Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024 (Kamerstuk 36740-IV)
2025D28731 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben enkele fracties de behoefte
                  een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Binnenlandse Zaken
                  over onder meer het Jaarverslag en Slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2024 (Kamerstuk
                  36 740 IV, nr. 1).
               
De voorzitter van de commissie,
O. van Dijk
Adjunct-griffier van de commissie,
Van der Graaf
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng van de leden van de PVV-fractie
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
II.
Reactie van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
III.
Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Inbreng van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de Slotwet 2024 voor
                  de begrotingshoofdstukken Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H). Zij constateren
                  dat er opnieuw sprake is van aanzienlijke slotverschillen tussen begroting en realisatie.
               
Zo blijkt uit de stukken onder meer dat er sprake is van een wisselkoerstegenvaller
                  van circa € 10,7 miljoen en van € 2,9 miljoen aan extra verplichtingen binnen het
                  BES-fonds. Deze verplichtingen zijn veelal meerjarig van aard en zijn aangegaan zonder
                  voorafgaande budgettaire dekking. Daarnaast is de subsidie aan de Omgevingsdienst
                  Nederland (€ 1,7 miljoen) niet op een structureel budget ingepast binnen het jaar
                  2024. Voornoemde leden vinden het zorgelijk dat dergelijke meerjarige verplichtingen
                  zonder voorafgaande dekking telkens via slotwetten worden rechtgezet, waarmee de begrotingsdiscipline
                  wordt uitgehold.
               
Aan de ontvangstenzijde valt op dat de inkomsten lager zijn uitgevallen dan geraamd,
                  met als voornaamste oorzaak de herfinanciering van coronaleningen aan Curaçao en Aruba
                  tegen aanzienlijk lagere rentetarieven. Voor Curaçao is de rente verlaagd van 5,1%
                  naar 3,4%; voor Aruba van 6,9% naar 5,1%.
               
De aan het woord zijnde leden merken op dat de renteverlaging voor Aruba reeds is
                  doorgevoerd, terwijl de bijbehorende rijkswet voor financieel toezicht, die uiterlijk
                  op 1 mei 2025 afgerond had moeten zijn, nog altijd niet is vastgesteld. De deadline
                  is inmiddels verstreken, maar tot op heden is er geen bestuurlijk akkoord bereikt
                  en geen afgerond wetsvoorstel ingediend. Deze leden hebben zich altijd uitgesproken
                  tegen het verlenen van financiële voordelen zonder voorafgaande wetgeving die toezicht
                  en hervormingen waarborgt. De vraag dringt zich op waarom het kabinet desondanks is
                  overgegaan tot een rentekorting voor Aruba.
               
Daarnaast maken de leden van de PVV-fractie zich ernstige zorgen over de situatie
                  op Curaçao. De regering van Curaçao heeft geen financiële voorzieningen getroffen
                  voor de aflossing van de coronalening die op 15 oktober 2025 afloopt, terwijl dit
                  moment al jarenlang bekend is. In plaats van te reserveren voor deze aflossing, heeft
                  de Curaçaose regering in aanloop naar de verkiezingen van maart 2025 fors uitgegeven,
                  ogenschijnlijk met het doel de kiezer op uiteenlopende manieren te plezieren. Naar
                  het oordeel van deze leden getuigt dit van een gebrek aan financiële verantwoordelijkheid
                  en begrotingsdiscipline.
               
Het is onbestaanbaar dat het Rijk wederom een herfinanciering zou moeten toestaan
                  voor een land dat willens en wetens geen dekking heeft geregeld voor een bekende verplichting,
                  en tegelijkertijd de begroting heeft misbruikt voor verkiezingsdoeleinden. De leden
                  van de PVV-fractie vragen de Minister hoe dit gedrag zich verhoudt tot de waarborgfunctie
                  en of het kabinet bereid is, bij een eventueel verzoek tot herfinanciering, keiharde
                  voorwaarden te stellen en politieke consequenties te verbinden aan dit onverantwoordelijke
                  financiële beleid.
               
Tot slot constateren deze leden dat slotwetten meer en meer worden ingezet als structureel
                  correctie-instrument in plaats van als uitzondering. Daarmee verliest het oorspronkelijke
                  begrotingsproces aan betekenis en wordt het parlementaire budgetrecht in de praktijk
                  uitgehold.
               
