Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over het bericht dat de Europese Commissie overweegt om gebruik te maken van internationale koolstofkredieten voor de invulling van het Europese klimaatdoel voor 2040
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het bericht dat de Europese Commissie overweegt om gebruik te maken van internationale koolstofkredieten voor de invulling van het Europese klimaatdoel voor 2040 (ingezonden 16 april 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 7 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «EU considering international CO2 credits to meet new climate goal, sources say»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u tevens bekend met de passage uit het Duitse coalitieakkoord tussen CDU, CSU
en SPD2 waarin wordt gesproken over het gebruik maken van klimaatprojecten in niet-Europese
partnerlanden voor het verkrijgen van koolstofkredieten tot een maximum van drie procentpunten
van de doelstelling voor 2040?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het dat het systeem van koolstofmarkten niet alleen kan leiden tot het realiseren
van CO2-reductie op plekken waar daar het meeste potentieel voor is en waar dat het relatief
kosten-efficiënt is, maar ook kan zorgen voor een versnelling van de mondiale klimaattransitie?
Antwoord 3
Ja, koolstofmarkten kunnen een dergelijke rol spelen op het moment dat aan bepaalde
vereisten wordt voldaan. Koolstofmarkten bieden de mogelijkheid om mitigatie te realiseren
waar het meeste potentieel is en waar mitigatie relatief kosten-efficiënt is (zie
ook de beantwoording van eerdere vragen van u en het lid Grinwis, ChistenUnie3). Waar robuuste en ambitieuze koolstofmarkten worden geïmplementeerd, kunnen ze daarnaast
ook de klimaattransitie versnellen door gedrags- en technologische veranderingen in
gang te zetten. Landen kunnen dan met de gegenereerde opbrengsten verdere klimaatactie
financieren en kwetsbare gemeenschappen en gebieden ondersteunen bij de transitie.
Dit is een manier om de mondiale klimaattransitie te versnellen, aangezien met hetzelfde
geld, op relatief korte termijn, wereldwijd méér klimaatactie gerealiseerd wordt.
Een van de vereisten is wel dat de koolstofkredieten staan voor additionele mitigatie.
Dit betekent onder andere dat bewezen moet worden dat zonder de financiering via internationale
koolstofmarkten de mitigatie niet gerealiseerd had kunnen worden.
Vraag 4
Deelt u daarom de mening dat het een gemiste kans zou zijn als de Europese Unie en
Nederland geen gebruik maken van de mogelijkheden die het Klimaatakkoord van Parijs
hiervoor biedt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. De EU heeft ervoor gekozen om de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 op eigen grondgebied
te behalen en heeft dit vastgelegd in de Europese Klimaatwet. Op deze manier ligt
de focus op het reduceren van de eigen uitstoot, in lijn met het principe van hoogst
mogelijke ambitie dat is vastgelegd in de Overeenkomst van Parijs. Aankoop van reducties
door lidstaten uit het buitenland is toegestaan voor extra reducties bovenop de wettelijk
verplichte Europese emissiereductie, zodat deze de wereldwijde transitie helpen versnellen.
Binnen de EU werkt de binding met het eigen grondgebied als extra stimulans voor groene
innovatie in de EU, die onze eigen transitie uiteindelijk versnelt en goedkoper kan
maken. Tot slot is de klimaatopgave er één die alle landen treft en waar alle landen
ook eigen maatregelen voor zullen moeten nemen. Het risico bestaat dat als rijkere
landen nu al bij andere landen hun goedkopere reducties kopen («het laaghangend fruit»),
dit voor die andere landen de transitie uiteindelijk alleen maar duurder maakt. Zij
mogen de verkochte reducties in dat geval namelijk niet meetellen in het eigen doelbereik.
Om deze redenen is het goed dat de Europese Klimaatwet uitgaat van reductie op eigen
grondgebied en dat er voor lidstaten voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van
internationale kredieten (namelijk bovenop onder EU-verplichte reductiedoelen).
Vraag 5
Klopt het dat indien de Europese Commissie ervoor kiest om gebruik te maken van internationale
koolstofmarkten op basis van artikel 6 van de klimaatovereenkomst van Parijs dit bijvoorbeeld
kan betekenen dat EU-lidstaten koolstofkredieten van projecten buiten de EU waarmee
CO2 wordt gereduceerd in kunnen kopen, waarna deze emissiereducties mee zouden tellen
voor het Europese klimaatdoel?
