Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de ontwikkelingen rondom de landsadvocaat
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de ontwikkelingen rondom de landsadvocaat (ingezonden 20 mei 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties(ontvangen 29 juni 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3081
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het Bureau Financieel Toezicht (BFT), de
toezichthouder op o.a. het notariaat, heeft besloten om geen juridische bijstand meer
af te nemen bij het kantoor van de landsadvocaat?1
Antwoord 1
Ja, ik heb hiervan kennis genomen.
Vraag 2
Herinnert u de eerdere vragen over de fraudezaak bij Pels Rijcken en het feit dat
het BFT voor juridische bijstand gebruik maakte van de diensten van Pels Rijcken?2 Herinnert u ook uw antwoord op vraag 13, namelijk dat het BFT zou hebben aangegeven
vooralsnog geen noodzaak te zien om voorzieningen te treffen voor het inroepen van
een ander kantoor voor juridische bijstand dan Pels Rijcken? Zo ja, kunt u aangeven
wat er veranderd is sindsdien waardoor het BFT er nu wel voor kiest om niet langer
een beroep te doen op Pels Rijcken voor juridische bijstand?
Antwoord 2
Ja, ik herinner me de beantwoording van de genoemde vragen en meer specifiek de vraag
over de juridische bijstand van het BFT door Pels Rijcken. In 2014 sloot het BFT een
tijdelijk raamcontract af met de Landsadvocaat voor bepaalde juridische dienstverlening,
welk contract een aantal keer is verlengd. Nu op 1 juli a.s. het contract met Pels
Rijcken afloopt, is dit voor het BFT aanleiding om te evalueren en te beslissen of
verlenging in de rede ligt. Het BFT heeft in het verleden een aantal keer gebruik
gemaakt van de juridische dienstverlening van Pels Rijcken, in de regel voor kwesties
niet samenhangend met zijn toezichtstaak. Het BFT wil voor de toekomst per kwestie
bekijken, of, en zo ja, welk advocatenkantoor wordt ingeschakeld. Daarbij kan nog
steeds een beroep gedaan worden op Pels Rijcken. Voor de handhaving van overtredingen
blijft het BFT gebruik maken van zijn eigen gekwalificeerde juristen.
Vraag 3
Zijn er nog andere kantoren waarvan het BFT juridische diensten afneemt, maar waar
zij ook toezicht op houdt in haar rol als toezichthouder op het notariaat? Zo ja,
welke en vindt u het in zijn algemeenheid wenselijk dat een toezichthouder diensten
afneemt van een organisatie waar ze ook toezicht op houdt?
Antwoord 3
Het BFT neemt momenteel geen juridische diensten van andere kantoren af die onder
zijn toezicht staan. Zoals reeds eerder is beantwoord, maakt het BFT uitsluitend gebruik
van de advocaten van Pels Rijcken, met name ten aanzien van algemene juridische kwesties
(zoals met betrekking tot de Wet open overheid en civielrechtelijke aansprakelijkheid)
en arbeidsrechtelijke vraagstukken. Bij gerechtelijke procedures bij tuchtkamers of
in het kader van bestuursrechtelijke procedures doet het BFT in beginsel zijn eigen
vertegenwoordiging.
Het BFT benadrukt dat het als toezichthouder op onder andere het notariaat geen juridische
diensten afneemt van beroepsbeoefenaren vallende onder zijn toezicht, noch van notarissen
van Pels Rijcken noch van andere notariskantoren.
Vraag 4
Zou het niet goed zijn om, in het verlengde van het contract wat nu met Pels Rijcken
is overeengekomen over te leveren advocatendiensten aan de Staat, ook strengere eisen
te stellen aan kantoren waar de Staat notariële diensten afneemt; zeker gezien het
feit dat de Staat slachtoffer is geworden van frauduleuze praktijken gelegen in het
notariaat en niet eens zozeer in de advocatuur? Zo ja, wanneer kan de Kamer deze strengere
eisen tegemoet zien?
Antwoord 4
Zoals ik in mijn brief van 16 mei jl. schreef, zullen onderdelen van de Staat die
notariële diensten afnemen bij het kantoor van de landsadvocaat, voor zover nodig,
voor de korte termijn op zoek gaan naar één of meer aanbieders van notariële diensten.
Zij zullen hierbij zo mogelijk rekening houden met de strengere eisen in het contract
met de landsadvocaat. Of, en welke van, deze eisen in het concrete geval gesteld kunnen
worden aan een notariskantoor, zal samenhangen met de aard van de opdrachtverlening
alsook van het aantal opdrachten die de verschillende onderdelen van de Staat bij
een aanbieder afnemen. Voor de langere termijn heeft het kabinet advies gevraagd aan
de commissie Silvis over de vraag of de eisen die relevant zijn voor advocatendiensten
ook aan een notariële dienstverlener gesteld zouden kunnen worden. Naar aanleiding
hiervan zal het kabinet bezien hoe de notariële dienstverlening aan de Staat op de
langere termijn dient te worden ingericht.
Vraag 5
Klopt het dat geen van de leden van de door u ingestelde commissie Silvis specifieke
notariële deskundigheid heeft? Zo ja, hoe rijmt u dat met het gegeven dat één van
de opdrachten van de commissie is om te bekijken of en zo ja welke eisen aan notariële
dienstverleners opgelegd zouden moeten worden als zij door de Staat worden ingeschakeld
voor notariële diensten? Bent u alsnog bereid te bekijken of alsnog een lid met notariële
deskundigheid aan de commissie Silvis kan worden toegevoegd?
Antwoord 5
Ja, dat klopt. Of het, gelet op de wens van het kabinet tot uitbreiding van de opdracht,
noodzakelijk is een lid met specifieke notariële expertise te benoemen, is bij de
bespreking van de samenstelling van de commissie met de (destijds beoogd) voorzitter
besproken. Daarbij is overwogen dat het zwaartepunt van de opdracht ligt op het vlak
van advocatendiensten. De commissie onderzoekt onder meer in hoeverre de eisen die
inhoudelijk en procedureel minimaal gesteld zouden moeten worden aan een of meer (markt)partij(en)
om advocatendiensten aan de Staat bij die partij(en) te beleggen, op overeenkomstige
wijze relevant kunnen zijn voor notariële dienstverlening aan de Staat. Daarbij wordt
ook een beschrijving verlangd van de beperkingen die het ambt van notaris in dit verband
met zich meebrengen. Enkele leden van de commissie hebben vanuit hun ervaring als
advocaat ervaring bij een kantoor dat ook notariële dienstverlening aanbiedt. De commissie
kan voor zover nodig externe expertise inschakelen, hetzij in mondeling overleg met
relevante deskundigen op dit terrein dan wel door een gericht aan een deskundige door
de commissie gevraagde rapportage. Ik heb aan de voorzitter aangegeven dat als de
commissie op enig moment tot het oordeel zou komen dat benoeming van een extra lid
met specifieke notariële deskundigheid noodzakelijk zou zijn om de opdracht goed uit
te voeren, ik daartoe zal overgaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.