Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken dd. 15 juli 2020 en het verslag van de videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 16 juni 2020 (Kamerstuk 21501-02-2179)
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2186 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 16 juli 2020
De vaste commissie voor Europese Zaken bestond heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 2 juli 2020 inzake
de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 15 juli 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2184) en over de brief van 19 juni 2020 inzake het verslag van de videoconferentie van
de leden van de Raad Algemene Zaken van 16 juni 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2179).
De vragen en opmerkingen zijn op 8 juli 2020 aan de Minister van Buitenlandse Zaken
voorgelegd. Bij brief van 14 juli 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de vaste commissie, Veldman
De adjunct-griffier van de vaste commissie, Buisman
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Raad Algemene Zaken op 15 juli 2020 en hebben daarover enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Raad Algemene Zaken op 15 juli 2020 en hebben daarover enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 15 juli 2020.
Deze leden hebben enkele vragen over de voorbereiding Europese Raad van 17 en 18 juli
inzake het Meerjarig Financieel Kader en de herstelstrategie, de Conferentie over
de Toekomst van Europa en de Brexit.
De leden van de SP-fractie hebben de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken
van 15 juli kritisch gelezen. Deze leden hebben nog een aantal vragen hierover.
Presentatie prioriteiten voorzitterschap Duitsland
De leden van de SP-fractie hebben de eerste plannen omtrent het Duitse voorzitterschap
van de Raad van de Europese Unie met interesse gelezen. Deze leden constateren dat
Duitsland het druk gaat krijgen met het bereiken van een akkoord met het Verenigd
Koninkrijk en de onderhandelingen omtrent het Herstelfonds en het Meerjarig Financieel
Kader. Duitsland heeft daarnaast ook ambities aangegeven los van deze agendapunten.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet wat het verwacht omtrent het realiseren
van de ambities los van de hierboven genoemde agendapunten? Welke ambities hebben
wat het kabinet betreft prioriteit? Kan het kabinet toelichten wat er besproken is
op dit punt met de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel toen hij op bezoek
was in het Catshuis en kan ook aangegeven worden wat de agenda is voor het bezoek
van de Minister-President in Berlijn?
1. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is het eens met de prioriteitsstelling van het Duitse voorzitterschap.
De aandacht gaat allereerst uit naar het beheersen van de COVID-19 crisis, het (economische)
herstel daarvan, het bereiken van een akkoord op het Meerjarig Financieel Kader en
het herstelfonds, en de onderhandelingen over een toekomstig partnerschap met het
Verenigd Koninkrijk. Daarnaast hecht het kabinet eraan dat er uitvoering wordt gegeven
aan de prioriteiten gesteld in de Strategische Agenda van de Europese Raad, om tot
resultaten te komen in het belang van onze burgers. Binnen die agenda gaat wat het
kabinet betreft de aandacht uit naar het versterken van de Interne Markt na de crisis.
Een evaluatie van de EU-reactie op de COVID-19-crisis is zinvol, waarin mede in wordt
gegaan op de afstemming van maatregelen om gezondheidscrises te bestrijden, het stroomlijnen
van de communicatie hierover en leveringszekerheid van medische producten. Daarnaast
hecht het kabinet eraan dat een besluit wordt genomen over een hoger 2030-broeikasgasreductiedoel.
Het kabinet kan de inzet van het Duitse voorzitterschap op het terrein van migratie
steunen; deze komt in belangrijke mate overeen met de zienswijze van het kabinet.
Het kabinet kan zich daarnaast goed vinden in de aandacht van het Duitse voorzitterschap
op het gebied van rechtsstatelijkheid, met de inzet voor een landenspecifieke dialoog
en het agenderen van de artikel 7-procedures. De gesprekken met de voorzitter van
de Europese Raad, dhr. Michel, en met mw. Merkel betroffen met name de onderhandelingen
rond het MFK en het herstelfonds.
De leden van de SP-fractie constateren dat ook transparantie een van de prioriteiten
wordt onder het Duitse EU-voorzitterschap. Hier zijn deze leden enthousiast over omdat
onder het voorzitterschap van Kroatië dit onderwerp behoorlijk heeft stilgestaan.
Dit terwijl er onder het Finse voorzitterschap wel stappen werden ondernomen. De leden
van de SP-fractie vragen het kabinet wat de verwachtingen zijn voor dit onderwerp
onder het Duitse voorzitterschap? Gaat Duitsland voort op de ingeslagen weg van Finland?
Welke concrete voorstellen worden verwacht? Is dit ook geen perfect moment om het
non-paper op transparantie meer op de voorgrond te plaatsen, zo vragen de leden van
de SP-fractie? Wat gaat de rol van het Nederlandse kabinet zijn op dit onderwerp?
Is het kabinet in het kader van transparantie bereid om de onwenselijkheid van sponsoring
van het tijdelijk EU-voorzitterschap onder de aandacht te brengen, zo vragen deze
leden?
2. Antwoord van het kabinet
Het kabinet voert al jaren een proactieve transparantieagenda binnen de Europese Unie
en draagt dit ook actief uit [Kamerstuk 21 501-02, nr. 2027 en Kamerstuk 22 112, nrs. 2762 en 2699]. Mede door de Nederlandse inzet is de groep gelijkgezinde lidstaten, die voorstander
is van meer transparantie in de EU, uitgegroeid tot 10 lidstaten. Het kabinet zal
de aandacht van andere lidstaten blijven vragen voor het non-paper transparantie en
heeft ook bij het Duitse EU-voorzitterschap het belang van transparantie onder de
aandacht gebracht.
Duitsland heeft in een eerder stadium al aangegeven welwillend te zijn om de transparantiepilot
zoals door het Fins EU-voorzitterschap geïnitieerd tijdens zijn voorzitterschap voort
te zetten [Kamerstuk 21 501-02, nr. 2116]. Inmiddels heeft het Duitse voorzitterschap niet alleen bevestigd de pilot te zullen
continueren, maar heeft het ook een concreet voorstel gedaan waarmee de pilotmaatregelen
op het terrein van wetgevingstransparantie worden uitgebreid en geconsolideerd. Dit
voorstel zal naar verwachting op 14 juli 2020 door Coreper worden aangenomen. Het
voorstel zal blijvend voor verbeterde wetgevingstransparantie in de Raad zorgen.
