Schriftelijke vragen : De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het UBO-register
Vragen van het lid Heinen (VVD) aan de Minister van Financiën over de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het UBO-register (ingezonden 23 november 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie
over de Antiwitwasrichtlijn waarin het Hof stelt dat de bepaling dat het grote publiek
in alle gevallen toegang moet hebben tot informatie over de uiteindelijk begunstigden
van vennootschappen van de lidstaten ongeldig is?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie? Erkent
u dat het openbare karakter van het UBO-register (ultimate beneficial owner) een (ernstige)
aantasting is van de grondrechten van burgers, niet beperkt tot wat strikt noodzakelijk
is en tot slot, niet evenredig is met het nagestreefde doel? Waar zijn ondernemers
nu aan toe?
Vraag 3
Hoe heeft u uitvoering gegeven aan het verzoek om voorbereidingen te treffen om kwetsbare
elementen van het UBO-register direct buiten werking te stellen, indien de uitspraak
van het Hof van Justitie is dat elementen van het UBO-register in strijd zijn met
de Europese waarborgen rondom privacy, zoals beschreven in de schriftelijke vragen
van de VVD van 18 februari 2022?2
Vraag 4
Wanneer gaat u opvolging geven aan de aangenomen motie Heinen en Van Dijk over het
onverkort opvolgen van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie?3
Vraag 5
Hoe snel verwacht u de openbare gegevens van het UBO-register definitief af te laten
schermen door de Kamer van Koophandel (KvK)? Wanneer kan de Tweede Kamer een (wets)wijzigingsvoorstel
tegemoetzien?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de eerdere toezegging, om geen boetes of taakstraffen op te
leggen en handhaving alleen risico-gebaseerd plaats te laten vinden gericht op significante
risico’s voor witwassen of andere strafbare activiteiten, tot de uitspraak van het
Hof van Justitie van de Europese Unie van kracht moet blijven tot na het voltooien
van de noodzakelijke (wets)wijzigingen inzake het UBO-register?
Vraag 7
Weet u of boetes of taakstraffen zijn opgelegd die op basis van deze uitspraak niet
opgelegd hadden mogen worden? Zo ja, worden deze ondernemers gecompenseerd?
Vraag 8
Waarom gaat u met de Europese Commissie in overleg om te bezien welke informatieverstrekkingen
wel mogelijk zijn? Wat is uw inzet en kan u toezeggen dat u niet meer informatieverstrekkingen
zal toestaan dan strikt noodzakelijk is op basis van de uitspraak van het Hof van
Justitie van de Europese Unie?
Vraag 9
Kunt u een overzicht geven van informatieverstrekkingen op basis van het UBO-register
in andere Europese landen, welke hebben plaatsgevonden na de uitspraak van het Hof
van Justitie van de Europese Unie? Kunt u garanderen dat Nederland de regels niet
strenger implementeert dan andere landen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Stoffer (SGP),
ingezonden 23 november 2022 (vraagnummer 2022Z22863).
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Indiener
E. Heinen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.