Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de veiligheid van het knooppunt Empel
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de veiligheid van het knooppunt Empel (ingezonden 24 oktober 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 31 oktober
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat er, op de plek van het noodlottige ongeluk, voor het
ongeval van Sanne en Hebe al meerdere ongelukken gebeurden?1
Antwoord 1
Ja, hier ben ik mee bekend. Verkeersongevallen met een dodelijke afloop zoals het
ongeval waarbij Sanne en Hebe zijn omgekomen, zijn helaas nog steeds een harde realiteit
op ons wegennet en dat betreur ik zeer. Het persoonlijk leed dat door dodelijke ongevallen
wordt aangericht, is niet in woorden uit te drukken.
In de verbindingsboog bij knooppunt Empel, de plek van het noodlottige ongeval, vonden
de afgelopen 4 jaar gemiddeld 8 ongevallen per jaar plaats. Het ongeval met Sanne
en Hebe is het eerste ongeval in de afgelopen 10 jaar in de verbindingsboog bij knooppunt
Empel waarbij een dodelijke afloop is te betreuren.
Vraag 2
Welke maatregelen zijn er genomen in de bocht van het knooppunt Empel, waar de A59
en de A2 samenkomen, nadat er sinds de aanleg in 2009 meerdere ongelukken gebeurden
en zeker twee keer eerder automobilisten in het water belandden? Graag een gedetailleerd
antwoord hoe geprobeerd is om nieuwe ongelukken- en daarmee nieuwe slachtoffers te
voorkomen.
Antwoord 2
Bij de aanleg van het knooppunt Empel in 2009 heeft Rijkswaterstaat (RWS) borden geplaatst
die waarschuwen voor een bocht, gecombineerd met een adviessnelheid van 90 km/u. Verder
staan er zogenoemde bochtschildborden in de bocht om de weggebruiker te attenderen
op de verkeerssituatie ter plaatse. In 2021 is door RWS aan de rechterzijde van de
weg (de andere kant van waar de auto is aangetroffen) een extra geleiderail geplaatst.
Dit is gedaan om het risico dat voertuigen de geleiderail kunnen oprijden, en daarmee
naast de weg belanden, te verkleinen.
Naast het plaatsen van de extra geleiderail aan de rechterzijde van de weg zijn er
sinds de aanleg in 2009 geen aanvullende maatregelen getroffen voor de verkeersveiligheid
op het knooppunt Empel.
De betreffende verbindingsboog in knooppunt Empel komt in de jaarlijkse uitgevoerde
analyse «Veilig over Rijkswegen» niet naar voren als een locatie met een verhoogde
ongevallenconcentratie2. Deze analyse wordt gebruikt om binnen het impulsprogramma Meer Veilig3 een prioritering te maken om met de beschikbare middelen het grootste aantal verkeersslachtoffers
te voorkomen. De beschikbare middelen van Meer Veilig bieden niet de ruimte om alle
locaties langs het hoofdwegennet aan te pakken. De verbindingsboog in knooppunt Empel
maakt daarom geen deel uit van het programma Meer Veilig.
Verder geldt dat dit weggedeelte voldoet aan de benodigde breedte van de obstakelvrije
zone van 10 meter. Deze breedte is gebaseerd op onderzoekresultaten4, waaruit blijkt dat bij een maximumsnelheid van 90 à 100 km/u 80 à 90 procent van
de uit de koers geraakte voertuigen niet verder dan 10 meter de berm indringt. Als
er in dat geval binnen 10 meter vanaf de rijbaan een obstakel (zoals een boom of watergang)
aanwezig is, moet deze worden verwijderd. Indien dat niet mogelijk is, dient het obstakel
te worden afgeschermd met een geleiderail. RWS heeft deze inzichten opgenomen in de
ontwerprichtlijnen voor nieuwbouw en groot reconstructie5. Voor de situatie op de A59, waar het noodlottige ongeval heeft plaatsgevonden, geldt
dat de ontwerpsnelheid 90 km/u bedraagt en dat de afstand tot de watergang 18 tot
20 meter is. Daarom is hier tijdens de aanleg geen geleiderail geplaatst.
Tegelijkertijd worden de betreffende ontwerprichtlijnen door de jaren heen herzien
aan de hand van de meest recente inzichten op gebied van verkeersveiligheid. Voor
het weggedeelte waar het ongeval heeft plaatsgevonden zou, volgens de huidige ontwerprichtlijn6, de reeds aanwezige geleiderail doorgetrokken moeten worden bij nieuwbouw of grootschalig
reconstructie, omdat de afstand naar de eerstvolgende geleiderail minder dan 200 meter
bedraagt. Dit heeft als doel te voorkomen dat een uit de koers geraakt voertuig achter
de geleiderail langs kan rijden en zo alsnog in aanrijding kan komen met een afgeschermd
obstakel.
Aanscherpingen in de richtlijnen kunnen echter niet altijd direct worden doorgevoerd
op alle bestaande situaties7. Het is niet uitvoerbaar om bij elke aanpassing van de norm het volledige wegennet
direct naar de meest recente inzichten om te bouwen. Voor bestaande situaties geldt
daarom dat maatregelen worden doorgevoerd bij de eerstvolgende nieuwbouw of grootschalige
reconstructie. Uiteraard kan bij een onveilige situatie de afweging worden gemaakt
voor snellere aanpassing, bijvoorbeeld in het kader van het impulsprogramma Meer Veilig.
De doortrekking van de geleiderail langs de verbindingsboog in het knooppunt Empel
heeft nog niet plaatsgevonden, omdat het knooppunt sinds 2009 niet onderhevig is geweest
aan een grootschalige reconstructie en, zoals eerder aangegeven, deze locatie evenmin
bij het programma Meer Veilig naar voren is gekomen als locatie met verhoogde ongevallenconcentratie.
Vraag 3
Heeft u de bereidheid om het knooppunt na het noodlottige onderzoek op verkeersveiligheid
te onderzoeken, onder andere waarom daar een vangrail ontbreekt? Zo ja, wilt u de
Kamer over de uitkomsten informeren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Gezien de impact van dodelijke ongevallen is het altijd van belang om lessen te trekken
die de kans op dergelijke noodlottige ongelukken kunnen verkleinen. Na afloop van
een dodelijk ongeval analyseert RWS daarom altijd de rol van de infrastructuur bij
het ontstaan en de invloed van de infrastructuur op de afloop van een ongeval. Deze
kennis wordt betrokken bij het actualiseren van richtlijnen en het prioriteren van
maatregelen binnen de daarvoor beschikbare middelen.
De politie doet nog onderzoek naar de oorzaak en omstandigheden van het incident.
Mocht uit het lopende politieonderzoek en/of de ongevalsanalyse van RWS nieuwe informatie
komen met betrekking tot de rol van de weginrichting bij het ongeval, zal hier uiteraard
opvolging aan gegeven worden. In dat geval zal uw Kamer geïnformeerd worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.