Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het ontbreken van een nationaal zwemdiploma en garanties voor veiligheid en kwaliteit van het zwemonderwijs
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het ontbreken van een nationaal zwemdiploma en garanties voor veiligheid en kwaliteit van het zwemonderwijs (ingezonden 14 maart 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 24 juni 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2296.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de bevindingen van Radar «Zwemonderwijs in Nederland onder de
maat»? Deelt u de mening dat het een slechte zaak is dat heel veel ouders niet weten
dat er geen regels zijn voor de eisen en uitgiftes van zwemdiploma’s? Kunt u uw antwoord
toelichten?1
Antwoord 1
Het is zorgwekkend dat bijna een kwart van de ouders vindt dat zijn of haar kind niet
goed heeft leren zwemmen op de zwemlocatie. Kwalitatief goede zwemles is van groot
belang voor ieder kind.
Echter, wanneer de zwemvaardigheid bij uitgifte van een diploma gegarandeerd is, is
het in de kern geen probleem wanneer ouders niet op de hoogte zijn van de regelgeving
rondom zwemdiploma’s.
Vraag 2
Begrijpt u de grote zorgen van ouders over de kwaliteit van de zwemlessen en de zwemvaardigheid
van hun kinderen?
Antwoord 2
Ik vind dat ouders mogen verwachten dat hun kind kan zwemmen wanneer het een zwemdiploma
heeft behaald. Daarom kan ik mij goed voorstellen dat ouders bezorgd zijn als ze merken
dat dit niet het geval is. Zelfredzaamheid in en om het water is een belangrijke vaardigheid
voor opgroeiende kinderen.
Vraag 3
Vindt u het verantwoord dat er geen regels zijn voor het uitgeven van zwemdiploma’s,
iedereen dus zelf de eisen mag bedenken en diploma’s mag printen, dat zwemonderwijzers
zelf niet gediplomeerd hoeven te zijn om zwemles te geven en kinderen die nog niet
goed genoeg kunnen zwemmen toch een diploma uitgereikt kunnen krijgen?
Antwoord 3
Dat bijna een kwart van de ouders zich zorgen maakt over de kwaliteit van de zwemles
is een signaal dat ik serieus neem. Op dit moment ligt een hoge mate van verantwoordelijkheid
bij de branche zelf om op een verantwoorde wijze zwemles te geven. Mede om die reden
trek ik samen met de branche op om na te denken over manieren waarop de kwaliteit
van zwemles in de toekomst geborgd kan worden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat ouders er op moeten kunnen vertrouwen dat zwemlessen veilig
zijn en kwalitatief goed zijn, en het zwemonderwijs er in ieder geval toe leidt dat
kinderen zich goed kunnen redden in het water, zeker als er een diploma is afgegeven
(bij welke aanbieder dan ook)?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Wat is uw visie op het zwemonderwijs in Nederland en welke stappen gaat u op dit dossier
zetten in deze kabinetsperiode? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
In de verzamelbrief zwemvaardigheid en zwemveiligheid van 19 april 2022 schreef ik
aan de Kamer dat zwemvaardigheid een belangrijk onderdeel is van de Nederlandse (sport)cultuur.
Daarbij ga ik mij inzetten om ieder kind in Nederland in de basisschoolleeftijd in
aanraking te laten komen met zwemles. Waar mogelijk ondersteun ik de branche bij eventuele
drempels die ouders en kinderen ervaren om na die kennismaking zwemles te blijven
volgen.
