Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Simons over het artikel 'Jeugdzorgkenner: Kans op terugplaatsing kinderen toeslagenouders 'vrijwel nihil''
Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de Minister van Rechtsbescherming over het artikel «Jeugdzorgkenner: Kans op terugplaatsing kinderen toeslagenouders «vrijwel nihil»» (ingezonden 15 december 2021).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 26 januari 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1246.
Vraag 1
Waarom bent u niet ingegaan op het dringende verzoek van de toeslagenouders om zo
snel mogelijk een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar mogelijke terugplaatsing
van kinderen, en zet u in plaats daarvan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en
de Inspectie Justitie en Veiligheid in die mogelijk niet onafhankelijk zijn richting
toeslagenouders en wantrouwen bij de gedupeerden opwekken?1
Antwoord 1
De inspecties zullen zich met hun onderzoek richten op het functioneren van de keten
en haar taakuitvoering. De inspecties gaan (1) in kaart brengen of gedupeerde gezinnen
vaker dan andere gezinnen (en dus disproportioneel) te maken kregen met de jeugdbescherming.
Vervolgens zullen de inspecties (2) nagaan waarom gedupeerde gezinnen (al dan niet
disproportioneel) te maken kregen met de jeugdbescherming en of en hoe dit redelijkerwijs
voorkomen had kunnen worden. Zij zullen in hun onderzoek geen uitspraken doen over
of een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing in individuele situaties terecht
is verzocht of opgelegd. Evenmin onderzoeken zij de mogelijkheden voor terugplaatsing
van kinderen die uit huis zijn geplaatst. Meer informatie over het onderzoek is te
vinden in de aankondiging van het onderzoeksprogramma van de inspecties.2
De inspecties zijn onafhankelijk en beschikken over de noodzakelijke bevoegdheden,
deskundigheid, onafhankelijkheid en mogelijkheden om de werking van de jeugdbeschermingsketen
grondig te onderzoeken. Bovendien zullen de inspecties na afronding van hun onderzoek
de uitvoering van de aanbevelingen kritisch volgen en daarover zo nodig opnieuw rapporteren.
Dit vinden wij zeer waardevol.
Op 19 januari 2022 is tijdens het debat over de regeringsverklaring door de Minister-President
toegezegd dat uw Kamer medio februari per brief nader zal worden geïnformeerd over
het onderzoek van de inspecties.
Vraag 2
Op welke wijze kunt u de daadwerkelijke onafhankelijkheid van de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid garanderen?
Antwoord 2
De noodzaak van onafhankelijk onderzoek staat buiten kijf. Het is begrijpelijk dat
gedupeerde ouders en Kamerleden hier aandacht voor vragen. Om de onafhankelijkheid
van rijksinspecties te waarborgen zijn de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties opgesteld.
In de Aanwijzingen is bepaald dat de beleidsverantwoordelijk Minister de inhoud van
de taakuitoefening van de inspecties niet mag beïnvloeden. Zo mag de Minister de inspecties
er niet van weerhouden een bepaald onderzoek of toezicht wel of niet uit te voeren,
mag niet ingegrepen worden in de bevindingen of oordelen die uit een toezicht of onderzoek
volgen. Een Minister kan openbaarmaking van bevindingen van de inspectie ook niet
tegenhouden ingevolgde de Aanwijzingen.
De inspecties voeren toezicht uit op de bredere jeugdketen en zijn daar geen onderdeel
van. Zij onderzoeken waar zich risico’s voordoen, waar het goed gaat en waar het beter
kan. In die hoedanigheid hebben de inspecties al laten zien dat zij er niet voor terugdeinzen
kritisch te zijn over de jeugdbeschermingsketen, zoals in het rapport Kwetsbare kinderen
onvoldoende beschermd (2019).3 Dit laat zien dat de inspecties hun taak als toezichthouder van de keten onafhankelijk
en kritisch uitvoeren.
