Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra, Aukje de Vries en Veldman over de problematiek rondom bemanningswisselingen en vaccinatie van zeevarenden
Vragen van de leden Remco Dijkstra, Aukje de Vries en Veldman (allen VVD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de problematiek rondom bemanningswisselingen en vaccinatie van zeevarenden (ingezonden 3 maart 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 maart
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «In gesprek met «Havenvrouw van het Jaar» Annet Koster»
in Maritiem Nederland van februari 2021?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat niet op alle buitenlandse luchthavens of in de
buurt daarvan (snel)testmogelijkheden beschikbaar zijn?
Antwoord 2
Ja. Hoewel inmiddels op veel buitenlandse luchthavens of in de nabijheid daarvan antigeensneltesten
beschikbaar zijn, is dit zeker niet in alle landen het geval.
Vraag 3
Begrijpt u dat dit voor onmogelijke uitdagingen zorgt voor zeevarenden, nu zij in
bepaalde gevallen drie uur van tevoren op de luchthaven aanwezig moeten zijn en daarmee
de tijdsduur van het bewijs van de negatieve coronatest al verlopen is op het moment
dat men aan boord van het vliegtuig stapt?
Antwoord 3
Ik begrijp dat de huidige testvereisten op sommige luchthavens in de wereld tot problemen
kunnen leiden. Het OMT heeft in haar 100e advies (12 februari jl.) aangegeven dat een negatieve antigeensneltest een geldigheid
heeft van 24 uur. Gelet op dat advies en de problematiek in de uitvoering, heeft het
kabinet besloten dat de sneltesttermijn van vier uur verlengd kan worden naar 24 uur.
Vraag 4
Hoe kijkt u aan tegen de mogelijkheid om bij aankomst in Nederland een sneltest af
te nemen indien geen (snel)testcapaciteit in de buurt van de luchthaven van vertrek
is?
Antwoord 4
Het kabinet is van mening dat het een betere keuze is om reizigers voorafgaand aan
hun vliegreis te laten testen in plaats van achteraf. De antigeentest is ingevoerd
om – in aanvulling op de verplichte NAAT/PCR-test -de risico’s op de import van het
COVID-virus vanuit hoogrisicogebieden verder in te perken. Met een verplichte antigeentest
voor vertrek wordt ook de kans op besmetting aan boord van het vliegtuig verder gemitigeerd.
Er zijn weinig handhavingsmogelijkheden indien een reiziger een verplichte test bij
aankomst weigert. Een Nederlands ingezetene of EU/Schengenburger kan vervolgens niet
de toegang tot Nederland worden ontzegd. Met de huidige verplichte antigeentest moet
iedere reiziger uit een hoogrisicogebied een negatieve antigeensneltestuitslag laten
zien om toegang tot het vliegtuig of passagiersschip te krijgen. Zie ook het antwoord
op vraag 3.
Vraag 5
Welke andere mogelijkheden ziet u om ervoor te zorgen dat bemanningswisselingen vlot
doorgang kunnen (blijven) vinden?
Antwoord 5
Het kabinet blijft zich maximaal inzetten om bemanningswisselingen in Nederland doorgang
te kunnen laten blijven vinden. Ik heb uw Kamer per brief van 9 november 2020 (Kamerstukken
31 409, nr. 304)) geïnformeerd over de toenmalige situatie met betrekking tot bemanningswisselingen
en wat Nederland er aan doet om die mogelijk te blijven maken. De inhoud van deze
brief is nog steeds actueel, evenals de Nederlandse situatie voor bemanningswisselingen.
Zoals ik daarnaast aangaf in het antwoord op vraag 3, heeft het kabinet besloten om
de termijn voor de antigeensneltest te verruimen naar 24 uur. Hiermee wordt de vlotte
doorgang van bemanningswisselingen geborgd.
Vraag 6
Herkent u de problematiek rondom vaccineren waar zeevarenden mee te maken hebben?