Het kabinet is van mening dat sponsoring van het voorzitterschap van de Raad van de
Europese Unie in beginsel niet ongewenst is. Het kabinet zet in op het formuleren
van richtsnoeren in de Raad voor de beste aanpak van private sponsoring van EU-voorzitterschappen,
die aansluiten bij de richtsnoeren die Nederland tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap
heeft opgesteld. Deze richtsnoeren zijn op 19 februari 2020 als bijlage bij de beantwoording
van Kamervragen over dit onderwerp met uw Kamer gedeeld.1
Voorbereiding Europese Raad van 17 en 18 juli 2020 – MFK & Herstelstrategie
Volgens de leden van de VVD-fractie heeft het kabinet terecht kritiek dat een aantal
voorstellen in het Meerjarig Financieel Kader niet gericht zijn op innovatie of vergroening,
en dus niet helpen om kwetsbare landen of regio’s weerbaarder te maken tegen een volgende
crisis. Dit roept de vraag op of het Herstelfonds niet te groot is als er kennelijk
niet genoeg innovatieve bestedingen te vinden zijn. Hoe kijkt het kabinet hier tegen
aan, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
3. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is kritisch over de voorgestelde verhoging van programma’s die niet direct
verband houden met het herstel van de crisis als gevolg van de COVID-19 uitbraak,
in lijn met de eerdere kabinetsinzet. Om die reden zet het kabinet zich in voor het
omlaag brengen van de omvang van het herstelinstrument en steunt het kabinet de focus
op onderzoek/innovatie en klimaat/vergroening.
Zo gaat er extra geld naar landbouwbeleid waarbij dan ook nog eens de eis wordt losgelaten
dat een deel moet gaan naar klimaat, zo constateren de leden van de VVD-fractie. Ook
mogen landen structuurfondsen inzetten voor toerisme en cultuur. Het kabinet wil dat
het vooral naar innovatie en klimaat gaat om ook echt economische structuur te versterken.
Verdere investering in toerisme zal de kwetsbaarheid van regio’s ook nog eens vergroten,
als ze nu al eenzijdig afhankelijk zijn van die sector, zoals het geval is bij Griekenland
of Kroatië. Hoe kijkt het kabinet tegen dergelijke eenzijdige investeringen in economieën
van lidstaten, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
4. Antwoord van het kabinet
De inzet van het kabinet is erop gericht om via Europese samenwerking duurzaam herstel
van deze uitzonderlijke crisis als gevolg van de COVID-19-uitbraak te bespoedigen
en verdere economische groei te bevorderen. De maatregelen die hiervoor genomen worden,
moeten leiden tot sterkere lidstaten en een sterkere Unie. Om de economische weerbaarheid
en veerkracht structureel te verbeteren acht het kabinet het van belang dat de benodigde
structurele hervormingen in de lidstaten plaatsvinden en dat investeringen bijdragen
aan verhoging van het groeivermogen, onder andere door invulling te geven aan de ambities
op het vlak van vergroening, onderzoek en innovatie en digitalisering, en daarmee
leiden tot duurzaam werkgelegenheidsherstel. Ook moet het functioneren van de interne
markt worden hersteld en verder worden versterkt.
Net als bij eerdere plannen van de Europese Commissie rond noodhulp en ontwikkelingssamenwerking
post-corona, is er bij geld voor naburige regio’s weer sprake van oude verdeelsleutels
in plaats van een analyse over welk land nu het meest getroffen is of waar de belangen
van de Europese Unie het meest op het spel komen te staan, zo stellen de leden van
de VVD-fractie. Wat is het standpunt van het kabinet met betrekking tot het toepassen
van deze oude verdeelsleutels, zo vragen deze leden?
5. Antwoord van het kabinet
Verschillende bestaande externe financieringsinstrumenten worden in het nieuwe MFK
(2021–2027) samengevoegd in een instrument voor het externe optreden: het Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI). Zoals genoemd in het BNC-fiche over het NDICI,2
verwelkomt het kabinet de geografische focus binnen het NDICI op de nabuurschapsregio
en Sub-Sahara Afrika. In het volgende MFK blijven er daarnaast een apart instrument
voor humanitaire hulp en een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) voor steun
aan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten. Binnen de NDICI en IPA
III verordening is nog niet de verdeling van de geografische enveloppes op landenniveau
vastgelegd. Het kabinet vindt het belangrijk dat bij de NDICI en IPA III-programmering
de impact van COVID-19 op landen wordt meegewogen en zal hier bij de Europese Commissie
op aandringen.
Voor het humanitaire hulpinstrument geldt dat fondsen worden toegewezen op basis van
noden en humanitaire principes.
De Europese Commissie presenteerde op 27 mei jl. de aangepaste voorstellen voor het
volgende MFK en herstelstrategie. De Commissie stelt voor om onder het huidige MFK
het Europese Fonds voor Duurzame Ontwikkeling (EFDO) op te hogen met 1,04 miljard euro
en de geografische reikwijdte te verbreden naar de Westelijke Balkan. Het EFDO richtte
zich tot nu toe alleen op de Nabuurschapsregio’s en Sub-Sahara Afrika. De precieze
geografische verdeling van de inzet van de extra middelen is nog niet bekend. Het
kabinet vindt het van belang dat de focus zal liggen op ondersteuning van de minst
ontwikkelde en fragiele landen en op de doelgroepen die sociaaleconomisch het hardst
worden geraakt.
De Commissie stelt voor om voor het volgende MFK het budget voor het NDICI te verhogen
te verhogen met een bedrag van 10,5 miljard euro in 2018 prijzen. Deze verhoging komt
ten goede aan acties onder de External Action Guarantee en macro financiële steun. Het kabinet vindt het van belang dat er voldoende aandacht
uitgaat naar fragiele markten en moeilijk te bereiken doelgroepen.