Antwoord 5
Of dit het geval is hangt af van het soort koolstofkrediet wat wordt gekocht. Er bestaan
twee soorten koolstofkredieten onder het Paris Agreement Crediting Mechanism, ook wel «het artikel 6.4-mechanisme» genoemd: 1) Mitigatie contributie units (MCU’s)
en 2) geautoriseerde 6.4-kredieten. Bij MCU’s telt de mitigatie mee voor de nationaal
bepaalde bijdrage onder de Overeenkomst van Parijs (Nationally Determined Contribution, NDC) van het land waar het project gevestigd is. Een MCU is dus een bijdrage aan
de klimaatdoelen van dat land. Bij geautoriseerde 6.4-kredieten telt de mitigatie
niet mee voor de NDC van het land waar het project gevestigd is. Het land geeft hier
toestemming (autorisatie) voor. Dit geeft de koper een unieke claim op de gerealiseerde
mitigatie. Wanneer de EU kiest voor de aanschaf van geautoriseerde kredieten telt
de reductie mee met het behalen van de EU NDC. Zoals aangegeven in vraag 4 kunnen
artikel 6-kredieten niet meetellen voor de bestaande klimaatdoelen in de Europese
Klimaatwet.
Vraag 6
Indien de Europese Commissie inderdaad met een voorstel komt om gebruik te maken van
internationale koolstofkredieten voor de invulling van het Europese klimaatdoel voor
2040, zult u dat voorstel dan steunen of in ieder geval positief benaderen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Het kabinet wacht voor een standpunt hierover het voorstel van de Europese Commissie
af en zal de inzet zoals gebruikelijk met u delen aan de hand van de BNC-procedure.
Op basis van de huidige berichtgeving zal het kabinet dit voorstel kritisch benaderen.
Indien het EU-klimaatdoel voor 2040 deels wordt ingevuld met artikel 6 kredieten,
zou dit betekenen dat de emissiereductie die buiten Europees grondgebied wordt gerealiseerd
kort daarna alsnog ook in de EU moet worden gerealiseerd, omdat de EU in 2050 op Europees
grondgebied klimaatneutraal moet zijn. Dit kan het lastiger maken om het 2050 doel
op EU eigen grondgebied te halen, wanneer de prikkel tot emissiereductie binnen de
EU en de bijbehorende Europese koploperspositie op verduurzamingstechnieken afneemt.
Vraag 7
Is een Europees voorstel voor het gebruik maken van internationale koolstofkredieten
voldoende om dit ook voor Nederland als EU-lidstaat mogelijk te maken of zou ook onze
nationale Klimaatwet gewijzigd moeten worden om deze kredieten bij te laten dragen
aan het realiseren van onze klimaatdoelen?
Antwoord 7
Het is op dit moment niet mogelijk om internationale koolstofkredieten in te zetten
om de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 uit de Nederlandse Klimaatwet te realiseren.
In de Nederlandse Klimaatwet is voor 2030 een streefdoel opgenomen om de emissies
van broeikasgassen binnen Nederland met 55% te reduceren ten opzichte van 1990 (artikel 2,
tweede lid). Internationale koolstofkredieten, bijvoorbeeld afkomstig uit landen buiten
de Europese Unie, kunnen daarom niet bijdragen aan het nastreven van dit 2030-doel.
Voor 2050 is in de Nederlandse Klimaatwet opgenomen dat Nederland overeenkomstig de
Europese klimaatwet de netto-uitstoot van broeikasgassen uiterlijk in 2050 tot nul
reduceert (artikel 2, eerste lid). In de Europese klimaatwet is vastgelegd dat klimaatneutraliteit
uiterlijk in 2050 binnen de Unie wordt bereikt. Hierbij kan er ruimte zijn voor saldering
tussen lidstaten, maar het gebruik van internationale koolstofkredieten van buiten
de EU is onder de huidige regels niet voorzien. Om internationale koolstofkredieten
van buiten de EU te kunnen inzetten voor het Uniedoel voor 2050, is een wijziging
van de Europese Klimaatwet nodig. Afhankelijk van hoe deze wijziging wordt vormgegeven,
kan het vervolgens ook nodig zijn de Nederlandse Klimaatwet aan te passen om gebruik
te kunnen maken van internationale koolstofkredieten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.