Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Wal over het artikel ‘Vrijwillig dienjaar is succes, zegt Defensie: bijna driekwart wil blijven’
Vragen van het lid Van der Wal (VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Defensie over het artikel ««Vrijwillig dienjaar» is succes, zegt Defensie: bijna driekwart wil blijven» (ingezonden 23 augustus 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 26 september 2024). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2544
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Vrijwillig dienjaar» is succes, zegt Defensie: bijna driekwart wil blijven?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel vacatures er op dit moment openstaan bij het Ministerie van
Defensie die door jongeren, die het vrijwillige dienjaar hebben gevolgd, zouden kunnen
worden ingevuld?
Antwoord 2
Op 1 juli 2024 waren er 10.559 vacatures voor beroepsmilitairen en 1.089 vacatures
voor burgers (totaal 11.648 vacatures). Dienjaarmilitairen hebben een relatief korte
opleiding genoten en zijn derhalve (nog) niet gekwalificeerd voor het vervullen van
vacatures waarvoor specialistische kennis en/of vaardigheden vereist zijn. Niet elke
vacature is daarmee geschikt. In de praktijk wordt wel gekeken op welke manier functies
geschikt gemaakt kunnen worden voor dienjaarmilitairen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het aantal vacatures bij Defensie zo spoedig mogelijk moet worden
ingevuld, om daarmee de veiligheid en weerbaarheid van Nederland te garanderen?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Om welke redenen worden de ruim 2.000 overige aanmeldingen primair afgewezen om aan
te sluiten bij de tweede lichting van het vrijwillig dienjaar, aangezien in het artikel
wordt geschreven dat zich rond de 3.000 deelnemers hadden aangemeld voor de tweede
lichting van het vrijwillig dienjaar, waar slechts 500 à 600 deelnemers worden toegelaten?
Antwoord 4
Alle sollicitanten wordt de mogelijkheid geboden om in latere lichtingen te starten,
als zij het selectie- en keuringstraject positief hebben doorlopen. Inmiddels zijn
de beschikbare plekken voor 2024 nagenoeg gevuld en worden de opkomsten van begin
2025 gevuld.
De redenen dat kandidaten afvallen gedurende het traject zijn divers. Een derde van
de kandidaten valt uit tijdens het militaire selectie- en keuringstraject en een deel
van de kandidaten trekt zich terug gedurende het aannametraject. Een deel van de kandidaten
solliciteert bewust voor een bepaalde periode en wil niet op een ander moment opkomen.
Op dit moment zitten van de ruim 4.000 sollicitanten nog ongeveer 1.000 kandidaten
in het aannametraject.
Vraag 5
Welke acties onderneemt u om de jongeren die zijn afgewezen voor het vrijwillig dienjaar
gemotiveerd te houden voor een volgende lichting?
Antwoord 5
Er is regelmatig contact met de kandidaten die het selectie- en keuringstraject positief
hebben doorlopen, tot aan de start van hun dienjaar. Er zijn meerdere opkomsten per
jaar. Kandidaten kunnen deelnemen aan een aantal activiteiten, zoals een bivak te
velde of een vaartocht op een opleidingsschip. Deze moeten hen enthousiast houden
en ook een realistisch beeld geven voordat zij starten met het dienjaar. Dit najaar
wordt een online portaal gelanceerd dat de kandidaten zal begeleiden gedurende het
aannametraject en hen moet ondersteunen in hun voorbereiding. Tot slot wordt onderzocht
welke (civiele) competenties ontwikkeld en/of opleidingen aangeboden kunnen worden
in de aanloop naar het dienjaar, zoals bijvoorbeeld een groot rijbewijs. Dit zal tevens
hun inzetbaarheid bij het dienjaar vergroten.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke financiële, technische, organisatorische en regelgevende knelpunten
er momenteel zijn geïdentificeerd in het realiseren van het uitbreiden van het aantal
beschikbare plaatsen in het vrijwillig dienjaar voor volgende lichtingen?
