Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad 17 januari 2022
2022D00532 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande
fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de Landbouw- en Visserijraad op 17 januari 2022.
De fungerend voorzitter van de commissie, Kuiken
De adjunct-griffier van de commissie, Nouse
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
8
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
10
II
Antwoord / Reactie van de Minister
11
III
Volledige agenda
11
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en de
onderliggende stukken van dit schriftelijk overleg Landbouw- en Visserijraad 17 januari.
Deze leden hebben daar meerdere vragen en opmerkingen over.
Gedachtewisseling over de ontwikkeling op de landbouwmarkten
De leden van de VVD-fractie spreken hun zorg uit over de grote toename van het aantal
vogelgriepuitbraken. Op grond van verordening (EU) 2016/429 dient de volksgezondheid
en gezondheid van gehouden dieren te worden beschermd tegen besmettelijke ziekten,
waaronder aviaire influenza en dienen daartoe maatregelen te worden genomen om ziekten
bij wilde dieren te bestrijden en uit te roeien. Graag vernemen deze leden op welke
wijze in Europees verband navolging wordt gegeven aan deze verordening en hoe wordt
samengewerkt om deze gevallen te voorkomen, in beeld te brengen en te coördineren,
met name in de grensregio’s. Is de Minister bereid andermaal het belang van vaccinatie
hier onder de aandacht te brengen? Zo ja, kan hij aangeven op welke wijze hier in
dat geval navolging op zal worden gegeven? Zo nee, waarom niet?
Ten aanzien van de status van de varkensmarkt vernemen de leden van de VVD-fractie
graag hoe de Nederlandse markt/situatie zich verhoudt tot die in de ons omringende
landen.
Conferentie «Dierenwelzijn in de EU vandaag en morgen»
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de transitie naar een beter niveau van dierenwelzijn
in de EU, maar wijzen wel op het belang van draagvlak hiervoor binnen de diverse sectoren.
Daartoe dienen impact en effecten van de genoemde overgang helder in beeld te worden
gebracht. Dit sluit aan bij de essentiële genoemde waarborging van een economisch
levensvatbare landbouwsector. Graag vernemen deze leden hoe impact en effect in beeld
worden gebracht, of al bekend is hoe de Commissie tot deze waarborging zal komen en
op welke wijze Nederland voornemens is daaraan een bijdrage te gaan leveren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Landbouw- en Visserijraad. Deze leden willen de Minister hier nog enkele
vragen en opmerkingen over voorleggen.
Dierenwelzijn
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister verwacht dat tijdens deze Raad een
terugkoppeling gegeven zal worden van de stakeholdersconferentie over de herziening
van de EU-dierenwelzijnsregelgeving. Deze leden begrijpen dat in deze conferentie
is aangegeven dat de Europese Commissie het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
zag als een belangrijk ondersteunend instrument in de overgang naar kooivrije houderijsystemen.
Kan de Minister nader uiteenzetten hoe dit instrument volgens de Europese Commissie
nu naar voren komt in het GLB? Kan de Minister tevens toelichten of hij vindt dat
Nederland met het Nationaal Strategisch Plan (NSP) op dit moment voldoende instrumenten
inzet om de overgang naar kooivrije houderijsystemen in afzienbare tijd te faciliteren?
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat de Minister in deze conferentie ook
het levend koken van kreeften, krabben, octopussen en inktvissen ter sprake heeft
gebracht, in lijn met de motie van de leden Wassenberg en Tjeerd de Groot (Kamerstuk
35 925 XIV, nr. 67). Deze leden vragen zich echter wel af of dit de enige stappen zijn die de Minister
op korte termijn zet om te voldoen aan de motie, of dat ook andere stappen voorzien
zijn om op korte termijn een verbod te verwezenlijken. Kan de Minister nader uiteenzetten
welke stappen hij op welke termijn voorziet?