Voornoemde leden hebben nog een aantal vragen. Waarom is de renteverlaging voor Aruba
                  doorgevoerd, terwijl de consensusrijkswet voor financieel toezicht nog niet is afgerond?
                  Wanneer verwacht de Minister deze rijkswet alsnog ter consultatie of indiening voor
                  te leggen? Is de Minister bereid de renteverlaging van 6,9% naar 5,1% terug te draaien
                  totdat de wet is vastgesteld? Hoe beoordeelt de Minister het feit dat Curaçao geen
                  dekking heeft geregeld voor de lening die op 15 oktober 2025 afloopt? Is het kabinet
                  voornemens om opnieuw in te stemmen met herfinanciering voor Curaçao? Zo ja, onder
                  welke voorwaarden? Is het kabinet bereid renteverlagingen voortaan afhankelijk te
                  maken van wetgeving, toezicht én resultaatsverplichtingen? Is de Minister bereid om
                  in de toekomst af te zien van zogenoemde «bulletleningen», om te voorkomen dat leningen
                  eindeloos geherfinancierd moeten worden indien er geen of slechts gedeeltelijke aflossing
                  plaatsvindt? De Slotwet vermeldt een wisselkoerstegenvaller van circa € 10,7 miljoen
                  binnen artikel 6 «Apparaat». Kan de Minister toelichten op welke wijze valutaverschillen
                  in de toekomst zoveel mogelijk kunnen worden beperkt? Waarom komen deze tegenvallers
                  structureel ten laste van Europees Nederland, en niet – althans gedeeltelijk – voor
                  rekening van de landen waarvoor deze gelden zijn bestemd? Erkent de Minister dat het
                  structureel corrigeren van begrotingsfouten via slotwetten het begrotingsproces uitholt?
                  Welke maatregelen worden genomen om dit in de toekomst te voorkomen?
               
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
                  de jaarstukken. Deze leden hebben voor dit moment een aantal vragen en opmerkingen.
               
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen over het feit dat veel mensen
                  in het Caribisch deel van het Koninkrijk in armoede leven en moeite hebben om de eindjes
                  aan elkaar te knopen. Deze leden zouden daarom graag van het kabinet vernemen wat
                  er in 2024 concreet is verbeterd voor de inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk.
                  Kan het kabinet hierbij concreet aangeven hoe de kosten van het levensonderhoud zich
                  hebben ontwikkeld en hoe de inkomens en uitkeringen zich hebben ontwikkeld? Graag
                  ontvangen deze leden hiervan een concreet overzicht per bijzonder BES-eiland en daarnaast
                  vernemen deze leden graag hoe het kabinet in 2024 concreet heeft samengewerkt met
                  de regeringen van de andere landen binnen het Koninkrijk om ook deze delen van het
                  Koninkrijk hierbij te ondersteunen? Kan het kabinet ook aangeven of zij van oordeel
                  is dat de bestaanszekerheid van de inwoners van de BES-eilanden in 2024 is verbeterd?
                  Zo ja, waar baseert het kabinet deze constatering precies op?
               
Voornoemde leden constateren dat het kabinet in reactie op het verantwoordingsonderzoek
                  van de Algemene Rekenkamer aangeeft dat de aanbevelingen ten aanzien van de knelpunten
                  bij de realisatie van voldoende betaalbare woningen op de BES-eilanden op zal volgen.
                  Deze leden zouden graag een concreet tijdpad zien wanneer de in het commissiedebat
                  d.d. 29 januari jl. toegezegde actielijst en de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer
                  op dit punt worden uitgevoerd.
               
Tot slot ontvangen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog een actuele stand van
                  zaken met betrekking tot de uitvoering van de volgende aangenomen moties: 36 600 IV-11, 36 600 IV-14, 36 600 IV-12 en 36 410 IV-61.
               
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken die geagendeerd zijn
                  voor dit schriftelijk overleg, waaronder een aantal rapportages van C(A)ft en Cft
                  BES. Zij hebben daarover nog een aantal opmerkingen en vragen.
               
