Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023 (Kamerstuk 21501-02-2777)
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2782 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 14 november 2023
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 3 november 2023
over o.a. de Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2777), de Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend
en duurzaam Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 3800), Fiche: Mededeling visie klimaat en veiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 3794), Huidige stand van zaken repatriëring Israël en Palestijnse Gebieden (Kamerstuk
23 432, nr. 498), Stand van zaken vertrek Nederlanders uit de Gazastrook (Kamerstuk 23 432, nr. 499)) en Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 oktober 2023 in Luxemburg (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2776).
De vragen en opmerkingen zijn op 7 november 2023 aan de Minister van Buitenlandse
Zaken voorgelegd. Bij brief van 10 november 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Rudmer Heerema
Adjunct-griffier van de commissie, Blom
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
11
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
16
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
19
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
23
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
27
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
30
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
33
II
Volledige agenda
34
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op 13 november 2023. Zij hebben een aantal
vragen en opmerkingen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen ten aanzien van de Russische agressie
tegen Oekraïne. Enkele maanden geleden begon Oekraïne met een tegenoffensief. De realiteit
is weerbarstig, waardoor de resultaten van dit tegenoffensief minder zijn dan gehoopt.
Deze leden vragen daarom wat nu het concrete plan is voor de volgende fase. Vindt
het huidige kabinet de huidige en geplande steun van de Europese Unie (EU) en Europese
lidstaten aan Oekraïne voldoende?
1. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet kan, voor zover het al over die informatie zou beschikken, met het oog
op de operationele veiligheid geen uitspraken doen ten aanzien van de Oekraïense plannen.
Voor het kabinet is de inzet voor de komende tijd echter duidelijk. Nederland blijft
de (militaire) steun aan Oekraïne maximaal voortzetten voor zo lang als dat nodig
is om Oekraïne in staat te stellen successen te boeken op de grond. Over wat daarvoor
exact nodig is, is er zowel bilateraal tussen Nederland en Oekraïne als via de verschillende
coördinatiefora voortdurend contact.
Daarbij acht dit kabinet het van groot belang om steun voor Oekraïne ook meerjarig
vast te leggen. We kunnen het ons niet permitteren om steun aan Oekraïne te laten
verminderen, aangezien dit de EU en haar veiligheid direct raakt. Steun van uw Kamer
speelt hierbij uiteraard een belangrijke rol. Om de militaire steun van de EU en de
EU-lidstaten op meerjarige basis te kunnen voortzetten wordt de komende periode gesproken
over de bijdrage aan de veiligheidsarrangementen ten behoeve van Oekraïne. Belangrijke
componenten van het EU-arrangement zijn onder andere de EUMAM-trainingsmissie, leveringen
met behulp van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) en de versterking van de Europese
defensie-industrie.
Is er een concrete visie op de doelen die in 2024 worden nagestreefd en welke steun
vanuit Europese landen daarvoor nodig is?
2. Antwoord van het kabinet:
De doelen voor het kabinet zijn in 2024 hetzelfde als voorheen: het behouden van een
soeverein, democratisch en vrij Oekraïne binnen de internationaal erkende grenzen
en tegelijkertijd aantonen dat de illegale Russische agressie niet loont. Daarom blijft
het kabinet Oekraïne in 2024 en ook daarna maximaal ondersteunen. Daarnaast geven
Nederland en de bijna 30 andere landen die de G7-verklaring mede hebben ondertekend
via hun de respectievelijke bilaterale veiligheidsarrangementen invulling aan hun
visie voor de bijdrage aan de Oekraïense veiligheid voor de middellange- en lange
termijn.
Voor specifieke vragen rond het leveren van militaire steun aan Oekraïne verwijzen
de leden van de VVD-fractie graag naar de inbreng van deze leden voor de Raad Buitenlandse
Zaken Defensie op 14 november jongstleden. In aanvulling daarop vragen zij wat de
concrete inzet is van Nederland om de munitieproductie daadwerkelijk omhoog te krijgen.
Wordt er bijvoorbeeld gekeken naar het opstarten van initiatieven om op korte termijn
en tijdelijke basis wapens en munitie buiten de EU te kopen voor Oekraïne, als de
Europese defensiesector niet snel genoeg kan leveren? Kan het kabinet ook toelichten
wanneer leveringen in gevaar komen als de Europese Vredesfaciliteit (EPF) ten behoeve
van Oekraïne niet opgehoogd wordt? Hoe kan hier eventueel (tijdelijk) omheen gewerkt
worden, zodat leveringen door kunnen gaan? Aangezien de EU-ambitie om één miljoen
artilleriegranaten aan Oekraïne te leveren loopt tot maart 2024, nog zonder plannen
voor verlenging, zijn deze leden ook benieuwd hoe eventuele garanties er volgens het
kabinet uit moeten zien. Is het idee om langjarige contracten door lidstaten af te
laten sluiten, of is het de bedoeling om vanuit een verlengde en opgehoogde EPF voor
meerdere jaren te komen tot financiering van munitieleveringen aan Oekraïne? Wat zijn
andere belemmeringen die steun vanuit de EU en individuele lidstaten aan Oekraïne
in de weg zitten en die weggenomen kunnen worden? Tot slot, wanneer wil het kabinet
meer resultaat bereiken, zodat producenten eindelijk hun capaciteit substantieel en
structureel uitbreiden?
3. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zet zich op alle mogelijke manieren in om Oekraïne te voorzien in haar
munitiebehoefte, door zowel bij de Europese defensie-industrie als buiten de EU-munitie
aan te kopen voor Oekraïne. Dit is een grote uitdaging vanwege wereldwijde munitietekorten
en doordat het opschalen van de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie
tijd kost.
De wereldwijde tekorten aan munitie vormen op dit moment de belangrijkste belemmering
voor het voorzien van Oekraïne in haar munitiebehoefte. Dit onderstreept het belang
van een Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB) die in staat
is te voorzien in de toegenomen munitiebehoefte van de lidstaten. De Europese defensie-industrie
is al fors aan het opschalen en zowel de gezamenlijke bestellingen van lidstaten als
het EU-instrument Act in Support of Ammunition Production (ASAP) dragen hier aan bij. Ook zal de Commissie begin 2024 een Europese Defensie
Industrie Strategie presenteren met daarin voorstellen om de opschaling van de productiecapaciteit
verder te versnellen.
Ook het voorstel van de Ukraine Assistance Fund onder het EPF draagt bij aan het vermogen munitieleveringen aan Oekraïne voort te
zetten. De EPF dient onder andere als een mechanisme om lidstaten te compenseren voor
de leveringen van militair materieel aan Oekraïne. Levering blijft op de eerste plaats
afhankelijk van de inzet van de lidstaten. Gezien de brede steun voor Oekraïne zullen
zij hier vermoedelijk niet mee ophouden als EPF-steun gestaakt wordt. Tegelijkertijd
vormt de EPF wel een belangrijke aanvullende prikkel om Oekraïne blijvend te steunen.
Nederland zal zich dus inzetten om de financiële duurzaamheid van de EPF te waarborgen.
Tevens benadrukt het kabinet het belang van het versterken van EU-NAVO-samenwerking
waar het gaat om initiatieven om de defensie-industriële productiecapaciteit op te
schalen. Ten slotte is het Ministerie van Defensie met internationale partners, waaronder
België, de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) en ondernemers
in gesprek over mogelijkheden voor het opschalen van productiecapaciteit voor militaire
goederen en munitie in de Europese context. Daarbij wordt rekening gehouden met relevante
factoren, zoals eventuele verdringingseffecten.
Ook hebben de leden van de VVD-fractie nog een vraag rondom Oekraïense manschappen. Hoe wil het kabinet eraan bijdragen dat Oekraïne genoeg inzetbare
militairen heeft?
4. Antwoord van het kabinet
Het kabinet levert een bijdrage aan diverse trainingsactiviteiten voor Oekraïense
manschappen ten behoeve van het versterken van de capaciteiten van het Oekraïense
leger. Met deze inzet draagt Nederland, samen met internationale partners, bij aan
de gereedheid en uiteindelijk de mate van inzetbaarheid van Oekraïense militairen.
Zoals bij uw Kamer bekend is spant het kabinet zich daarnaast in om het Oekraïense
leger van militair materieel te voorzien zodat de Oekraïense militairen effectief
en inzetbaar zijn.
Welke trainingsactiviteiten vinden er op dit moment plaats en kunnen deze trainingsactiviteiten
eventueel opgeschaald worden?
5. Antwoord van het kabinet
Het kabinet draagt bij aan diverse trainingsactiviteiten voor Oekraïense militairen,
namelijk de EU Military Assistance Mission in support of Ukraine (EUMAM) en Operatie Interflex. Nederland draagt doorlopend bij aan de hoofdkwartieren
van EUMAM en heeft in 2023 met ongeveer 400 militairen bijgedragen aan EUMAM-trainingen.
