Stenogram : Vragenuur: Vragen van het lid Tielen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, over het bericht "Arbeidsinspectie waarschuwt voor misbruik en fraude met miljoenen euro's aan zorggeld voor onverzekerden".
3 Vragenuur
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 34
Te raadplegen sinds
2025-03-24Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 34
Vragenuur
Vragen Tielen
Vragen van het lid Tielen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, over het bericht "Arbeidsinspectie waarschuwt voor misbruik en fraude met miljoenen euro's aan zorggeld voor onverzekerden".
De voorzitter:
Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Volksgezondheid, die zojuist is gearriveerd. Voor de vraag aan haar geef ik graag het woord aan mevrouw Tielen van de fractie van de VVD. Het woord is aan haar.
Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter. Onze gezondheidszorg is van oudsher een wereld waarin kundige mensen warm en met betrokkenheid bijdragen aan de gezondheid van anderen. Dat is mooi, zou je denken, maar het blijkt steeds meer een wereld zonder weerstand tegen criminelen. Boeven en fraudeurs maken misbruik van zieken en van onze samenleving.
EenVandaag publiceerde gisteren de harde conclusies van maar liefst twee inspecties: de Arbeidsinspectie en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Deze inspecties constateren dat criminele zorgbureaus voor zo'n 15 miljoen euro frauderen met zorggeld dat is bedoeld voor de zorg voor daklozen en ongedocumenteerden. Dat is 15% van de 90 miljoen die daarvoor is gereserveerd. En dat is niet het eerste bericht dat we ontvangen over zorgfraude. De politie toonde recent aan dat drugshandelaren, plofkrakers en geweldplegers — ik citeer — "op grote schaal actief zijn in de zorg". Het Openbaar Ministerie schat het totaalbedrag aan fraude in de zorg inmiddels op meer dan 10 miljard euro per jaar.
Voorzitter. Is zorgfraude volgens de minister een groeiend fenomeen? Is het aantal fraudeurs en criminelen in de zorg toegenomen? Lekt er inderdaad steeds meer geld weg naar de zakken van criminelen of hebben we al jaren te maken met een crimineel circuit van deze omvang in de zorg? Weet de minister dat? Hoe verklaart zij de groei en is zij bereid om hier jaarlijks over te rapporteren?
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Agema:
Dank u wel, voorzitter. Dit is de derde keer in korte tijd dat ik met de Kamer spreek over zorg aan onverzekerden. Nu gaat het over het onderzoek van de inspectie en de Arbeidsinspectie over de risico's op misbruik en fraude bij zorg aan onverzekerden. Dat is een zeer kwetsbare groep in kwetsbare situaties. Het gaat bijvoorbeeld om slachtoffers van aanbieders die zorg verlenen op dubieuze locaties, zoals in zeer sterk vervuilde woningen. Er is sprake van ondermaatse zorg en zorgverwaarlozing. Er zijn spookfacturen aangetroffen voor niet-geleverde zorg. Het gaat om malafide zorgverleners. Dit heeft de inspectie aangetroffen.
Mevrouw Tielen vraagt of het een groeiend probleem is, of er sprake is van een toename, of het al jaren speelt en of ik bereid ben om daarover een rapportage op te stellen. Het lastige aan fraude is dat we niet weten hoe groot het is. Het zijn altijd schattingen. Door de jaren heen zijn vele van dit soort schattingen hier in de Kamer naar voren gekomen. Het is mij door de jaren heen wel opgevallen dat er vaker sprake lijkt van echte criminele circuits en van het uitwisselen van goede tips over hoe je geld kunt pikken uit de zorg. Het is dan ook een continue bron van aandacht. We kunnen niet verslappen. Iedere keer als we nieuwe regels maken, vinden ze weer een nieuw geitenpaadje om mensen opnieuw zorg te ontnemen. Het is weerzinwekkend dat je dat doet bij deze groep mensen.