Verordening (EG) 1185/2009 en het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe
verordening statistieken over agrarische input en output (hierna: SAIO)
De leden van de D66-fractie hebben bij het vorige schriftelijk overleg over de Landbouw-
en Visserijraad aangekaart dat goede statistieken over onder andere het gebruik van
pesticiden van groot belang zijn en hebben benadrukt dat transparantie nodig is om
bij te dragen aan een duurzame vermindering van het gebruik. De Minister stelde destijds
in het verslag dat Nederland nog geen positie heeft ingenomen over het uitbreiden
van de reikwijdte van Statistics on Agricultural Input and Output (SAIO), zoals voorgesteld
door onder andere het Europees Parlement. Kan de Minister toelichten of Nederland
hier inmiddels een standpunt over heeft ingenomen, en zo ja wat dat is? Indien dit
niet het geval is, wanneer verwacht de Minister dat Nederland hier wel een standpunt
over heeft ontwikkeld? Is de Minister het eens met de stelling dat de nieuwe regelgeving
ervoor zou moeten zorgen dat jaarlijks alle bestrijdingsmiddelen die worden gebruikt
op het boerenerf, op elk gewas, geregistreerd zouden moeten worden? Zo nee, waarom
niet?
Pesticiden
De leden van de D66-fractie hebben bij het vorige schriftelijk overleg over de Landbouw-
en Visserijraad tevens aandacht gevraagd voor het gebruik van de standaard van de
European and Mediterranean Plant Protection Organization (EPPO) voor het vervangen
van pesticiden. De Minister stelde dat dit per verordening op dit moment is toegestaan.
Is de Minister het eens met de stelling dat met de herziening van het richtsnoer voor
een vergelijkende risicobeoordeling, ook het vraagstuk zou moeten worden meegenomen
of een richtlijn die is ontworpen en georganiseerd door de pesticide-industrie nog
wel gepast is om als toetsingskader te dienen? Indien hij het hiermee eens is, kan
hij nader uiteenzetten wat het standpunt van Nederland hierin is en hoe dit gepresenteerd
zal worden in het proces van herziening? Indien hij het hier niet mee eens is, kan
hij toelichten waarom niet?
Zeeschildpadden
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat het momenteel niet goed gaat met de
zeeschildpadden. Zo maken deze leden zich zorgen dat inmiddels zes van de zeven soorten
op de Rode Lijst van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) van
bedreigde diersoorten staan. Zij vragen de Minister hoe hij de verantwoordelijkheid
van Nederland ziet als het gaat om de bescherming van zeeschildpadden. Hoe verhoudt
dit zich bijvoorbeeld tot de import van tropische garnalen? Kan hij uiteenzetten waarom
Nederland zich tijdens het IUCN-congres van 2020 heeft onthouden van stemming op IUCN-motie
097? Deze motie vroeg importregelgeving op te stellen dat het gebruik van Turtle Excluder
Devices (TED’s) vereist voor alle landen die wild gevangen tropische garnalen exporteren
naar de Europese markt. Kan de Minister toelichten of hij kansen ziet in TED’s? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, hoe zal hij zich inzetten voor TED’s?
Vogelgriep
De leden van de D66-fractie signaleren dat in het Verenigd Koninkrijk (VK) een melding
is gedaan van een menselijke besmetting door vogelgriep. Deze leden hebben meermaals
aandacht gevraagd voor de gevaren van (eventuele) mutaties van het vogelgriepvirus
en maken zich zorgen over de laatste ontwikkelingen. Zo kampte Europa nog nooit eerder
met zo’n ernstige uitbraak. Hoe beoordeelt de Minister het geval in het VK? Heeft
de Minister hierover al contact gehad met het VK? Neemt de Minister extra maatregelen
om de verspreiding van vogelgriep in natuurgebieden in te dammen? Zo ja, welke? Wat
kan hij leren van onze buurlanden? Hoe staat het met de uitwerking van de proef met
Ai vaccins? Is al voortgang te bespeuren in het overleg met Frankrijk, om te bekijken
of er nog andere opties zijn dan een proef met vaccin tegen HPAI?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Landbouw- en Visserijraad op 17 januari 2022 en hebben daarover op dit moment geen
vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de schaarse stukken en
hebben hier enkele opmerkingen bij.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de verzamelbrief dat er zorgen zijn over
de lage prijzen voor varkensvlees. Als de stikstofcrisis de luchtvervuiling en het
dierenleed al onvoldoende aanleiding waren om de hoeveelheid varkens stevig te beperken,
is dan de beperking van de overproductie en stabilisatie van de markt niet alsnog
een goede reden? Kan de Minister aangeven wat bijvoorbeeld een halvering van het aantal
varkens in Nederland voor effect op de prijzen in de EU zou hebben? Hoeveel boeren
zou dit negatief raken? En hoeveel positief?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat het exportbeleid van de landbouw
van de EU een stevige discussie waard is. Jammer dat er nog geen stuk ligt en ook
erg jammer dat de Minister aangeeft in het algemeen het gevoerde beleid te steunen.
