Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Tweede incidentele suppletoire begrotingen Defensie: versnelling aanschaf militair materieel F-35 en MQ-9 (Kamerstukken 36143-36144-3)
36 143 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting)
36 144
Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor
het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting)
Nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 5 juli 2022
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Defensie over de brief van 24 juni 2022 inzake de Tweede incidentele suppletoire
begrotingen Defensie: versnelling aanschaf militair materieel F-35 en MQ-9 (Kamerstukken
36 143 en 36 144, nr. 3).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 30 juni 2022. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, De Roon
Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
1. Hoe groot is het bedrag dat in de tweede suppletoire begroting is gereserveerd
voor aanschaf van de F-35?
2. Hoe groot is het bedrag dat in de tweede suppletoire begroting is gereserveerd
voor aanschaf van de MQ-9?
De commercieel-vertrouwelijke bijlage
bij de Kamerbrief «Versnelling investeringsprojecten F-35 en MQ-9» van 24 juni jl.
(Kamerstukken 36 143 en 36 144, nr. 3) bevat de kostenramingen van zowel de zes F-35 als de vier MQ-9 vliegtuigen.
3. Betreft het een nieuwe ontwikkeling dat een buitenlandse fabrikant bepaalt wanneer
Nederland geld moet uitgeven om militair materiaal aan te schaffen? Zo nee, sinds
wanneer gaat dit op deze manier? Waarom is de Kamer hier niet van op de hoogte?
5. Acht u het niet oneigenlijk dat de overheid zich onder druk laat zetten om zo snel
mogelijk aankopen te doen onder een bepaalde tijdsdruk?
6. Is deze tijdsdruk bevorderlijk voor de doelmatige besteding van de schaarse overheidsgelden
die ter beschikking staan? Zo ja, waarom is dat zo?
Nee. Buitenlandse fabrikanten bepalen niet het moment waarop Nederland (juridische)
verplichtingen aangaat voor materieelinvesteringen. Overigens bestelt Nederland de
F-35 en MQ-9 vliegtuigen bij de Amerikaanse overheid en niet rechtstreeks bij de fabrikanten.
De uitbreiding van F-35 en MQ-9 zijn aangekondigd in de Defensienota 2022 (DN2022)
(Kamerstuk 36 124, nr. 1). Deze maatregelen zijn bestemd om Nederland sterker, Europa veiliger en de NAVO
en EU krachtiger te maken. Uit operationele en doelmatigheidsoverwegingen is het voor
Nederland van belang op zeer korte termijn over te gaan tot verwerving van zes extra
F-35 toestellen en vier extra onbemande verkenningsvliegtuigen MQ-9 toestellen.
Om die reden heb ik een tweede incidentele suppletoire begroting (Kamerstuk 36 143 en 36 144) ingediend, die op 24 juni jl. met uw Kamer is gedeeld, zodat ik de verplichtingen
voor de verwerving van de zes F-35 en vier MQ-9 toestellen kan aangaan, in lijn met
de motie van het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 36 045, nr. 4) van 28 februari 2022. Hiermee wordt o.a. voorkomen dat de verwerving van deze systemen
vertraging oploopt.
4. Hoe verhoudt het zich tot het budgetrecht dat Defensie reeds richting het Joint
Program Office (JPO) aangeeft gebruik te willen maken van nieuw materiaal, alvorens
er een parlementaire behandeling heeft plaatsgevonden? Bent u ervan op de hoogte dat
in het Verantwoordingsdebat van 9 juni 2022 de Kamer juist heeft uitgesproken dat
er zo min mogelijk gebruik gemaakt moet worden van de uitzondering van artikel 2.27
Comptabiliteitswet?
Het kabinet realiseert zich dat het indienen van deze tweede incidentele suppletoire
begroting ongebruikelijk is en is hier na zorgvuldige overweging toe overgegaan. Defensie
neemt geen onomkeerbare stappen voordat de Tweede en Eerste Kamer de tweede incidentele
suppletoire begroting hebben behandeld en daarmee hun budgetrecht hebben kunnen uitoefenen.
Wij hechten eraan met uw Kamer hierover van gedachten te kunnen wisselen.