De Commissie stelt tevens voor om het budget voor humanitaire hulp te verhogen met
5,5 miljard euro in 2018 prijzen. Dit bedrag wordt zoals gezegd gealloceerd op basis
van humanitaire noden, niet op basis van een vooraf vastgestelde geografische verdeling.
Voorstel zes uit de appreciatie van de sectorale Meerjarig Financieel Kader (MFK)-voorstellen
(Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging
van Verordening (EU) nr. 2015/1017 wat betreft de invoering van een instrument voor
solvabiliteitssteun) gaat over solvabiliteitssteun voor bedrijven in landen waar de
overheid zelf te weinig kapitaalkrachtig is, om te voorkomen dat in de kern gezonde
bedrijven omvallen. Hoe valt dit samen met de screening van Foreign Direct Investment, en de wens bepaalde sectoren/bedrijven uit handen te houden van investeerders uit
bijvoorbeeld China, zo vragen de leden van de VVD-fractie? Kan het instrument ook
worden gebruikt als een bedrijf wel toegang heeft tot kapitaal via de markt, maar
alleen uit een ongewenst land?
6. Antwoord van het kabinet
Het solvabiliteitsinstrument is niet gerelateerd aan de screening van Foreign Direct Investment (FDI). De Europese FDI screeningsverordening biedt enkel een kader met handvatten
voor de lidstaten om bij de inrichting en toepassing van hun screeningsmechanisme
te toetsen of een overname risico’s heeft voor de nationale veiligheid. De Europese
FDI screeningsverordening ondersteunt de lidstaten door handvatten hiervoor te bieden
en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten onderling en met de Europese Commissie
te faciliteren. Het Solvency Support Instrument (SSI) biedt solvabiliteitssteun aan in de kern gezonde bedrijven die beperkingen
in hun solvabiliteit ondervinden door de COVID-19 crisis. Het SSI richt zich daarbij
specifiek op het ondersteunen van bedrijven die onvoldoende mogelijkheden hebben om
kapitaal op te halen op de kapitaalmarkt of solvabiliteitssteun te verkrijgen vanuit
de overheid. Daarbij richt het SSI zich op bedrijven die gevestigd en actief zijn
in de Europese Unie.
Het is goed dat er (voorstel een uit de appreciatie van de sectorale Meerjarig Financieel
Kader (MFK)-voorstellen) geld naar innovatie, sleuteltechnologieën (voorstel zeven
uit de appreciatie van de sectorale Meerjarig Financieel Kader (MFK)-voorstellen)
en kritische gezondheidsvoorzieningen en infrastructuur gaat, zolang er gewaakt wordt
voor een juiste balans met de vrije markt. Hoe wordt deze balans gewaarborgd, zo vragen
de leden van de VVD-fractie?
7. Antwoord van het kabinet
Het kabinet ziet, in lijn met de moderniseringsinzet van het kabinet, het belang van
investeringen op het terrein van innovatie, sleuteltechnologieën en kritische gezondheidsvoorzieningen
en infrastructuur. Dit type investeringen draagt bij aan het versterken van het Europese
concurrentiekracht, alsook het komen tot oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.
Het kabinet is daarbij wel van mening dat Europese financiering alleen afgegeven dient
te worden indien de programma’s een duidelijke Europese toegevoegde waarde hebben
en additioneel zijn aan nationale of private financiering. Bij Horizon Europe en InvestEU is de additionaliteit van investeringen reeds goed geborgd. Zo zullen investeringen
binnen Horizon Europe gaan naar onderzoeks- en innovatieprojecten met een duidelijke financieringsbehoefte
die niet of gedeeltelijk door de markt kan worden ingevuld. Bij InvestEU wordt publieke en private financiering gemobiliseerd door middel van een garantiestelling
op de EU-begroting. Alleen projecten waarbij voldoende investeringen kunnen worden
opgehaald vanuit financieringspartners, zoals de EIB, nationale investeringsbanken
en instellingen waaronder InvestNL en andere private partijen, komen in aanmerking
voor financiering.
Het kabinet kaart terecht meerdere malen (pagina 26 uit de appreciatie van de sectorale
Meerjarig Financieel Kader (MFK)-voorstellen bijvoorbeeld) de zorg aan dat de Europese
Investeringsbank (EIB) veel taken krijgt waarbij het mandaat wellicht niet altijd
kostendekkend is. Hoe voorkomt het kabinet dat de Europese Investeringsbank met zoveel
taken (tegen een lage vergoeding) wordt opgezadeld dat het straks in de problemen
komt, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
8. Antwoord van het kabinet
Het kabinet uit zorgen over de mate waarin de mandaten die de EIB uitvoert kostendekkend
zijn. President Hoyer van de EIB heeft dit zelf ook aangegeven tijdens de Raad van
gouverneurs op 9 juni jl. waarover uw Kamer via het verslag van de Eurogroep/Ecofin
is geïnformeerd. Ook het jaarverslag van het externe Audit Comité van de EIB bevat
aanbevelingen als het gaat om een adequate kostendekkendheid van de mandaten die de
EIB uitvoert, met daarbij speciale aandacht voor de mandaten waarover onderhandeld
wordt. Op dit moment maken de voorstellen waarvan de EIB de beoogde uitvoerder is
niet duidelijk in hoeverre deze mandaten voorzien in het dekken van de kosten van
uitvoering. Voor het kabinet is het daarom van belang om, naast inzicht in de verwachte
additionele kapitaalbehoefte van de EIB als gevolg van de nieuwe voorstellen, ook
duidelijkheid te krijgen over de kostendekkendheid ervan. Nederland heeft het belang
hiervan tijdens de Raad van gouverneurs van 9 juni onderstreept en zal ook tijdens
de voortgaande onderhandelingen over het MFK hierop in blijven zetten.
De leden van de PVV-fractie vragen het kabinet wanneer het nieuwe onderhandelingsdocument
inzake het Meerjarig Financieel Kader zal verschijnen? Kan het kabinet bij de appreciatie
aangeven wat de wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige versie en wat deze wijzigingen
concreet betekenen voor de Nederlandse afdracht en de Nederlandse inzet?
