Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vermeer over de Nederlandse uitbreiding van de scope voor ETS2
Vragen van het lid Vermeer (BBB) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over de Nederlandse uitbreiding van de scope voor ETS2 (ingezonden 2 september 2024).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 18 september 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de consultatie voor de Nederlandse uitbreiding van de scope
voor het Emissions Trading System (ETS2)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze Nederlandse uitbreiding op de scope van ETS2 in relatie tot
het nieuwe hoofdlijnenakkoord?
Antwoord 2
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat we ons houden aan bestaande afspraken.
In de uitwerking ervan in het regeerprogramma staat dat we vasthouden aan bestaande
afspraken voor 2030 en 2050, en de maatregelen en aangekondigde investeringen die
we hiertoe hebben vastgelegd.
In de Voorjaarsnota van 2023 is de Tweede Kamer voor het eerst geïnformeerd1 over het voornemen van het kabinet om het ETS2 nationaal zo breed mogelijk in te
voeren middels de zogenaamde opt-in. Als onderdeel van de klimaat- en energiemaatregelen
bij de Voorjaarsnota 2024 is vervolgens definitief besloten over de reikwijdte van
de ETS2 opt-in2, waarbij besloten is om een uitzondering te maken voor de visserijsector en de toepassing
van ETS2 op de glastuinbouwsector nog nader uit te werken en uiterlijk met Prinsjesdag
2024 een besluit te nemen. Het kabinet zal zich aan deze afspraak houden.
Ten aanzien van de glastuinbouw is meer tijd nodig om te onderzoeken of en hoe de
ETS2 opt-in toegepast kan worden met behoud van de balans in het convenant en de Wet
Fiscale Klimaatmaatregelen Glastuinbouw. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid
van een compensatieregeling voor het geval het ETS2-tarief hoger is dan nodig voor
het behalen van het restemissiedoel in 2030 uit het convenant. Uiterlijk in het voorjaar
van 2025 zal daarom een besluit worden genomen over de toepassing van de ETS2 opt-in
in de glastuinbouwsector waarbij ook de stapeling van beleidsinstrumenten en uitkomsten
van de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) worden bezien. De Staatssecretaris Landbouw,
Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), de Staatssecretaris Financiën en de Minister
van Klimaat en Groene Groei werken dit de komende maanden gezamenlijk uit in de context
van het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022–2030.
Vraag 3
Zijn de voorstellen om als Nederland een uitbreiding te doen op een Europees wetsvoorstel
als ETS2 niet een voorbeeld van de passage in het hoofdlijnenakkoord om nieuwe nationale
koppen op Europees beleid te voorkomen?
Antwoord 3
Zie ook het antwoord op vraag 2. De ETS2 opt-in, exclusief glastuinbouw, betreft geen
nieuwe nationale kop maar is een bestaande afspraak die bijdraagt aan het bereiken
van de nationale klimaatdoelen; zoals in het regeerprogramma is aangegeven is behoud
van doelbereik van groot belang. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Het kabinet gaat het effect van de ETS2 opt-in nog nader onderzoeken voor de glastuinbouwsector
en neemt in het voorjaar 2025 een besluit over het eventueel toepassen hiervan. Daarin
worden alle relevante aspecten zorgvuldig bekeken zoals rechtszekerheid, uitvoerbaarheid,
handhaafbaarheid en fraudegevoeligheid van en voor alle betrokken partijen. Uw kamer
wordt daar nog nader over geïnformeerd.
Vraag 4
Wat zou de Nederlandse uitbreiding op ETS2 met de concurrentiepositie van Nederland
kunnen doen?
Antwoord 4
Om zicht te hebben op de gevolgen voor de landbouw en visserij heeft Wageningen Economic
Research in opdracht van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een
impactanalyse uitgevoerd. Deze is op 29 mei 2024 met de Tweede Kamer gedeeld3. De resultaten hiervan heeft het vorige kabinet betrokken bij het besluit over de
ETS2 opt-in. De impactanalyse laat zien dat de verwachte gevolgen voor de akkerbouw
en veehouderij relatief beperkt zijn en dat er voldoende mogelijkheden zijn om kosten
te voorkomen door energiebesparing of een overstap naar duurzame alternatieven. Voor
de visserij en glastuinbouw laat de studie een grotere impact zien. De visserij valt
niet onder de ETS2 opt-in en over de glastuinbouw wordt uiterlijk in het voorjaar
van 2025 besloten.
Het effect van de maatregel op de binnenvaartsector is eveneens in beeld gebracht
met een impactanalyse door het Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB).
De impactanalyse is op 17 juni 2024 met uw Kamer gedeeld4. Uit deze impactanalyse blijkt dat de binnenvaart goede perspectieven heeft om te
verduurzamen, dat de maatregel opt-in ETS2 voor de binnenvaart bijdraagt aan de businesscase
om te verduurzamen doordat varen op fossiele brandstoffen stapsgewijs duurder wordt.
De onderzoekers wijzen op risico op weglek als buurlanden niet zouden overgaan tot
een opt-in voor deze sector: schepen kunnen in dat geval naar België en Duitsland
uitwijken om te bunkeren. Het kabinet houdt in het oog of deze landen in een latere
fase ook kiezen voor een opt-in voor de binnenvaart, of deze grenseffecten verminderen
en wat de effecten na 2030 zijn. Bovendien zet het kabinet zich in om het ETS2 te
verbreden op EU-niveau.
Om de bedrijven die wel onder de ETS2 opt-in vallen te ondersteunen in hun verduurzamingsopgave
en hun zorgen over de impact te verminderen heeft het kabinet gelijktijdig aan het
besluit van de ETS2 opt-in besloten om aanvullende middelen uit het Klimaatfonds te
reserveren voor de betrokken sectoren, inclusief de landbouw en de binnenvaart.
