Stenogram : Vragenuur: Vragen van het lid White aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij afwezigheid van de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, over het bericht "Den Haag kijkt maandenlang weg van 'medisch onverantwoorde' ambulancevluchten Bonaire".
4 Vragenuur
Vergaderjaar 2023-2024
Vergaderingnummer 77
Te raadplegen sinds
2024-08-16Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2023-2024, 77
Vragenuur
Vragen White
Vragen van het lid White aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij afwezigheid van de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, over het bericht "Den Haag kijkt maandenlang weg van 'medisch onverantwoorde' ambulancevluchten Bonaire".
De voorzitter:
Dan gaan we naar het derde setje vragen. Die vragen zullen worden gesteld door de heer White van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Bij afwezigheid van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zullen die vragen beantwoord worden door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die ik van harte welkom heet. Meneer White, gaat uw gang.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. GroenLinks-PvdA is geschrokken van het nieuws over de acute zorg in het Koninkrijk der Nederlanden en dan met name op Bonaire. Het is een recht van al onze burgers, ongeacht waar zij zich binnen het Koninkrijk bevinden, om toegang te hebben tot levensreddende behandelingen in tijden van nood. Ik moet nu helaas constateren dat dingen vaak flink mis zijn gegaan. We hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er kwalitatieve, tijdige en toegankelijke acute zorg beschikbaar is voor de burgers van de eilanden. De recente zorgen rondom de ambulancevlucht op Bonaire benadrukken de noodzaak van een betrouwbare en efficiënte acute zorgketen. Dit is niet alleen van belang voor het welzijn van de patiënten, maar ook voor de integriteit van het zorgsysteem als geheel. Mijn wens is dan ook dat er op alle eilanden een eigen ic ingericht wordt die in de meest acute situaties kan handelen en/of stabiliseren. Laten we streven naar gelijkheid voor onze burgers. In Nederland zou dit ondenkbaar zijn en dat moet het voor alle burgers van het Koninkrijk der Nederlanden zijn. Ik heb een aantal vragen aan het kabinet.
Voorzitter. Kan de staatssecretaris uitleggen waarom het ziekenhuis op Bonaire de samenwerking met Medicair heeft beëindigd, terwijl deze maatschappij volgens artsen jarenlang een goede service heeft verleend? Waarom is er gekozen voor een contract met de Colombiaanse vliegmaatschappij Sarpa, ondanks dat dit leidde tot langere wachttijden en langere vluchtduren voor patiënten die spoedeisende hulp nodig hebben?
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag onderstrepen dat het ambulancevervoer vanaf Bonaire naar Curaçao en Aruba goed geregeld moet zijn. Daarom vind ik het terecht dat de heer White hier de vraag stelt of dat eigenlijk wel goed geregeld is. VWS heeft een contract met het ziekenhuis op Bonaire, FM. Daar hoort inderdaad ook het ambulancevervoer bij. Vanaf januari bleek uit informatie van FM dat Sarpa, de nieuwe maatschappij, geen landingsrechten heeft op Curaçao en Aruba, waardoor het ambulancevervoer inderdaad onvoldoende geregeld was. VWS heeft vanaf dat moment op verschillende momenten zorgen geuit en acties getoond richting FM. Zo is er samen met FM een bestemming in het noorden van Colombia geregeld, zodat de vluchten werden verkort. FM heeft met Sarpa een extra snel toestel weten te regelen, zodat de vluchten korter werden. VWS heeft natuurlijk nadrukkelijk zorgen geuit, ook richting FM, en gevraagd naar de stand van zaken en om de situatie te verbeteren. Ten slotte heb ik op bestuurlijk niveau ook nog zelf aan Danguillaume Oduber, de minister van Aruba, waar Sarpa geen landingsrechten heeft, gevraagd hoe de situatie zou kunnen worden opgelost. Uiteindelijk hebben we eind mei een hele verstrekkende beslissing genomen door vanuit VWS opnieuw een contract af te sluiten met Medicair én een onderzoek in te stellen onder leiding van Erwin Arkenbout om de situatie ook op de langere termijn op te lossen.