Voor dit specifieke onderzoek hebben de inspecties aangegeven dat zij vanwege het
grote belang ervan aanvullende kritische tegenspraak organiseren, zoals zij dat bij
enkele eerdere onderzoeken ook hebben gedaan. Dat doen zij door zich op belangrijke
momenten in het onderzoek te laten adviseren door externen. Zo gaan de inspecties
bij het opzetten en uitvoeren van het onderzoek gedupeerden betrekken en daarnaast
ook deskundigen uit de wetenschap en vanuit diverse relevante instanties en instituten.
Bijvoorbeeld op het gebied van het (non-discriminatie) recht en de jeugdbescherming.
Ook zullen de inspecties actief communiceren (via hun website) over de processtappen
die zij nemen in het onderzoek. Zo hebben de inspecties op 17 januari 2022 het onderzoeksprogramma
«Hoe ging de Jeugdbescherming om met gezinnen gedupeerd door de Toeslagenaffaire»
aangekondigd, waarin onder andere ook wordt ingegaan op het betrekken van gedupeerden.4
Zoals bij de beantwoording van vraag 1 is toegelicht, zal uw Kamer medio februari
nader geïnformeerd worden over het onderzoek door de inspecties.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het feit dat de lange duur van het nu voorgestelde onderzoek
onherstelbare schade aan gezinnen dreigt te veroorzaken, wegens het grote risico op
het verstrijken van de termijn voor terugplaatsing na onterechte uithuisplaatsing
– welke niet voor niets als richtlijn is opgenomen?
Antwoord 3
De uitkomst van het onderzoek van de inspecties wordt niet afgewacht om extra hulp
en ondersteuning aan de getroffen gezinnen te bieden. De duur van dat onderzoek vormt
daarmee geen risico op het verstrijken van de aanvaardbare termijn.
Vraag 4
Welke acties gaat u ondernemen om de betrokken ouders in deze situatie direct te ondersteunen,
uitgaande van uw reactie op het artikel waarin u stelt dat er niet wordt gewacht op
de uitkomst van het onderzoek om de betrokken ouders hulp en ondersteuning te bieden?
Gaat u in navolging hiervan ook hulp en ondersteuning bieden aan de betrokken kinderen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke vormen van hulp en ondersteuning zal aan hen worden
geboden?
Antwoord 4
De aanpak die we op dit moment aan het ontwikkelen en toetsen zijn, voorziet in de
individuele ondersteuning van betrokken ouders en kinderen. We hebben uw Kamer op
26 november 2021 geïnformeerd over het doel en de uitgangspunten van deze aanpak,
alsmede over de inzet van het landelijke ondersteuningsteam.5 Ik verwijs u graag naar deze brief. In de brief die de Minister-President in het
debat over de regeringsverklaring heeft toegezegd voor medio februari zullen wij u
nader informeren over de invulling van de extra ondersteuning voor ouders en kinderen
en de stand van zaken van de voorbereiding.
Wij richten ons erop dat de extra ondersteuning aan het begin van het tweede kwartaal
landelijk beschikbaar is. Vooruitlopend daarop kunnen ouders en kinderen die extra
ondersteuning willen nu al terecht bij het bestaande aanspreekpunt bij hun gemeente
voor brede ondersteuning op de vijf leefgebieden (wonen, werk/opleiding, gezin, geldzaken
en zorg). Zij kunnen ook naar hun jeugdbeschermer of, indien bij het gezin betrokken,
de Raad voor de Kinderbescherming. Ouders en kinderen kunnen daarnaast gebruik maken
van een vertrouwenspersoon van de Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ).
Kinderen van gedupeerde ouders kunnen eveneens gebruik maken van de ondersteuning
door het ondersteuningsteam dat wij aan het inrichten zijn. Voor overige ondersteuning
aan deze kinderen sluiten wij aan bij de initiatieven van de Staatssecretaris voor
Toeslagen en Douane.
Vraag 5
Op welke wijze werkt u eraan om de problemen binnen jeugdzorg aan te pakken, zoals
u stelt in reactie op het artikel?
