Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit toezicht gelijke kansen bij werving en selectie (Kamerstuk 35673-27)
2024D00920 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties
de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over het op 1 december 2023 ontvangen Ontwerpbesluit toezicht
gelijke kansen bij werving en selectie (Kamerstuk 35 573, nr. 27).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Léon de Jong
Adjunct-griffier van de commissie,
Van den Broek
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn verheugd te zien dat de algemene maatregel
van bestuur (AMvB) is voorgehangen, conform de behandeling in de Kamer en het verzoek
van deze fractie daartoe. Deze leden hechten er belang aan om te benadrukken om substantiële
wijzigingen wederom voor te hangen. Deze leden hebben hier nog wel enkele vragen over.
In de plenaire behandeling van de wet in de Tweede Kamer is besproken dat de AMvB
kan groeien op basis van inzichten uit de wetenschap of praktijkinzichten vanuit de
inspectie. Deze leden vragen welke procedures de Minister heeft om nieuwe inzichten
te vertalen in verbeteringen van de wet.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de Minister een kwantificeerbare
doelstelling voor ogen heeft met het beleid rondom het aanpakken van discriminatie.
Deze leden vragen of de Minister deelt dat dit wetsvoorstel en het bijbehorende ontwerpbesluit
daarvan één van de puzzelstukjes is.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen welke andere maatregelen het kabinet
neemt om discriminatie te voorkomen. Daarbij vragen deze leden zowel naar de bredere
aanpak van de Minister als om het flankerend beleid om de werking van de wet an sich
te verbeteren. In dit kader vragen deze leden naar de uitvoering van de aangenomen
motie Kathmann/Van der Lee.1 Deze leden vragen hoe de Minister invulling heeft gegeven aan deze motie en hoe ver
zij daar mee is.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of en op welke wijze de procedures
om discriminatie te voorkomen openbaar zijn, bijvoorbeeld voor medewerkers.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen naar het vervolg voor dit wetsvoorstel,
het tijdspad en de uitvoering daarvan. Deze leden vragen of de Minister in kan gaan
op welke stappen nog moeten worden genomen voordat handhaving volledig is opgeschaald.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor het aanbieden van het ontwerpbesluit
toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Deze leden hebben daarover de volgende
vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat er bij werving en selectie in sommige
gevallen wordt gediscrimineerd. Bij werving en selectie door werkgevers en intermediairs
moet elke sollicitant een gelijke kans hebben. Het mag niet zo zijn dat iemand door
geloof, huidskleur of afkomst minder kans maakt op een functie. Echter vragen de leden
van de VVD-fractie of deze aanvullende eisen zoals opgenomen in het ontwerpbesluit,
wel een meerwaarde hebben om dit probleem op te lossen. Uit het advies van het Adviescollege
Toetsing Regeldruk (ATR) op 15 mei 2023 blijkt ook dat zij twijfels hebben over de
meerwaarde van deze aanvullende eisen en alleen maar zullen leiden tot meer onnodige
regeldruk voor werkgevers en intermediairs. De vraag van de leden van de VVD-fractie
is dan ook of de Minister mee gaat in het advies van de ATR om af te zien van de nadere
regels. Mocht de Minister hier niet van af willen zien, vragen deze leden of zij dan
wel van mening is dat er eerst via een praktijkproef vastgesteld dient te worden dat
er een meerwaarde is van deze aanvullende eisen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat discriminatie bij werving en selectie
lang niet altijd bewust gaat, maar dat werkgevers soms onbewust onbekwaam zijn. Deze
leden constateren ook dat de regeldruk bij ondernemers de laatste jaren alleen maar
is toegenomen ondanks meerdere toezeggingen de regeldruk te verlagen. Zij vragen derhalve
of de Minister een oplossing ziet in het werkgevers bewust bekwaam maken zodat discriminatie
bij werving en selectie steeds verder wordt teruggedrongen. De leden van de VVD-fractie
denken dat dit een positievere impact zal hebben op sollicitanten en daarmee onnodige
regeldruk wordt voorkomen wat ook weer positief is voor werkgevers. Het bewust bekwaam
maken van werkgevers zou mogelijk kunnen via de brancheverenigingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit toezicht gelijke
kansen bij werving en selectie en hebben hierover een paar vragen en opmerkingen.
Zo hebben de leden van de NSC-fractie een opmerking over de openbaarmaking van de
inspectiegegevens. Deze leden pleiten ervoor om de publicatie van inspectiegegevens
uit te stellen, tot de boete onherroepelijk is geworden of in ieder geval een ruimere
rectificatiemogelijkheid te geven. Is de Minister hiertoe bereid?
