Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op op vragen van het lid Van Haga over ‘de negatieve impact op het midden- en kleinbedrijf (mkb) van earningsstrippingmaatregel (wijziging artikel 15b Wet op de vennootschapsbelasting per 1 januari 2025)’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Financiën over negatieve impact op het midden- en kleinbedrijf (mkb) van earningsstrippingmaatregel (wijziging artikel 5b Wet op de vennootschapsbelasting per 1 januari 2025) (ingezonden 22 juni 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 21 augustus 2023).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de impact van het afschaffen van de drempel van 1.000.000 euro
in de earningsstrippingmaatregel voor vastgoedlichamen met verhuurd vastgoed?
Antwoord 1
De vormgeving van de maatregel zal in de komende periode nader worden uitgewerkt.
De impact van de maatregel is afhankelijk van de uiteindelijke vormgeving.
Vraag 2
Wanneer en waarom is besloten om de drempel van 1.000.000 euro van de per 1 januari
2019 ingevoerde earningsstrippingmaatregel te laten vervallen?
Antwoord 2
Bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2022 is aandacht besteed aan het risico
op het «opknippen» van vennootschappen om vaker gebruik te maken van de drempel (1 miljoen euro)
in de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel).1 De Belastingdienst herkent dit signaal en dit is bij invoering van de maatregel ook
erkend.2 In de Voorjaarsbesluitvorming is besloten om de drempel van 1 miljoen euro voor vastgoedlichamen
met (aan derden) verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten met ingang van 1 januari
2025.3 Het doel van de maatregel is om tegen te gaan dat vastgoedinvesteringen en de bijbehorende financiering zodanig worden opgeknipt dat meermaals
gebruik kan worden gemaakt van de drempel voor de toepassing van de earningsstrippingmaatregel,
waardoor de facto de rentaftrekbeperking werd gemitigeerd.
Vraag 3
Is deze wijziging voorgelegd aan de Kamer? Zo ja, wanneer?
Antwoord 3
Het voornemen tot wetswijziging is bekend gemaakt in de Voorjaarsnota 2023.4 In dat verband is de Voorjaarnota 2023 te kennen gegeven dat het kabinet voornemens
is om in het pakket Belastingplan 2025 een uitgewerkt voorstel tot wetswijziging op
te nemen.
Vraag 4
Wanneer kwalificeert u een lichaam als vastgoedlichaam en welke wettelijke grondslag
is daaraan verbonden?
Antwoord 4
De vormgeving van de maatregel zal de komende tijd nader worden uitgewerkt. In dat
kader zullen criteria worden opgenomen op basis waarvan beoordeeld kan worden of een
lichaam als een vastgoedlichaam kan worden aangemerkt.
Vraag 5
In hoeverre kwalificeert u een lichaam met zowel verhuurd vastgoed alsmede andere
werkzaamheden als zijnde een vastgoedlichaam?
Antwoord 5
De vormgeving van de maatregel zal de komende tijd nader worden uitgewerkt.
Vraag 6
Zou u nog eens duidelijk willen onderbouwen wat het doel van deze wet was?
Antwoord 6
De earningsstrippingmaatregel is een algemene renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting.
De earningsstrippingmaatregel beperkt de aftrekbaarheid van het verschil tussen de
rentelasten en de rentebaten van geldleningen (saldo aan renten) bij het bepalen van
de winst. Het saldo komt niet in aftrek voor zover dat meer bedraagt dan het hoogste
van 20% van de EBITDA5 of 1 miljoen euro. In de praktijk is gebleken dat de huidige vormgeving van de drempel
in de earningsstrippingmaatregel leidt tot een prikkel om met vreemd vermogen gefinancierde
investeringen op te knippen over verschillende vennootschappen en daarmee de rentelasten
zodanig te alloceren dat het saldo van de rentelasten en rentebaten onder de drempelwaarde
blijft. Bij de opzet van dergelijke structuren wordt het vastgoed verspreid over Nederlandse
vennootschappen. Dit vastgoed wordt gefinancierd met vreemd vermogen. De rente over
de leningen ter financiering van het vastgoed is in beginsel aftrekbaar bij het bepalen
van de winst. Omdat het vastgoed en de bijbehorende financiering is verdeeld over
verschillende vennootschappen blijft het saldo aan rentelasten en rentebaten onder
de grens van 1 miljoen euro. Als gevolg hiervan grijpt de earningsstrippingmaatregel
niet aan.
Bij de behandeling van het pakket Belastingplan 2022 is aandacht besteed aan het risico
op het «opknippen» van vennootschappen om vaker gebruik te maken van de drempel (1
miljoen euro) in de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel). De
Belastingdienst herkent dit signaal en dit is bij invoering van de maatregel ook erkend.6 Het doel van de voorgenomen maatregel is om tegen te gaan dat vastgoedinvesteringen
en de bijbehorende financiering zodanig worden opgeknipt dat meermaals gebruik kan
worden gemaakt van de drempel voor de toepassing van de earningsstrippingmaatregel,
waardoor de facto de rentaftrekbeperking werd gemitigeerd.
Vraag 7
Kunt u uitleggen waarom er destijds gekozen is voor een drempel van 1.000.000 euro?
Antwoord 7
De earningsstrippingmaatregel vloeit voort uit de eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking
(ATAD1) en is per 1 januari 2019 in de vennootschapsbelasting geïmplementeerd. Nederland
heeft gekozen voor een robuuste implementatie die op onderdelen aanzienlijk verder
gaat dan de in ATAD1 opgenomen minimumstandaard. Zo is de reikwijdte van de earningsstrippingmaatregel
onder meer verruimd ten opzichte van de minimumnorm uit ATAD1 door het verlagen van
de drempel van € 3 miljoen naar € 1 miljoen. Het verlagen van de drempel past bij
het voornemen een robuuste earningsstrippingmaatregel in te voeren, waarbij een meer
gelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen wordt nagestreefd.7
Vraag 8
Kunt u uitleggen waarom de argumentatie die heeft geleid tot de invoering van de drempelwaarde
van 1.000.000 euro per 1 januari 2025 niet meer zou gelden?