Vraag 6
Naar welke mogelijkheden kijkt u samen met de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ)
om de kwaliteit van zwemonderwijs in de toekomst te garanderen, zoals u stelt in uw
reactie aan Radar? Kunt u uw antwoord toelichten?2
Antwoord 6
De NRZ verkent wat de voor- en nadelen zijn van verschillende scenario’s van regulering
van zwemonderwijs, te weten:
1. Reguleren fysieke en sociale veiligheid
2. Reguleren bepaald niveau zwemvaardigheid
3. Reguleren bovenstaande in uniform diploma
Het eindproduct van deze exercitie is een afwegingskader waarbij de NRZ beschrijft
wat opbrengsten maar ook de eisen van de verschillende scenario’s zijn. Ook zal bekeken
worden wat overheden en andere (veld)partijen zouden kunnen bijdragen.
Om input voor deze scenario’s op te halen zijn alle zwemlesaanbieders uitgenodigd
om mee te denken, ook de aanbieders die niet zijn aangesloten bij de NRZ.
Vraag 7
Onderzoekt u ook de mogelijkheden om wetgeving op te stellen omtrent het zwemonderwijs,
zodat kinderen en ouders altijd kunnen vertrouwen op goede zwemlessen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 7
In de verdiepingsslag van het sportstelsel van de toekomst verken ik diverse governance-vormen,
inclusief (eventuele) wettelijke verankering daarvan. Zwemles is onderdeel van deze
verdiepingsslag. Deze inspanning loopt parallel aan de brancheconsultatie van de NRZ
(zie antwoord 6).
Vraag 8
Bent u bereid om één Nationaal Zwemdiploma in te voeren, waarbij verschillen in methoden
van zwemlessen mogelijk blijven maar er wel nadrukkelijk eisen aan zwemlesaanbieders
worden gesteld, zodat ouders erop kunnen vertrouwen dat veiligheids- en kwaliteitseisen
in het zwemonderwijs zijn gegarandeerd? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 8
Als uit de brancheconsultatie en de verdiepingsslag blijkt dat één Nationaal Zwemdiploma
benodigd is om de kwaliteit van het zwemonderwijs te garanderen dan ben ik bereid
te onderzoeken op welke wijze dit te realiseren is.
Vraag 9
Bent u bereid om de voorstellen die gedaan zijn in het «Actieplan Zwemvaardigheid
en zwemveiligheid in Nederland, hoe het risico op verdrinkingen te verkleinen» over
te nemen? Zo niet, welke niet, en waarom niet?3
Antwoord 9
Veel van de voorstellen uit «Actieplan
Zwemvaardigheid en zwemveiligheid in Nederland, hoe het risico op verdrinkingen te
verkleinen» worden op dit moment ten uitvoer gebracht of hebben een plek in het Nationaal Plan
Zwemveiligheid 2021–2024 van de NRZ. Dit betreft:
• Geen kind verlaat de basisschool zonder zwemdiploma
• Vangnet in alle gemeenten om kinderen te leren zwemmen
• Betrek en ondersteun goede initiatieven
• Verbeter toezicht bij open water
• Voorlichting en bewustwording
• Breng verdrinkingen beter in kaart
Het voorstel tot herinvoering van schoolzwemmen neem ik niet over. Schoolzwemmen is
geen wettelijke taak voor het onderwijs en daarmee blijft het in de vrije keuzeruimte
van scholen. Als scholen of gemeenten de wens hebben deze vrije ruimte te gebruiken
voor schoolzwemmen juich ik dat toe. Schoolzwemmen is een mooie manier om kinderen
te bereiken die niet vanzelfsprekend in aanraking komen met zwemles.
Om drempels te verlagen voor scholen en gemeenten die graag schoolzwemmen willen aanbieden,
stel ik bestedingsbudget van het sportakkoord beschikbaar en ben ik met de collega
van OCW in overleg of we gemeenten kunnen stimuleren om zwemles onderdeel te laten
zijn van het aanbod van Rijke Schooldag.
Tot slot zal ik op basis van de brede brancheconsultatie van de NRZ en de resultaten
van de verdiepingsslag toekomstig sportstelsel bezien of ik het voorstel om te komen
tot een Nationaal Zwemdiploma al dan niet overneem. Zie ook antwoord 8.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.