Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen het lid Van Ojik over de coronamaatregelen in de asielketen
Vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de coronamaatregelen in de asielketen (ingezonden 1 september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 oktober
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 65.
Vraag 1
Hoeveel coronabesmettingen zijn tot op heden geconstateerd op de Centraal Orgaan opvang
asielzoekers (COA)-locaties en binnen de vreemdelingendetentie? Kunt u daarbij aangeven
om welke locaties het gaat en wanneer in de tijd de besmettingen zijn geconstateerd?
Antwoord 1
Voor een overzicht van het aantal besmettingen op COA-locaties verwijs ik u naar de
bijlage bij deze beantwoording. Om herleidbaarheid naar individuen te voorkomen, zijn
de aantallen per locatie afgerond.
In vreemdelingenbewaring is tot op heden bij twee ingeslotenen van het detentiecentrum
Rotterdam een besmetting met COVID-19 geconstateerd. Eén persoon is inmiddels genezen
verklaard.
Vraag 2
Wat is het protocol indien een Coronabesmetting wordt geconstateerd bij een bewoner
van een COA-locatie of centrum voor vreemdelingendetentie?
Antwoord 2
Indien bij een COA-bewoner een vermoeden van besmetting met het coronavirus is of
een besmetting wordt vastgesteld, dan wordt gewerkt volgens het daartoe opgestelde
protocol. Dit protocol is door het COA opgesteld met GZA, GGD en is getoetst door
Landelijke Coördinatie Infectiebestrijding (LCI) van het RIVM.
In geval van besmetting wordt de bewoner in isolatie geplaatst. Daarnaast wordt door
de GGD op een COA-locatie bron- en contactonderzoek gedaan. Huisgenoten van de besmette
persoon worden in beginsel op de locatie waar zij verblijven in quarantaine geplaatst.
Wanneer dit niet mogelijk is, wordt in overleg met de GGD en veiligheidsregio, gezocht
naar een alternatief. Indien de medische toestand dit vereist, wordt de bewoner opgenomen
in het ziekenhuis. Deze richtlijnen gelden voor alle COA-locaties. Elke COA-locatie
heeft daarnaast een lokaal draaiboek waarin diverse scenario’s bij het verdere verloop
van de pandemie zijn uitgewerkt.
Binnen de vreemdelingenbewaring wordt de ingeslotene bij constatering van een besmetting
in isolatie geplaatst op een quarantaine-kamer. De DJI volgt de richtlijnen van de
GGD en het RIVM, waaronder onder meer het doen van bron- en contactonderzoek na constatering
van een coronabesmetting.
Vraag 3
Hoe is de toegang tot Coronatests voor bewoners van COA-locaties en personen in vreemdelingendetentie
georganiseerd?
Antwoord 3
Bewoners van COA-locaties kunnen een afspraak maken om naar een teststraat te gaan
en zich te laten testen. Daarnaast is het tot op heden twee keer voorgekomen dat een
groter aantal bewoners tegelijk positief testen op Corona besmetting. In deze gevallen
is, in overleg met de GGD en GZA, besloten om een tijdelijke testlocatie in te richten
op de locatie. Het is ook mogelijk dat in overleg met de GGD en GZA wordt besloten
dat GZA de testen afneemt op locatie in plaats van dat bewoners een afspraak maken
bij de GGD voor hun test.
Binnen de vreemdelingenbewaring geldt dat een ingeslotene bij klachten wordt getest.
Tot de uitslag van de test bekend is, verblijft de ingeslotene op een quarantaine-kamer.
Vraag 4, 5
Bent u bekend met de oproep van voorzitter Schuiling van de veiligheidsregio Groningen
aan het COA om speciale locaties in te richten voor besmette personen, om zo te voorkomen
dat steeds ad-hoc oplossingen moeten worden gezocht bij geconstateerde besmettingen?1
Begrijpt u de kritiek van Schuiling dat ad-hoc oplossingen zorgen voor veel onrust
bij zowel de besmette personen als de gemeenten waar zij uiteindelijk worden ondergebracht?
Antwoord 4, 5
Ik heb kennisgenomen van deze oproep en begrijp de wens, maar dergelijke speciale
locaties zijn gegeven de huidige bezettingsgraad niet beschikbaar binnen het COA.