Deze leden merken op dat er sprake is van veel woorden, maar weinig daden. De voormalig
                  Staatssecretaris Szabó heeft dat zelf ook aangegeven tijdens de persconferentie op
                  Bonaire (mei 2025). Er wordt te weinig tempo gemaakt met de afspraken met de eilanden.
                  Voor de CAS-eilanden is er te weinig voortgang als gaat om financieel beheer en de
                  afspraken in het kader van de landspakketten. Voor de BES-eilanden ook als het gaat
                  om financieel beheer, maar ook in de uitvoering. Volgens het jaarverslag verbetert
                  het financieel beheer gestaag. Waarop is deze constatering van het kabinet gebaseerd?
                  Want wat de aan het woord zijnde leden betreft is dit nog volstrekt onvoldoende. Er
                  is veel te weinig voortgang geboekt sinds 10-10-2010. Deze leden willen weten waarom
                  het allemaal zo lang duurt. Er wordt fors geïnvesteerd en er wordt veel ondersteuning
                  geleverd, maar de resultaten tot nu toe zijn nog ondermaats. De situatie bij Selibon
                  is nog steeds niet opgelost. Het OV is nog steeds niet geregeld op Bonaire. De kwaliteit
                  van de wegen op de BES is volstrekt onder de maat. Welke verklaring heeft het kabinet
                  hiervoor? Wanneer kunnen deze zaken wel op orde zijn? Wat wordt daaraan gedaan? Graag
                  krijgen deze leden een reactie.
               
De leden van de VVD-fractie vinden dat ook de verbetering van goed bestuur en integriteit
                  op de CAS te wensen overlaat. Er zijn ook nog teveel gevallen van corruptie en vriendjespolitiek.
                  Zo is enige tijd geleden de Arubaanse Minister Croes gearresteerd vanwege mogelijke
                  betrokkenheid bij fraude bij verblijfs- en werkvergunningen. In het verleden was er
                  een veroordeling voor corruptie, witwassen en valsheid in geschrifte van voormalig
                  premier van Curaçao, Schotte. En in 2020 werd Heyliger, voormalig premier op Sint
                  Maarten, veroordeeld voor het aannemen van steekpenningen en witwassen. Het ging om
                  jarenlange verrijking ten koste van de burgers. En dat in het Koninkrijk der Nederlanden.
                  Voornoemde leden gunnen alle eilanders een goed bestuur dat er is voor hun inwoners
                  in plaats van voor zichzelf. Zij willen een steviger aanpak van ondermijnende criminaliteit,
                  van corruptie, van vriendjespolitiek. Waarom staat hierover weinig tot niets in het
                  jaarverslag? Wat is de aanpak van dit kabinet? Hoe kijkt de Minister daar naar? Welke
                  stappen gaat het kabinet nog zetten op dit terrein? Graag krijgen de leden van de
                  VVD-fractie een reactie.
               
Ook het financieel beheer op de CAS is gewoon nog niet goed. Het lijkt financieel
                  dweilen met de kraan open. De Rijkswet financieel toezicht Aruba is er nog steeds
                  niet. Gevolg is dat Aruba een veel hogere rente krijgt. Aruba is inmiddels 16% van
                  de begroting kwijt aan rente. Wanneer wordt het wetsvoorstel voor de Rijkswet financieel
                  toezicht Aruba aan de Tweede Kamer voorgelegd? Waarom is dat wetsvoorstel er nog steeds
                  niet? Wat zijn de redenen voor de vertraging? Als de Rijkswet is aangenomen, wat zijn
                  dan de gevolgen voor het rentepercentage van de leningen voor Aruba? Want hierover
                  zijn geen afspraken gemaakt. Graag krijgen deze leden een reactie.
               
Daarnaast heeft de verantwoording op Aruba grote achterstanden en er zijn verborgen
                  schulden in PPS-constructies. De leden van de VVD-fractie willen weten wanneer de
                  achterstanden op Aruba zijn ingehaald. En kan een overzicht gegeven worden van de
                  verborgen schulden van Aruba in PPS-constructies? En hoe wordt eraan gewerkt om dit
                  meer transparant te maken en op te lossen?
               
De aan het woord zijnde leden lezen in de media dat het kabinet-Wever-Croes roekeloos
                  heeft gehandeld in de casus rioolafvalwaterzuivering en dat dat Aruba zo’n 190 miljoen
                  gulden kost en misschien nog wel meer. Dit vanwege de omstreden overdracht van de
                  rioolafvalwaterzuivering aan de speciaal daarvoor opgerichte Aruba Waste Water Solutions
                  NV. Kan de brief van het C(A)ft (formeel) openbaar worden gemaakt? Wat vindt het kabinet
                  van de handelwijze van Aruba? Kan het kabinet uitgebreid aangeven wat er precies speelt
                  rondom dit onderwerp en de Tweede Kamer daarover informeren (bij voorkeur via antwoorden
                  in dit schriftelijk overleg, maar anders zo spoedig mogelijk)? Zo ja, wanneer kan
                  dat gebeuren? Klopt het dat er een onderzoek naar de gang van zaken rond de privatisering
                  van de rioolwaterzuiveringsinstallatie loopt? Zo ja, wat voor onderzoek? Wie is de
                  opdrachtgever? Hoe is Nederland daarbij betrokken? Welke gevolgen heeft deze constructie
                  voor de prijzen op Aruba? Klopt het dat de directeur AWSS sinds enige tijd is geschort?
                  Wat is de reden? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.
               
