Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de verplichte vaccinatie voor militairen
Vragen van het lid Van Haga (FvD) aan de Minister van Defensie over de verplichte vaccinatie voor militairen (ingezonden 6 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie), mede namens de Minister van Defensie
(ontvangen 7 mei 2021).
Vraag 1
Klopt het dat er een lijst bestaat waarop verplichte vaccinaties voor militairen zijn
vastgelegd? Zo ja, klopt het dat de vaccins tegen COVID-19 onderdeel zijn van de betreffende
lijst van verplichte vaccinaties voor militairen?
Antwoord 1
Aan het militair personeel kan de Minister onder bepaalde omstandigheden vanwege het
waarborgen van de inzet van de krijgsmacht een vaccinatie verplichting opleggen. Dit
is geregeld in de Wet Immunisatie Militairen (WIM). Alvorens deze verplichting op
te leggen, vragen wij hiertoe op grond van artikel 3 van de WIM altijd eerst advies
aan de Commissie Deskundigen Immunisatie Militairen (CDIM). Voor vaccinatie tegen
COVID-19 is advies ingewonnen en dit is overgenomen, namelijk deze vaccinatie voorlopig
niet verplichtend op te leggen aan alle militairen, maar dat vaccinatie van uit te
zenden militairen onder omstandigheden dermate belangrijk kan zijn dat dit verplicht
moet kunnen worden opgelegd. Daarom is, na bespreking met de Centrales van Overheidspersoneel,
gekozen voor een zelfstandige (tijdelijke) regeling voor vaccinatie tegen COVID-19
en niet voor opname in de Regeling Immunisatie Militairen 2002 (RIM2002).
In de RIM2002 staat een overzicht van ziektes waartegen alle militairen verplicht
gevaccineerd moeten zijn en een lijst met ziektes waartegen zij onder bepaalde voorwaarden
verplicht kunnen worden zich te laten vaccineren. Deze regeling is onderdeel van de
rechtspositie van de militair en wordt regulier toegepast. De Tijdelijke regeling
vaccinatie COVID-19 biedt de Minister van Defensie de mogelijkheid om militairen te
verplichten zich te laten vaccineren tegen COVID-19, indien zij voor de vervulling
van de dienst buiten Nederland verblijven en waarbij niet-gevaccineerde militairen
een significant gezondheidsrisico lopen wanneer zij ziek zouden worden door COVID-19
en dit een verhoogd risico oplevert voor de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht.
Immers, de operationeel geneeskundige keten in het inzetgebied is niet ingericht op
COVID-19 zorg. Daarnaast is de zorg in het gastland kwalitatief en kwantitatief meestal
niet ingericht op extra COVID-19 patiënten. Bovendien is de medische repartiering
uit een inzetgebied in het geval van een COVID-19 besmetting zeer bewerkelijk.
Vraag 2
Klopt het dat wanneer militairen een COVID-19 vaccinatie weigeren, zij niet op uitzending
mogen gaan en dus dienstongeschikt kunnen worden verklaard, wat kan leiden tot ontslag?
Antwoord 2
Zie gecombineerd antwoord bij vraag 5.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de onrust binnen Defensie betreffende de directe of indirecte
verplichting tot het nemen van een COVID-19 vaccin?
Antwoord 3
Ik sluit niet uit dat na aankondiging van de tijdelijke regeling er kritische vragen
over COVID-19 vaccinatie zijn gesteld. In zowel de communicatie door commandanten
als op het Defensie intranet wordt hier aandacht aan besteed.
Vraag 4
Kunt u de onrust bij militairen wegnemen door te bevestigen dat er op dit moment geen
sprake is van een verplichte vaccinatie tegen COVID-19, en hier in de toekomst ook
geen sprake van zal zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De Tijdelijke regeling vaccinatie COVID-19 biedt de Minister van Defensie de mogelijkheid
om militairen te verplichten zich te laten vaccineren tegen COVID-19, indien zij voor
de vervulling van de dienst buiten Nederland verblijven en waarbij niet-gevaccineerde
militairen een significant gezondheidsrisico lopen wanneer zij ziek zouden worden
door COVID-19 en dit een verhoogd risico oplevert voor de operationele inzetbaarheid
van de krijgsmacht. Er zijn op dit moment tien missies waarvoor de Minister van Defensie
heeft besloten dat de militairen verplicht tegen COVID-19 gevaccineerd moeten zijn.