9. Antwoord van het kabinet
De nieuwe versie van het onderhandelingsdocument is op 10 juli 2020 onder de lidstaten
verspreid. Dit document is via het EU Delegates Portal beschikbaar voor uw Kamer. Voorafgaand aan het plenaire debat ter voorbereiding op
de Europese Raad van 17–18 juli aanstaande zal uw Kamer een appreciatie ontvangen
van deze nieuwe versie van het onderhandelingsdocument. Het kabinet zal, net zoals
bij de appreciatie van de vorige versie van het onderhandelingsdocument,3 in deze appreciatie op hoofdlijnen de wijzigingen ten opzichte van vorige versies
en een eerste indicatie van de gevolgen voor de Nederlandse EU-afdrachten weergeven.
Ook zal in de kabinetsappreciatie de Nederlandse inzet voor de Raad Algemene Zaken
van 15 juli en de Europese Raad van 17–18 juli worden opgenomen.
De leden van de PVV-fractie vragen het kabinet wat er afgelopen maandag door premier
Rutte is besproken met de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel? Heeft de
heer Michel als voorzitter al een voorstel op tafel gelegd, zo vragen deze leden?
Zo ja, welk voorstel en wat vindt het kabinet ervan? Zo nee, verwacht het kabinet
nog een voorstel voorafgaande aan de Top op 17 en 18 juli?
10. Antwoord van het kabinet
In zijn gesprek met de voorzitter van de Europese Raad, de heer Charles Michel, op
6 juli jl. heeft de Minister-President de Nederlandse inzet met betrekking tot het
Meerjarig Financieel Kader en het herstelinstrument voor het voetlicht gebracht. Deze
inzet is uw Kamer bekend en is verwoord in het gezamenlijke non-paper
van Nederland, Denemarken, Oostenrijk en Zweden en in
de kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen Meerjarig Financieel Kader 2021–27
en herstelstrategie n.a.v. de COVID-19 uitbraak.
4
De Minister-President heeft in het bijzonder benadrukt dat Nederland het onwenselijk
vindt om lopende uitgaven uit de EU-begroting met leningen te financieren en dat structurele
hervormingen noodzakelijk zijn om alle lidstaten concurrerender en veerkrachtiger
te kunnen maken. Daarnaast heeft de Minister-President aangegeven dat Nederland een
stijging van de afdrachten voor het reguliere MFK wil voorkomen en de noodzaak van
modernisering, inclusief een effectieve conditionaliteit t.a.v. rechtsstatelijkheid,
onderstreept. De heer Michel heeft hiervan kennisgenomen.
In aanloop naar de Europese Raad van 17–18 juli aanstaande spreekt de voorzitter van
de Europese Raad met een groot aantal regeringsleiders om het krachtenveld nader in
kaart te brengen. Onderhandelingen in de Europese Raad zullen gevoerd worden aan de
hand van een nieuwe versie van het onderhandelingsdocument, dat op 10 juli 2020 is
verspreid onder de lidstaten. Ten tijde van het gesprek tussen de Minister-President
en de voorzitter van de Europese Raad was dit document niet beschikbaar.
Is het kabinet van plan om tijdens de Raad Algemene Zaken op 15 juli alvast aan te
geven dat Nederland niet akkoord zal gaan met een verhoging van het Meerjarig Financieel
Kader 2021–2027, de oprichting van een Europees herstelfonds en de invoering van Europese
belastingen, zo vragen de leden van de PVV-fractie?
11. Antwoord van het kabinet
Voorafgaand aan het plenaire debat ter voorbereiding op de Europese Raad van 17–18 juli
aanstaande zal uw Kamer een appreciatie ontvangen van de nieuwe versie van het onderhandelingsdocument.
In de kabinetsappreciatie zal de Nederlandse inzet voor de Raad Algemene Zaken van
15 juli en de Europese Raad van 17–18 juli ten aanzien van het onderhandelingsdocument
worden opgenomen.
De Europese Commissie wil ook voor dit jaar de begroting nog verhogen, is al duidelijk
wat dit zal betekenen voor de Nederlandse afdracht, zo vragen deze leden?
12. Antwoord van het kabinet
De Europese Commissie stelt voor om de jaarbegroting voor 2020 met een totaal van
11,5 miljard euro aan vastleggingen en 6,5 miljard euro aan betalingen te verhogen.
Volgens de Europese Commissie leidt dit voorstel tot 0,4 miljard euro aan additionele
afdrachten voor Nederland in 2020.5 Het kabinet beschouwt dit voorstel als een integraal onderdeel van een totaalpakket
bestaande uit de voorstellen voor het nieuwe MFK voor 2021–27, het tijdelijke herstelinstrument
Next Generation EU en aanpassing van het huidige MFK 2014–2020.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat, na een moeizaam begin in deze discussie,
het kabinet inmiddels van mening is dat het baanbrekende Europese Herstelfonds er
moet komen. De leden van de D66-fractie constateren dat het kabinet de noodzaak erkent
van een groot herstelpakket, ook in het Nederlands belang. Tevens heeft het kabinet
geen bezwaar tegen het innovatieve mechanisme waarmee de Europese Commissie aan dit
geld komt; namelijk het lenen van geld op de kapitaalmarkt. Ook lazen de leden van
de D66-fractie al in de kabinetsappreciatie van het fonds dat het kabinet een positievere
houding heeft ten opzichte van Europese belastingen. De premier bevestigde onlangs
in het debat over de vorige Europese Top dat hij nieuwe eigen middelen op het gebied
van plastic afval en de ETS-opbrengst «aantrekkelijk» vindt en steunt. Ook focust
het kabinet op de juiste moderne prioriteiten en hervormingen, zo vinden de leden
van de D66-fractie. Deze leden zijn verheugd dat het kabinet op deze punten opschuift,
richting de kern van het broodnodige Europese herstel, zoals voorgesteld door de Duitse
Bondskanselier Merkel en de Franse president Macron.