Onze landbouwexport en het onderliggende systeem van overproductie, uitputting van
bodems, vernietiging van natuur hier en elders, vervuiling van lucht water en bodem
door (kunst)mest, en landbouwgif, emissie van klimaatschadelijke stoffen en de verstoring
van binnenlandse markten voor kleine boeren in opkomende economieën is wel een stevig
debat en herijking waard. De problemen in onze landbouwpolitiek, het hieruit voortkomende
productieoverschot en het dumpen van die overschotten in het buitenland, kunnen niet
met een beperkt aantal criteria voor export gemitigeerd worden. Deze leden kunnen
hier dan ook geen carte blanche voor geven. Zij verwachten van de Minister dat de
discrepanties tussen het staande beleid, de voor een duurzame toekomst noodzakelijke
veranderingen en de Farm-to-Fork strategie aanleiding is om in Europa in te zetten
op een grondige herijking. Zij zijn van mening dat landbouw in principe grondgebonden,
duurzaam en circulair moet zijn, primair voor de lokale markt met ruimte voor handel
in producten die lokaal niet geproduceerd kunnen worden (tropisch fruit, koffie etc.)
De grootschalige import van bijvoorbeeld soja om er lokale stikstofvervuiling en melkpoeder
voor de export van te maken, is inherent niet duurzaam. Net als het per vliegtuig
importeren van bloemen om ze hier te kunnen veilen en vervolgens weer per vliegtuig
te exporteren. Deze leden verwachten van de nieuwe Minister een strategie die daadwerkelijk
werk maakt van het voorkomen van overproductie en onnodig transport van grondstoffen
en producten en dat duurzaamheid uitgangspunt wordt voor het exportbeleid.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd hoe een EU-beleid op duurzame koolstofcycli
eruit kan zien voor Nederland. Wat kan dit betekenen voor ons bodembeleid en met name
de veenweidegebieden? Wat betekent dit voor de productie van kunstmest, of de import
grondstoffen met een hoog Indirect Land Use Change (ILUC) gehalte of lange transportwegen?
Gaat Nederland hierdoor versterkt inzetten op rewilding, herbebossing en combinaties
zoals voedselbossen en extensivering van de landbouw? Hoe maakt de landbouw de transitie
van het betalen van de vervuilers, naar de vervuiler betaalt? Wat zijn de CO2-equivalent Targets en tussendoelen van de landbouw? Hoe zit het met monitoring en
handhaving?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
Landbouwstatistieken en landbouwgif
Voor de nieuwe plannen van het kabinet om tussendoelen te formuleren voor de reductie
van het gebruik van landbouwgif1 en voor het Europese doel uit de Boer-tot-Bord strategie om het gebruik van en de
schade door landbouwgif in 2030 met 50% te verminderen, is het van groot belang dat
het gebruik van landbouwgif goed en transparant wordt geregistreerd. De leden van
de Partij voor de Dieren-fractie benadrukken dat voor een robuust beleid om de verkoop
en het gebruik van landbouwgif te verminderen, het simpelweg nodig is om de cijfers
en statistieken goed bij te houden. Zonder die administratie varen we namelijk blind,
en weten we in 2030 nog niet of – en hoeveel – minder landbouwgif er wordt gebruikt.
Toen de Raad van de Europese Unie de Boer-tot-Bord strategie bekrachtigde, werd expliciet
benadrukt dat er goed zou moeten worden gemonitord en dat de aanpak empirisch onderbouwd
moest zijn.2 Om dat te realiseren, zijn er uiteraard systemen nodig om deze gegevens te verzamelen
en te publiceren.
Vanuit de Europese Unie wordt nu een nieuwe verordening voorgesteld om de verzameling
en publicatie van statistieken over de landbouwinput en -output te verbeteren.3 En hoewel de regering in het BNC-fiche over deze verordening, dat met de Kamer is
gedeeld, over het algemeen positief was met enkele kritische kanttekeningen (Kamerstuk
22 112, nr. 3080) blijkt uit de Nederlandse reactie op de consultatie over het voorstel, die niet met de Kamer is gedeeld, dat Nederland niet instemt met het voorstel.4 Deze Nederlandse reactie is niet met de Tweede Kamer gedeeld, maar is openbaar geworden
middels een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). De leden van de Partij voor
de Dieren-fractie hebben hier met ontsteltenis kennis van genomen.
