnformeerd
over deze overnames waar het de mededinging betreft. Een fusie, een overname of een
joint venture kan mogelijk een negatieve invloed hebben op de mededinging. Zodra deze boven bepaalde
omzetgrenzen uitkomen vindt er concentratiecontrole plaats.
Vraag 3
Hoe zou u deze ontwikkeling op de Nederlandse energiemarkt duiden?
Antwoord 3
Nederland heeft een geliberaliseerde energiemarkt die onderdeel is van een (Noordwest)
Europese markt, op basis van regelgeving afgesproken door de lidstaten van de Europese
Unie. Daar zijn de lidstaten en de energiebedrijven actief op de markt aan gebonden.
Energieproducenten en energieleveranciers zijn vaak private bedrijven. Transmissie-
en distributienetwerken voor elektriciteit en gas zijn in Nederland wettelijk verplicht
direct of indirect volledig in eigendom van Nederlandse overheden. Door de grensoverschrijdende
integratie van de energienetwerken zijn de groothandelsmarkten voor elektriciteit
en gas sterk met elkaar verbonden. Energieproducenten en energieleveranciers concurreren
met elkaar en met bedrijven in Europa en wereldwijd. Het doel hiervan is dat consumenten
verzekerd zijn van betrouwbare energie tegen een betaalbare prijs. Vooralsnog zie
ik geen bezwaar in deze ontwikkelingen.
Vraag 4
Wat vindt u van de conclusie van de Europese bosbeschermingsorganisatie FERN die stelt
met betrekking tot het energiebedrijf EPH dat het een «een koolstofbom in het hart
van Europa» is, aangezien het energiebedrijf een groot aantal kolen-, gas en biomassacentrales
exploiteert, en nieuwe opkoopt, en op het gebied van CO2-uitstoot op de derde plaats in de lijst van Europese energiebedrijven staat, na het
Poolse concern PGE en het Duitse RWE?4
Antwoord 4
Ik constateer dat het Tsjechische energiebedrijf EPH veel CO2 uitstoot en ik vind het noodzakelijk dat deze uitstoot wordt gereduceerd. Via het
ETS-stelsel wordt de CO2-reductie van deze sector afgedwongen. Ook de elektriciteitscentrales waarin EPH zeggenschap
heeft worden via dit stelsel gedwongen om de komende jaren hun uitstoot te verminderen.
Voor biogrondstoffen die worden verbrand in elektriciteitscentrales gelden vanaf 1 januari
2023 nieuwe duurzaamheidseisen die voortvloeien uit Renewable Energy Directive (RED).
Vraag 5
Bent u bekend met de onderzoeksconclusies van Fern waaruit duidelijk wordt dat alleen
al in 2022 EPH en zijn dochterondernemingen waarschijnlijk ongeveer 4,2 miljoen ton
hout hebben verbrand in haar biomassa- en kolencentrales – dit vertegenwoordigt, ter
vergelijking, ruim 75% van de houtoogst in Tsjechië in 2015 (vóór een slechte schorskever-uitbraak)?
Antwoord 5
Ja. Zie ook het antwoord bij vraag 4.
Vraag 6
Wist u dat de verbranding van 4,2 miljoen ton hout leidt tot een koolstofbom van maar
liefst 6,2 miljoen ton CO2 in 2022 die vrijkomt in de lucht? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 6
De CO2-emissies door het gebruik van biogrondstoffen voor energie tellen niet mee voor de
klimaatdoelen, zolang deze biogrondstoffen op duurzame wijze tot stand zijn gekomen.
Dit is in dit geval gereguleerd via eisen in de RED aangaande onder andere duurzaam
bosbeheer, natuurbescherming, biodiversiteit en de lange-termijn productiecapaciteit
van bossen. Als de houtige biogrondstoffen uit bos op een niet-duurzame wijze zou
worden geproduceerd, wordt de netto CO2-emissie wel opgenomen als verandering in het landgebruik onder de LULUCF-verordening.