Een aantal dingen gaan in januari van start, zoals het Informatie Knooppunt Zorgfraude, waar signalen worden verzameld, verrijkt en onderzocht. Ik noem ook het Waarschuwingsregister zorgfraude. We komen daarnaast in januari met nadere wetgeving over winstuitkeringen in de zorg. Er zijn nu vermoedens over misbruik van deze regeling. Het vermoeden is dat het ongeveer 14% betreft bij de regeling voor onverzekerbare vreemdelingen en 4% bij de SOV-regeling, waar we het twee weken geleden ook al over hadden. Ik kom met een nieuwe regeling. Dat heb ik de Kamer ook al toegezegd. Dat doe ik enerzijds omdat ik het belangrijk vind dat dak- en thuislozen en mensen die hier legaal werken maar niet legaal wonen, worden toegeleid naar een echte zorgverzekering. Daar zijn ze beter af en worden ze ook geen slechtere patiënten. Ik heb de Kamer toegezegd dat ik de contouren van deze nieuwe regeling voor het einde van het jaar naar de Kamer zal sturen. Dat ga ik doen. De brief met mijn idee van die contouren komt binnen enkele dagen naar de Kamer. Die brief gaat speciaal over deze regeling. Het passantentarief voor onverzekerden ligt bijvoorbeeld wat hoger dan gemiddeld. Mijn idee is om dat wat meer naar het gemiddelde te halen. Het bedrag dat ik daarmee overhoud wil ik inzetten om te zorgen dat deze kwetsbare mensen via bonafide aanbieders, aanbieders die we goed kennen en van wie we weten dat ze goede zorg leveren, worden geleid naar goede zorg en een zorgverzekering. Dat is het allerbelangrijkst.
Mevrouw Tielen (VVD):
De vraag is of er te weinig regels of te weinig toezichthouders zijn. Mijn stelling is van niet. Er zijn genoeg regels en toezichthouders. Ik noemde net al dat er twee inspecties over dit onderwerp aan de bel trokken. Het punt is dat deze niet aan elkaar geknoopt worden. Ik heb tijdens de begrotingsbehandeling een zevenpuntenplan ingediend. Dat heeft de minister volgens mij een beetje weggewimpeld. Maar ik denk dat er veel meer connectie tussen al die regelingen en toezichthouders moet komen. De minister noemt zelf al het Informatie Knooppunt Zorgfraude, maar dat heeft helemaal geen macht. Dat kan heel veel signalen bij elkaar brengen, maar als je vervolgens niks met die signalen kan doen, dan heeft het helemaal geen zin. Mijn vraag was toen of we een soort van zorgfraudesheriff in het leven konden roepen om een van die instanties, een van die toezichthouders, doorzettingsmacht te geven, zodat die er ook mee aan de slag kan als er signalen zijn. Die kan dan verdachte fraudeurs opsporen en straffen en een beroepsverbod instellen, zodat niet telkens weer dezelfde mensen met andere bureautjes diefstal van zorggeld plegen. Die kunnen zorggeld dan ook weer terughalen, want nu lekt het weg naar criminele circuits, maar het hoort natuurlijk gewoon beschikbaar te zijn voor de zorg. Is de minister bereid om daar veel meer macht achter te zetten?
Minister Agema:
Mevrouw Tielen doet zichzelf tekort als ze zegt dat ik haar zevenpuntenplan niet serieus zou nemen of zou afwimpelen. Dat is absoluut niet het geval. Ik vind het een goed plan. U heeft goede voorstellen gedaan. U stelde alleen voor om de doorzettingsmacht ook bij het verzamelende Informatie Knooppunt Zorgfraude te voegen. Maar daar hebben wij al onze partijen voor, zoals de NZa en de gemeenten. Daarom vond ik dat een extra taak. Maar dat neemt niet weg dat ik uw punten goed vind. Als het gaat om fraudebestrijding zal ik alles moeten doen wat mogelijk is. Elk goed idee uit de Kamer vang ik gewoon op, betrek ik en werk ik uit.
Mevrouw Tielen (VVD):
Dan is de vraag natuurlijk op welke termijn we die uitwerkingen kunnen ontvangen.