Antwoord 5
Alle kinderen, jongeren en gezinnen verdienen het om tijdig passende hulp en bescherming
te krijgen wanneer zij die nodig hebben. Helaas ontvangen nog niet alle kinderen goede
zorg. Over de voortgang van de aanpak om de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering
te verbeteren hebben wij u ter voorbereiding op het Wetgevingsoverleg Jeugd van 29 november
2021 uitgebreid geïnformeerd bij brief van 22 november 2021.6
Samen met cliënten, professionals, aanbieders en gemeenten wordt eraan gewerkt om
kinderen en gezinnen die zorg nodig hebben beter te kunnen helpen, zoals:
– de inspanningen die zijn gedaan in het programma Zorg voor de Jeugd, waaronder het
investeren in de aanpak van complexe casuïstiek met behulp van de inzet van de regionale
expertteams en de bovenregionale expertisecentra;
– voor het vereenvoudigen en verbeteren van de jeugdbeschermingsketen is het Toekomstscenario
Kind- en gezinsbescherming ontwikkeld, dat we beproeven in een aantal proeftuinen;
– het wetsvoorstel «Verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen» dat in voorbereiding
is om de beschikbaarheid van specialistische vormen van jeugdhulp beter te borgen;
– om te zorgen dat kinderen met een gerechtelijke maatregel tijdige jeugdbescherming/jeugdreclassering
krijgen en waar nodig passende jeugdhulp zetten gemeenten, aanbieders en gecertificeerde
instellingen in op de doorbraakaanpak. Het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd heeft
hierbij ondersteund en regio’s hebben hiervoor in 2021 incidentele financiering ondersteuning
ontvangen;
– aanvullend op de zorgbrede aanpak om de arbeidsmarkt te verbeteren werken Jeugdzorg
Nederland, FNV en CNV samen met ons aan de Arbeidsmarktafel Jeugd;
– om te komen tot betere en tijdige zorg en ondersteuning op de juiste plek en een beter
beheersbaar (en daarmee duurzaam) jeugdhulpstelsel wordt gewerkt aan de Hervormingsagenda
Jeugd.
Vraag 6
Bent u bereid om uw recente Kamerbrief aan te passen zodat er op zeer korte termijn
door een onafhankelijke commissie onderzoek kan worden gedaan naar terugplaatsing
van onterecht uit huis geplaatste kinderen van toeslagenouders? Zo nee, waarom niet?7
Antwoord 6
Ik verwijs u hiervoor naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Welke acties gaat u ondernemen om de schade die de staat heeft toegebracht aan uit
huis geplaatste kinderen van toeslagenouders zoveel mogelijk te herstellen? Indien
geen acties, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals bij de beantwoording van vraag 4 is toegelicht, zal er ook voor kinderen van
gedupeerde ouders die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing door het ondersteuningsteam
extra ondersteuning worden geboden. Daarnaast wordt in het kader van brede hersteloperatie
van de Staatssecretaris van Toeslagen en Douane bezien hoe kinderen naast de reeds
toegezegde financiële compensatie ook nog op andere wijzen ondersteund kunnen worden.
Vraag 8
Welke andere herstelacties of compensaties gaat u bieden aan de toeslagenouders die
hun kinderen uit huis geplaatst hebben zien worden?
Antwoord 8
De Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) biedt aan alle gedupeerde ouders
een eerste financieel herstel via de Catshuisregeling (€ 30.000,–). Ouders die recht
hebben op een hoger bedrag krijgen dat na een integrale beoordeling. Eventueel kan
na een verzoek van de gedupeerde ouder aan de Commissie Werkelijke Schade een additioneel
bedrag uitgekeerd worden. Een vergoeding voor schade die gedupeerde ouders hebben
geleden ten gevolge van een uithuisplaatsing die direct of indirect het gevolg is
van de problemen met de kinderopvangtoeslag, kan ook via deze route worden verzocht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.