Antwoord 6
Om snel te kunnen starten met het dienjaar is gebruik gemaakt van de niet benutte
capaciteiten en middelen als gevolg van de personele ondervulling. Op dit moment zijn
de beschikbare instructeurs en opleidingsfaciliteiten het grootste knelpunt in de
dienjaarketen vanwege de geplande groei van de instroom van nieuwe militairen. Ook
is er aandacht voor voldoende ruimte om te oefenen en aantrekkelijke werk-, opleidings-
en verblijfsomstandigheden op de kazernes. Tenslotte moeten voldoende werkplekken
geïdentificeerd worden waarop dienjaarmilitairen met een relatief korte opleiding
hun werkzaamheden verantwoord kunnen vervullen (zie ook het antwoord op vraag 2).
Vraag 7
Welke maatregelen neemt u om deze knelpunten weg te nemen?
Antwoord 7
Defensie investeert de komende jaren in uitbreiding van opleidings- en trainingscapaciteit,
extra ruimte voor Defensie om te oefenen, verhoging van munitievoorraden en vastgoed
dat past bij een moderne en toekomstbestendige krijgsmacht. Deze investeringen zijn
ook nodig voor de uitbreiding van het dienjaar. Daarnaast is het dienjaar onderdeel
van de plannen voor een schaalbare krijgsmacht zoals uiteengezet in de brief «Een
dienmodel dat past bij een schaalbare krijgsmacht» (36 124, nr. 45).
Vraag 8
Zijn er al mogelijkheden verkend om voor het vrijwillig dienjaar samen te werken met
grote werkgevers in Nederland in de publieke en private sector? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Gedurende het eerste jaar heeft de focus gelegen op het inrichten van het dienjaar.
Bij de doorontwikkeling van het dienjaar naar een dienmodel zal worden bekeken hoe
de samenwerking met werkgevers in de publieke en private sector kan worden versterkt.
Bijvoorbeeld door afspraken te maken met civiele werkgevers over de doorstroom van
dienjaarmilitairen naar bedrijven en publieke organisaties bij gelijktijdige beschikbaarheid
en inzetbaarheid als reservist voor Defensie.
Vraag 9
Ziet u mogelijkheden, zoals beschreven in het hoofdlijnenakkoord, om het aantal plaatsen
voor het vrijwillig dienjaar versneld uit te breiden? Zo ja, hoeveel plaatsen acht
u in de nabije toekomst haalbaar?
Antwoord 9
Ja, die mogelijkheden zien wij. De uitbreiding van het aantal dienjaarmilitairen vormt
onderdeel van het plan om op te schalen naar een instroom van circa 9.000 nieuwe militairen
per jaar vanaf 2029, waarvan 4.000 dienjaarmilitairen. Voor 2025 is een uitbreiding
voorzien naar 1.000 dienjaarmilitairen. We verwachten in 2025 boven dit aantal te
kunnen realiseren. In de jaren daarna gaan we het aantal dienjaarmilitairen verder
opschalen, waarbij de ontwikkeling van de animo onder jongeren, de vulling met beroepsmilitairen
en het absorptievermogen bij de krijgsmachtdelen belangrijke variabelen zullen zijn
voor deze opschaling.
Vraag 10
Deelt u de mening dat een versnelde uitbreiding van het vrijwillig dienjaar een grote
bijdrage kan leveren aan de versterking van onze defensie?
Antwoord 10
De dreiging in de wereld is reëel en maakt dat we Defensie moeten versterken. Dat
is geen keus. Met de eerste positieve resultaten van het dienjaar concludeer ik inderdaad
dat de uitbreiding van het dienjaar hieraan een belangrijke bijdrage kan en moet leveren.
Zowel de bijdrage gedurende het jaar als het aantal dienjaarmilitairen dat na het
dienjaar doorstroomt binnen Defensie. Hiermee wordt namelijk een structurele bijdrage
geleverd aan de vulling en bezetting van de krijgsmacht. De in de komende jaren geplande
uitbreiding van het aantal dienjaarmilitairen is het afgelopen jaar al versneld ten
opzichte van de initiële plannen. We onderzoeken nu de mogelijkheden om nog sneller
op te schalen, rekening houdend met het absorptievermogen van de krijgsmacht. Negatieve
ervaringen door bijvoorbeeld verveling, risicovolle werksituaties of het niet beschikbaar
zijn van uitrusting of munitie zullen de animo voor het dienjaar dan doen afnemen.
Defensie wil dienjaarmilitairen juist een positieve, relevante ervaring meegeven en
een helder en reëel beeld van de toekomstmogelijkheden om bij te kunnen dragen aan
de versterking van onze defensie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.