Kan de Minister aangeven waarom Nederland het voorstel voor een Verordening betreffende
statistieken over de landbouwinput en -output niet steunt? En kan hij aangeven waarom
de Kamer hierover niet is geïnformeerd? Is de Minister bereid het voorstel alsnog
te steunen?
Uit de reactie op de consultatie blijkt dat Nederland absoluut niet wil dat deze verordening
leidt tot hogere administratieve lasten. Kan de Minister aangeven hoe het kan dat
de voordelen van het kunnen sturen en inzichtelijk maken van het gebruik en de verkoop
van (gevaarlijke) landbouwgiffen niet opwegen tegen een administratieve last? Kan
de Minister uitleggen waarom Nederland daar zo fel tegen is, terwijl de inzet van
het kabinet tegelijkertijd is om het gebruik van landbouwgif te verminderen?
Deelt de Minister het inzicht dat het voor een succesvol reductiebeleid nodig is dat
überhaupt wordt bijgehouden en gepubliceerd hoeveel en voor welke teelten pesticiden
worden gebruikt? Beaamt de Minister dat het hiervoor onontkoombaar kan zijn dat de
administratieve last vergroot wordt? Hoe wil de Minister tussendoelen stellen voor
de reductie van landbouwgif, 5 zonder jaarlijks centraal bij te houden hoeveel landbouwgif wordt verkocht en gebruikt?
Klopt het dat Nederland ervoor heeft gepleit niet jaarlijks, maar slechts vijfjaarlijks
de gebruikscijfers bij de Europese Commissie aan te leveren? Zo ja, waarom?
Deelt de Minister het inzicht met de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat
het voor de landbouwtransitie waarvoor we staan uiterst nuttig is om systematisch
jaarlijks alle gebruiksgegevens van agrariërs te verzamelen, zowel van pesticiden,
biociden als veterinaire producten? Deelt de Minister het inzicht dat deze gegevens
systematisch openbaar moeten worden gepubliceerd? Deelt de Minister het inzicht dat
ook de ruwe data gemakkelijk toegankelijk moeten zijn voor overheden? Zo ja, kan de
Minister deze zaken kenbaar maken bij het voorzitterschap van de Raad en bij de Europese
Commissie? En kan de Minister daarbij expliciet aangeven voorstander te zijn van het
voorstel voor de nieuwe Verordening betreffende statistieken over de landbouwinput
en -output? Zo nee, gaat de Minister dan verzekeren dat Nederland deze gegevens wel
jaarlijks verzamelt en publiceert op nationaal niveau, dus zonder deze op Europees
niveau te delen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Herziening van de Europese dierenwelzijnswetgeving
In de komende twee jaar wordt de Europese dierenwelzijnswetgeving herzien. Een heel
belangrijk moment, waarbij eindelijk kan worden ingezet op het beëindigen van de vele
gruwelen voor dieren die nu nog zijn toegestaan in Europa. Ook het verbod op kooihuisvesting
van dieren zal in dit traject worden meegenomen. Wat de leden van de Partij voor de
Dieren-fractie betreft moet dit moment worden aangegrepen om in ieder geval een einde
te maken aan lange afstandstransporten met dieren, diertransporten naar landen buiten
de Europese Unie, CO2-bedwelming bij varkens, het fokken en gebruiken van dieren voor de productie van
bont, het dwangvoederen van ganzen en eenden voor de productie van foie gras, het
gebruiken van dieren in circussen en dolfinaria, het permanent onmogelijk maken van
natuurlijk gedrag en het ondersteboven levend ophangen van kippen aan haken voor de
slacht. Gaat de Minister zich hiervoor inzetten? Deze leden vragen de Minister wat
de verdere inzet en speerpunten zijn van Nederland bij de komende herziening. Kan
de Minister uiteenzetten welke adviezen of onderzoeken in dit kader door de Europese
Commissie zijn of zullen worden uitgevraagd bij de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid
(EFSA) of bij andere instituten?
