Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Klink over het bericht dat de Oegandese regering het mensenrechtenkantoor van de Verenigde Naties niet zal verlengen
Vragen van het lid Klink (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat de Oegandese regering het mensenrechtenkantoor van de Verenigde Naties niet zal verlengen (ingezonden 10 februari 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 19 april 2023).
Vraag 1
Is het kabinet op de hoogte van de berichtgeving «Uganda says it will not renew term
of U.N. human rights office»?1
Antwoord 1
Ja, het kabinet is met dit bericht bekend.
Vraag 2
Is het kabinet op de hoogte van de observatie uit november 2022 door de Commissie
tegen Marteling van de Verenigde Naties omtrent het gebruik van martelmethodes in
Oegandese gevangenissen en ongeautoriseerde gevangenissen?2 Zo ja, wat vindt u van deze observatie?
Antwoord 2
Ja, het kabinet is hiervan op de hoogte. Het rapport laat zien dat mishandeling en
marteling een blijvend probleem is in Oeganda en de toegang tot eerlijke rechtspraak
voor slachtoffers minimaal is. Nederland vindt de berichtgeving van het rapport dan
ook zorgelijk en veroordeelt deze praktijken. Nederland blijft zorgen uiten over de
verslechterende mensenrechtensituatie in Oeganda en zal dit blijven monitoren, aankaarten
bij de autoriteiten en mensenrechtenorganisaties steunen.
Vraag 3
Is het kabinet bekend met de reden waarom Oeganda stopt met de verlenging van het
VN mensenrechtenkantoor? Zo ja, is het kabinet bekend met de reden «progress Uganda
had made in developing a domestic capacity to monitor rights»?3 Wat vindt u van dit besluit?
Antwoord 3
Het Oegandese Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in de communicatie over het
besluit om het mandaat niet te verlengen meerdere redenen gegeven. Ten eerste was
het oorspronkelijke mandaat gericht op de mensenrechtensituatie in de door de Lord Resistance Army (LRA) rebellengroep getroffen gebieden in het noorden van Oeganda. Vervolgens is
het mandaat geleidelijk uitgebreid. Volgens de autoriteiten is wegens de vrede in
het land de aanwezigheid van een VN-mensenrechtenkantoor niet meer nodig. Een andere
reden die wordt aangedragen is dat zowel de capaciteit van nationale instituties als
die van het maatschappelijk middenveld zou zijn toegenomen en voldoende zou zijn om
mensenrechten in Oeganda te bevorderen en te beschermen.
Het kantoor van OHCHR in Oeganda vervult een belangrijke rol bij de capaciteitsopbouw
van verschillende overheidsdiensten, waaronder veiligheidsdiensten. Tevens is OHCHR
een belangrijke partner van mensenrechteninstituties in Oeganda, en speelt het een
rol op het gebied van onafhankelijke monitoring van de mensenrechtensituatie in het
land. De OHCHR is een belangrijke steun voor de Uganda Human Rights Commission (UHRC) middels samenwerking en training. Daarom betreurt het kabinet het voornemen
van de regering in Oeganda om het mandaat van de OHCHR niet te verlengen.
Vraag 4
Ontvangt de Oegandese regering, via Nederlandse dan wel Europese gelden voor ontwikkelingssamenwerking,
steun voor deze «domestic capacity to monitor rights»? Zo ja, op welke manier en wanneer
bent u van plan dit onder de aandacht te brengen bij de collega Ministers in Europa?
Antwoord 4
De UHRC heeft lange tijd steun ontvangen via het Democratic Governance Facility (DGF), waar naast Nederland nog 6 andere landen financieel aan bijdroegen. De DGF
is echter eind 2022 afgelopen. Ook heeft Nederland via de samenwerking met de Justice, Law and Order Sector (JLOS) in het verleden bijgedragen aan de capaciteit van de UHRC om mensenrechten
te monitoren.
Daarnaast draagt Nederland, net als andere gelijkgestemde donoren, in Oeganda bij
aan de capaciteitsopbouw van Oegandese mensenrechtenorganisaties. Nederland brengt
de zorgen over de verslechterde mensenrechtensituatie publiekelijk en achter gesloten
deuren onder de aandacht, zowel samen met andere gelijkgezinde partners, als in bilaterale
gesprekken met de Oegandese autoriteiten. In EU verband benadrukt Nederland het belang
van het monitoren van de mensenrechtensituatie. Hoe belangrijk het is om te blijven
bijdragen aan de bevordering van de mensenrechten in Oeganda werd nogmaals onderstreept
op 21 maart jl. Toen nam het parlement van dat land een nieuwe anti-homowet aan. De
wet is nog niet van kracht, omdat de president deze nog niet heeft ondertekend. Naar
aanleiding van deze wet heeft u op 24 maart vragen gesteld aan de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De beantwoording van die vragen komt u zo spoedig
mogelijk toe.