Voornoemde leden vinden het opmerkelijk dat Sint Maarten sinds 2010 geen enkele begroting
                  tijdig heeft vastgesteld. Hoe kan dit? Wanneer is dit probleem wel opgelost? Wat is
                  er vorig jaar gedaan om dit te verbeteren? Klopt het dat er tekorten op de zorgfondsen
                  zijn? Zo ja, hoe groot zijn die? Hoe wordt dat opgelost? Wat zijn daarvan de gevolgen?
                  Er zijn wel meer belastinginkomsten. Kan daarvan een overzicht worden gegeven? Volgens
                  het College financieel toezicht heeft Sint Maarten geen ruimte voor aflossing van
                  de lening van Nederland (€ 73,5 miljoen). En daarom moet er worden geherfinancierd.
                  Waarom is dat absoluut noodzakelijk volgens het kabinet? Wanneer valt daarover de
                  beslissing? En welke voorwaarden gaat het kabinet aan een eventuele herfinanciering
                  stellen? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.
               
De leden van de VVD-fractie lezen dat Curaçao volgens het College financieel toezicht
                  deels ruimte voor aflossing van de lening van Nederland (€ 139,7 miljoen) heeft, maar
                  deels ook niet en ook deze moet geherfinancierd worden. Het is duidelijk dat Curaçao
                  financiële problemen met het Curaçao Medical Center (CMC) heeft. Hoe groot is dat
                  probleem? Wat doet het bestuur van Curaçao daaraan? Hoe wordt het probleem opgelost?
                  En wanneer is het volledig opgelost? Deze leden vinden het onbegrijpelijk dat het
                  Cft aangeeft dat er geen ruimte is voor aflossing, maar dat de Minister van Financiën
                  van Curaçao wel 3 miljard gulden aan belastingschulden niet meer gaat innen. Hoe is
                  dit meegewogen door het Cft? Welke ratio zit daarachter volgens het kabinet? Wanneer
                  valt over de eventuele herfinanciering een beslissing? En welke voorwaarden gaat het
                  kabinet aan een eventuele herfinanciering stellen? Graag krijgen deze leden een reactie.
               
Voor de leden van de VVD-fractie is herfinanciering van de leningen van Sint Maarten
                  en Curaçao nog geen uitgemaakte zaak. Deze leden willen sowieso dat er in de toekomst
                  aflossing van leningen in de begrotingen van de landen wordt opgenomen. Kan dat worden
                  toegezegd? En voornoemde leden willen dat voorstellen zoals 3 miljard gulden aan belastingschulden
                  niet innen worden meegewogen. Hoe gaat het kabinet dat doen?
               
De leden van de VVD-fractie lezen in de halfjaarrapportages van het College financieel
                  toezicht BES dat wordt gesteld dat het beter gaat met het financieel beheer. Er zijn
                  wel kleine verbeteringen, maar structureel is het nog steeds niet op orde sinds 10-10-2010.
                  Waarop is dit gebaseerd? Welke verbeteringen zijn er? Wat moet er allemaal nog gebeuren?
                  En wanneer zijn de problemen opgelost? Graag krijgen deze leden een reactie.
               
De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat de Staatssecretaris recent op Bonaire
                  ook heeft aangegeven dat hij geen woorden maar daden wil zien. Maar de vraag is wel:
                  wat doet het kabinet zelf? Er wordt veel ruzie gemaakt met de bestuurders op de eilanden.
                  Het financieel beheer is nog steeds onder de maat, er wordt niet geleverd. Daarvoor
                  kijken deze leden toch echt naar beide partijen, de bestuurders op de eilanden, maar
                  ook naar het kabinet. Er moeten gewoon goedkeurende accountantsverklaringen zijn,
                  de interne controle moet gewoon goed zijn. Ook hier duurt het allemaal veel te lang.
                  Deze leden willen weten welke acties het kabinet neemt om nu eindelijk eens orde op
                  zaken te stellen. Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.
               