Vogelgriep
Europa kampt op dit moment met de ergste uitbraak van vogelgriep ooit, concludeerden
Duitse onderzoekers van Friedrich-Loeffler-Institut (FLI) onlangs.6 Het virus is jaarrond aanwezig gebleven en lijkt bovendien gevaarlijker, omdat steeds
meer vogels hieraan bezwijken en er ook een toename te zien is in het aantal mensen
dat besmet raakt met vogelgriep. In China en Laos zijn volgens hoogleraar Thijs Kuiken
van de Erasmus Universiteit al bijna 60 mensen besmet geraakt met deze variant van
het vogelgriepvirus, van wie bijna de helft is overleden.7 En ook in Groot-Brittannië is inmiddels al een persoon besmet geraakt met H5N1.8 De ophokplicht die – op 3,5 maand na – ook al bijna jaarrond geldt, heeft besmettingen
in stallen met kippen, eenden en kalkoenen niet kunnen tegenhouden. Bijna een miljoen
dieren zijn er sinds afgelopen oktober vergast. Hoe lang gaat de Minister nog wachten
voordat er structurele en effectieve maatregelen worden getroffen? Wanneer kan de
Kamer het aangekondigde nationaal actieplan zoönosen 2022–2025 verwachten (Kamerstuk
25 295, nr. 1711)?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zien dat vogelgriep ondanks de zorgwekkende
ontwikkelingen niet op de agenda staat voor deze Landbouw- en Visserijraad. Is de
Minister bereid dit onderwerp te agenderen? Gaat de Minister hierbij benadrukken dat
het grote aantal gehouden dieren in de pluimveehouderij in Nederland, maar ook in
de rest van Europa een enorm risico vormt voor de volksgezondheid?
De Minister schreef dat Denemarken bij de Landbouw- en Visserijraad van 12 en 13 december
aandacht heeft gevraagd voor borstbeenbreuken bij leghennen. Hierbij werd aangegeven
dat er bij het herzien van de dierenwelzijnswetgeving ook naar fokkerijdoelstellingen
wordt gekeken om de gezondheid van dieren te verbeteren.9 De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Minister of de kwetsbaarheid
voor dierziekten, of virussen zoals vogelgriep, hier ook bij zal worden betrokken.
Beschermde status van de wolf
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben vernomen dat op 10 januari 2022
een ontwerpresolutie over de beschermde status van de wolf op de agenda van de landbouwcommissie
in het Europees Parlement staat. Sommige EU-lidstaten willen de bescherming van de
wolf aanpassen zodat het gemakkelijker wordt om de wolf te kunnen afschieten.
In antwoorden op eerdere vragen van de Partij voor de Dieren, gaf de Minister aan
dat de wolf een streng beschermde soort is en dat «er geen reden is om vanuit Nederland
te pleiten voor een verandering van de beschermde status van beren en wolven» (Kamerstuk
21 501-32, nr. 1354). Staat Nederland garant voor de bescherming van de wolf, zoals die nu geregeld is
onder de Habitatrichtlijn en is Nederland ook bereid om zich actief in te zetten voor
behoud van deze beschermde status in Europa? Zo nee, waarom niet? Deelt de Minister
het inzicht dat wolven een positief effect hebben op herstel van de biodiversiteit,
bijdragen aan verbetering van het landschap, aan de evenwichtige ontwikkeling van
soorten en aan het bereiken van het ecologisch evenwicht. Kan de Minister bevestigen
tegen de resolutie te zullen stemmen, aangezien Nederland aangeeft geen voorstander
te zijn van een verandering van de beschermde status van de wolf? Zo nee, waarom niet?
Kan de Minister aangeven welke positie lidstaten hebben ingenomen met betrekking tot
de resolutie en wat de vervolgstappen zijn met betrekking tot de ontwerpresolutie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
I. Agendapunten Landbouw
Gedachtewisseling over de ontwikkeling op de landbouwmarkten
Zal de Europese Commissie een aangepast landbouwvooruitzicht presenteren, waarin het
nieuwe GLB en de Nationaal Strategische Plannen en de verwachte effecten daarvan worden
meegenomen? Op welke termijn kan dit aangepaste vooruitzicht worden verwacht?