Antwoord 6
Ja, ik herken dat het vaccineren van zeevarenden, vanwege o.a. hun internationale
samenstelling en wereldwijde reisbewegingen, bijzondere uitdagingen oplevert. Hierover
zijn we met de sector in gesprek.
Vraag 7
Bent u op de hoogte van het feit dat er bijvoorbeeld op de Filipijnen op zijn vroegst
waarschijnlijk pas in 2023 gestart zal worden met vaccineren?
Antwoord 7
Op basis van informatie van de Nederlandse ambassade ter plaatse is mijn beeld dat
in de Filipijnen naar verwachting op korte termijn zal worden gestart met vaccineren
(o.a. via COVAX), maar dat volledige vaccinatie mogelijk pas in 2023 het geval zal
zijn.
Vraag 8
Hoe gaan andere landen om met dit vraagstuk? In hoeverre vindt in internationaal verband
overleg hierover plaats?
Antwoord 8
De vaccinatiestrategie is een nationale aangelegenheid. In EU verband is het vaccineren
van zeevarenden onderwerp van gesprek met het oog op het uitwisselen van goede praktijken.
Gelet op de bijzondere karakteristieken van deze beroepsgroep (langdurige periode
-maximaal 11 maanden- werkzaam op het schip; geen adequate medische voorzieningen
op het schip of in de nabijheid bij een eventuele uitbraak; niet op afroep beschikbaar
bij een oproep voor een eerste en herhalingsvaccinatie) wordt verkend op welke wijze
zeevarenden in de nationale vaccinatiestrategieën passen. Verder heeft de Europese
Commissie recent aangekondigd later deze maand met een wetgevend voorstel te komen
dat als juridische basis moet dienen voor het gebruik van vaccinatiebewijzen voor
internationale reizen. Hierbij wordt ook gekeken naar een bewijs voor de groep personen
die nog niet gevaccineerd is of reeds COVID-19 heeft gehad.
Vraag 9
Hoe kijkt u aan tegen de eventuele mogelijkheid voor de zeevaart om vaccinatie privaat
te regelen?
Antwoord 9
Voor de uitvoering van de COVID-19 vaccinatiecampagne heeft het kabinet afspraken
gemaakt met de GGD’en, huisartsen, ziekenhuizen en instellingsartsen. In de basis
zijn deze partijen verantwoordelijk voor de uitvoering van de vaccinatiecampagne.
Daarnaast hebben ook andere (private) partijen zich aangeboden om ondersteuning te
bieden bij de vaccinaties en bij andere werkzaamheden die nodig zijn om de vaccinaties
goed te laten verlopen. De uitvoerende partijen maken zelf de afweging of en hoe zij
gebruikmaken van de vele aanbiedingen voor extra personeel.
Ook voor de groepen Nederlanders die moeilijker te bereiken zijn, zoals bijvoorbeeld
de zeevarenden, geldt het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de
bestaande vaccinatiestrategie en de bestaande routes. Het RIVM onderzoekt op dit moment
met relevante partijen in hoeverre bepaalde groepen, zo ook zeevarenden, in staat
zijn om van deze routes gebruik te maken. Hier zijn ook de Koninklijke Vereniging
van Nederlandse Rederijen (KNVR) en Nautilus International, de vakbond voor zeevarenden,
en de ministeries van VWS en IenW bij betrokken. Indien hieruit blijkt dat de bestaande
uitvoeringspartijen deze groep niet kunnen vaccineren, kan het RIVM de afweging maken
of een andere (private) partij wordt betrokken om deze groep te vaccineren.
Vraag 10
In hoeverre bent u in gesprek met de sector om bovengenoemde problemen op te lossen?
Kunt u de Kamer over de vorderingen van deze gesprekken informeren?
Antwoord 10
Ik spreek samen met VWS regelmatig met de sector over de knelpunten gerelateerd aan
COVID-19. Ik zal uw Kamer informeren op het moment dat er met betrekking tot bovenstaande
punten nieuwe ontwikkelingen zijn.
Vraag 11
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk van elkaar en voor het eerstvolgende coronadebat
(10 maart a.s.), beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.