Antwoord 8
De argumentatie die heeft geleid tot de invoering van de drempel van 1.000.000 euro
is ongewijzigd. De toepassing van de drempel leidt er echter in bepaalde gevallen
toe dat vastgoedlichamen (met aan derden) verhuurd vastgoed zich feitelijk onttrekken
aan de toepassing van de drempel. Door de voorgenomen wijziging zal de drempel ook
in die gevallen weer toepassing vinden.
Vraag 9
Waarom is er niet gekozen voor een andere oplossing om de effecten van het zogenaamde
«opknippen» tegen te gaan, zoals het invoeren van een concernbepaling waarbij alle
opgeknipte vennootschappen gezamenlijk niet meer dan de drempelwaarde van 1.000.000
euro mogen hanteren?
Antwoord 9
Alternatieve vormgeving van de maatregel is eerder overwogen bij het Belastingplan
2022. Het voornemen was om de drempel van de earningsstrippingmaatregel een keer toe
te passen per concern. Hiertoe diende te worden aangesloten bij een nieuw «concern»-begrip.
Deze maatregel is destijds beoordeeld als zijnde niet uitvoerbaar, vanwege de ingrijpende
gevolgen voor de complexiteit voor bedrijven, alsmede de automatiseringsgevolgen voor
de Belastingdienst.8
Vraag 10
Bent u zich ervan bewust dat het generieke karakter van het afschaffen van de drempel
(onbedoeld) voor veel schade zorgt bij kleine- en middelgrote ondernemers? Zo nee,
bent u bereid om deze gevolgen in kaart te brengen? Zo ja, bent u bereid om met een
reparatiewet te komen om de (onbedoelde) negatieve uitwerking van de huidige wet te
herstellen?
Antwoord 10
Het voornemen is om de drempel in bepaalde gevallen ten aanzien van vastgoedlichamen
(met aan derden) verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten. Er is dan ook geen
sprake van een generieke afschaffing van de drempel. De vormgeving van de maatregel
zal de komende tijd nader zal worden uitgewerkt en de impact van de maatregel is afhankelijk
van de uiteindelijke vormgeving.
Vraag 11
Bent u zich bewust van het feit dat de overgangstermijn bijzonder kort is en het daarom
bijna onmogelijk is voor bedrijven om zich op tijd aan te passen aan het vervallen
van de drempelwaarde?
Antwoord 11
Het kabinet is voornemens om in het pakket Belastingplan 2025 een uitgewerkt voorstel
tot wetswijziging op te nemen om met ingang van 1 januari 2025 de drempel van de earningsstrippingmaatregel
voor vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten.
Verder geldt dat het hier gaat om het tegengaan van situaties waarin oneigenlijk gebruik
wordt gemaakt van de drempel voor de toepassing van de earningsstrippingmaatregel.
In dat kader zie ik verder geen aanleiding voor het bieden van een overgangstermijn.
Vraag 12
Bent u bereid om te onderzoeken wat een redelijke overgangstermijn zou zijn?
Antwoord 12
Het kabinet is voornemens om in het pakket Belastingplan 2025 een uitgewerkt voorstel
tot wetswijziging op te nemen om met ingang van 1 januari 2025 de drempel van de earningsstrippingmaatregel
voor vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten.
Verder geldt dat hier gaat om het tegengaan van situaties waarin oneigenlijk gebruik
wordt gemaakt van de drempel voor de toepassing van de earningsstrippingmaatregel.
In dat kader zie ik verder geen aanleiding voor het bieden van een overgangstermijn.
Vraag 13
Vindt u niet dat het vervallen van de drempelwaarde alleen zou moeten gelden voor
nieuwe gevallen?
Antwoord 13
Het kabinet is voornemens om in het pakket Belastingplan 2025 een uitgewerkt voorstel
tot wetswijziging op te nemen om met ingang van 1 januari 2025 de drempel van de earningsstrippingmaatregel
voor vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten.
Verder geldt dat hier gaat om het tegengaan van situaties waarin ongewenst gebruik
wordt gemaakt van de drempel voor de toepassing van de earningsstrippingmaatregel.
In dat kader zie ik verder geen aanleiding voor het bieden van een overgangstermijn.
Vraag 14
Deelt u het standpunt van de opsteller van het rapport «De earningsstrippingmaatregel
en het draagkrachtbeginsel»9 dat de maatregel «een inbreuk (is) op het draagkrachtbeginsel in een situatie waarin een onderneming
meer wordt belast dan de totale winst op grond van het totaalwinstbeginsel. Bovendien
is dit onrechtvaardig. Gelijke gevallen worden in een dergelijke situatie ongelijk
behandeld.»? Zo nee, waarom deelt de u deze mening niet?
Antwoord 14
De earningsstrippingmaatregel maakt in beginsel geen inbreuk op het totaalwinstbeginsel
omdat de rente onbeperkt voorwaarts kan worden voortgewenteld. Dit betreft overigens
ook een van de constateringen in het aangehaalde rapport.
Vraag 15
Bent u bereid om een impactanalyse te maken van de (onbedoelde) negatieve uitwerking
die de maatregel heeft op de bedrijfsvoering en/of liquiditeit van mkb-bedrijven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
De vormgeving van de maatregel zal de komende tijd nader worden uitgewerkt. De impact
van de maatregel is afhankelijk van de uiteindelijke vormgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.