Vraag 7
Wat vindt u van de verbranding van biomassa van het bedrijf EPH?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 4, 5 en 6. EPH exploiteert overigens geen biomassacentrales
in Nederland, wel in andere lidstaten van de Europese Unie. Al deze biomassacentrales
moeten voldoen aan de duurzaamheidseisen binnen de RED, zoals in het antwoord op vraag
6 is geschetst.
Vraag 8, 9 en 10
Bent u bekend met de publicatie van de Tsjechische milieuorganisatie Re-set over EPH:
«Fossiele hyena», waarin Re-set stelt dat EPH vele kolen- en gascentrales in Europa
opkoopt (onder meer van het Zweedse energiebedrijf Vattenfall en Duitse Uniper), en
een bedreiging voor het klimaat en voor de democratie vormt, dat EPH is begonnen met
het opkopen van oude kolencentrales en vervolgens sluiting van kolencentrales op verschillende
manieren probeert te voorkomen door compensatie te eisen voor sluitingen, en dat deze
financiële bronnen vervolgens opnieuw geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van de
gasinfrastructuur?5
Komt het vaker voor dat partijen oude fossiele infrastructuur opkopen om vervolgens
compensatie te eisen voor het sluiten van deze infrastructuur? Wat is het risico dat
compensatie als verdienmodel wordt gebruikt? Welke rol speelt het Energy Charter Treaty
hierin? Bent u bereid om verder onderzoek te doen naar het risico op compensatie als
onderdeel van een verdienmodel?
Wat vindt u van het feit dat 15% van de capaciteit aan elektriciteitsopwekking in
Nederland in eigendom is van een oligarch? Hoe past dit bij de wens van Nederland
om onze energievoorziening minder afhankelijk te maken van (private partijen uit)
andere landen?
Antwoord 8, 9 en 10
Zie het antwoord op vragen 2 en 3.
Vraag 11
In hoeverre acht u deelname van EPH aan de Nederlandse energiemarkt een bedreiging
voor de uitvoering van het Nederlandse klimaatbeleid en de Nederlandse democratie?
Antwoord 11
Zie de beantwoording van alle vorige vragen. Ik heb op grond van de toetsing die het
Ministerie van EZK heeft uitgevoerd geen aanleiding om de deelname van EPH aan de
Nederlandse energiemarkt te zien als een bedreiging voor de uitvoering van het Nederlandse
klimaatbeleid en de Nederlandse democratie. Ook in mijn antwoord op de Kamervragen
van de leden Kröger (GroenLinks) en Thijssen (PvdA) over deze materie (2022Z23726, 15 december 2022) heb ik aangegeven dat alle bedrijven gebonden zijn aan de vigerende
en toekomstige wet- en regelgeving om onze klimaatdoelen te bereiken, zoals het ETS,
de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en de vele andere Europese en nationale
maatregelen.
Vraag 12
Bent u bekend met de vermelding in het rapport van Re-set dat EPH de gasleiding EUSTREAM
bezit, waardoor Russisch gas vanuit Rusland via Oekraïne naar Europa is getransporteerd,
waardoor EPH als een verbinding tussen Rusland en Europa heeft gefunctioneerd? In
hoeverre vindt u deze verbindingsfunctie een bezwaar bij deelname van EPH aan de Nederlandse
energiemarkt?
Antwoord 12
Ja. Ik ben bekend met het feit dat EPH een minderheidsbelang houdt in de EUSTREAM
gasleiding en dit is meegewogen in de hiervoor aangehaalde toetsing onder artikel
86f Elektriciteitswet. Ik zie geen bezwaar tegen de genoemde verbindingsfunctie.
Er zijn overigens meer pijpleidingen waardoor de afgelopen jaren Russisch gas, al
dan niet via Oekraïne, naar Europa is getransporteerd.
Vraag 13
Wat is, gelet op al het bovenstaande, uw appreciatie van EPH aan de Nederlandse energiemarkt?
Antwoord 13
Zie de beantwoording van alle vorige vragen. Ik heb op grond van de toetsing die EZK
heeft uitgevoerd geen aanleiding om de deelname van EPH aan de Nederlandse energiemarkt
te zien als een bedreiging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.