De leden van de D66-fractie wachten de negotiating box en de kabinetsreactie daarop af die deze week verwacht wordt, en waarin een nieuwe
stand van zaken van de onderhandelingen duidelijk zal worden. Wel hebben deze leden
nog enkele vragen. Kan het kabinet het standpunt over de verdeling van «grants» en «loans» in het Herstelfonds nader toelichten? Kan het kabinet hierbij betrekken wat de Minister-President
over dit onderwerp zei tijdens zijn persconferentie van 3 juli? Klopt het dat op dit
moment, zoals geuit tijdens de persconferentie van de Minister-President op vrijdag
3 juli, de twee principiële doelen voor een akkoord zijn: het behouden van de korting
en de hervormingsvoorwaarden bij subsidies, zo vragen de leden van de D66-fractie?
Klopt het aldus dat de focus op leningen ten koste van subsidies geen principiële
randvoorwaarde is van het kabinet? Kan het kabinet toelichten waarom modernisering
van Europese investeringen (zoals in de geannoteerde agenda beschreven: dat de benodigde
structurele hervormingen ook bijdragen aan duurzame versterking van het groeivermogen
en aan vergroening en digitalisering) geen onderdeel is van deze twee voorwaarden,
zo vragen deze leden?
13. Antwoord van het kabinet
Samen met Denemarken, Oostenrijk en Zweden heeft Nederland een non-paper verspreid
met voorstellen voor een tijdelijk fonds om het economisch herstel te ondersteunen
met leningen aan lidstaten.6 De Nederlandse inzet is onveranderd. Het kabinet vindt het onwenselijk om lopende
uitgaven uit de EU-begroting met leningen te financieren. De Minister-President heeft
in zijn persconferentie de Nederlandse inzet nader uiteengezet. Modernisering van
de Europese uitgaven is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse inzet. Het kabinet
is positief over de inzet van de Commissie om met de herstelmaatregelen tevens invulling
te geven aan de groene en digitale transities.
Verder begrijpen de leden van de D66-fractie de zorgen van het kabinet over de allocatie
of verdeling van het fonds. Het geld moet gaan naar de plek waar het het meest nodig
is op dit moment. Hoe apprecieert het kabinet de voorstellen van Raadsvoorzitter Charles
Michel die de ronde doen waarbij 70% van de verdeling van het geld gaat op basis van
bevolkingsomvang, BBP en oudere werkloosheidscijfers, en 30% op basis van nieuwe cijfers?
In hoeverre spelen de cijfers die de Europese Commissie op 7 juli 2020 presenteerde
met betrekking tot economische groei van 2020 en 2021 in de Unie, een rol bij de verdeling,
zo vragen de leden van de D66-fractie?
14. Antwoord van het kabinet
De indicatoren die de verdeling van de Recovery and Resilience Facility (RRF) bepalen, zijn onderdeel van de discussie. In de kabinetsappreciatie van de
nieuwe versie van het onderhandelingsdocument zal het kabinet nader ingaan op eventuele
voorstellen van de ER-voorzitter om de door de Europese Commissie voorgestelde methodiek
aan te passen. Het is volgens het kabinet van belang dat de economische impact van
de COVID-19 uitbraak sterk meeweegt in de verdeling van de middelen uit het RRF en
dat daarvoor gebruik wordt gemaakt van zo actueel, relevant en accuraat mogelijke
informatie.
Ook horen deze leden graag hoe het kabinet het compromisvoorstel waardeert dat volgens
Politico vorige week woensdag in COREPER besproken is,7 waaruit blijkt dat het Meerjarig Financieel Kader omlaag zal gaan, ten kosten van
moderne prioriteiten?
15. Antwoord van het kabinet
Wat betreft mogelijke compromisvoorstellen van de voorzitter van de Europese Raad
of voorstellen besproken in COREPER verwijs ik uw Kamer naar de nieuwe versie van
het onderhandelingsdocument dat op 10 juli is verspreid onder lidstaten.
Onderhandelingen in de Europese Raad zullen gevoerd worden aan de hand van deze nieuwe
versie van het onderhandelingsdocument. Het onderhandelingsdocument zal uiteindelijk
als concept dienen voor ER-conclusies over het MFK. Voorafgaand aan het plenaire debat
ter voorbereiding op de Europese Raad van 17–18 juli aanstaande zal uw Kamer een appreciatie
ontvangen van deze nieuwe versie van het onderhandelingsdocument.
In deze kabinetsappreciatie zal de Nederlandse inzet voor de
Raad Algemene Zaken van 15 juli en de Europese Raad van 17–18 juli worden opgenomen.
Het is uw Kamer bekend dat het kabinet zich inzet voor een gemoderniseerde en financieel
houdbare EU-begroting met een eerlijke verdeling van de lasten. Modernisering betekent
voor het kabinet ook dat bestaande programma’s sterker worden gericht op prioritaire
thema’s zoals innovatie en klimaat. Daarnaast is het van belang dat de voorwaarden
voor de besteding van EU-middelen (conditionaliteiten) effectief zijn. Naar de mening
van het kabinet hoeft er dus geen keuze gemaakt te worden tussen ambitieuze modernisering
enerzijds en beheersbaar houden van de uitgaven anderzijds. Met een gemoderniseerd
MFK dat in omvang gelijk blijft, kan de EU ambitieuze uitvoering geven aan de Strategisch
Agenda en andere prioritaire beleidsdoelstellingen, mits er scherpe keuzes gemaakt
worden over de uitgaven. Door een sterker reflectie van onderzoek en innovatie, klimaat,
veiligheid en migratie, kan het MFK inspelen op de uitdagingen waar de EU voor staat
en waar een Europese aanpak het meest effectief is.
Tot slot, is het kabinet bereid zich in te zetten zo snel mogelijk een akkoord te
bereiken, zo vragen de leden van de D66-fractie?
16. Antwoord van het kabinet
Het MFK betreft een unanimiteitsdossier en onderhandelingen gaan door totdat alle
lidstaten kunnen instemmen. «Nothing is agreed until everything is agreed». De posities van de lidstaten liggen momenteel nog ver uit elkaar. Het kabinet maakt
zich hard voor een akkoord dat de Nederlandse belangen dient en de Unie in staat stelt
om de uitdagingen voor de komende periode het hoofd te bieden. Voor het kabinet is
dit onderhandelingsresultaat leidend boven de snelheid van de onderhandelingen.