EUMAM heeft eind vorige maand 30.000 Oekraïense militairen getraind en heeft vanwege
dit succes de doelstelling verhoogd naar 40.000 voor eind 2023. Het kabinet heeft
op 25 oktober jl. in het verslag van de NAVO-Ministers van Defensie (DMM)1 bekend gemaakt de bijdrage aan Interflex ook in 2024 voort te zetten. Hiermee traint
Nederland in 2024 nog eens acht lichtingen Oekraïense militairen. Een opschaling aan
trainingsactiviteiten zal op basis van wensen en behoeften van Oekraïne door het kabinet
worden bezien.
Zitten de Westerse trainingsactiviteiten nu aan hun maximale capaciteit? Waar zit
de beperkende factor? Gaat het om een gebrek aan politieke wil om de training uit
te breiden, is de beschikbaarheid van instructeurs en/of oefenterreinen de beperkende
factor, of is het lastig voor Oekraïne om militairen voor langere tijd naar het buitenland
te sturen, eventueel ook omdat reservisten vanwege strikte Westerse veiligheidseisen
hier niet altijd hun gewenste oefeningen kunnen doen?
6. Antwoord van het kabinet
Het ontbreekt zowel bij het kabinet als internationale partners niet aan (politieke)
wil om in te zetten op trainingsactiviteiten voor Oekraïense militairen. Echter, moet
er met veel factoren rekening gehouden worden als het gaat om trainingen, waaronder
de beschikbaarheid van Oekraïense militairen, verdringing voor de eigen krijgsmacht
en beschikbare capaciteiten. Zo is bijvoorbeeld de opleiding van infanteriecompagnieën
die gepland stond voor september, waar Nederland ongeveer 150 militairen aan zou bijdragen,
vanwege operationele redenen door Oekraïne geannuleerd. Wel draagt Nederland in oktober
met ongeveer 70 militairen bij aan een opleiding voor een infanteriecompagnie. Ook
blijft Nederland materieel gerelateerde modules aanbieden.
Ten slotte willen de leden van de VVD-fractie er graag op aandringen om zoveel mogelijk
bedrijven die bijdragen aan omzeiling van EU-sancties op de sanctielijst te zetten.
Voor welke stappen zet Nederland zich nu in om het omzeilen van sancties harder aan
te pakken en de EU-capaciteiten in het handhaven van sancties te verbeteren?
7. Antwoord van het kabinet
De aanpak van sanctie-omzeiling blijft voor het kabinet onverminderd een belangrijke
prioriteit.
Op voorstel van Nederland stond het 11de pakket in het teken van het tegengaan van sanctie-omzeiling. Onderdeel van de uitbreiding
van het EU-instrumentarium onder het 11de pakket in het tegengaan van omzeiling is de aanpak dat eerst wordt ingezet op intensivering
van de samenwerking met derde landen door diplomatieke outreach en technische ondersteuning.
EU sanctiegezant O’Sullivan heeft al veel landen met risico op sanctie-omzeiling bezocht.
Indien deze diplomatieke outreach onvoldoende resultaat oplevert, kunnen passende
maatregelen worden getroffen om de betrokkenheid van individuele marktdeelnemers uit
derde landen bij omzeiling aan te pakken. Het 11de pakket biedt als laatste mogelijkheid exportrestricties op te leggen aan derde landen
t.a.v. dual-use goederen en andere goederen en technologie die kunnen bijdragen aan de Russische
oorlogsindustrie. De inzet van Nederland is erop gericht om, waar nuttig en nodig,
in te zetten op aanvullende maatregelen tegen personen en entiteiten die bijdragen
aan illegale omzeilingspraktijken. Daarbij gelden de algemene uitgangspunten van EU-eenheid
en juridische houdbaarheid. Daarnaast blijft Nederland inzetten op verdere verbetering
van gegevensdeling en uitbreiding van de centrale analyse capaciteit van de EU-instellingen
voor het tegengaan van omzeiling in de vorm van
een anti-omzeilingscontactpunt in Brussel. Binnen de Commissie werken ondertussen
zeven DG’s en diensten structureel samen om handelsstromen te analyseren en deze te
koppelen aan analyses van Oekraïne over producten die op het slagveld worden gevonden.
Het zal nodig blijven om verdere stappen te zetten, zoals ook Rusland creatieve manieren
zal blijven zoeken om de sancties te omzeilen.
Armenië en Azerbeidzjan
De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen over Armenië en Azerbeidzjan. In
september heeft een massale uittocht plaatsgevonden van Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach
naar Armenië. De meesten moesten in haast vertrekken en zitten nu vaak zonder eigen
spullen onder slechte omstandigheden in Armenië, waarbij zij afhankelijk zijn van
humanitaire hulp. Denkt het kabinet dat de vertrokken Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach
op den duur terug kunnen keren, of acht zij dit onrealistisch?
8. Antwoord van het kabinet
Naar schatting worden er momenteel ruim 101.000 ontheemden uit Nagorno-Karabach opgevangen
in Armenië. In EU-verband blijft het kabinet zich uitspreken voor hun recht op terugkeer
naar Nagorno-Karabach en de bescherming van hun eigendomsrechten en cultureel erfgoed.
Terugkeer naar Nagorno-Karabach is alleen mogelijk als er voldoende waarnemers en
patrouilles in Nagorno-Karabach zijn. Is het kabinet bereid om te kijken naar de mogelijkheden
voor non-letale steun uit de EPF en naar mogelijkheden om de EU-missie in Armenië
(EUMA) te versterken met meer mensen en meer patrouilles?
9. Antwoord van het kabinet
Allereerst is het belangrijk om te verhelderen dat de EU-missie in Armenië (EUMA)
zich niet uitstrekt tot grondgebied van Azerbeidzjan. Hierdoor is EUMA niet aanwezig in Nagorno-Karabach. Ook voor EPF zou
gelden dat dit voor Armenië is.
Voor wat betreft mogelijke EPF-steun kan ik meedelen dat het kabinet conform motie
van het lid Ceder een positieve grondhouding heeft ten aanzien van eventuele non-lethale
EPF-steun aan Armenië.2 Vooralsnog is er echter nog geen concreet EPF-voorstel van Armenië ontvangen. Voor
wat betreft EUMA steunt het kabinet EUMA momenteel met een nationaal kader van 5 personen
en spreekt in EU-verband haar steun uit voor een mogelijke versterking van de missie
in zijn geheel. Deze beoogde versterking heeft als doel het vergroten van capaciteit
zodat EUMA meer patrouilles kan uitvoeren.
Daarnaast vragen deze leden wat de Nederlandse positie ten opzichte van het afschrikken
van potentiële incursies door Azerbeidzjan richting de exclave Nachitsjevan is.
10. Antwoord van het kabinet
Het kabinet heeft momenteel geen aanwijzingen dat Azerbeidzjan plannen heeft om een
doorgang te forceren naar de exclave Nachitsjevan. Azerbeidzjan heeft publiekelijk
bevestigd dat het de route naar Nachitsjevan met en via Iran verder wil ontwikkelen.
Nederland en de EU blijven inzetten op het zo snel mogelijk hervatten van de vredesonderhandelingen
tussen Armenië en Azerbeidzjan, ook om wederzijdse erkenning van de Armeense en Azerbeidzjaanse
territoriale integriteit expliciet vast te leggen. Ook is het belangrijk om naast
de inzet op het vredesproces ook opties voor gepaste maatregelen op tafel te houden,
voor het geval van verdere escalatie of geweld.
Is Nederland bereid ervoor te pleiten om sancties en een verlaging van de gasinkoop
in te zetten als middel ter afschrikking voor mogelijke incursies richting de exclave
Nachitsjevan?
11. Antwoord van het kabinet
In het geval van een reële dreiging van nieuw geweld moet er gesproken worden over
gepaste maatregelen met als doel dat te voorkomen. In lijn met de gewijzigde motie
van de leden Bikker en Omtzigt heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat in die
situatie alle opties om tot een passende reactie te komen op tafel moeten liggen,
inclusief sancties. Hiervoor is unanimiteit nodig. Ten aanzien van gas zet de EU in
op diversificatie om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen, in het kader
van de REPowerEU-strategie. De EU importeerde in 2022 ongeveer 4% van het totale EU-verbruik
aan gas vanuit Azerbeidzjan. Nederland importeert geen Azerbeidzjaans gas.
Situatie in het Midden-Oosten
De leden van de VVD-fractie hebben eerder in het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza d.d. 1 november 2023 vragen gesteld over dit thema. Toch hebben deze leden
enkele aanvullende vragen over de Nederlandse positie en inzet tijdens de aankomende
bijeenkomst van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ). Ten eerste, wat zijn de gewenste
uitkomsten voor Nederland tijdens de aankomende RBZ?
12. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op
13 november a.s.3
Daarnaast staat de Europese eenheid onder druk. Welke inzet gaat Nederland plegen
om deze Europese eenheid te bevorderen?
13. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op
13 november a.s.4 Nederland benadrukt in EU-verband consistent het belang van EU-eenheid, onder andere
om effectief op te kunnen treden t.a.v. de actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten,
en zal dit blijven doen. Zoals ook aan uw Kamer meegedeeld in het verslag van de Europese
Raad (ER) van 26–27 oktober jl.5 heeft de EU reeds een gezamenlijke positie ingenomen over het belang van snelle,
veilige en ongehinderde humanitaire toegang en hulp, alsook over het Israëlische recht
op zelfverdediging, dat moet voldoen aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
De ER heeft daarnaast gezamenlijke doelen gesteld, zoals inspanningen om EU-burgers
te helpen om Gaza te verlaten, om voedsel, water, medicijnen, brandstof en onderdak
Gaza binnen te brengen, en om een politiek proces op basis van de tweestatenoplossing
nieuw leven in te blazen, waaronder door een internationale vredesconferentie.
Ook zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd hoe het kabinet de levering van humanitaire
goederen aan Gaza wil stimuleren. Welke manieren om de levering van humanitaire goederen
te stimuleren, bijvoorbeeld via zee, overweegt de EU? Wat is de stand van zaken op
de doorlichting door de EU van de Europese ontwikkelingssamenwerkingssteun aan de
Palestijnen?
14. Antwoord van het kabinet
Humanitaire hulp valt niet binnen de reikwijdte van de door de Commissie aangekondigde
doorlichting van EU-programmering voor de Palestijnse Gebieden. De primaire inzet
voor de levering van humanitaire goederen aan Gaza is gericht op de reguliere grensovergangen
zowel in Egypte als in Israël. De internationale gemeenschap verkent in aanvulling
hierop andere manieren waarop grotere hoeveelheden noodhulp Gaza kunnen bereiken,
inclusief de optie via zee. Zo stuurt het kabinet marineschip Zr.Ms. Holland richting
het oosten van de Middellandse Zee. Dit voor ondersteuning van taken in het kader
van een mogelijke evacuatie of het eventueel bieden van humanitaire hulp via een maritieme
corridor. Deze humanitaire hulp aan Gaza vindt plaats indachtig het toepasselijk raamwerk
zoals de Oslo Guidelines.6
En wat gaat het kabinet concreet doen tijdens en rondom de RBZ om uitvoering te geven
aan de unaniem aangenomen motie van de leden Brekelmans en Ellian (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2752) over een krachtige Europese verklaring tegen antisemitisme, bedreiging en intimidatie
van de Joodse gemeenschap in Europa?
15. Antwoord van het kabinet
Het kabinet ziet ook dat antisemitisme weer de kop opsteekt in Nederland.7 Het kabinet maakt zich hier grote zorgen over en acht elke vorm van Jodenhaat onacceptabel.
In 2022 heeft de JBZ-Raad al Raadsconclusies vastgesteld over het bestrijden van antisemitisme.8 Lidstaten, waaronder Nederland, werken op basis daarvan aan nationale actieplannen.
De aanpak van antisemitisme in Nederland is uiteengezet in het werkplan van de Nationaal
Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) dat de Minister van Justitie en Veiligheid
in oktober 2022 aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de JBZ-Raad van 19–20 oktober
jl. hebben de Ministers tijdens de discussie over de interne veiligheidsgevolgen van
het conflict uitgesproken samen te blijven werken aan de bestrijding van antisemitisme
in Europa.9 De Minister van Justitie en Veiligheid sprak op 31 oktober jl. met de Franse President
Macron over de toename van antisemitisme als gevolg van het conflict. De Nationaal
Coördinator Antisemitismebestrijding staat in nauw contact met zijn Europese collega’s
en het kabinet beziet wat de meest effectieve manier is om te reageren op de meest
recente ontwikkelingen en neemt hier motie van de leden Brekelmans en Ellian10 in mee.
Externe dimensie van economische veiligheid
Wat betreft het agendapunt over de externe dimensie van economische veiligheid vragen
de leden van de VVD-fractie op welk aspect van de Europese economische veiligheidsstrategie
(EEV) het kabinet vindt dat de EU meer snelheid moet maken. Wat is de Nederlandse
inzet hierop tijdens de RBZ?
16. Antwoord van het kabinet
Sinds de publicatie van de mededeling omtrent een Europese economische veiligheidsstrategie
op 20 juni 2023 wordt door de Europese instellingen prioriteit en urgentie gegeven
aan de opvolging van de verschillende in de mededeling aangekondigde voorstellen.
Ter illustratie: de Commissie heeft op 3 oktober de aanbeveling inzake de kritieke
technologielijst gedeeld en een ambitieus tijdspad neergelegd om de technologie-specifieke
risicoanalyses met lidstaten af te ronden, in de expertgroep uitgaande investeringen
wordt gekeken naar de mogelijke risico’s die voortkomen uit uitgaande investeringen
en nog voor het einde van het jaar wordt een voorstel van de Commissie verwacht om
de Europese coördinatie op exportcontroleterrein te versterken. Op dit moment is het
nog te vroeg om te kunnen beoordelen of er aspecten van de EEV-strategie zijn waarop
meer snelheid gemaakt moet worden. Het kabinet benadrukt het belang van het doortastend
en zorgvuldig opvolgen van de verschillende voorstellen uit de EEV-strategie. Daarnaast
onderstreept het kabinet, in het kader van de RBZ-discussie, het belang van de externe
dimensie van de strategie, i.h.b. governance, communicatie richting derde landen en
de link met het GBVB.
Daarnaast stellen deze leden dat kritieke grondstoffen van vitaal en strategisch belang
zijn voor de EU, maar de EU hiervoor veel te afhankelijk is van met name China. Deelt
het kabinet de opvatting dat op het terrein van kritieke grondstoffen veel meer snelheid
en urgentie nodig is? Dat geldt wat betreft deze leden zowel voor het zelf mijnen
en verwerken van materialen in Europa als voor de directe toegang hiertoe in derde
landen. Welke concrete acties stelt Nederland voor om dit te versnellen?
17. Antwoord van het kabinet
Het kabinet onderkent de urgentie van het vergroten van de leveringszekerheid van
kritieke grondstoffen. Een aanpak op EU-niveau is noodzakelijk om in Nederland effectief
de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen te vergroten en risicovolle strategische
afhankelijkheden hieromtrent af te bouwen. Daarom is Nederland een aanjager binnen
de EU op dit terrein. Nederland heeft binnen de Europese Commissie ingezet op een
ambitieuzere aanpak via het non-paper externe dimensies van de CRMA.11 De Nederlandse appreciatie van en inzet voor de CRMA is op 17 mei jl. via een BNC-fiche
met uw Kamer gedeeld12 en op 14 juli jl. zijn de voor Nederland behaalde resultaten in de Raadsonderhandelingen
met uw Kamer gedeeld.13
Op nationaal niveau is eind 2022 de Nationale Grondstoffenstrategie gepubliceerd.14 Hierin wordt ingezet op het onderzoeken van de mogelijkheden voor Europese mijnbouw
en raffinage, diversificatie, circulariteit en innovatie, kennisopbouw en monitoring
en verduurzaming van internationale ketens. Een voorbeeld van de Nederlandse inzet
op diversificatie is het aangaan van strategische partnerschappen met derde landen
in aanvulling op de EU-partnerschappen. Om kennisdeling te bevorderen is het de inzet
van het demissionaire kabinet om een coördinerend, adviserend en monitorend Nederlands
Observatorium te creëren waarin het bedrijfsleven, relevante maatschappelijke organisaties,
kennisinstellingen en de overheid gezamenlijk cruciale kennis op het gebied van grondstoffen
verzamelen. In december zal uw Kamer geïnformeerd worden over de verdere voortgang
van de Nationale Grondstoffenstrategie.
Daarnaast zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd naar de status van de motie van
het lid Brekelmans (Kamerstuk 35 207, nr. 70) over een proactieve rol innemen bij de spoedige totstandkoming van een Europees
screeningsmechanisme voor uitgaande investeringen. Hoe gaat Nederland tijdens en rondom
de RBZ invulling geven aan deze motie?
18. Antwoord van het kabinet
Gesprekken over een Europees screeningmechanisme voor uitgaande investeringen worden
momenteel gevoerd in de daarvoor bestemde expertgroep. Daarin neemt Nederland een
proactieve rol, conform de motie van het lid Brekelmans. De expertgroep onderzoekt
de mogelijke risico’s van uitgaande investeringen om daarmee de noodzaak van aanvullende
maatregelen te kunnen beoordelen.15
Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam
Europa
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie «Commissie
mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam Europa». Deze leden hebben
enkele vragen over de voorgenomen Europese defensie-industriestrategie. In hoeverre
is voorzien dat deze strategie ook industriële samenwerking met Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO-)partners die geen EU-lid zijn faciliteert, en wat is de
inzet van het kabinet hierop? Daarnaast vragen deze leden wat de inzet van het kabinet
is om ervoor te zorgen dat de Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis
(NLDTIB) kan profiteren van deze strategie.