Het COA heeft op twee locaties, Sneek en Delfzijl, te maken gehad met een relatief
groot aantal met corona besmette bewoners, zoals blijkt uit het overzicht dat is opgenomen
in de bijlage bij het antwoord op vraag 2. Voor beide situaties heeft het COA met
de betrokken veiligheidsregio’s en gemeenten een tijdelijke quarantaine- en isolatielocatie
gerealiseerd.
Tot op heden is het aantal corona-uitbraken op COA-locaties verder relatief beperkt
gebleven en kon een gezamenlijke oplossing gevonden worden voor bovengenoemde twee
situaties. Opvanglocaties hebben ruimte gereserveerd om een klein aantal personen
in isolatie of quarantaine te plaatsen.
Het realiseren van voldoende quarantaine- en isolatieplekken op de locaties en buiten
opvanglocaties blijft echter een punt van zorg. De afgelopen periode heeft het COA
met gemeenten contact gehad over het realiseren van quarantaine- en isolatielocaties
bij besmetting van grotere groepen bewoners. Het COA heeft daarnaast het Veiligheidsberaad
gevraagd te helpen bij het realiseren van quarantaine- en isolatielocaties. Naar aanleiding
van de constructieve reactie van de veiligheidsregio’s wordt verkend wat de mogelijkheden
zijn. De gesprekken hierover zijn op dit moment nog gaande.
Vraag 6
Is op de COA-locaties voor alle bewoners voldoende desinfecterende handgel, zeep en
mondmaskers beschikbaar? Zo nee, bent u van mening dat het algemeen belang van het
voorkomen van Coronabesmettingen gewichtig genoeg is om deze middelen proactief te
verstrekken?
Antwoord 6
Bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het aanschaffen van mondkapjes
of hygiënemiddelen. Het COA verstrekt derhalve geen mondkapjes en andere persoonlijk
beschermingsmiddelen, tenzij dit in noodsituaties niet anders kan. Op verschillende
locaties binnen de opvang hebben wel initiatieven plaatsgevonden voor het maken van
mondkapjes die door het COA zijn ondersteund.
Vraag 7
Is binnen de vreemdelingedetentie voor alle gedetineerden voldoende desinfecterende
handgel, zeep en mondmaskers beschikbaar? Zo nee, bent u niet van mening dat het algemeen
belang van het voorkomen van Coronabesmettingen gewichtig genoeg is om deze middelen
proactief te verstrekken?
Antwoord 7
De DJI volgt de richtlijnen van het RIVM. Ingeslotenen krijgen standaard een hygiënepakket
uitgereikt waar onder andere shampoo en douchegel in zitten. Handzeep wordt niet van
rijkswege verstrekt. Deze en andere producten kunnen via de winkelzuil worden aangeschaft.
Vraag 8, 9, 10
Bent u bekend met de uitzending van Reporter Radio van 28 juni 2020, waarin gedetineerden
aan het woord komen over de toepassing van RIVM-richtlijnen in detentiecentrum Rotterdam?2
Klopt het dat vijf bewoners een klacht over de naleving van RIVM-richtlijnen hebben
ingediend bij de Commissie van Toezicht, door deze Commissie in het gelijk zijn gesteld,
maar er desondanks door het detentiecentrum nog steeds geen zeep wordt geleverd? Zo
ja, waarom is dit?
Vindt u shampoo een volwaardig alternatief voor zeep? Zo ja, kunt u dit motiveren?
Antwoord 8, 9, 10
Een aantal ingeslotenen heeft klachten ingediend over de naleving van de RIVM-richtlijnen.
De klachten zijn ongegrond verklaard, behoudens een klacht over het verstrekken van
zeep. Tegen deze uitspraak heeft de vestigingsdirecteur bij de Raad voor Strafrechtstoepassing
en Jeugdbescherming beroep ingesteld. De zitting heeft op 3 september jl. plaatsgevonden.
Over zaken die nog onder de rechter zijn, kan ik geen reactie geven.
Vraag 11, 12
Wordt op alle locaties binnen de asielketen de 1,5m afstand te allen tijde gehandhaafd?
Zo nee, op welke momenten niet?