De leden van de SP-fractie constateren dat er een belangrijke voorbereidende rol in
dit debat is weggelegd omtrent de onderhandelingen rondom het Meerjarig Financieel
Kader en het Herstelfonds. De leden van de SP-fractie vragen het kabinet of de posities
van Nederland ten opzichte van het non-paper van Nederland, Denemarken, Zweden en
Oostenrijk nog zijn veranderd? Denkt het kabinet dat het economisch gezien echt verstandiger
is om leningen te verstrekken in plaats van giften? Denkt het kabinet dat het terugbetalen
van deze leningen realistisch gaat zijn gezien de financiële positie van een aantal
Europese landen, zo vragen deze leden? Wat vindt het kabinet van de recente uitlatingen
van de Griekse Premier Misotakis waarin hij aangeeft dat extra conditionaliteiten
wat betreft Griekenland onbespreekbaar zijn voor het Herstelfonds, zo vragen de leden
van de SP-fractie?
17. Antwoord van het kabinet
De Nederlandse positie is onveranderd. Het kabinet vindt het onwenselijk om lopende
uitgaven uit de EU-begroting met leningen te financieren en is van mening dat een
duidelijke onderbouwing voor het verschaffen van subsidies in plaats van leningen
ontbreekt in de analyse en voorstellen van de Europese Commissie.
Hierbij past volgens het kabinet bovendien de kanttekening dat de Europese Commissie
in de context van de Pandemic Crisis Support binnen het Europees Stabiliteitsmechanisme eerder deze maand heeft geconcludeerd
dat de publieke schulden van alle Eurolanden houdbaar zijn op de middellange termijn,
waarbij onder andere de «historisch lage rente» als relevante factor werd beschouwd.8
In de aanloop naar de Europese Raad is het gebruikelijk dat lidstaten uitspraken doen
over hun inzet in de onderhandelingen. Om de economische weerbaarheid en veerkracht
structureel te verbeteren acht het kabinet het van belang dat de benodigde structurele
hervormingen in de lidstaten plaatsvinden en dat investeringen bijdragen aan een duurzame
versterking van het groeivermogen, onder andere door invulling te geven aan de ambities
op het vlak van vergroening en digitalisering, en daarmee leiden tot duurzaam werkgelegenheidsherstel.
Wat is de precieze positie van het kabinet ten opzichte van het nieuwe Europese begrotingsvoorstel?
Is deze veranderd ten opzichte van het pre-Coronatijdperk? Wat vindt het kabinet van
de intensivering van sommige uitgaven zoals bijvoorbeeld in het Just Transition Fund, defensie en de interne markt?
18. Antwoord van het kabinet
Indien met het nieuwe Europese begrotingsvoorstel het Commissievoorstel voor het reguliere
Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 wordt bedoeld, is de positie van het kabinet
onveranderd. Nederland zet zich in voor een ambitieus gemoderniseerd en financieel
houdbaar MFK dat de lasten eerlijk verdeelt. Nederland wil een afdrachtenstijging
als gevolg van Brexit voorkomen; behoud van de Nederlandse korting op de EU-afdrachten
is daarvoor essentieel. Daarnaast zal het kabinet zich blijven inspannen voor de ingezette
modernisering van de EU-begroting. Nederland wil een moderner MFK met meer focus op
onderzoek/innovatie, klimaat, migratie en veiligheid en een effectieve conditionaliteit
t.a.v. rechtsstatelijkheid, gelet op de zorgen die bestaan over de rechtsstaat.
Het kabinet is kritisch over de voorgestelde verhoging van programma’s die niet direct
verband houden met het herstel van de crisis als gevolg van de COVID-19 uitbraak,
in lijn met de eerdere kabinetsinzet.
Ten aanzien van het Just Transition Fund (JTF) steunt het kabinet de oprichting van het JTF en de ondersteuning van regio’s
waar de transitieopgaves het grootst zijn. Wel is het kabinet van mening dat steun
uit het JTF voor lidstaten voorwaardelijk moet zijn aan de onderschrijving van de
mogelijke ophoging van de reductiedoelstelling voor broeikasgassen naar tenminste
50–55% in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050, dat het JTF in omvang beperkt moet
blijven en dat middelen voor het JTF gevonden moeten worden binnen een plafond dat
past bij de Nederlandse inzet voor het MFK. Dat geldt ook voor uitgaven op het terrein
van defensie en ter ondersteuning van de interne markt.
Van welke voorstellen voor financiering middels eigen middelen is het kabinet wel
voorstander en van welke niet, zo vragen de leden van de SP-fractie?
19. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de Kamerbrief d.d. 9 juni 2020 met de kabinetsappreciatie van
de Commissievoorstellen
Meerjarig Financieel Kader 2021–27 en herstelstrategie n.a.v. de COVID-19 uitbraak
blijft Nederland terughoudend ten aanzien van de introductie van nieuwe eigen middelen.
Voor Nederland vormt het BNI-middel het uitgangspunt voor de EU-afdrachten. De voorstellen
voor een afdracht op basis van niet-gerecycled plasticafval en ETS-opbrengsten worden
integraal beoordeeld in de komende MFK-onderhandelingen. In de appreciatie van het
nieuwe onderhandelingsdocument zal het kabinet nader ingaan op de daarin opgenomen
voorstellen.
Zoals toegelicht in de appreciatie van het oorspronkelijke voorstel voor het Eigen
Middelenbesluit9, sluiten de voorstellen voor afdrachten op basis van ETS en niet-gerecycled plasticafval
aan bij de klimaatdoelstellingen van het kabinet. De omvang van de milieueffecten
van een eigen middel op basis van niet-gerecycled plasticafval is moeilijk in te schatten,
maar het kabinet is wel positief over deze benadering. Vanuit het oogpunt van onder
andere de beoogde transparantie, vereenvoudiging en voorspelbaarheid van het stelsel
van eigen middelen is het kabinet echter terughoudend over deze voorstellen. De Nederlandse
positie ten aanzien van een Common Consolidated Corporate Tax Base als eigen middel is ongewijzigd.
Wat verwacht het kabinet van de haalbaarheid van rechtsstaatconditionaliteiten linken
aan het nieuwe Meerjarig Financieel Kader?