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat alles veel te versnipperd is, ook
                  als het gaat om de uitvoering. Elk ministerie houdt zich met zijn eigen zaken bezig.
                  Er moet meer daadkracht worden getoond en regie genomen worden. Budgetten moeten ook
                  tijdig beschikbaar worden gesteld door het ministerie. Zowel het kabinet als de bestuurders
                  op de eilanden moeten het belang van de gewone mensen en bedrijven voor ogen houden.
                  Zet die op één! Wat gaat het kabinet doen om de problemen van versnippering en het
                  ontbreken van daadkracht en uitvoeringskracht op te lossen?
               
De leden van de VVD-fractie vinden het overkoepelend overzicht van de rijksuitgaven
                  Caribisch Nederland in het jaarverslag ook nog te mager. Er staan alleen bedragen,
                  maar er staat geen inhoudelijke toelichting. Kan de Minister toezeggen dat dit in
                  de toekomst beter en uitgebreider wordt gedaan? Zo nee, waarom niet?
               
De leden van de VVD-fractie lezen dat gedeputeerde van Financiën Abraham van Bonaire
                  vasthoudt aan zijn omstreden plan lokale belastingen weer door de eigen organisatie
                  te laten innen. Hij slaat daarmee het dringende advies van zowel het College financieel
                  toezicht als het Ministerie van BZK in de wind. Wat vindt het kabinet daarvan? Hoe
                  beoordeelt het kabinet deze actie mede in het licht van de punten die hierna in deze
                  inbreng aan de orde komen? Mag Bonaire dit zelfstandig besluiten? Wat gaat het kabinet
                  hieraan doen?
               
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de begroting van Bonaire sinds 2019 is verdubbeld
                  in omvang. Kan een totaaloverzicht gegeven worden van de bedragen voor de BES-eilanden
                  sinds 2010 en de ontwikkeling daarin in de afgelopen jaren (per jaar)?
               
Uit de concept-jaarrekening van Bonaire blijkt dat dat er 73,7 miljoen dollar in kas
                  zit. Dat is een gevolg van uitblijvende investeringen. Van de ontvangen 85 miljoen
                  dollar in 2024 is maar 32 miljoen dollar besteed. Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen
                  dat het geld voor de mensen en bedrijven op de eilanden ook daadwerkelijk daar snel
                  wordt besteed en niet op de plank blijft liggen? Wat is daarvoor nodig?
               
De leden van de VVD-fractie zien dat de eilandsraden en bestuurscolleges van de BES
                  zijn verbolgen over het proces rondom de WolBES/FinBES. In tegenstelling tot wat is
                  besproken in een werkconferentie met de BES door Staatssecretaris van Huffelen, wilde
                  Staatssecretaris Szabó de Rijksvertegenwoordiger voor de BES behouden. Welk mandaat
                  had Staatssecretaris Van Huffelen zo vlak voor het aantreden van het nieuwe, volgende
                  kabinet? Overigens zijn deze leden van mening dat een nieuw kabinet een andere beslissing
                  kan nemen over hoe een wet eruit moet komen te zien. Het is wel goed dat de communicatie
                  hierover goed plaatsvindt. Bonaire noemt de handelwijze van Szabó disrespectvol, koloniaal
                  en wantrouwend. Staatssecretaris Szabó noemt in een brief hun toon ongepast. Hoe gaat
                  de demissionair Minister verder met dit proces? Wanneer kan het wetsvoorstel voor
                  de wijzigingen van de Wol/BES/FinBES in de Tweede Kamer liggen? Graag krijgen de leden
                  van de VVD-fractie een reactie.
               
Bij de persconferentie na het laatste bezoek in mei 2025 van Staatssecretaris Szabó
                  ging het ook mis. Er werd extra geld voor de BES aangekondigd: € 24 miljoen voor de
                  landbouw en € 16 miljoen voor de infrastructuur/wegen. De Staatssecretaris sprak zijn
                  teleurstelling uit dat er onvoldoende voor de burgers merkbare, resultaten worden
                  geboekt, ondanks de miljoenen van het Ministerie van BZK. Geld blijft op de plank
                  liggen, de Staatssecretaris wilde geen woorden maar daden. De leden van de VVD-fractie
                  begrijpen dat en hebben dat hiervoor ook aangegeven. Daarop heeft het bestuurscollege
                  weer gereageerd met een persbericht, er werd geklaagd over het uitblijven van het
                  overmaken van geld en wil administratieve voortvarendheid van het Rijk en zegt dat
                  Nederland de daadkracht van Bonaire ondermijnt. Hoe gaat de demissionair Minister
                  deze impasse oplossen? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.
               