De Staatssecretaris en ik zijn ons bewust dat de Kamer zich heeft uitgesproken dat
er zo min mogelijk gebruik gemaakt moet worden van de uitzondering van artikel 2.27
Comptabiliteitswet. In dit geval doe ik, anders dan bij de eerste incidentele suppletoire
begroting, ook geen beroep op artikel 2.27 CW maar heb ik uw Kamer in overweging gegeven
om de besluitvorming over deze tweede incidentele suppletoire begrotingen nog voor
het zomerreces af te ronden teneinde de versnelling van deze materieelprojecten mogelijk
te maken.
Daarnaast heeft uw kamer met de motie van het Kamerlid Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925 X nr. 70) van 10 mei jl., het kabinet verzocht zo snel mogelijk nieuw materiaal aan te schaffen
en onderhoudsachterstanden weg te werken. Ik onderschrijf dat en geef daar hiermee
ook uitvoering aan.
7. Kunt u ervoor zorgdragen dat de Algemene Rekenkamer de doelmatigheid alsmede de
doeltreffendheid van dit verzoek gaat toetsen?
De Algemene Rekenkamer (AR) controleert ieder jaar in het Verantwoordingsonderzoek
of ministeries geld rechtmatig besteden, of de bedrijfsvoering van de ministeries
op orde is en of het beleid de gewenste resultaten heeft. Daarmee onderzoekt de AR
de doelmatigheid en doeltreffendheid van ministeries. Het Ministerie van Defensie
is daar geen uitzondering op. Echter, de dossiers waar de AR specifiek onderzoek naar
doet bepaalt het College zelf. Vanzelfsprekend werkt Defensie mee aan een onderzoek
naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van dit specifieke onderwerp indien, de
AR besluit hier onderzoek naar te doen.
8. Ziet u analogie met deze last minute investering en de mondkapjesdeal met Sywert
van Lienden, die ook in alle haast erdoorheen werd gedrukt en waardeloze mondkapjes
opleverde die de staat 100 miljoen euro hebben gekost?
Nee, die analogie zie ik niet. De uitbreiding van F-35 en MQ-9 zijn onderdeel van
de DN2022 en betreft een uitbreiding van bestaande investeringsprojecten.
9. Kunt u nader toelichten waarom er geen budget is voor een eenmalige herstelindexatie
voor het Militair InvaliditeitsPensioen (MIP), dat al twaalf jaar niet is geïndexeerd,
maar dat u wel met grote spoed investeert in meer militaire wapens? Worden hier wel
de juiste prioriteiten gesteld?
10. Wat was de reden om de maximale duur van de crisisopvang in de Veteranen Intensieve
Behandel Unit (VIBU) crisisopvang niet te verhogen, maar wel met grote spoed te investeren
in meer militaire wapens?
Zoals ik in mijn brief uw Kamer informeerde is het uit operationele en doelmatigheidsoverwegingen
van belang op zeer korte termijn over te gaan tot verwerving van zes F-35 en vier
MQ-9 toestellen. Deze maatregelen maken deel uit van de Defensienota 2022. Hierin
staan maatregelen om Nederland sterker te maken, Europa veiliger en de NAVO en EU
krachtiger. In de DN2022 is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de verdeling van
gelden. Een deel hiervan is gereserveerd voor het versterken van slagkracht en met
deze maatregelen geven we hieraan invulling. In de DN2022 is daarnaast nadrukkelijk
aandacht voor investeringen in ons personeel, het hart van de organisatie.
11 .Klopt het dat het niet om extra geld gaat bovenop de reeds beschikbaar gestelde
gelden, maar dat er sprake is van het naar voren halen van budget dan wel een nadere
concretisering van reeds bestaande middelen?
20. Welke procedures (bijvoorbeeld ten aanzien van zorgvuldigheid) zijn bij de versnelde
aanschaf van F-35 toestellen overgeslagen die normaliter wel worden doorlopen?
Deze aanschaf wordt gefinancierd vanuit de extra middelen die in het Coalitieakkoord
2021–2025 (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) en de Voorjaarsnota 2022 (Kamerstuk 36 120, nr. 1) aan Defensie zijn toegekend. Met deze incidentele suppletoire begroting wordt de
extra benodigde verplichtingenruimte voor 2022 toegevoegd. Daarmee wijzigt het verplichtingenritme
van het totale projectbudget voor de zes F-35 toestellen ten opzichte van de eerste
suppletoire begroting 2022. Tevens wordt versneld budget toegevoegd aan de Defensiebegroting,
in plaats van met ontwerpbegroting 2023. Op die manier kunnen de verplichtingen voor
deze twee investeringsprojecten worden aangegaan, teneinde tijdig te voorzien in de
behoeften.