De glastuinbouwsector maakt vooralsnog geen onderdeel uit van de ETS2 opt-in. Het
vorige kabinet heeft besloten om besluitvorming hierover uit te stellen. Dit kabinet
zal uiterlijk in het voorjaar van 2025 een definitief besluit nemen over het betrekken
van de glastuinbouw in de ETS2 opt-in. Uitgangspunt daarbij is dat de balans in het
Convenant Energietransitie Glastuinbouw en de Wet Fiscale Klimaatmaatregelen Glastuinbouw
wordt behouden. De restemissie die de sector zichzelf met het convenant voor 2030
ten doel stelt blijft dus leidend. Het kabinet verkent manieren om te compenseren
voor het geval dat het restemissiedoel voor 2030 uit het convenant voorbijgeschoten
wordt. Het besluit in het voorjaar zal dan ook worden genomen met oog op de bredere
beleidscontext, samenhang van verschillende beprijzingsinstrumenten in de sector en
uitkomsten van de Klimaat- en Energieverkenning.
Voor de concurrentiepositie van Nederland is het van belang dat energiekosten niet
te veel uit de pas lopen met omringende landen, met name voor sectoren die veel energie
gebruiken. Enkele andere lidstaten hebben inmiddels aangegeven ook gebruik te zullen
maken van de ETS2 opt-in, waaronder Duitsland, Oostenrijk en Zweden. Het kabinet pleit
daarnaast in Brussel voor een gelijk speelveld o.a. door het ETS2 op EU-niveau te
verbreden en daarmee een gelijke CO2-beprijzing in de gehele EU te realiseren.
Vraag 5
Wat zijn mogelijke administratieve lasten voor boeren, tuinders en ketenpartijen als
ETS2 wel doorgaat?
Antwoord 5
De administratieve lasten als gevolg van het ETS2 komen primair bij de energie- en
brandstofleveranciers terecht. Eindgebruikers van brandstoffen, zoals boeren, krijgen
geen administratieve verplichtingen. Zonder de opt-in zullen zij echter mogelijk wel
regeldruk ervaren, omdat zij aan hun energieleverancier moeten aantonen dat zij recht
hebben op vrijstelling en/of teruggave.
De opt-in zal de administratieve lasten voor energie- en brandstofleveranciers aanzienlijk
verlagen. Zij moeten namelijk onderscheid maken tussen brandstofleveringen die wel
en niet binnen de reikwijdte van ETS2 vallen om correct emissies te rapporteren en
ETS2 kosten door te berekenen. De ETS2 opt-in zorgt ervoor dat het onderscheiden van
verschillende brandstofleveringen in de meeste gevallen niet nodig is omdat er minder
uitzonderingen zijn, waarmee de uitvoering wordt vereenvoudigd.
Indien de leveranciers dit onderscheid niet vooraf kunnen maken, zullen zij genoodzaakt
zijn de ETS2 kosten door te berekenen aan al hun klanten, waaronder boeren en tuinders.
Bedrijven en consumenten die vanaf 2027 op deze manier onterecht kosten voor ETS2
maken, hebben recht op een teruggave van de overheid. De Europese Commissie werkt
op dit moment een teruggaveregeling uit die vervolgens in Nederland moet worden geïmplementeerd.
Omdat met de opt-in aanzienlijk minder onterechte kostendoorrekening zal plaatsvinden,
wordt grootschalig beroep op een teruggaveregeling voorkomen. Dit scheelt regeldruk
bij klanten, waaronder boeren, alsook uitvoeringskosten voor toezicht en handhaving.
Bij het definitieve besluit over de glastuinbouw in het voorjaar zal het voorkomen
van administratieve lasten voor tuinders meewegen.
Vraag 6
Hoe zit het met de negatieve impact op het verdienvermogen van de tuinder en daarmee
diens vermogen om verder in verduurzaming te investeren, verwijzend naar het onderzoek
van Wageningen University & Research (WUR) waaraan wordt gerefereerd door de Land-
en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO)?5
Antwoord 6
De glastuinbouwsector maakt vooralsnog geen onderdeel uit van de ETS2 opt-in. Het
vorige kabinet heeft besloten om besluitvorming hierover uit te stellen. Dit kabinet
zal uiterlijk in het voorjaar van 2025 een definitief besluit nemen over het betrekken
van de glastuinbouw in de ETS2 opt-in. Uitgangspunt daarbij is dat de balans in het
Convenant Energietransitie Glastuinbouw en de Wet Fiscale Klimaatmaatregelen Glastuinbouw
wordt behouden. De restemissie die de sector zichzelf met het convenant voor 2030
ten doel stelt blijft dus leidend. Het kabinet verkent manieren om te compenseren
voor het geval dat het restemissiedoel voor 2030 uit het convenant voorbijgeschoten
wordt. Het besluit in het voorjaar zal dan ook worden genomen met oog op de bredere
beleidscontext, samenhang van verschillende beprijzingsinstrumenten in de sector en
uitkomsten van de Klimaat- en Energieverkenning.
Vraag 7
Wat bent u voornemens te doen richting de Europese Commissie?
Antwoord 7
Het vorige kabinet heeft alle noodzakelijke stappen richting de Europese Commissie
voor de ETS2 opt-in reeds afgerond. Indien in het voorjaar van 2025 besloten wordt
om de glastuinbouwsector bij het ETS2 te betrekken middels de opt-in, zal ik hiervoor
een formeel verzoek indienen bij de Europese Commissie. Waar nodig zal in de zoektocht
naar een gebalanceerde oplossing voor de glastuinbouw richting het voorjaar voor technische
vragen contact gezocht worden met de Europese Commissie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.