Dank u wel, voorzitter.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Naar aanleiding van de reactie van de staatssecretaris ben ik benieuwd hoe hij het volgende beoordeelt. Op dit moment is de situatie dat patiënten voor spoedeisende hulp naar Colombia worden gevlogen — dat is een reis van meer dan twee uur — terwijl vluchten naar Aruba of Curaçao minder dan een halfuur duren. Deelt de staatssecretaris de mening van de artsen dat dit medisch niet verantwoord is?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dat kan ik nooit helemaal beoordelen, want het verschilt natuurlijk van situatie tot situatie, maar ik ben het ermee eens dat de eerste plek om te landen natuurlijk op Aruba of Curaçao moet zijn. Die zijn het dichtstbij. Ik vind dat dat in principe de voorkeur geniet, maar uiteindelijk is het natuurlijk de medische verantwoordelijkheid van FM en van de deskundigen zelf om te beoordelen wat de beste plek en manier is.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor wat de staatssecretaris zegt. Dan denk ik: het is inderdaad een medische kwestie, maar de overheid heeft natuurlijk ook een verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor de levens van burgers is van essentieel belang. Op het moment dat een maatschappij, een organisatie, keuzes maakt waardoor die in het geding zijn, dan vraag ik me af of de overheid niet toch een rol zou moeten spelen en haar verantwoordelijkheid zou moeten pakken. Hoe kijkt de staatssecretaris daarnaar?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dat deel ik zeer met de heer White. Na een aantal maanden die onzekerder waren, hebben we niet alleen een onderzoek naar de situatie ingesteld, zodat die echt verbeterd kan worden op de kortere en langere termijn. We hebben begin mei ook zelf opnieuw een contract afgesloten met Medicair om de basis op orde te krijgen. We hebben dus wel degelijk behoorlijk fors ingegrepen, door uiteindelijk zelf weer een contract aan te gaan met Medicair om de ambulancevluchten te waarborgen.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor de staatssecretaris heel duidelijk spreken over ingrijpen, maar had dat niet eerder gemoeten en gekund?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik snap die vraag heel goed. Daarom heb ik ook in mijn inleiding al aangegeven wat we vanaf eind januari tot en met begin mei, dus in ongeveer drie maanden, hebben gedaan. Er heeft een rechtszaak gespeeld. We hebben in die periode voortdurend contact gehad met FM. We hebben een kortere vlucht weten te regelen omdat er in het noorden van Colombia een landingsplek is georganiseerd. We hebben ook een sneller vliegtuig weten te regelen. In die maanden hebben we dus niet stilgezeten. We hebben in die maanden successievelijk stappen gezet om de situatie op te lossen. Toen dat onvoldoende was, hebben we uiteindelijk gezegd: dan moet er tijdelijk alsnog een contract met Medicair worden afgesloten.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor dat er een aantal maatregelen zijn getroffen en een aantal acties zijn ingezet, maar in mijn onderbuik heb ik toch nog steeds niet het gevoel dat de situatie in de toekomst op orde is. Ik heb niet het gevoel dat we situaties die hebben plaatsgevonden in de toekomst kunnen voorkomen. Kunnen we inmiddels spreken van een veilige situatie?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Op dit moment hebben we ook een contract met Medicair. Daarmee is de situatie voor de korte termijn absoluut geborgd. Voor de iets langere termijn, dus na die twee maanden, hebben we een onderzoek lopen. Maar het spreekt voor zich dat wij het contract met Medicair niet gaan verbreken voordat we er echt vertrouwen in hebben dat deze situatie wordt opgelost.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor dat de staatssecretaris spreekt over onderzoeken die zijn ingesteld om helderheid te krijgen over de situatie in de afgelopen tijd. Mijn partij is heel erg benieuwd wanneer de staatssecretaris denkt dat de resultaten van dit onderzoek worden verwacht.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Daar heb ik geen precies tijdschema van. Het tijdelijke contract dat we nu hebben met Medicair is voor een periode van twee maanden. In die twee maanden moet er dus een oplossing komen voor de periode daarna. Mocht het onderzoek in die twee maanden niet zijn afgerond, dan denk ik dat een tijdelijke verlenging opnieuw voor de hand ligt. Maar ik hoop vooral dat we heel snel boven tafel krijgen wat een definitieve, goede oplossing is voor dit probleem.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Tot slot. Ik zou toch aan de staatssecretaris willen vragen om dit proces en de voortgang heel erg scherp voor ogen te houden. Wij zullen dat vanuit GroenLinks-PvdA zeer zeker ook doen. Ik ben benieuwd of wij binnen een heel erg kort tijdsbestek een voortgangsbrief kunnen verwachten omtrent de voortgang van dit onderzoek.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik kan op geëigende momenten de Kamer natuurlijk opnieuw informeren over de stand van zaken, dus dat zal ik doen.