19. Antwoord van het kabinet
De Commissie heeft aangegeven dat de Europese Defensie Industrie Strategie (EDIS)
zich onder andere zal richten op het verder stimuleren van gezamenlijke aanschaf door
lidstaten en het ondersteunen van de opschaling van de productiecapaciteit van de
Europese defensie-industrie. Het kabinet verwacht dat de strategie zich primair zal
richten op het versterken van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis
(EDTIB), waarbij het kabinet het van belang acht dat hierop nauw wordt samengewerkt
met de NAVO en NAVO-partners die geen lid zijn van de EU. Naarmate de EDTIB versterkt
wordt, en daarmee ook de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie, zal
dit ook bijdragen aan een sterkere Europese bijdrage in NAVO-verband. Daarnaast zet
het kabinet zich in voor het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking en deelname
van MKB-bedrijven om het potentieel van de gehele EU te benutten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de geannoteerde agenda voor de
Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023. Zij hebben daarover nog de volgende
vragen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de D66-fractie zijn nog altijd de mening toegedaan dat de EU alle mogelijke
middelen moet inzetten om ervoor te zorgen dat Oekraïne het hoofd kan bieden tegen
alsmaar aanhoudende Russische agressie.
In dat kader vragen de leden van de D66-fractie in welke fase de gesprekken binnen
de EU al zijn inzake het overhevelen van bevroren Russische tegoeden, of in ieder
geval de rente erop, aan Oekraïne. Is er nu meer overeenstemming dat die stap vooral
een kwestie is van politieke wil en niet zozeer van een complexe juridische situatie?
Wanneer verwacht de Minister een EU-breed besluit hieromtrent?
20. Antwoord van het kabinet
Tijdens de Europese Raad van 26 en 27 oktober jl. is, mede door Nederland, een oproep
gedaan aan de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger om de werkzaamheden om tot voorstellen
te komen te bespoedigen.16 De discussie wordt voortgezet in EU-verband in de daarvoor in het leven geroepen
raadswerkgroep, waaraan Nederland een actieve bijdrage levert. Een eventueel voorstel
voor het aanwenden van de rente over geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische Centrale
Bank moet juridisch en financieel zorgvuldig zijn. Tevens is het essentieel dat dit
in samenwerking met internationale partners gebeurt. Uw Kamer wordt binnenkort verder
geïnformeerd over de ontwikkeling omtrent het gebruik van bevroren Russische tegoeden.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd hoe het kabinet de recente berichten in
de media beschouwt waarin beweerd wordt dat de Verenigde Staten (VS) en sommige EU-landen
Kyiv aan het pushen zijn richting onderhandelingen met Rusland.
21. Antwoord van het kabinet
Voor zover het kabinet bekend, is daarvan geen sprake. Ook president Zelensky zelf
gaf tijdens het bezoek van Commissiepresident Von Der Leyen aan Kyiv afgelopen weekend
aan dat er geen druk op Kyiv uitgeoefend wordt om in onderhandelingen te treden. Het
is aan Oekraïne om te bepalen wanneer de tijd rijp is voor onderhandelingen.
Het is voor de leden van de D66-fractie volstrekt onacceptabel dat Oekraïne, als de
berichten kloppen, gedwongen zou kunnen worden tot onderhandelingen en daarmee territoriale
concessies. Kan de Minister aangeven wat het standpunt van de Nederlandse regering
is in deze en of Nederland gesprekken heeft gevoerd met Kyiv over de kwestie?
22. Antwoord van het kabinet
Het is aan de Oekraïners om te beslissen of zij willen onderhandelen met Rusland en
wanneer. Moskou lijkt op dit moment geen enkele ruimte te bieden voor onderhandelingen
en gaat door met haar agressie richting Oekraine. In gesprekken met Oekraïne onderstreept
het kabinet dat Nederland Oekraïne zal blijven steunen voor zo lang als nodig. Er
wordt geen druk uitgeoefend op Oekraïne om in onderhandelingen te treden. Nederland
wil Oekraïne via voortdurende steun in staat stellen om zich te verdedigen en – wanneer
het de tijd rijp acht – vanuit een zo goed mogelijke positie te onderhandelen.
Tevens zijn de leden van de D66-fractie benieuwd hoe het momenteel zit met de levering
van F-16’s en de training van piloten van de Oekraïense luchtmacht. Zal Oekraïne vóór
maart 2024 beschikking kunnen hebben over deze F-16’s en deze ook operationeel kunnen
inzetten ten behoeve van het counteroffensief?
23. Antwoord van het kabinet
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld zijn de eerste F-16-trainingen voor Oekraïense piloten
en grondpersoneel gestart in Denemarken. Ook in de Verenigde Staten worden inmiddels
Oekraïense vliegers getraind. In het Verenigd Koninkrijk krijgen piloten een basistraining.
Het European F-16 Training Center (EFTC) dat Nederland samen met Roemenië heeft opgezet zal naar verwachting op 13 november
officieel geopend worden. Hier kwamen op 7 november jl. al vijf Nederlandse F-16’’s
aan t.b.v. trainingen. Initieel worden daar Roemeense piloten getraind; er wordt hard
gewerkt om zo snel mogelijk ook Oekraïense piloten op te leiden op het centrum. Daarvoor
dienen echter nog aanvullende afspraken te worden gemaakt met zowel Roemenië en Lockheed
Martin, als Oekraïne. Het is nog niet duidelijk wanneer Oekraïense jachtvliegers gereed
zullen zijn om F-16’s in gebruik te nemen. Naast voldoende opgeleide piloten en jachtvliegtuigen
moet Oekraïne ook beschikken over voldoende getraind grondpersoneel, reserveonderdelen
en de noodzakelijke infrastructuur. Daarna kan pas worden overgegaan tot levering
van F-16’s.
Situatie in het Midden-Oosten
De leden van de D66-fractie volgen het conflict in het Midden-Oosten met grote bezorgdheid.
Voor deze leden is de veilige evacuatie van Nederlanders uit Gaza van groot belang.
Kan de Minister aangeven wat de laatste stand van zaken is, ook natuurlijk inzake
de gegijzelde Nederlanders door Hamas?
24. Antwoord van het kabinet
Op 4 november 2023 zijn 15 Nederlanders en hun kerngezinsleden met de repatriëringvlucht
uit Caïro naar Eindhoven overgebracht. Eén Nederlander is een dag eerder met een lijnvlucht
teruggekeerd naar Nederland. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op dit moment
contact met tweeëntwintig Nederlanders, inclusief kerngezinsleden en personen met
geldig verblijf in Nederland die zich in Gaza bevinden. Dit aantal kan veranderen
omdat Nederlanders zich nog altijd kunnen melden. Het kabinet blijft zich via alle
beschikbare diplomatieke kanalen inzetten om ervoor te zorgen dat alle bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken bekende personen zo snel mogelijk de Gazastrook kunnen verlaten.
Het kabinet staat in contact met verschillende landen (waaronder Israël, Qatar en
Egypte) en de Palestijnse Autoriteit over de situatie van de gegijzelden, waaronder
specifiek de gijzeling van Ofir Engel. De Nederlandse ambassade in Tel Aviv staat
in nauw contact met de familie van de gegijzelde Nederlandse jongen. De Minister-President
en Minister van Gennip spraken ieder met familieleden en vrienden van gegijzelden,
waaronder ook familieleden van de Nederlandse jongen. Ook sprak de Minister-President
met familieleden van Ofir Engel tijdens zijn bezoek aan Israël.
Op 8 november jl. bezocht de Minister-President Qatar en Israël om onder andere te
spreken over het belang van de vrijlating van alle gegijzelden+. Het kabinet kan verder
geen uitspraken doen over de Nederlandse inzet.
De leden van de D66-fractie hebben met verbolgenheid kennisgenomen van uitspraken
van verschillende regeringsfunctionarissen in Israël, bijvoorbeeld over de mogelijkheid
van een kernaanval op Gaza. Tegelijkertijd zijn er beelden dat de Minister van Nationale
Veiligheid wapens aan het uitdelen was in diverse gebieden waar kolonisten zich hebben
gevestigd. Wat is het standpunt van het Nederlandse kabinet inzake deze uitspraken
en ontwikkelingen? Kan de Minister zich inspannen voor een reactie in EU-verband dat
dit soort statements onacceptabel zijn? Is de Minister bereid om deze uitspraken expliciet
te veroordelen?
25. Antwoord van het kabinet
In alle diplomatieke contacten met Israël roept het kabinet Israël op zich terughoudend
en in lijn met internationaal recht op te stellen. De verwerpelijke en onacceptabele
uitspraken van de Israëlische Erfgoedminister, Amihai Eliyahu’s, passen hier niet
bij. Het kabinet verwelkomt het nieuws dat premier Netanyahu zich ondubbelzinnig gedistantieerd
heeft van Eliyahu’s uitspraken en hem voor onbepaalde tijd geschorst heeft.