In het huidige vooruitzicht noemt de Europese Commissie nadrukkelijk de stikstof-
en fosforoverschotten in Nederland die tot 2030 aanwezig zullen zijn. De doelen uit
het recent ingediende zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn en het NSP zijn nog
niet verwerkt in de vooruitzichten. Worden deze alsnog verwerkt? Zo ja, op welke termijn
kan dit verwacht worden? Zo nee, zal de Minister zelf een dergelijke doorrekening
maken om te kunnen toetsen of de uitvoering van de Green Deal in het Nederlandse beleid
volstaat om de Europese doelen te halen? Zal de Minister deze aan de Kamer doen toekomen?
Internationale handel in landbouwgoederen en studie impact van toekomstige handelsakkoorden
op de landbouwsector
Kan de Minister concreet invulling geven aan de uitdrukking «prudent omgaan met kwetsbare
sectoren», waarbij de Minister uitweidt over welke maatregelen dit specifiek betreft?
De Minister geeft aan dat Nederland in het algemeen de inzet van de Europese Commissie
steunt bij het behoud en vergroten van de markttoegang voor Europese landbouwgoederen.
Wanneer steunt Nederland de inzet van de Europese Commissie niet? Kan de Minister
hier specifieke voorbeelden van geven, bijvoorbeeld welke handelsverdragen en/of sectoren?
De Minister geeft aan dat handelsakkoorden het gelijk speelveld moeten bevorderen
en er vastgehouden moet worden aan de EU-normen ter bescherming van mens, dier, plant
en milieu. Welke maatregelen zou de Minister graag zien om deze normen te garanderen?
Acht de Minister de huidige maatregelen, zoals de bossenstrategie afdoende?
II. Diversen punten
Conferentie «Dierenwelzijn in de EU vandaag en morgen»
De Minister geeft aan dat Nederland deelgenomen heeft aan de conferentie. Kan de Minister
aangeven welke stakeholders en/of andere vertegenwoordigers/instanties aanwezig waren
ter vertegenwoordiging van Nederland?
De Minister geeft tevens aan dat het GLB werd gezien als belangrijk ondersteunend
instrument voor de overgang naar kooivrije houderijsystemen. Hoe geeft de Minister
hier uitvoering aan?
Mededeling over duurzame koolstofcycli
Kan de Minister na de Raadsvergadering een overzicht geven van het krachtenveld in
de Raad ten aanzien van de Mededeling over duurzame koolstofcycli? Hoe verhoudt deze
mededeling zich tot de LULUCF-verordening? Hoe verhoudt deze mededeling zich tot de
bossenstrategie en de doelen in deze strategie? In hoeverre wordt duurzame koolstoflandbouw
gefinancierd door het GLB?
III. Franse Voorzitterschap
In de Raad van 17 januari zal het Franse voorzitterschap haar prioriteiten voor landbouw
presenteren aan de Commissie. Waarom heeft de Minister het agendapunt van het Franse
voorzitterschap niet opgenomen in de geannoteerde agenda? Op welke termijn zal de
Minister de Kamer alsnog informeren over de uitkomst van dit agendapunt?
In oktober heeft de commissie LNV tijdens de procedurevergadering besloten tot het
opvragen van een brief van de regering over de Nederlandse verwachtingen ten aanzien
van het Franse voorzitterschap met betrekking tot landbouw, die in december naar de
Kamer verstuurd zou worden. Deze brief is tot op heden niet aan de Kamer verstuurd.
Het werkprogramma is al sinds 5 december bekend. Wanneer kan de Kamer deze brief verwachten?
Kan de Minister een appreciatie geven van het werkprogramma van het Frans EU-voorzitterschap
met betrekking tot landbouw en visserij? Wat zijn de raakvlakken met het coalitieakkoord?
Waar ziet de Minister mogelijkheden tot samenwerking en wat zouden mogelijke twistpunten
kunnen zijn?
Het Franse voorzitterschap wil inzetten op soevereiniteit en voedselautonomie. Kan
de Minister een appreciatie geven van de Franse invulling van soevereiniteit en voedselautonomie?
Wat is de Nederlandse invulling van deze begrippen? Waar zitten de raakvlakken? Wat
zijn de te verwachten gevolgen van de Franse aanpak voor Europese handelsverdragen?
Het Franse voorzitterschap zal inzetten op spiegelmaatregelen tussen Europese producten
en producten uit derde landen met betrekking tot milieu en gezondheidsgebieden. Wat
is de Nederlandse positie ten opzichte van dergelijke maatregelen?