Het kabinet vindt het belangrijk om te blijven engageren met Afrikaanse partners zoals
Oeganda. Voor veel van de uitdagingen waar Nederland en de EU zich mee geconfronteerd
zien is versterkte samenwerking met Afrikaanse partners essentieel, zeker in het licht
van de toegenomen geopolitieke activiteit van landen als China en Rusland op het Afrikaanse
continent.
Vraag 5
Wat gaat er met de gelden voor bekostiging van het VN mensenrechtenkantoor en haar
personeel in Oeganda gebeuren, als deze in augustus 2023 zal gaan sluiten?
Antwoord 5
Op dit moment wordt de helft van de jaarlijkse budget voor het kantoor bekostigd door
OHCHR in Geneve, en de andere helft door een aantal Europese landen (Zweden, België
en Noorwegen) via directe steun aan het kantoor in Oeganda. Het budget van OHCHR zelf
zal terugvloeien en gebruikt worden voor andere kantoren in de regio.
Het personeel van het kantoor bestaat uit 6 internationale medewerkers van OHCHR die
een andere functie zullen krijgen. Voor de 38 lokale medewerkers zou de sluiting van
het kantoor echter het einde van hun werkzaamheden voor de OHCHR betekenen.
Vraag 6
Is het kabinet op de hoogte van het gebruik van ongeautoriseerde gevangenissen, oftewel
de zogenoemde «safe houses»?4 Zo ja, op welke manier steunt het kabinet de oproep van de Commissie tegen Marteling
van de Verenigde Naties aan de Oegandese regering om te stoppen met het gebruik van
deze gevangenissen wegens mogelijke mensenrechtenschendingen?
Antwoord 6
Ja, het kabinet is op de hoogte van de zogenaamde «safe houses». Het kabinet steunt
de oproep van de Commissie tegen Marteling van de Verenigde Naties aan de Oegandese
regering om te stoppen met deze gevangenissen. Nederland zal de Oegandese autoriteiten
over deze praktijken bilateraal, al dan niet in EU verband, aanspreken. Daarnaast
zoekt Nederland naar andere kanalen om de zorgen over te brengen.
Vraag 7
Op welke manier denkt u dat het vertrek van het kantoor van de Verenigde Naties verdere
ondermijning van mensenrechten en de democratie in Oeganda stimuleert?
Antwoord 7
Het is lastig om vooruit te lopen op de gevolgen van een eventueel vertrek van de
OHCHR. Zeker is wel dat, gezien de mensenrechtensituatie in Oeganda, het VN kantoor
als onafhankelijk orgaan gericht op de bevordering van mensenrechten een zeer belangrijke
rol zou kunnen spelen als het langer open zou blijven.
Vraag 8
Wat zijn de mogelijkheden voor het kabinet om actie te ondernemen in nationaal en
internationaal verband met het doel de voortzetting van het VN mensenrechtenkantoor
in Oeganda te realiseren?
Antwoord 8
OHCHR is in gesprek met de Oegandese overheid. Afhankelijk van het verloop en de uitkomsten
van deze contacten, zal Nederland samen met andere gelijkgestemde landen actie ondernemen.
Vraag 9
Op welke manier denkt u dat de «domestic capacity» die Oeganda heeft opgezet, de Oegandese
regering de mogelijkheid geeft minder openheid te bieden over de situatie in gevangenissen,
ongeautoriseerde gevangenissen en over mensenrechtenschendingen?
Antwoord 9
De Uganda Human Rights Commission (UHRC) heeft een sterk mandaat om o.a. (ongeautoriseerde)
gevangenissen te inspecteren en heeft in het verleden rond een aantal gevoelige zaken
laten zien dat ze zich uitspreken over mensenrechtenschendingen. De capaciteit en
het budget van de UHRC zijn erg beperkt, waardoor ze hun mandaat niet altijd volledig
kunnen uitvoeren. Mede doordat de UHRC een overheidsorgaan is, wordt de mate van de
onafhankelijkheid van deze commissie in twijfel getrokken.
Er zijn ook een aantal goede Oegandese mensenrechtenorganisaties actief in het land,
zoals de door Nederland gesteunde Nationale Coalitie voor mensenrechtenverdedigers
(NCHRD-U). Deze organisatie heeft de inbreng van een groot aantal NGOs gecoördineerd
rond de presentatie van een schaduwrapport voor de afgelopen UPR-review van Oeganda.
Er bestaan in algemene zin wel zorgen over de ruimte voor het maatschappelijk middenveld
in Oeganda, dus het is van belang dat deze NGOs hun werk ook in de toekomst kunnen
blijven uitvoeren. Nederland steunt een aantal van deze organisaties direct en zet
zich ook in voor de ruimte voor het maatschappelijk middenveld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.