Het bouwen en uitbreiden van nederzettingen is in strijd met het internationaal recht
en plaatst een toekomstige vreedzame oplossing verder op afstand. Het kabinet is geïnformeerd
dat het Israëlische Ministerie voor Nationale Veiligheid kolonisten op de Westelijke
Jordaanoever bewapent en hen van helmen en scherfvesten voorziet. Nederland roept
Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van het kolonistengeweld. Het bewapenen
van kolonisten zet de al zeer gespannen situatie op de Westelijke Jordaanoever nog
verder onder druk.
De leden van de D66-fractie vragen wat de houding is van het Nederlandse kabinet als
het gaat om het toenemende geweld in de Westelijke Jordaanoever waar Israëlische kolonisten
de scepter zwaaien. Hoge Vertegenwoordiger Borrell had deze kolonisten al eerder tot
op zekere hoogte als «terroristen» bestempeld. De leden van de D66-fractie zijn benieuwd
of het kabinet die categorisatie ook deelt.
26. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Tegelijkertijd zijn deze leden benieuwd of er wederom persoonsgerichte sancties (zoals
inreisverbod) ingesteld kunnen worden tegen kolonisten nu die zich schuldig maken
aan mensenrechtenschendingen.
27. Antwoord van het kabinet
De visumplicht is gebonden aan nationaliteiten. Als een nationaliteit is vrijgesteld
van de visumplicht – zoals voor de Israëlische nationaliteit het geval is – biedt
EU wetgeving geen ruimte om slechts een bepaalde groep met die nationaliteit weer
visumplichtig te maken. Het initiatiefrecht voor herinvoering van de visumplicht voor
een bepaalde nationaliteit ligt bij de Europese Commissie.
Het toenemende en onacceptabele geweld door kolonisten, dat momenteel resulteert in
een hoog aantal Palestijnse slachtoffers en ontheemding van Palestijnse gemeenschappen,
zet de al zeer gespannen situatie op de westelijke Jordaanoever nog verder onder druk.
De IDF heeft onder het bezettingsrecht een verplichting Palestijnse burgers hiertegen
te beschermen. Nederland roept Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van
het kolonistengeweld. De Minister-President deed dit onder andere op 8 november in
zijn gesprek met Premier Netanyahu en ook eerder op 23 oktober jl. tijdens zijn bezoek
aan Israël en de Palestijnse Gebieden. Ook tijdens de Open Sessie van de VN-Veiligheidsraad
riep Minister Bruins Slot hiertoe op. Minister Ollongren heeft deze boodschap ook
overgedragen in haar contacten met Minister van Defensie Gallant. Bij monde van Hoge
Vertegenwoordiger Borrell spreekt de EU zich eveneens nadrukkelijk uit over illegale
nederzettingen en kolonistengeweld. Ook anderen, onder wie president Biden van de
Verenigde Staten, hebben vergeldingsacties van kolonisten afgekeurd.
Nederland draagt daarnaast met zes personen bij aan de Amerikaans-geleide missie USSC.
Deze missie is gericht op de professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector
ter bevordering van een levensvatbare Palestijnse staat. USSC ziet het tegengaan van
kolonistengeweld als een zeer belangrijke prioriteit, rapporteert hierover en kaart
dit direct aan bij de IDF.
Armenië en Azerbeidzjan
De leden van de D66-fractie juichen de initiatieven van de EU toe om vrede te bewerkstelligen
tussen Armenië en Azerbeidzjan in de Zuid-Kaukasus. Echter zien deze leden ook weinig
tastbare progressie sinds september, aangezien de president van Azerbeidzjan twee
keer de mogelijkheid heeft laten lopen om aan tafel te zitten met de EU en Armenië.
De houding van president Aliyev is in deze niet constructief en maakt de vredesonderhandelingen
met EU-bemiddeling voor duurzame stabiliteit moeilijker.
Nu verschillende regeringsfunctionarissen kritiek uiten op de EU, lijkt het erop dat
Azerbeidzjan zich aan het terugtrekken is van EU-bemiddeling. Deelt de Minister deze
mening?
28. Antwoord van het kabinet
De EU zet zich hard in voor het vredesproces tussen beide landen en vraagt alle partijen
zich te committeren aan de vredesbesprekingen in Brussel onder leiding van Charles
Michel. Na het bezoek van mijn Duitse ambtsgenoot aan Bakoe op 4 november jl., heeft
Azerbeidzjan publiekelijk uitgesproken tot regionale vrede te willen komen. De EU
roept Azerbeidzjan daarom op in woord en daad uitvoering te geven aan dit voornemen.
Tegelijkertijd is Azerbeidzjan kritisch ten aanzien van de veroordeling die de EU
heeft uitgesproken over de militaire escalatie in september jl. Op basis van huidige
berichtgeving ziet het ernaar uit dat vanaf medio november de voorbereidingen worden
hervat om vredesbesprekingen in Brussel te accommoderen.
Wat wordt de inzet van de EU om deze tendens terug te draaien zodat Rusland niet opnieuw
het heft in handen neemt en verder bijdraagt aan destabilisatie in de regio?
29. Antwoord van het kabinet
De EU bemiddelt in het vredesproces tussen Armenië en Azerbeidzjan en zet erop in
om deze maand beide partijen in Brussel te ontvangen voor vredesbesprekingen. Daarnaast
is steun aan Armenië van belang om het land veilig, stabiel en op het hervormingstraject
te houden. De Raad Buitenlandse Zaken zal verder spreken over de mogelijkheden voor
steun aan Armenië, waaronder de mogelijkheden voor non-lethale steun uit de EPF, waarvoor
overigens nog geen concreet verzoek door Armenië is gedaan, en het versterken van
de EU-missie in Armenië (EUMA). Rusland probeert ook een bemiddelende rol te spelen
in het traject en heeft partijen uitgenodigd voor besprekingen. De voorkeur bij partijen
zelf lijkt echter te liggen bij het EU-geleide traject en er is waardering voor de
rol van Charles Michel (voorzitter Europese Raad). Het is desalniettemin van belang
dat er stappen gezet gaan worden in dit vredesproces zodat partijen zich niet gedwongen
zouden voelen aan het Russische initiatief deel te nemen.
Balkan
Tot slot zijn de leden van de D66-fractie benieuwd hoe het zit met de uitvoering van
de gewijzigde motie van het lid Sjoerdsma over in Europees verband pleiten voor met
de VS gecoördineerde afbouw van sancties op Kosovo (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2770). Is de Minister bereid om deze aangenomen motie ter sprake te brengen bij de aankomende
raadszitting?
30. Antwoord van het kabinet
De EU heeft vier eisen ten behoeve van de-escalatie gesteld aan Kosovo om aan te voldoen
voordat de maatregelen afgebouwd worden. Nog niet alle eisen zijn (volledig) ingewilligd.
De-escalatie blijft prioriteit. Het kabinet vindt het daarin van belang om de balans
bij het nemen van maatregelen goed in de gaten te houden. Kosovo is op dit moment
niet geagendeerd bij de aankomende Raadzitting. Indien dit wel op de agenda komt,
is het kabinet conform motie van het lid Sjoerdsma bereid om in Europees verband te
pleiten voor met de VS gecoördineerde afbouw van de maatregelen tegen Kosovo, indien
Kosovo aan de noodzakelijke voorwaarden voldoet om de situatie in het noorden te de-escaleren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda.
Situatie in het Midden-Oosten
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie blijven zich grote zorgen maken over de ontwikkelingen
in het Midden-Oosten. De humanitaire catastrofe is een feit en de internationale gemeenschap
kijkt toe. Op welke manier gaat het demissionaire kabinet samen met de VS en de EU
de druk op Israël opvoeren om een humanitair staakt-het-vuren dan wel humanitaire
pauzes te bewerkstelligen?
31. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Wat wordt er gedaan om samen op te trekken met andere landen in het Midden-Oosten
om verdere escalatie te voorkomen?
32. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Kan Nederland blijven aandringen op toegang van het Internationale Rode Kruis tot
de Israëlische gijzelaars?
33. Antwoord van het kabinet
Uit contacten met het Rode Kruis is gebleken dat zij zich nog steeds maximaal inspannen
om zowel toegang te krijgen tot de gijzelaars als tot gevangen Palestijnen (onder
meer op de West-Bank). Daarnaast staat het kabinet in contact met verschillende landen
(waaronder Israël, Qatar en Egypte) en de Palestijnse Autoriteit over de situatie
van de gegijzelden, waaronder specifiek de gijzeling van Ofir Engel.
Denkt het kabinet dat de aangekondigde blijvende veiligheidsaanwezigheid van Israël
in Gaza wenselijk en houdbaar is?
34. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Vindt het Nederlandse kabinet, gezien de inmiddels meer dan 10.000 slachtoffers in
Gaza, dat de Israëlische acties proportioneel zijn en in lijn met het internationaal
humanitair recht? Zo nee, is de Minister bereid om dat openlijk aan te kaarten?
35. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich ook grote zorgen over de Westelijke
Jordaanoever, waar het geweld, de repressie en de straffeloosheid met de dag toenemen.