20. Antwoord van het kabinet
Een grote groep lidstaten, inclusief Nederland, en breder dan alleen netto-betalende
lidstaten, is met Nederland sterk voorstander van de conditionaliteit t.a.v. rechtsstatelijkheid.
Deze groep lidstaten zal zich in de MFK-onderhandelingen in gezamenlijkheid blijven
inzetten voor een effectieve conditionaliteit t.a.v. rechtsstatelijkheid, met een
directe koppeling tussen de ontvangst van EU middelen en de naleving van rechtsstatelijkheidsbeginselen.
Ook de Commissie en het Europees Parlement zijn sterk voorstander van deze conditionaliteit.
Er is echter ook een kleine groep lidstaten die zeer terughoudend is over de conditionaliteit
t.a.v. rechtsstatelijkheid.
Is er volgens het kabinet de aflopen weken sprake geweest van meer helderheid over
en rechtvaardiging van de door de Europese Commissie voorgestelde uitgaven, zo vragen
deze leden?
21. Antwoord van het kabinet
De Europese Commissie heeft op 27 mei jl. een needs assessment gepresenteerd naar aanleiding van de conclusie van de leden van de Europese Raad
op 23 april jl. dat een grondige impactanalyse noodzakelijk is. In de kabinetsappreciatie
van de Commissievoorstellen Meerjarig Financieel Kader 2021–27 en herstelstrategie
n.a.v. de COVID-19 uitbraak d.d. 9 juni 2020 heeft het kabinet zich kritisch uitgelaten
over deze analyse. Zoals benoemd in het verslag van de videoconferentie van de leden
van de Europese Raad van 19 juni jl. heeft de Minister-President dan ook de Commissie
opgeroepen om de needs assessment te actualiseren, onder andere, ter nadere onderbouwing van de omvang en de allocatie
van de herstelmaatregelen. Daarnaast heeft Nederland in de verschillende ambtelijke
voorportalen van de Raad vragen gesteld aan de Commissie. De Commissie heeft in reactie
hierop extra toelichting gegeven ter onderbouwing van haar voorstellen. Het standpunt
van het kabinet is onveranderd dat zowel de omvang als de verdeling van de hersteluitgaven
duidelijk gebaseerd moeten zijn op de economische gevolgen van de COVID-19 uitbraak.
Conferentie over de Toekomst van Europa
De leden van de PVV-fractie vragen het kabinet hoeveel de tweejarige Conferentie over
de Toekomst van Europa zal gaan kosten? Deze leden vragen voorts wie deze kosten gaat
betalen?
22. Antwoord van het kabinet
Hoeveel de Conferentie over de Toekomst van Europa gaat kosten en hoe de financiering
daarvan zal worden vormgegeven, is nu nog niet duidelijk. Zoals uw Kamer bekend is,
zal nu het Raadsmandaat er is onderhandelingen starten tussen de Raad (het roulerend
voorzitterschap), het Europees Parlement en de Commissie over het mandaat, de inhoud
en vorm van de Conferentie. Het resultaat daarvan zal meer inzicht geven over de precieze
vormgeving. De inzet van het kabinet is en blijft gericht op een efficiënte, moderne
en sobere vormgeving. Ook in het Raadsmandaat is een effectieve vormgeving die onnodige
bureaucratie vermijdt, opgenomen als basisprincipe voor de organisatie van de Conferentie.
De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het Nederlandse kabinet
een voorstel zal doen over het betrekken van nationale parlementen bij de Conferentie
over de Toekomst van Europa. Wanneer gaat het kabinet dit doen en op welke wijze?
Hoe wordt de Tweede Kamer hierbij betrokken, zo vragen de leden van de D66-fractie?
23. Antwoord van het kabinet
Het voorstel waar in de Geannoteerde Agenda aan wordt gerefereerd, en zoals toegezegd
in het Algemeen Overleg over de Raad Algemene Zaken van 28 januari jl., ziet op aanvullende
afspraken over de wijze waarop nationale parlementen gedurende de Conferentie informatie
wordt verschaft, indien nodig en gewenst. Het kabinet acht het van belang dat de nationale
parlementen actief betrokken zijn bij de Conferentie. In het Raadsmandaat wordt benoemd
dat de nationale parlementen nauw betrokken moeten zijn bij de Conferentie. De verdere
invulling daarvan zal worden vastgelegd in een akkoord tussen de Raad, het Europees
Parlement en de Commissie.
De leden van de SP-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat er ook een kleine rol
is weggelegd voor de Conferentie over de Toekomst van Europa bij deze Raad Algemene
Zaken maar dat de inhoud nog onbekend is. Wat verwacht het kabinet van de precieze
inhoud van deze bespreking? Wat is momenteel de planning omtrent de Conferentie over
de Toekomst van Europa, zo vragen deze leden? Wat is de verwachting van het kabinet
van de uiteindelijke uitkomst van deze Conferentie? Wat is voor het kabinet het precieze
doel van deze Conferentie, zo vragen de leden van de SP-fractie?
24. Antwoord van het kabinet
Dit agendapunt is na het versturen van de Geannoteerde Agenda aan uw Kamer door het
Duitse voorzitterschap van de agenda van de informele videoconferentie van de leden
van de Raad Algemene Zaken van 15 juli gehaald. De planning van de Conferentie is
nog onbekend. Dit hangt mede af van (de duur van) de onderhandelingen tussen de Raad,
het Europees Parlement en de Commissie over het mandaat, de inhoud en vorm van de
Conferentie. Duitsland heeft aangegeven bereid te zijn van start te gaan met de Conferentie
tijdens zijn voorzitterschap, maar dit is nog niet zeker. Het doel van de Conferentie
is om burgers te betrekken bij de toekomst van Europa, ten behoeve van een toekomstgerichte
agenda voor de Unie met draagvlak onder haar burgers. De nadruk dient daarbij te liggen
op de uitvoering van de prioriteiten uit de Strategische Agenda, om resultaten te
boeken in het belang van burgers. Wat betreft de uitkomsten van de Conferentie stelt
het Raadsmandaat dat deze worden opgenomen in een rapport dat wordt aangeboden aan
de Europese Raad. Het kabinet acht het van belang dat de inbreng van alle betrokkenen
gereflecteerd wordt in het rapport, en dat dit concrete aanbevelingen bevat die uitvoerbaar
zijn.