Het is niet uit te sluiten dat hier nog andere inzet van militairen in het buitenland
aan wordt toegevoegd.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat er eveneens geen sprake zal zijn van een indirecte vaccinatieplicht
voor militairen, bijvoorbeeld door militairen niet op uitzending te laten gaan wanneer
zij besluiten geen COVID-19 vaccin te nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Een besluit om op basis van de Tijdelijke regeling vaccinatie COVID-19 een verplichting
op te leggen is met waarborgen omkleed. Per dienstverrichting in het buitenland wordt
een afzonderlijk besluit genomen, op basis van deskundig advies. Een militair die
een beroep doet op gewetensbezwaren tegen immunisatie op gronden ontleend aan godsdienst,
levensbeschouwing of zedelijke overtuiging, óf als de gezondheidstoestand daartoe
aanleiding geeft, kan een met redenen omkleed verzoekschrift tot het verkrijgen van
vrijstelling indienen (WIM art. 5 en 6). Vaccinatie blijft dan achterwege totdat definitief
op het verzoekschrift is beslist. Wanneer een militair een opgelegde plicht tot vaccinatie
weigert, zal de verantwoordelijk militair arts in principe een niet-inzetbaarheidsadvies
afgeven. Een dergelijk niet-inzetbaarheidsadvies leidt niet tot dienstongeschiktheid
en ontslag, maar wel tot uitzendongeschiktheid voor die specifieke inzet in het buitenland.
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de onrust binnen Defensie betreffende de mogelijke bijwerkingen
van de COVID-19 vaccins? Zo ja, wat gaat u doen om deze onrust weg te nemen?
Antwoord 6
Defensie informeert haar personeel en volgt de richtlijnen en aanwijzingen van het
RIVM. Op het Defensie intranet zijn pagina’s ingericht met antwoorden op de meest
gestelde vragen. Wanneer militairen andere vragen hebben over de COVID-19 vaccins
kunnen zij deze altijd voorleggen aan de gezondheidscentra binnen Defensie. Overigens
kan de militair op grond van artikel 5 of 6 van de Wet immunisatie militairen een
verzoek tot vrijstelling van een verplichting tot vaccinatie indienen.
Vraag 7
Bent het ermee eens dat, zolang er sprake is van onzekerheid over de werkzaamheid
en de langetermijngevolgen van de vaccins tegen COVID-19, het onethisch zou zijn om
militairen de verplichting tot vaccinatie op te leggen, indien zij op uitzending willen
gaan?
Antwoord 7
Op basis van medische en operationele adviezen wordt telkens een zorgvuldige afweging
gemaakt tussen het grondrecht van de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam en
de mogelijkheid die de Wet Immunisatie Militairen en de daarvan afgeleide regelingen
bieden om vaccinaties voor militairen te verplichten. De Tijdelijke regeling vaccinatie
COVID-19 biedt de Minister van Defensie de mogelijkheid om militairen te verplichten
zich te laten vaccineren tegen COVID-19, indien zij voor de vervulling van de dienst
buiten Nederland verblijven en waarbij niet-gevaccineerde militairen een significant
gezondheidsrisico lopen wanneer zij ziek zouden worden door COVID-19 en dit een verhoogd
risico oplevert voor de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht. Immers, de
operationeel geneeskundige keten in het inzetgebied is niet ingericht op COVID-19
zorg. Daarnaast is de zorg in het gastland kwalitatief en kwantitatief meestal niet
ingericht op extra COVID-19 patiënten. Bovendien is de medische repartiering uit een
inzetgebied in het geval van een COVID-19 besmetting zeer bewerkelijk. Met een verplichting
tot vaccinatie neemt Defensie haar verantwoordelijkheid dergelijke risico’s te mitigeren,
waarmee de inzetbaarheid van individuele militair en zijn of haar team én de uitvoering
van de missie zoveel als mogelijk worden geborgd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie -
Mede namens
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.