Volgens Israëlische mensenrechtenorganisaties zijn er sinds zaterdag 7 oktober 144 Palestijnen
gedood en ruim 900 Palestijnen uit hun huizen verdreven op de Westelijke Jordaanoever.
Extreemrechtse Israëlische politici, waaronder leden van de Israëlische regering,
wakkeren haat en geweld aan door extremistische retoriek en het uitdelen van wapens.
Het inhouden van geld aan de Palestijnse Autoriteit door de extreemrechtse Israëlische
Minister van Financiën gooit olie op het vuur. De houding van de Israëlische regering
ten aanzien van de Westelijke Jordaanoever verkleint de kans op een duurzame, politieke
oplossing en vergroot de kans op regionale escalatie. Het is cruciaal dat ook hierover
de VS en de EU zich gezamenlijk uitspreken tegen Netanyahu. Op welke manier gaat het
demissionaire kabinet samen met de VS en de EU de druk op Israël opvoeren om de situatie
op de Westelijke Jordaanoever te de-escaleren?
36. Antwoord van het kabinet
Nederland roept Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van het kolonistengeweld.
De Minister-President deed dit onder andere op 8 november in zijn gesprek met Premier
Netanyahu en ook eerder op 23 oktober jl. tijdens zijn bezoek aan Israël en de Palestijnse
Gebieden. Ook tijdens de Open Sessie van de VN-Veiligheidsraad riep Minister Bruins
Slot hiertoe op. Bij monde van Hoge Vertegenwoordiger Borrell spreekt de EU zich eveneens
nadrukkelijk uit over illegale nederzettingen en kolonistengeweld. Nederland gaat
daarnaast door met ontwikkelingssamenwerking in de Palestijnse gebieden. Voor de stabiliteit
op de westelijk Jordaanoever is een sterke Palestijnse Autoriteit onontbeerlijk. Nederland
draagt met zes personen bij aan de Amerikaans-geleide missie USSC. Deze missie is
gericht op de professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector ter bevordering
van een levensvatbare Palestijnse staat. USSC ziet het tegengaan van kolonistengeweld
als een zeer belangrijke prioriteit, rapporteert hierover en kaart dit direct aan
bij de IDF.
Denkt het demissionaire kabinet na over opschorting van de visumvrijstelling of inreisverboden
voor kolonisten waartegen bewijs is dat zij bij criminele activiteiten betrokken zijn
geweest?
37. Antwoord van het kabinet
De visumplicht is gebonden aan nationaliteiten. Als een nationaliteit is vrijgesteld
van de visumplicht – zoals voor de Israëlische nationaliteit het geval is – biedt
EU wetgeving geen ruimte om slechts een bepaalde groep met die nationaliteit weer
visumplichtig te maken. Het initiatiefrecht voor herinvoering van de visumplicht voor
een bepaalde nationaliteit ligt bij de Europese Commissie.
Het toenemende en onacceptabele geweld door kolonisten, dat momenteel resulteert in
een hoog aantal Palestijnse slachtoffers en ontheemding van Palestijnse gemeenschappen,
zet de al zeer gespannen situatie op de westelijke Jordaanoever nog verder onder druk.
De IDF heeft onder het bezettingsrecht een verplichting Palestijnse burgers hiertegen
te beschermen. Nederland roept Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van
het kolonistengeweld. De Minister-President deed dit onder andere op 8 november in
zijn gesprek met Premier Netanyahu en ook eerder op 23 oktober jl. tijdens zijn bezoek
aan Israël en de Palestijnse Gebieden. Ook tijdens de Open Sessie van de VN-Veiligheidsraad
riep Minister Bruins Slot hiertoe op. Minister Ollongren heeft deze boodschap ook
overgedragen in haar contacten met Minister van Defensie Gallant. Bij monde van Hoge
Vertegenwoordiger Borrell spreekt de EU zich eveneens nadrukkelijk uit over illegale
nederzettingen en kolonistengeweld. Ook anderen, onder wie president Biden van de
Verenigde Staten, hebben vergeldingsacties van kolonisten afgekeurd.
Nederland draagt daarnaast met zes personen bij aan de Amerikaans-geleide missie USSC.
Deze missie is gericht op de professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector
ter bevordering van een levensvatbare Palestijnse staat. USSC ziet het tegengaan van
kolonistengeweld als een zeer belangrijke prioriteit, rapporteert hierover en kaart
dit direct aan bij de IDF.
Armenië en Azerbeidzjan
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie blijven bezorgd over de spanningen tussen
Armenië en Azerbeidzjan. Deze leden hechten grote waarde aan het heropstarten van
het vredesproces tussen Armenië en Azerbeidzjan en maken zich daarom zorgen over de
continue bedreigingen voor de territoriale integriteit van Armenië, bijvoorbeeld door
uitspraken van Azerbeidzjaanse politici over West-Azerbeidzjan en het creëren van
een corridor naar Nachitsjevan. Ook vragen deze leden aandacht voor de mensen die
tijdens de recente inname van Nagorno-Karabach gevangen zijn genomen. Pleit het demissionaire
kabinet in EU-verband voor hun vrijlating?
38. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is niet bekend met het precieze aantal gevangenen als gevolg van de militaire
escalatie in Nagorno-Karabach. Ongeacht wie zij zijn, zal het kabinet in contacten
met de Azerbeidzjaanse autoriteiten aandringen op een goede behandeling conform internationale
standaarden, en aan toepassing van een eerlijk proces.
Ook benadrukken bovengenoemde leden de noodzaak voor accountability ten aanzien van
de schendingen van het internationaal recht bij de inname van Nagorno-Karabach. Hoe
zet het demissionaire kabinet zich in EU-verband daarvoor in?
39. Antwoord van het kabinet
De militaire escalatie is ten stelligste veroordeeld door de EU en door Nederland.
In Europees verband zet Nederland zich hard in voor het vredesproces tussen beide
landen en vraagt alle partijen zich te committeren aan de vredesbesprekingen in Brussel
onder leiding van Charles Michel. Enkel als er een duurzaam vredesakkoord gesloten
is kunnen schendingen van internationaal recht definitief voorkomen worden. Daarnaast
steunt Nederland, tezamen met een meerderheid van EU lidstaten, dat gerapporteerde
schendingen van de mensenrechten of het internationaal humanitair recht snel en onafhankelijk
onderzoek vereisen. Dit is neergelegd in een gezamenlijke verklaring uitgesproken
tijdens de 54ste sessie van de VN Mensenrechtenraad. Overigens heeft VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten
Volker Turk ook opgeroepen tot een snel, onafhankelijk en transparant onderzoek.
En ten slotte, wat vindt de Minister van de rol van Turkije in deze geopolitieke ontwikkelingen?
40. Antwoord van het kabinet
Het kabinet erkent de geostrategische rol die Turkije speelt in de regio. In Ankara
heeft Nederland recent zorgen geuit jegens de Turkse autoriteiten over de stabiliteit
van Armenië en het belang van territoriale integriteit van dit land benadrukt. Tevens
is het belang onderstreept van het komen tot een vredesakkoord tussen Armenië en Azerbeidzjan,
omdat dit kan bijdragen tot normalisatie van de banden tussen Turkije en Armenië.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brieven aangaande de Raad
Buitenlandse Zaken van 13 november 2023. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Raad naar verwachting gaat spreken over het
voorstel van Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell om binnen de EPF een aparte envelop
voor Oekraïne te creëren, het Ukraine Assistance Fund. Deze leden zijn benieuwd wat
dit precies inhoudt en wat hier de voordelen van zijn.
41. Antwoord van het kabinet
In lijn met de EU-bijdrage voor veiligheidsarrangementen aan Oekraïne heeft de Hoge
Vertegenwoordiger een voorstel gedaan om binnen de EPF een aparte envelop voor Oekraïne
te creëren, het zogenaamde Ukraine Assistance Fund. Met de EPF kunnen lidstaten gecompenseerd worden voor leveringen van militair materieel
aan Oekraïne. Dit vormt daarmee een extra prikkel om Oekraïne blijvend te steunen.
De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) schat dat er 5 miljard euro per jaar
nodig is voor de periode 2024–2027 om de levering van militair materieel en trainingen
door EU-lidstaten voort te zetten. Meerjarige steun aan Oekraïne is de kern van de
veiligheidsarrangementen en het Ukraine Assistance Fund kan hier een belangrijke rol in spelen. Gezien de situatie in Oekraïne is en blijft
Nederland voorstander van het blijvend steunen van Oekraïne, conform de motie van
het lid Sjoerdsma c.s.17 Het kabinet zal het EPF-voorstel door deze lens bezien. Uw Kamer zal nader geïnformeerd
worden over het Nederlandse standpunt voorafgaand aan de formele besluitvorming in
Brussel.
Deze leden zijn tevens benieuwd naar de gesprekken die plaatsvinden met Oekraïne over
mogelijke veiligheidsarrangementen. Welke opties/scenario’s liggen op tafel?