De voorzitter:
Dank, meneer White.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Het is wel schokkend wat er is gebeurd. In 2010 hebben inwoners van Saba, Bonaire en Sint-Eustatius gezegd dat ze bij Nederland willen horen en dat ze als volwaardige burgers behandeld willen worden. Maar we zien dat er al maandenlang vluchten naar de intensive care in Colombia, die langer dan twee uur duren, zijn doorgegaan zonder dat het ministerie heeft ingegrepen. Dat gebeurt nergens in dit Koninkrijk, behalve op Bonaire. Ik ben blij dat er stappen zijn genomen. Maar klopt het dat er tijdens een van die vluchten richting de intensive care een patiënt is overleden? Dat lees ik in een krantenartikel, waarvoor onderzoek is gedaan. Is de staatssecretaris van mening dat door dit contract af te sluiten de zorgplicht van het ziekenhuis is overtreden?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik kan heel moeilijk ingaan op individuele casuïstiek. Het is namelijk heel ingewikkeld om een link te leggen tussen het medische vervoer, het medische dossier en alles wat daarmee samenhangt. Ik kan die vraag dus onmogelijk beantwoorden. Ik ben het wel zeer eens met de heer Ceder. Ik vind het ook absoluut onwenselijk dat deze situatie heeft kunnen ontstaan en dat er een luchtvaartmaatschappij wordt gecontracteerd die geen landingsrechten heeft. Ik snap niet hoe dat heeft kunnen gebeuren. Ik ben daar ook echt ontevreden over. Daarom hebben wij in de afgelopen periode van drie maanden nadrukkelijk een aantal acties uitgezet. Toen bleek dat dat allemaal onvoldoende effect heeft gesorteerd, hebben we uiteindelijk zelf ingegrepen door het contract met Medicair opnieuw aan te gaan. We hebben dus niet stilgezeten in die maanden. Juist omdat we hetzelfde ongenoegen ervaren als de heer Ceder, hebben we uiteindelijk een aantal grote stappen gezet. Uiteindelijk is toen de definitieve beslissing genomen om te zeggen: dan gaan we weer tijdelijk Medicair contracteren.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ik hoor eigenlijk alleen maar stappen die op de korte termijn zijn ondernomen. Ik weet dat dit ook niet op zichzelf staat. Onlangs zijn we met de commissie voor Koninkrijksrelaties op werkbezoek gegaan en we hebben een aantal van deze signalen ook op de andere eilanden gekregen. Ik ben dus heel benieuwd hoe de staatssecretaris op lange termijn verantwoorde acute zorg gaat realiseren op de BES-eilanden, dus niet alleen op Bonaire, maar ook op de overige eilanden.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Daar werken we natuurlijk in een groot programma aan. We hebben al meermaals brieven naar de Kamer gestuurd en onlangs hebben we een uitgebreid debat gehad met elkaar over wat we daaraan doen. Een van de belangrijkste punten is de medische uitzendingen in algemene zin. Dit betreft het spoedvervoer, het ambulancevervoer. Maar vooral die medische uitzendingen moeten beter. Dat heb ik uw Kamer nadrukkelijk aangegeven. Daar is veel discussie over, onder andere over de manier waarop die uiteindelijk worden vastgelegd, de kwaliteit van het vervoer en de betrouwbaarheid van het vervoer. Ik vind de medische uitzendingen een van de prioriteiten die moeten worden verbeterd.