De leden van de VVD-fractie hebben eerder een punt gemaakt van het betalen door Nederland
                  van beleid en onderwerpen die een taak zijn van de zelfstandige, autonome landen (CAS).
                  Nederland is voor de zelfstandige landen alleen verantwoordelijk voor defensie en
                  buitenland beleid. Dus waarom gebeurt er dan (buiten de landspakketten) meer dan dat?
                  Het gaat dan om de Borgstellingsregeling MKB (betaald door het Ministerie van EZ)
                  en 150 miljoen euro voor de energietransitie (SDE++, betaald door het Ministerie van
                  KGG). Welke extra geldstromen zijn er naar de CAS (buiten de landspakketten)? Het
                  geld voor de SDE++ is opgebracht door de Nederlandse belastingbetaler. Waarom is het
                  volgens het kabinet logisch dat zelfstandige landen daaruit geld kunnen krijgen? En
                  waarom betalen die landen daar dan niet aan mee? Eerder is toegezegd dat de Minister
                  van KGG daar nog op zou reflecteren. Dat is nog niet gebeurd. Wanneer kan de Tweede
                  Kamer de toegezegde reflectie ontvangen?
               
Voor 2025 hebben de leden van de VVD-fractie met enkele andere fracties de bezuiniging
                  op de Koninklijke Marechaussee (KMar)teruggedraaid met een amendement. Deze was ingeboekt
                  om de taakstelling op subsidies in te vullen. De KMar is echter helemaal geen subsidie,
                  zoals bedoeld in de taakstelling. De KMar heeft een belangrijke rol op de eilanden.
                  Deze leden vinden dit niet alleen in 2025 niet uitlegbaar, maar ook voor de komende
                  jaren. Volgens de Staatssecretaris is er geld over vanwege personele bezetting. Voornoemde
                  leden vinden dan ook dat dit probleem opgelost moet worden, in plaats van te bezuinigen.
                  Hoe gaat het kabinet dit oplossen? Hoe gaat het kabinet de bezuiniging op de KMar
                  terugdraaien in de begroting 2026 en daarna? Graag krijgen deze leden een reactie.
               
De leden van de VVD-fractie constateren dat er de afgelopen maanden terecht veel is
                  gesproken over de afvalstort Selibon op Bonaire met gevolgen voor de veiligheid en
                  de gezondheid van omwonenden en voor het milieu en de natuur. Een situatie die in
                  Nederland misstaat. Er moet nog een verantwoording komen van de € 6 miljoen die is
                  verstrekt aan Selibon en het Openbaar Lichaam Bonaire. Die komt medio juli 2025 definitief.
                  Maar toegezegd is eerder een voorlopige uitkomst te delen met de Tweede Kamer. Wanneer
                  kan dit plaatsvinden? En waarom staat er weinig tot niets over Selibon in het Jaarverslag
                  2024? De leden van de VVD-fractie krijgen graag een reactie.
               
Inbreng leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het jaarverslag en de slotwet
                  Koninkrijksrelaties en het BES-fonds voor het jaar 2024. Over deze stukken hebben
                  zij een aantal vragen aan de Minister.
               
Deze leden lezen in de memorie van toelichting terug dat er sprake is van structurele
                  onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. De onderuitputting is
                  naar mening van deze leden aanzienlijk, zeker gezien de forse investeringen die bedoeld
                  zijn om onder andere de bestuurskracht en sociaaleconomische structuur van de Caribische
                  delen van het Koninkrijk te versterken. Voornoemde leden willen aan de Minister vragen
                  wat de verklaring is voor de aanhoudende onderuitputting binnen de begroting Koninkrijksrelaties
                  en in hoeverre acht de Minister deze ontwikkeling problematisch in het licht van de
                  urgente maatschappelijke uitdagingen in de Caribische delen van het Koninkrijk? Verder
                  lezen de aan het woord zijnde leden dat het jaarverslag het belang van het versterken
                  van de uitvoeringskracht bij zowel de openbare lichamen van Caribisch Nederland als
                  bij de autonome landen benadrukt. Tegelijkertijd blijkt uit de praktijk dat beperkte
                  ambtelijke capaciteit bureaucratische belemmeringen en onvoldoende projectmanagement
                  leiden tot een lage realisatiegraad. Deze leden willen aan de Minister vragen welke
                  concrete maatregelen worden getroffen om de structurele uitvoeringsproblematiek op
                  de eilanden aan te pakken, zodat de toegezegde middelen in de toekomst daadwerkelijk
                  besteed worden aan de beoogde doelen? Nu onderuitputting kennelijk een jaarlijks terugkerend
                  fenomeen is, willen deze leden vragen of de Minister bereid is met een periodiek mechanisme
                  te gaan werken waarin beschikbare middelen bij niet-benutting worden herverdeeld naar
                  projecten met een aantoonbare uitvoeringsslagkracht. Is het mogelijk hierbij daadkrachtig
                  samen te werken met het Ministerie van Financiën en overige instellingen of departementen
                  om de doelmatigheid van uitgaven structureel te verhogen?
               