42. Antwoord van het kabinet
Nederland heeft in juli jl. de G7 verklaring medeondertekend, samen met bijna 30 andere
landen. Verschillende landen zijn inmiddels gestart met bilaterale gesprekken met
Oekraïne over hun respectievelijke bijdragen aan veiligheidsarrangementen. Nederland
is als eerste niet-G7 land hierover consultaties met Oekraïne gestart en marge van de derde conferentie over de Vredesformule, die op 28 en 29 oktober jl. plaatsvond
op Malta. Het politieke startsein voor de gesprekken op 20 augustus jl. is gegeven
tijdens het bezoek van president Zelensky aan Eindhoven. Hiermee is Nederland één
van de koplopers op het gebied van veiligheidsarrangementen.
Het kabinet ziet deze veiligheidsarrangementen als een belangrijk signaal aan Kyiv,
onze partners en zeker ook Moskou, van het voortgezette Nederlandse commitment aan
Oekraïne, voor zo lang als dat nodig is.
Over de invulling van deze arrangementen wordt met Oekraïne en in internationaal verband
de komende maanden verder gesproken. Daarbij is het voorstelbaar dat de Nederlandse
veiligheidsarrangementen de vorm krijgen van een meerjarige lange termijnovereenkomst
met Oekraïne op vlak van veiligheid en defensie en in samenhang met bredere steun
op vlak van accountability en wederopbouw. Het kabinet zal uw Kamer blijven informeren over ontwikkelingen op
dit terrein.
Deze leden zijn ook bezorgd over de mogelijk slinkende Amerikaanse steun voor Oekraïne.
Wordt er binnen de EU ook gesproken over scenario’s, mocht de Amerikaanse steun stilvallen?
43. Antwoord van het kabinet
Sinds de Russische invasie in Oekraïne hebben de Verenigde Staten een belangrijke
rol gespeeld in het leveren van militaire steun aan Oekraïne. Deze steun en die van
andere internationale partners is cruciaal voor de Oekraïense verdediging. De voortzetting
daarvan blijft van het grootst mogelijke belang.
De Verenigde Staten en andere internationale partners blijven zich volledig inzetten
voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. Dit bleek andermaal
tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie op 11 en 12 oktober jl.
(Kamerstuk 28 676, nr. 445) en tijdens de bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) op 11 oktober jl.
De uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2024 kan een effect hebben
op de mate van steun aan Oekraïne. Er is momenteel brede steun in het Amerikaanse
Congres voor steun aan Oekraïne, van zowel de Democraten als de Republikeinen. Hoewel
het afzetten van de voorzitter van het Huis tot enige vertraging in het beschikbaar
kunnen maken van steun heeft geleid, is er inmiddels een nieuwe voorzitter benoemd.
Hierdoor kan het congres weer wetgeving en budgetten kan behandelen.
Uiteraard is het tegelijkertijd van groot belang dat Europa de verantwoordelijkheid
neemt voor de veiligheid op het eigen continent. Europese lidstaten, inclusief Nederland,
hebben substantieel bijgedragen aan de steun aan Oekraïne. Net als uw Kamer onderkent
het kabinet de noodzaak om de steun ook op de lange termijn onverminderd voort te
zetten, zoals door de Minister-President benoemd is in de Algemene Politieke Beschouwingen.
In EU-verband wordt de militaire steun door lidstaten medegefinancierd met de inzet
van de Europese Vredesfaciliteit. Daarnaast wordt met het nieuwe EU-instrument ASAP
(Act in Support of Ammunition Production) EU-budget beschikbaar gesteld om de Europese defensie industrie te ondersteunen bij
het opschalen van de productiecapaciteit. Dat is nodig om zowel de steun aan Oekraïne
voort te zetten als om de eigen voorraden van lidstaten aan te vullen.
Armenië en Azerbeidzjan
De leden van de CDA-fractie constateren dat er in de geannoteerde agenda wordt gesproken
over een «massale uittocht» uit Nagorno-Karabach naar aanleiding van de militaire
escalatie van Azerbeidzjan. Deze leden vinden dit een vrij zachte omschrijving van
hetgeen dat heeft plaatsgevonden. In de geschetste actielijnen wordt vervolgens niet
gesproken over een actieve inzet zodat deze mensen terug kunnen keren naar hun huis.
Deze leden constateren dat een compleet gebied etnisch is gezuiverd. Dit is weliswaar
niet met geweld gebeurd, maar wel met een serieuze dreiging van etnisch geweld. Hoe
reflecteert het kabinet op deze constatering en kan er vanuit de EU een hardere lijn
worden getrokken richting Azerbeidzjan naar aanleiding van deze gebeurtenis?
44. Antwoord van het kabinet
Naar schatting worden er momenteel ruim 101.000 vluchtelingen uit Nagorno-Karabach
opgevangen in Armenië. In EU-verband blijft het kabinet zich inzetten voor het waarborgen
van hun veiligheid, recht op terugkeer, vrije toegang tot Nagorno-Karabach en de bescherming
van eigendomsrechten en cultureel erfgoed. Hetzelfde geldt voor de beperkte groep
inwoners die in Nagorno-Karabach is achtergebleven.
Het kabinet zet in op steun aan Armenië om het land veilig en stabiel te houden. Voorts
is het belangrijk dat beide landen terugkeren naar de onderhandelingstafel om te komen
tot duurzame vrede. Tegelijkertijd moeten passende maatregelen worden uitgewerkt in
geval van verdere escalatie door Azerbeidzjan. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap
door Nederland expliciet uitgedragen.18
Daarnaast zijn deze leden benieuwd wanneer de schriftelijke vragen van het lid Boswijk
over de situatie in de Zuidelijke Kaukasus worden beantwoord (zaaknummer 2023Z16408).
45. Antwoord van het kabinet
Het kabinet streeft ernaar de Kamervragen, ingediend door lid Boswijk, zo snel mogelijk
te beantwoorden.
Situatie in het Midden-Oosten
De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of er binnen de Raad een EU-brede inzet
kan worden uitgezet omtrent het conflict tussen Israel en Hamas.
46. Antwoord van het kabinet:
Zoals ook aan uw Kamer meegedeeld in het verslag van de Europese Raad (ER) van 26–27 oktober
jl.19 heeft de EU reeds een gezamenlijke positie ingenomen over het belang van snelle,
veilige en ongehinderde humanitaire toegang en hulp, alsook over het Israëlische recht
op zelfverdediging, dat moet voldoen aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
De ER heeft daarnaast gezamenlijke doelen gesteld, zoals inspanningen om EU-burgers
te helpen om Gaza te verlaten, om voedsel, water, medicijnen, brandstof en onderdak,
en om een politiek proces op basis van de tweestatenoplossing nieuw leven in te blazen,
waaronder een internationale vredesconferentie.
Deze leden constateren dat de EU vooralsnog niet als een eenheid opereert met betrekking
tot dit conflict en zij betreuren dit. De EU legt meer gewicht in de schaal als de
lidstaten met één mond spreken, menen deze leden. De diplomatieke inzet richting Israel
voor meer humanitaire hulp aan Gaza en humanitaire gevechtspauzes is gebaat bij eendracht.
Tegelijkertijd zou een eenduidige EU-boodschap richting de rest van de wereld, die
uitdraagt dat Israel het recht heeft op zelfverdediging binnen de kaders van het humanitair
oorlogsrecht, van grotere invloed zijn. Deze leden zijn benieuwd of de Minister zich
kan inspannen voor een heldere EU-lijn op dit onderwerp.
47. Antwoord van het kabinet
Het kabinet benadrukt in EU-verband consistent het belang van EU-eenheid, onder andere
om effectief op te kunnen treden op de actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten,
en zal dit blijven doen.
De leden van de CDA-fractie delen de constatering dat een politieke oplossing van
het conflict het enige pad naar duurzame vrede en veiligheid is voor Israëliërs en
Palestijnen. Deze leden zijn benieuwd welke initiatieven er nu lopen en of er niet
meer diplomatieke inspanningen moeten worden geleverd om partijen bij elkaar te brengen
en om na te denken over oplossingsrichtingen.
48. Antwoord van het kabinet
Het kabinet overlegt intensief met een brede groep landen, zowel bilateraal als in
multilateraal verband. In deze gesprekken komt ook naar voren dat het van belang is
te blijven streven naar een duurzame oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict.
Hoewel het verder weg lijkt dan ooit, is juist nu het moment op te roepen tot het
hervatten van vredesonderhandelingen. Op internationaal niveau wordt gesproken over
de toekomst van Gaza, waarbij terugkeer naar de situatie voor de aanvallen op 7 oktober
jl. onwaarschijnlijk is. Nederland is voorstander van een tweestatenoplossing. Uiteindelijk
is een duurzame vrede en veiligheid voor Israëliërs én Palestijnen de enige denkbare
weg voor de lange termijn.