Bij de versnelde aanschaf zijn geen procedures overgeslagen.
12. Wanneer heeft u de berichtgeving ontvangen dat het Amerikaanse JPO voor het begin
van de zomer 2022 een definitief akkoord wilde hebben om de zes te bestellen F-35
toestellen mee te kunnen laten lopen in de productieserie LOT 17.
Nederland heeft begin juni 2022 van het F-35 JSF Program Office helderheid gekregen dat een bestelling in juli 2022 de productie zeker stelt van
de zes vliegtuigen in LOT 17 bij de productielijn in Italië.
13. Sinds wanneer bent u ervan op de hoogte dat er voor de uitbreiding van de MQ-9
drones een versnelling nodig is, omdat de productielijn van de configuratie Type A
op zijn einde loopt en een bestelling voor 31 augustus noodzakelijk is?
De Amerikaanse overheid heeft begin juni Defensie formeel geïnformeerd dat de productielijn
van de door Nederland gebruikte configuratie (Type A) wordt beëindigd en daarbij is
gemeld dat een eventuele bestelling van extra MQ-9 vliegtuigen met deze configuratie
door Nederland voor 31 augustus aanstaande moet worden geplaatst.
14. Wat is de actuele stand van zaken betreffende het aantal gebreken aan de F-35
vliegtuigen en binnen welke termijn zijn deze verholpen?
15. Hoeveel gebreken zijn de afgelopen drie jaar verholpen en hoeveel nieuwe gebreken
zijn er de afgelopen drie jaar bijgekomen?
Zoals de toenmalige Minister van Defensie uw Kamer informeerde in jaarlijkse voortgangsrapportage
project Verwerving F-35 van 2021 (Kamerstuk 26 488, nr. 466) van 21 september jl., is de lijst van tekortkomingen een momentopname en is deze
continu aan veranderingen onderhevig.
De aantallen zijn geen indicatie voor de kwaliteit van het jachtvliegtuig. Ook bij
de doorontwikkeling van de F-35 zullen waarschijnlijk nieuwe tekortkomingen worden
geconstateerd en gecorrigeerd. Dit is het resultaat van een regulier proces omwille
van het naleven van strenge eisen die gericht zijn op het optimaliseren van de capaciteit
van het vijfde generatie jachtvliegtuig, dat gekenmerkt wordt door hoogwaardige technologie,
alsmede het garanderen van de vliegveiligheid van het materieel en het betrokken personeel.
In de tekortkomingenlijst zijn ook bevindingen opgenomen die afwijken van de ontwerpeisen,
maar die doen geen afbreuk aan de effectieve inzetmogelijkheden van het vliegtuig.
Een aanzienlijk deel van deze bevindingen wordt door het F-35 programma geaccepteerd
na een grondige beoordeling aan het eind van de testfase.
Bij het commissiedebat materieel op 29 juni jl., heeft de Staatssecretaris uw Kamer
toegezegd in de eerstvolgende voortgangsrapportage project Verwerving F-35 de actuele
stand van zaken ten aanzien van de tekortkomingen te verwerken en uw Kamer hierover
uiterlijk 1 november 2022 te informeren.
16. Wat was de oorzaak van het gebrek betreffende het risico van exploderende brandstofleidingen
tijdens onweersbuien en wanneer is dit gebrek verholpen?
Het probleem met het On-Board Inert Gas Generation System (OBIGGS) zoals gemeld in de voortgangsrapportage van 2021 is nog niet verholpen.
Dit betreft beschadigde leidingen van het OBIGGS systeem in één van de brandstoftanks
van de F-35. Hierdoor kunnen de overige brandstoftanks onvoldoende inert worden gemaakt
of inert worden gehouden.
Het onderzoek naar de oorzaak van het probleem wordt met prioriteit uitgevoerd door
de fabrikant in samenwerking met het JPO. Nederland volgt deze ontwikkelingen op de
voet. In de voortgangsrapportage project verwerving F-35 2022 informeert de Staatssecretaris
uw Kamer over de laatste stand van zaken hieromtrent.