Voorts vragen de leden van de NSC-fractie de Minister om de meldplicht voor intermediairs
te schrappen. Hier ligt naar het oordeel van deze leden meer een taak voor de Arbeidsinspectie.
Deze leden vrezen dat het aangeven van discriminerende klanten kan leiden tot niet-Nederlandse
toestanden en dito wantrouwen tussen partijen die met elkaar zaken doen. In plaats
van een meldplicht, kunnen intermediairs nog verder geholpen worden signalen van ongelijke
kansen in een procedure op te vangen en deze kenbaar te maken bij de opdrachtgever.
Kan de Minister hierop reageren?
Ziet de Minister tenslotte nog mogelijkheden om tegemoet te komen aan de bezwaren
van het ATR, zo vragen de leden van de NSC-fractie. Het bedrijfsleven zou hier heel
bij mee zijn.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ten behoeve van dit belangrijke wetsvoorstel. Deze leden hebben nog enkele vragen.
Er wordt, mede op verzoek van de leden van de D66-fractie, expliciet ingegaan op het
risico van zwangerschapsdiscriminatie en daar moet in de vereiste procedures ook op
in worden gegaan. Dat zwangerschapsdiscriminatie hier expliciet benoemd wordt vinden
deze leden een goede zaak, aangezien het bewustzijn ten aanzien van deze vorm van
discriminatie nog te beperkt is. Wel vragen deze leden of het wellicht niet fraaier
zou staan om hier meerdere vormen van discriminatie te noemen, om te voorkomen dat
het beeld bestaat dat het alleen draait om zwangerschapsdiscriminatie. Deze leden
hebben begrip voor het feit dat het hier onmogelijk is om alle vormen van discriminatie
te noemen, maar zijn benieuwd naar de mogelijkheden die de Minister ziet.
Daarnaast merken de leden van de D66-fractie op dat er terecht ook uitgebreid ingegaan
wordt op de vergewisplicht bij geautomatiseerde systemen bij werving en selectie.
Werkgevers dienen op de hoogte te zijn op basis van welke factoren geautomatiseerde
systemen selectiebeslissingen nemen en dienen ervoor te zorgen dat daarin geen discriminatie
plaats vindt. Maar ook als individuele factoren op basis waarvan systemen besluiten
nemen op zichzelf niet discriminerend zijn, kunnen de uitkomsten door de combinatie
van factoren dat wel zijn (indirecte discriminatie). De leden van de D66-fractie vragen
daarom waarom er in het voorstel geen waarborgen opgenomen zijn om indirecte discriminatie
op basis van geautomatiseerde systemen te voorkomen. Zou het bijvoorbeeld niet nuttig
zijn te vereisen dat de uitkomsten van geautomatiseerde systemen getoetst worden op
discriminatie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Deze leden
hebben geen aanvullende vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Deze leden
hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie maken zich zorgen over de lastendruk die de uitvoering
van de maatregelen in dit wetsvoorstel met zich meebrengt voor werkgevers, met name
voor het midden- en kleinbedrijf vanaf 25 werknemers. Hoe is in dit wetsvoorstel rekening
gehouden met hun positie en beperkte uitvoeringskracht? Deze leden vragen het kabinet
daarnaast de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen nader te onderbouwen.
De leden van de SGP-fractie lezen dat na opmerkingen van werkgevers over de openbaarmaking
van boetes in de AMvB is opgenomen dat intrekking van een boete na publicatie van
een boetebesluit naar aanleiding van bezwaar of beroep gerectificeerd zal worden.
Deze leden vinden dit een merkwaardige gang van zaken, omdat in de huidige samenleving
het leed dan al geschied is: de werkgever heeft dan een «kruisje» achter de naam dat
op het internet en in de beeldvorming niet meer zal verdwijnen. Is de Minister het
met deze leden eens dat zolang niet onomstotelijk vaststaat dat een werkgever zich
schuldig heeft gemaakt aan discriminatie zeker geen sprake mag zijn van publicatie,
conform de onschuldpresumptie? Is zij bereid de AMvB op dit punt aan te passen? Zo
nee, waarom niet?
De leden van de SGP-fractie pleiten, in lijn met het ATR, voor een praktijkproef om
de werkbaarheid en effectiviteit van de werkwijze voor werkgevers en intermediairs
te toetsen. Het kabinet lijkt daar vooralsnog niet voor te kiezen. Waarom niet, zo
vragen deze leden, aangezien een dergelijke proef veel nuttige informatie kan opleveren
voor het uitwerken en het effectief maken van de maatregelen.
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L.W.E. (Léon) de Jong, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.