Hoe staat de Minister tegenover het Franse voorstel voor het opbouwen van een systeem
voor koolstofarme labels? Steunt de Minister het voorstel om dit als vrijwillig systeem
te laten fungeren? Kan de Minister garanderen dat een dergelijk systeem bindende wetgeving
voor koolstofarme landbouw louter aanvult en niet vervangt?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw-
en Visserijraad van 17 januari en heeft daarbij enkele vragen.
1. Agendapunten Landbouw
Gedachtewisseling over de ontwikkeling op de landbouwmarkten
Voor wat betreft de Europese landbouwmarkt heeft het lid van de BBB-fractie een aantal
zorgen die overeenkomen met de beschreven punten in de geannoteerde agenda van de
Landbouw- en Visserijraad van 17 januari 2022. Op het gebied van varkensvlees en gevolgen
van de Afrikaanse varkenspest ziet dit lid dat blokkades in de afzet naar derde landen
ervoor zorgen dat er een overaanbod is op de Europese markt, waar het aan instrumenten
ontbreekt om in te kunnen grijpen. Daar waar het gaat om de situatie in de markt vraagt
zij zich af of de Minister in de Raad aandacht zou willen vragen voor het faciliteren
van mogelijkheden om aanbod af te kunnen stemmen op de vraag vanuit de markt. Producentenorganisaties
zouden hier een rol in kunnen spelen, om zo de belangen van boeren in de markt een
sterkere positie te geven. Is de Minister bereid om dit ter tafel te brengen in de
aankomende Landbouw- en Visserijraad?
Voor wat betreft de situatie inzake vogelgriep in Europa: er wordt momenteel in breed
verband gekeken of vaccinatie van pluimvee een mogelijkheid is om een rol te spelen
in de bestrijding en voorkomen van gevolgschade door vogelgriep. Ook in Nederland
wordt er op dit moment gewerkt aan een potentieel vaccin. Mocht het vaccineren van
pluimvee besproken worden in de Landbouw- en Visserijraad, dan vraagt het lid van
de BBB-fractie de Minister te benadrukken dat de voorwaarden die nodig zijn om de
afzetmarkten van (gevaccineerd) pluimveevlees te waarborgen als randvoorwaarden van
vaccinatie te stellen. Is de Minister bereid te benadrukken, als dit ter tafel komt,
dat deze volgorde gehanteerd moet worden en te vragen naar extra inzet om de belemmeringen
in de afzet weg te nemen?
Internationale handel in landbouwgoederen en studie impact van toekomstige handelsakkoorden
op de landbouwsector
Het lid van de BBB-fractie is positief over de opstelling inzake handelsakkoorden
waar het gaat om level playing field. Wel vraagt dit lid zich af of het «vasthouden
aan de EU-normen ter bescherming van mens, dier, plant en milieu» ook betekent dat
hierin de productiemethoden worden meegenomen. Kan de Minister aangeven of deze ook
meegenomen worden om level playing field te bevorderen? Zo nee, waarom niet? En wil
de Minister de noodzaak hiervan onder de aandacht brengen?
Daarnaast vraagt het lid van de BBB zich af of de Minister bereid is om te pleiten
voor het implementeren van tariefcontingenten (TRQ’s) voor de kwetsbare sectoren die
in de impactstudie beschreven worden. Het rapport geeft aan dat deze quota een grote
reductie van de nadelige effecten van handelsakkoorden kunnen bewerkstelligen, hetgeen
dit lid in alle opzichten belangrijk vindt om na te streven. Zeker nu men binnen Nederland
graag nog verder gaat op het gebied van voorschriften in bijvoorbeeld het NSP en dat
op zichzelf conflicterend is met het waarborgen van een goed verdienmodel van de boer.
Is de Minister bereid zich hard te maken voor TRQ’s in de kwetsbare sectoren? Zij
ontvangt graag een onderbouwing hierop.
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad op 17 januari 2022
Kamerstuk (2020Z00098) 21 501-32- – Brief d.d. 05-10-2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J.
Schouten
Verslag Landbouw- en Visserijraad van 12-13 december 2021
Kamerstuk (2022Z00094) 21 501-32- – Brief d.d. 05-01-2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J.
Schouten
SCoPAFF-vergadering gewasbescherming 1 en 2 december 2021
Kamerstuk 27 858, nr. 560 – Brief d.d. 26-11-2021, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J.
Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
L.L. Nouse, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.