Zoals in de voortgangsrapportage van 2021 gemeld, is aansluitend aan de uitgebrachte
inspectie een tijdelijk advies van het JPO uitgebracht aan alle gebruikers van de
F-35 (Type A) om vluchten binnen 25 zeemijlen van een onweercel te vermijden èn vliegtuigen
op de grond te beschermen door een hangaar of bliksemafleider bij onweer binnen 10
zeemijlen. Nederland volgt deze adviezen op, die vooralsnog geen effect hebben op
de inzetbaarheid van de Nederlandse F-35 vliegtuigen.
17. Bij welke personen en/of organisaties is ten algemene advies ingewonnen over het
wel of niet aanschaffen van nieuwe F-35 vliegtuigen en welke weging is aan deze adviezen
gegeven?
18. Is in aanloop naar het voornemen om nieuwe F-35 vliegtuigen aan te schaffen door
Defensie of door (leden van) het kabinet formeel dan wel informeel gesproken met lobbyisten
die verbonden zijn aan één of meerdere producenten van (onderdelen van) deze toestellen?
Zo ja, wie of welke organisaties betreft dit en wat was de aard van deze gesprekken?
Met de Kamerbrief over de bestelling van de negen additionele F-35 jachtvliegtuigen
(Kenmerk 26 488, nr. 452) van 8 oktober 2019 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Defensie uw Kamer geïnformeerd
over de bestelling van deze eerste negen toestellen als basis van een derde squadron.
Met de aanvulling van zes toestellen ontstaan drie volledige squadrons met in totaal
52 toestellen. Zo kan Nederland samen met andere Europese NAVO-landen invulling geven
aan de gezamenlijke bescherming en verdediging van het Europese luchtruim.
De negen additionele F-35»s kwamen voort uit de gelden die beschikbaar waren gesteld
met het Nationaal Plan. Met de ophoging van het Defensiebudget met het coalitieakkoord
en de voorjaarnota zijn middelen beschikbaar om het geplande derde squadron te vervolmaken.
Nederland bestelt, zonder tussenkomst van derde partijen, de extra zes vliegtuigen
bij de Amerikaanse overheid, die op hun beurt de onderhandelingen met de industrie
voert namens de partners in het F-35 programma.
19. Welk effect heeft de voorgenomen aanschaf van zes nieuwe F-35 toestellen de komende
10 jaar op onderhoudskosten en operationele kosten voor Defensie?
Zoals ik uw Kamer informeerde met de Kamerbrief «Schriftelijk Overleg Jaarverslag
van het Ministerie van Defensie 2021» van 29 juni jl., rapporteert
Defensie in de jaarlijkse voortgangsrapportage project Verwerving F-35 over de ramingen
van de instandhoudingskosten, waaronder de onderhoudskosten. Uw Kamer wordt dit najaar
geïnformeerd over de voortgang van het project, inclusief een actualisatie van een
raming van de investeringen en de exploitatie voor de Nederlandse situatie inclusief
de voorziene extra zes vliegtuigen.
In 2021 meldde Defensie een relatief kleine stijging in de ramingen van de instandhoudingskosten
(€ 558,9 miljoen in 2020 naar € 571,4 miljoen in 2021). Deze stijging is het gevolg
van verbeterd inzicht in de ramingen door de toegenomen ervaring met de Nederlandse
F-35 jachtvliegtuigen. De werkelijk gemaakte kosten zijn van veel factoren afhankelijk.
Zo zal een wijziging in dollarkoers en olieprijs invloed hebben op de daadwerkelijk
gemaakte kosten. Een stijging in de ramingen leidt dan ook niet automatisch tot een
incidentele of structurele stijging van kosten. De raming is een planningsinstrument
om te analyseren of de F-35 jachtvliegtuig inpasbaar is in het huidige toegewezen
budget. Zoals in de voortgangsrapportage wordt benoemd moeten raming en budget voor
de begrotingsperiode met elkaar in balans zijn en blijft Defensie de inpasbaarheid
van de ramingen op de lange termijn volgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
F.H. Mittendorff, adjunct-griffier