De leden van de NSC-fractie lezen in het jaarverslag dat eind 2024 een overeenkomst
                  is gesloten voor de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint-Maarten, een voorziene
                  oplevering in 2028. De geschiedenis van infrastructuurprojecten op Sint-Maarten, waaronder
                  eerdere fases van de wederopbouw, het vliegveld en eerdere plannen rondom het gevangeniswezen,
                  laat echter zien dat structurele obstakels zoals bestuurlijke zwakte, ontoereikende
                  projectcoördinatie en beperkte toezichtcapaciteit de voortgang ernstig kunnen vertragen.
                  Deze leden willen vragen hoe de Minister het risico beoordeelt dat de bouw van een
                  nieuwe detentiefaciliteit wederom wordt vertraagd of onvoldoende wordt gerealiseerd,
                  gezien de bestuurlijke en uitvoeringsproblemen? Kan de Minister toelichten welke concrete
                  afspraken er zijn gemaakt over de planning, kwaliteitsbewaking en tussentijdse verantwoordingsmomenten
                  voor dit project? En op welke wijze kan worden geleerd van eerdere fouten om deze
                  opnieuw te voorkomen?
               
De leden van de NSC-fractie lezen dat in het jaarverslag wordt erkend dat er sprake
                  is van aanzienlijke achterstand in de implementatie van mensenrechtenverdragen in
                  Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Tegelijkertijd blijkt dat sinds het AIV-advies uit
                  2018 nauwelijks voortgang is geboekt: meerdere verdragen zijn nog niet geratificeerd
                  of worden slechts «wenselijk» geacht voor medegelding. Deze verdragen betreffen onder
                  meer de bestrijding van mensenhandel, bescherming tegen gedwongen verdwijning en rechten
                  van personen met een handicap. Deze leden vragen hoe de Minister het beoordeelt dat
                  er anno 2025 nog steeds zeven mensenrechtenverdragen zijn die niet of slechts deels
                  van toepassing zijn op (delen van) het Caribisch deel van het Koninkrijk, terwijl
                  deze verdragen voor het Europese deel van Nederland al jaren gelden. Acht de Minister
                  het aanvaardbaar dat inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk niet of slechts
                  beperkt kunnen rekenen op bescherming door verdragen die elders in het Koninkrijk
                  wél gelden? Deze leden vragen of de Minister een overzicht kan geven van alle internationale
                  verdragen die in Europees Nederland wél gelden, maar in het Caribisch deel van het
                  Koninkrijk nog niet zijn geïmplementeerd, alsmede een overzicht per verdrag wat de
                  huidige stand van zaken is. Heeft de Minister de intentie zich in te zetten om al
                  deze verdragen wel geldig te laten zijn in de Caribische delen van het Koninkrijk?
                  Verder lezen deze leden dat het jaarverslag meldt dat een commissie met vertegenwoordigers
                  van de vier landen toezicht houdt op implementatie, maar dat concrete doelstellingen,
                  deadlines en een transparante planning ontbreken. Het is niet duidelijk wat prioriteit
                  heeft.
               
Voortbordurend op een eerder gestelde vraag, kan de Minister aangeven waarom in het
                  jaarverslag een concreet tijdpad of implementatieagenda ontbreekt? Heeft de Minister
                  de intentie alsnog een dergelijk overzicht te verstrekken en toe te sturen aan de
                  Kamer? De leden van de NSC-fractie hebben meerdere malen gehamerd op het tegengaan
                  van versnipperde departementale verantwoordelijkheid wat betreft het bestuur op de
                  Caribische delen van het Koninkrijk. Het nemen van regie door de verantwoordelijke
                  bewindspersoon en een effectieve samenwerking zijn van groot belang voor de eilanden
                  en landen. In het jaarverslag wordt gesteld dat het implementatietraject wordt geïntegreerd
                  in een breder traject van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Kan de Minister aangeven
                  of er bij deze keuze sprake is van gedeelde verantwoordelijkheid of juist afschuiving
                  van regie? Is dit niet in tegenspraak met de toezegging van het kabinet aan de Kamer
                  om jaarlijks te rapporteren over de voortgang? Kan de Minister overwegen het traject
                  alsnog te beleggen bij een zelfstandige programmatische aanpak onder verantwoordelijkheid
                  van de verantwoordelijke bewindspersoon van Koninkrijksrelaties? Mocht dit niet wenselijk
                  zijn, om wat voor redenen dan ook, zou de Minister bereid zijn samen met het Ministerie
                  van Buitenlandse Zaken een structurele rapportageverplichting aan de Kamer te voeren
                  over de voortgang van de implementatie van internationale verdragen?
               