Brexit
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet om een appreciatie van de status van
de onderhandelingen rondom de Brexit. Deze leden vernamen dat de afgelopen onderhandelingsronde
eerder is afgebroken. Kan het kabinet toelichten waarom dit het geval was? Wat is
de stand van zaken? De leden van de D66-fractie vragen het kabinet wanneer de Kamer
een brief over de Brexit-voorbereidingen in Nederland ontvangt?
25. Antwoord van het kabinet
Tijdens de in de politieke verklaring afgesproken conferentie op hoog niveau van 15 juni
jl. hebben de EU en het VK besloten om de onderhandelingen gedurende de zomer de intensiveren.
De eerste gesprekken in dat kader vonden plaats in de week van 29 juni. In de vooraf
gepubliceerde agenda was aan het einde van de week ruimte opgenomen die kon worden
gebruikt om onderwerpen verder te bespreken indien nodig, maar dit bleek niet het
geval.10 Na afloop van de ronde hebben zowel EU-Hoofdonderhandelaar Barnier als VK-Hoofdonderhandelaar
Frost aangegeven dat de besprekingen nuttig waren maar dat er nog steeds grote verschillen
bestaan, zoals ook eerder met uw Kamer gedeeld. Op 8 juli jl. is dhr. Barnier naar
Londen gereisd voor verdere besprekingen. De eerstvolgende onderhandelingsronde vindt
plaats in de week van 20 juli. Uw Kamer ontvangt tegen het einde van het zomerreces
een overzicht van de Rijksbrede voorbereidingen op het aflopen van de overgangsperiode.
EU-subsidie voor journalisten en media
De leden van de VVD-fractie hebben eerder gevraagd of het kabinet kan nagaan welke
Nederlandse journalisten en media financiële ondersteuning krijgen van de Europese
Commissie. Als antwoord heeft het kabinet in de beantwoording Kamervragen over Raad
Algemene Zaken 24 maart 2020 verwezen naar een website. De leden van de VVD-fractie
konden op deze website de gevraagde informatie niet vinden. Daarom stellen ze de vraag
nog een keer: Welke Nederlandse journalisten en media krijgen volgens het kabinet
financiële ondersteuning van de Europese Commissie? Graag geen verwijzing meer, maar
een klip en klaar antwoord op de vraag inclusief de bedragen, zo vragen de leden van
de VVD-fractie.
26. Antwoord van het kabinet
De Commissie publiceert jaarlijks in het digitale Financial Transparency System11 informatie over begunstigden van financiering uit de EU-begroting, uitgevoerd door
de Europese Commissie, agentschappen en begunstigden van het Europees Ontwikkelingsfonds.
De website stelt u in staat uitgaven te sorteren per jaar, lidstaat, begunstigde en
programma. De website moet nog worden geactualiseerd voor projecten uit 2019. Het
kabinet heeft geen overzicht van de financiering per doelgroep, zoals uw Kamer wenst.
Voor een compleet en actueel overzicht van de specifieke financiering van media en
journalisten adviseert het kabinet u zich te wenden tot de Commissie.
Albanië en Noord-Macedonië
De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet naar de stand van zaken ten aanzien
van het onderhandelingsraamwerk met Noord-Macedonië en Albanië?
27. Antwoord van het kabinet
De concept-onderhandelingsraamwerken voor Noord-Macedonië en Albanië zijn op 1 juli
jl. door de Commissie gepresenteerd aan de lidstaten. De Commissie voegde hier tevens
non-papers over de voortgang op rechtsstaatsterrein in beide landen aan toe. De documenten zijn
vooralsnog gerubriceerd. Inschatting is dat de onderhandelingen over de raamwerken
geruime tijd in beslag zullen nemen. Hierbij streeft het kabinet naar het volledig
reflecteren van alle elementen van de nieuwe methodologie in de raamwerken. Daarnaast
is het evident dat de Intergouvernementele Conferentie met Albanië alleen kan plaatsvinden
wanneer Albanië voldoende voortgang heeft geboekt op de voorwaarden zoals gesteld
door de Raad in maart.
Uw Kamer ontvangt zoals gebruikelijk een kabinetsappreciatie over de belangrijkste
elementen uit zowel de onderhandelingsraamwerken als de voortgangsrapporten. Deze
appreciatie zal tevens dienen als basis voor het standpunt dat het kabinet zal innemen
tijdens de onderhandelingen.
Verkiezingscampagne Kroatië
De leden van de SP-fractie constateren dat er terecht behoorlijk veel commotie is
ontstaan omtrent een campagnefilmpje van de Kroatische HDZ-partij waarin Von Der Leyen
als voorzitter van de Europese Commissie steun lijkt te verlenen aan de partij. Wat
vindt het kabinet van deze ontstane ophef omtrent deze campagnefilm en de inschattingsfout
van Commissievoorzitter Von der Leyen? Hoe heeft deze grote fout kunnen plaatsvinden?
Is het kabinet bereid om de Commissievoorzitter aan te spreken op de politiek neutrale
rol die zij dient te vervullen namens de Europese Commissie, zo vragen de leden van
de SP-fractie?
28. Antwoord van het kabinet
De voorzitter van de Europese Commissie behoort onafhankelijk en objectief te zijn.
Dat is nodig om sturing te kunnen geven aan een College bestaande uit verschillende
politieke overtuigingen, met als doel het algemeen belang van de Europese Unie te
bevorderen. De Europese Commissie heeft erkend dat er fouten zijn gemaakt, en aangegeven
met aandacht de procedures te bekijken om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen.
Tegelijkertijd is het optreden in een campagnefilm, als privépersoon, als zodanig
niet strijdig met de gedragscode van de leden van de Europese Commissie12. Uiteindelijk legt de Europese Commissie verantwoording af aan het Europees Parlement.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
H.S. Veldman, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
H.P.C. Buisman, adjunct-griffier