Indien op locaties niet te allen tijde 1,5m afstand kan worden gehandhaafd, deelt
u dan de mening dat bewoners in ieder geval de optie geboden dient te worden een mondmasker
te dragen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11, 12
De organisaties binnen de migratieketen volgen de rijksbrede (RIVM) richtlijnen, waaronder
de norm om 1,5 meter afstand te bewaren. Binnen de taakuitvoering is het echter niet
altijd mogelijk om deze norm te handhaven.
Dat geldt bijvoorbeeld voor de werkzaamheden van de Koninklijke Marechaussee. In het
kader van de grenspolitietaken is in meerdere specifieke processen sprake van direct
contact en is het niet mogelijk om 1,5 meter afstand te bewaren. Het gaat dan bijvoorbeeld
om de identificatie en registratie aan de ID-zuil als er biometrische gegevens worden
afgenomen, fouillering en het gehoor. In deze processen worden mondmaskers en handschoenen
ingezet en/of zijn maatregelen genomen zoals het plaatsen van schermen opdat de werkzaamheden
veilig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd.
Dit geldt ook voor de politie wanneer zij de identificatie en registratie aan de ID-zuil
doen.
Ook binnen de opvang is het niet op alle locaties mogelijk de 1,5 meter afstand te
handhaven gelet op de inrichting (bijvoorbeeld smalle gangen) en de bijzondere omstandigheden
binnen de opvang (zoals gezamenlijke faciliteiten). Dit heeft ertoe geleid dat verschillende
beschermingsmaatregelen zijn getroffen, zoals het plaatsen van plexiglas schermen.
Ook wordt sinds de uitbraak van het coronavirus actief ingezet op voorlichting ter
voorkoming en verspreiding van het virus. Het COA geeft, ook via interne aanwijzingen,
invulling aan het recente besluit ten aanzien van het dragen van mondkapjes, in afstemming
met de ketenpartners.
Binnen de vreemdelingenbewaring geldt dat bewoners bij binnenkomst voor de duur van
acht dagen in pre-quarantaine worden geplaatst en gemonitord op klachten. Bij klachten
wordt getest. Na deze periode kunnen zij doorgeplaatst worden naar een verblijfsruimte
met een kamergenoot. Hiermee wordt een extra waarborg ingebouwd om besmetting binnen
de inrichting te voorkomen.
Ingeslotenen die een verblijfsruimte delen, worden binnen de vreemdelingenbewaring
aangemerkt als huisgenoten. Voor huisgenoten is het niet vereist dat zij een afstand
van 1,5m tot elkaar bewaren. Indien een ingeslotene symptomen vertoont, wordt deze
in quarantaine geplaatst en nauwlettend gemonitord. Tevens wordt diens kamergenoot
nauwlettend in de gaten gehouden voor het geval deze eveneens symptomen begint te
vertonen.
Bijlage
Tabel 1. Besmettingen per COA-locatie
Locaties
W14
W15
W16
W17
W18
W19
W23
W24
W25
W26
W28
W30
W31
W32
W33
W34
W35
W36
W37
W38
Tot.
Delfzijl
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
<5
10
10
10
0
<5
0
40
Sneek
0
0
0
0
0
30
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30
Amsterdam
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
<5
0
<5
<5
<5
<5
0
0
0
<5
10
Almere
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
<5
0
<5
0
0
0
<5
10
Weert
0
0
0
0
<5
<5
0
0
<5
<5
<5
0
0
0
0
0
0
0
0
0
10
POA Maastricht
<5
<5
0
0
0
0
0
<5
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
<5
Ter Apel
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
<5
<5
0
0
<5
Utrecht
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
<5
0
0
<5
0
0
<5
Andere locaties (met 2 of minder besmettingen in totaal)*
<5
<5
<5
<5
0
0
<5
0
<5
<5
0
<5
0
0
0
<5
<5
<5
<5
<5
20
Totaal per week
10
<5
<5
<5
<5
30
<5
<5
<5
<5
<5
<5
<5
10
20
20
10
10
<5
<5
120
* Bron COA, afgerond op tientallen. Er zijn bijna 15 locaties waar tussen week 14
en week 38 in totaal 2 of minder besmettingen zijn geconstateerd. Deze zijn gegroepeerd
onder «Andere locaties (met 2 of minder besmettingen in totaal)».
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.