Minister Agema:
Op elk moment.
Mevrouw Tielen (VVD):
Mijn aanvullende vraag is dan of de minister ook bereid is om naar de Wet Bibob te kijken. De minister zei al dat gemeenten hier heel veel mee te maken hebben. De Wet Bibob is in het leven geroepen om in bepaalde sectoren criminelen erbuiten te houden. Is het mogelijk om te kijken of daar ook mogelijkheden voor zijn, nu we zien dat zoveel criminelen hun weg vinden de zorgsector?
Minister Agema:
De Wet Bibob valt natuurlijk niet onder mij, maar ik hoor wat mevrouw Tielen hier zegt. Ik zeg haar toe dat ik hier met mijn collega van JenV het gesprek over aanga.
Mevrouw Tielen (VVD):
Ik kijk uit naar die beide toezeggingen. Ik hoop dat de minister zich een beetje als een sheriff tegen deze frauderende cowboys in gaat zetten.
Minister Agema:
Helemaal goed. Anders stel ik u gewoon aan.
Mevrouw Tielen (VVD):
Aan de slag.
De voorzitter:
We zien u binnenkort verschijnen met een sheriffster op. Daar zien we allemaal naar uit. Tot zover dit onderwerp, naar ik begrijp. Hartelijk dank aan de minister voor haar aanwezigheid. Als u een vraag heeft, moet u bij de interruptiemicrofoon gaan staan, meneer Claassen. Ik kan het niet ruiken. De heer Claassen heeft alsnog een vraag.
De heer Claassen (PVV):
Voorzitter, u bent een hazewindhond; u bent supersnel.
De voorzitter:
Ja, wij zijn heel snel.
De heer Claassen (PVV):
Ik had een vraag. Het is meer een toelichting op de Wibz en de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg. Dat zijn middelen die ingezet gaan worden. Die wetten komen naar de Kamer. Hoe gaat dat dan precies werken om juist casussen zoals deze die nu in het nieuws was te voorkomen?
Minister Agema:
De casus die nu aan het licht is gekomen kwam natuurlijk op basis van signalen uit het gewone reguliere circuit bij het CAK en bij de Arbeidsinspectie. Er werden gekke dingen gezien. De inspectie en de Arbeidsinspectie zijn verdere onderzoeken gaan doen, ook op basis van signalen van het CAK. Op deze wijze hebben zij verschillende malafide aanbieders aangetroffen. Er werd bijvoorbeeld zorg verleend in sterk vervuilde huizen. Er was sprake van vervuiling en spookcontracten. Op dat moment kun je daarop handelen. Wat betreft de Wibz: het gaat ook over winstmarges die niet netjes zijn, die buitenproportioneel zijn. Dat soort dingen is ook fraude. Dat is weer een andere vorm van fraude. Daarom kom ik met de Wibz, die ik eind januari naar de Kamer stuur.
De heer Claassen (PVV):
Dan had ik eigenlijk nog een vraag over het systeem zoals we het nu hebben ingericht, ook voor deze doelgroep. Zou de manier waarop zij aan hun zorg komen en waarop dat gefinancierd wordt niet op de schop moeten? Volgens mij heeft de minister daar iets over gezegd, maar is zij het met mij eens dat we het hele systeem eigenlijk anders zouden moeten inrichten?
Minister Agema:
Ja, dat heb ik ook bij de begrotingsbehandelingen gezegd, en volgens mij ook toen ik hier twee weken geleden te gast was bij het mondelinge vragenuur. De SOV-regeling loopt sowieso af in maart 2027. Er moet dus een nieuwe regeling komen. Die regeling geef ik op dit moment vorm. Ik heb zojuist al een tipje van de sluier opgelicht en gezegd dat ik voor het einde van dit jaar de contouren van die nieuwe regeling naar de Kamer stuur, zodat we die met elkaar kunnen bespreken.
De voorzitter:
Prima. Dank u wel. Hartelijk dank aan de minister.