De voorzitter:
U heeft geen vragen meer, mevrouw Bruyning? Nee? Dan mevrouw Tielen.
Mevrouw Tielen (VVD):
In aanvulling op wat mevrouw Bruyning zegt: het gevoel dat je krijgt van dit korte debat is dat het een beetje knip-en-plakwerk wordt naar aanleiding van een bericht. Mijn fractiegenoot Jacqueline van den Hil heeft anderhalf jaar geleden overigens al aandacht gevraagd voor het ambulancevervoer vanuit de eilanden. Maar dat geldt ook specifiek voor de basiszorg, bijvoorbeeld op Sint-Eustatius, die gewoon niet op orde is. Ik hoor de staatssecretaris praten over een plan en over discussies, maar op welke termijn kunnen er concrete stappen worden gezet om de basiszorg op bijvoorbeeld Statia op orde te krijgen?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Statia is van een heel andere orde dan Bonaire en FM, dus dat moeten we echt uit elkaar trekken. Ambulancevervoer, waar we het hier over hebben, van FM op Bonaire is echt iets heel anders dan de basiszorg op Statia op orde krijgen. We doen heel veel op Statia. Er staan overigens gewoon financiële middelen klaar om het ziekenhuis op Statia een flinke impuls te geven. Dat heb ik al vaker gezegd. Ik ben daar een tijd geleden zelf geweest en ik heb daar ook grote zorgen over. Maar er moeten een aantal bestuurlijke kwesties worden opgelost voordat we de investeringen in het ziekenhuis kunnen doen, waaronder de fusie, of in ieder geval de actieve samenwerking, met het verpleeghuis, dat er direct naast zit. Dat is cruciaal om het ziekenhuis op Statia een grote impuls te kunnen geven. Maar financieel zijn we volledig geëquipeerd om die stap te kunnen zetten. Het is echter wel iets heel anders dan wat hier nodig is. Hier moeten we gewoon zorgen dat het ambulancevervoer echt wordt geregeld. Daar zijn we dus ook actief mee bezig.
De voorzitter:
Als laatste in dit vragenuur is er een interruptie van de heer Haasen.
De heer Van Haasen (PVV):
"Van Haasen" is het.
Het ministerie van Volksgezondheid speelt een belangrijke rol in de financiering van de zorg op Bonaire. VWS heeft op het eiland een zorgverzekeringskantoor en koopt daar zorg in bij zorgverleners. Het ministerie financiert ziekenhuis Mariadal volledig. Waarom laat VWS de inkoop van ambulancediensten over aan het ziekenhuis en koopt het deze zorg niet rechtstreeks zelf in?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Uiteindelijk vind ik dat dit echt een verantwoordelijkheid is die hoort bij een ziekenhuis en niet bij een verzekeraar of, in ons geval natuurlijk ook nog, een overheid. Dit soort vraagstukken horen echt bij de capaciteit en de medische deskundigheid van een ziekenhuis, net zoals we in Nederland bijvoorbeeld geen afspraken maken over hoe een operatiekamer er in Nederland uit moet zien. Dat is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de medisch deskundigen van het ziekenhuis zelf in samenwerking met de verzekeraar. De medische deskundigheid moeten we benutten op de plek waar het over gaat. Dat is in dit geval FM en niet VWS.
De voorzitter:
Dank u wel. U kunt geen vervolgvraag stellen, meneer Van Haasen. Uw collega had al een vraag gesteld en zoals u weet, kunt u twee vragen stellen per fractie. Dank aan de staatssecretaris. We zijn aan het einde gekomen van het vragenuur. We schorsen een ogenblik en daarna gaan we stemmen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.