De leden van de NSC-fractie hechten veel waarde aan de situatie van gezinnen en de
                  jeugd in de Caribische delen van het Koninkrijk. De Onderwijsinspectie heeft aangegeven
                  dat scholen te maken hebben met problemen zoals onvoldoende kwaliteit, gebrek aan
                  gekwalificeerd personeel, begeleiding van leerlingen of problemen met een onveilige
                  schoolomgeving. Op sommige terreinen is vooruitgang geboekt, maar deze blijkt te kwetsbaar
                  door een gebrek aan gekwalificeerd personeel en structurele ondersteuning. Deze leden
                  maken zich grote zorgen over de mentale gezondheid van kinderen en jongeren, en er
                  wordt geconstateerd dat – ondanks de vele onderzoeken – een totaaloverzicht van de
                  situatie rondom gezinnen en jeugd ontbreekt. Zou de Minister kunnen toezeggen dat
                  er zal worden gewerkt aan een dergelijk totaaloverzicht? Deze leden zijn van mening
                  dat een dergelijk overzicht de besluitvorming en voortgangsbewaking ten goede zal
                  komen. Deze leden hebben in andere onderzoeken teruggelezen dat in bepaalde delen
                  van Caribisch Nederland een normalisering is van kindermishandeling in de vorm van
                  verbaal of fysiek geweld. De gezinsdynamiek wordt vaak door financiële aspecten onnodig
                  onder druk gezet. Deze leden willen aan de Minister vragen op wat voor manier op dit
                  moment sprake is van ondersteuning voor gezinnen die in dit soort situaties verkeren.
                  Op wat voor manier wordt in deze ondersteuning voorzien in gezinsvriendelijk beleid,
                  financiële educatie en het doorbreken van opvoedingsstereotypen? Is de Minister van
                  mening dat het huidige beleid voldoende is, of is het nodig dat dit beleid de komende
                  periode flink moet worden verstevigd? Deze leden willen graag een uitgebreide toelichting
                  op dit onderwerp.
               
II. Reactie van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
               
III. Volledige agenda
               
Jaarverslag Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2024
Brief regering – Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
                  – 21 mei 2025 Jaarverslag Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024 – 36 740 IV-1
Antwoorden feitelijke vragen Jaarverslag Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2024
Brief regering – Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
                  – 10 juni 2025 Beantwoording vragen commissie over het Jaarverslag Koninkrijksrelaties
                  en het BES-fonds 2024 (Kamerstuk 36 740 IV-1) – 36 740 IV-6
Slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024
Begroting – Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
                  – 21 mei 2025 Slotwet Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024 – 36 740 IV
Antwoorden feitelijke vragen Slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2024
Brief regering – Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
                  – 10 juni 2025 Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden – 36 740 IV-8
Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij Koninkrijksrelaties
                     en het BES-fonds
Rapport/brief Algemene Rekenkamer – president van de Algemene Rekenkamer, P.J. Duisenberg
                  – 21 mei 2025 Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024
                  bij Koninkrijksrelaties en het BES-fonds – 36 740 IV-2
Antwoorden feitelijke vragen Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek
                     2024 bij Koninkrijksrelaties en het BES-fonds
Brief regering – Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
                  – 10 juni 2025 Beantwoording vragen commissie, gesteld aan de regering, over het rapport
                  Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij Koninkrijksrelaties en het BES-fonds
                  (Kamerstuk 36 740 IV-2) – 36 740 IV-7
Rapportages voortgangscommissie Sint Maarten
Brief regering – Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F.Z.
                  Szabó – 12 februari 2025 Rapportages voortgangscommissie Sint Maarten – 36 600 IV-48
Tweede halfjaarrapportage C(A)ft en Cft BES 2024
Brief regering – Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F.Z.
                  Szabó – 15 april 2025 Tweede halfjaarrapportage C(A)ft en Cft BES 2024 – 36 600 IV-54
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
O.C. (Olger) van Dijk, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede ondertekenaar
L. van der Graaf, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.