Kortheidshalve kijken deze leden uit naar de beantwoording op de vragen gesteld tijdens
het schriftelijk overleg over de situatie in Israel en Gaza van 1 november jongstleden.
Pakistan
Tot slot hebben de leden van de CDA-fractie grote zorgen over de situatie van de Afghaanse
vluchtelingen in Pakistan. De Pakistaanse autoriteiten treden hard op tegen Afghaanse
migranten. Deze leden zijn benieuwd welke diplomatieke actie er vanuit de Europese
Unie wordt ondernomen tegen Pakistan om de Afghanen beter te beschermen.
49. Antwoord van het kabinet
Het Illegal Foreigners Repatriation Plan heeft sinds de aankondiging de aandacht van de internationale gemeenschap. De ambassade
in Islamabad heeft de afgelopen weken diverse malen met de Pakistaanse autoriteiten
gesproken en haar zorgen uitgesproken over gedwongen uitzetting. Nederland is tevens
vicevoorzitter van het platform Solutions Strategy for Afghan Refugees (SSAR), dat afgelopen maand op zowel technisch- als ambassadeursniveau meerdere keren
over dit onderwerp sprak. In die hoedanigheid spant Nederland zich in om een dialoog
met de Pakistaanse overheid te starten om de Afghanen die urgente bescherming behoeven
niet uit te zetten.
Daarnaast hebben verschillende EU-lidstaten in bilaterale gesprekken met de Pakistaanse
autoriteiten hun zorgen geuit. De EU-delegatie in Pakistan heeft intensief contact
met EU-lidstaten, like minded landen en VN-agentschappen, en heeft de VN verzocht een actievere rol te spelen.
Nederland zet in op een EU-demarche bij de Pakistaanse autoriteiten, om gezamenlijk
te pleiten voor bescherming van kwetsbare groepen en een registratiemechanisme voor
vluchtelingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Op basis van de voorlopige agenda hebben de leden van de SP-fractie de volgende opmerkingen
en vragen.
Situatie in het Midden-Oosten
De leden van de SP-fractie constateren dat er inmiddels bijna 10.000 doden zijn gevallen
in Gaza, waaronder duizenden onschuldige kinderen. Talloze deskundigen spreken van
mensenrechtenschendingen door Israël. Hoe lang kan dit bloedvergieten nog doorgaan
voordat het Nederlandse kabinet aandringt op een staakt-het-vuren?
50. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Wanneer houdt het kabinet op met het hanteren van een dubbele standaard inzake toepassing
van het internationaal recht? Wanneer gaat het kabinet Israël net zo kritisch bejegenen
als andere landen wanneer zij oorlogsmisdaden begaan?
51. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Is het kabinet ervan op de hoogte dat binnen de Israëlische regering een plan circuleert
om alle Palestijnen uit Gaza te verdrijven?20 Wat is de reactie van de EU hierop?
52. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Heeft de Minister vernomen dat de Israëlische Minister Amihay Eliyahu heeft gesuggereerd
om een kernbom op Gaza te gooien?21 Wat was de reactie van de Minister hierop?
53. Antwoord van het kabinet
In alle diplomatieke contacten roept het kabinet Israël op zich terughoudend en in
lijn met internationaal recht op te stellen. De verwerpelijke en onacceptabele uitspraken
van de Israëlische Erfgoedminister, Amihai Eliyahu’s, passen daar niet bij. Het kabinet
verwelkomt het nieuws dat premier Netanyahu zich ondubbelzinnig gedistantieerd heeft
van Eliyahu’s uitspraken en hem voor onbepaalde tijd geschorst heeft.
Gaat de Minister in Brussel pleiten voor maatregelen of krijgt de Israëlische regering
nog altijd carte blanche?
54. Antwoord van het kabinet
Zoals ook aan uw Kamer meegedeeld in het verslag van de Europese Raad (ER) van 26–27 oktober
jl.22 heeft de EU een gezamenlijke positie ingenomen over het Israëlische recht op zelfverdediging,
dat moet voldoen aan internationaal recht en internationaal humanitair recht. Het
kabinet dringt aanhoudend aan bij Israël te handelen in lijn met het internationaal
humanitair recht, en heeft vanaf de eerste bijeenkomst opgeroepen deze boodschap ook
op Europees niveau uit te dragen.
Wat gaat de Minister met haar Europese collega’s doen om het bloedvergieten en het
massaal verdrijven van Palestijnen te voorkomen?
55. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Is de Minister nog altijd van mening dat zij geen steun had moeten verlenen aan de
VN-resolutie die oproept tot een staakt-het-vuren? Hoe is dat mogelijk, na al het
voortdurende geweld?
56. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Welke stappen zijn inmiddels gezet naar een «vredesconferentie», zoals de Europese
Raad had aangekondigd?
57. Antwoord van het kabinet
Zodra meer details bekend zijn over de nadere uitwerking van deze vredesconferentie
zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Nederland blijft in nauw contact met Europese
partners hierover.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de SP-fractie vragen hoe het kabinet oordeelt over berichten dat de oorlog
in Oekraïne zich in een patstelling bevindt, zoals bijvoorbeeld over het bericht in
Trouw van 4 november 2023: «Oekraïens offensief zit vast in de modder».23 Ook het interview met de Oekraïense opperbevelhebber Zaloezjny in The Economist is
veelzeggend, menen deze leden.24 Zaloezjny beweert dat het «lente-offensief is overgegaan in een herfstoffensief,
dat vastzit in de modder.» Welke conclusie trekt het kabinet hieruit?
58. Antwoord van het kabinet
Het verloop van deze oorlog is onvoorspelbaar en de situatie op de grond is weerbarstig.
Het is te vroeg om te spreken over een patstelling. Het Oekraïense tegenoffensief
gaat door, al zijn er ook meer Russische tegenaanvallen. Hoewel er geen grote verschuivingen
van de frontlinie zijn, is het duidelijk dat er nog steeds hard wordt gevochten. Daarbij
leveren de Oekraïense strijdkrachten een uitzonderlijke prestatie door stand te houden
en op plaatsen vooruitgang te boeken tegenover een vijandelijke overmacht. Voortgang
is breder dan gebiedswinst alleen en de situatie is moeilijk te duiden van een afstand.
Oekraïne vecht voor zijn voortbestaan. Het kabinet benadrukt in dit kader het belang
dat wij Oekraïne daarin maximaal blijven ondersteunen, voor zo lang als dat nodig
is.
De leden van de SP-fractie lezen dat in een artikel van het Amerikaanse NBC News wordt
gesteld dat de VS en EU achter de schermen aandringen op vredesonderhandelingen.25 Deelt het kabinet dat initiatief, aangezien het mede namens de EU was? Indien niet,
hoe wordt een uitzichtloze oorlog voorkomen?
59. Antwoord van het kabinet
Zie ook beantwoording vraag 21 en 22. Nederland oefent geen druk uit op Oekraïne,
niet bilateraal en niet in EU-verband. Het is aan Oekraïne te bepalen wanneer de tijd
rijp is voor onderhandelingen. Nederland ondersteunt het tien punten vredesplan van
president Zelensky om tot een eerlijke duurzame vrede in Oekraïne te komen.
Is de Minister bereid om in de RBZ te bepleiten om naast militaire steun veel meer
in te zetten op diplomatie?
60. Antwoord van het kabinet
Voor serieuze vredesonderhandelingen is pas ruimte als zowel Oekraine als Rusland
daartoe bereid zijn. Dat is op dit moment niet het geval. Tot die tijd speelt Nederland
een actieve rol in het proces op basis van Zelensky’s Peace Formula, het enige geloofwaardige
vredesproces op dit moment. Nederland roept binnen de RBZ op om zoveel mogelijk landen
ook buiten Europa en Noord-Amerika te engageren hieraan mee te doen. Tijdens het laatste
overleg op Malta waren naast Nederland nog 65 landen betrokken.
Armenië en Azerbeidzjan
De leden van de SP-fractie vragen wat de inzet van het kabinet is inzake het conflict
in Armenië/Azerbeidzjan.
61. Antwoord van het kabinet
Nederland en de EU hebben de militaire escalatie door Azerbeidzjan in Nagorno-Karabach
ten stelligste veroordeeld.
Om Armenië veilig, stabiel en op het traject van democratische hervorming te houden
is Europese steun van groot belang. De Raad Buitenlandse Zaken zal verder spreken
over de mogelijkheden voor steun aan Armenië, waaronder versterking van EU Mission
in Armenia (EUMA) en inventarisering van mogelijkheden tot non-lethale EPF-steun.
Nederland is hier voorstander van en heeft andere EU-lidstaten opgeroepen hier positief
tegenover te staan.
Momenteel is het van belang om het vredesproces en de onderhandelingen vooruit te
helpen. Het kabinet verwacht dat beide partijen elkaars territoriale integriteit expliciet
en volledig erkennen. Daartoe moeten communicatiekanalen met Bakoe open worden gehouden.
Daarbij is het van belang gepaste maatregelen op tafel te houden voor het geval van
verdere escalatie of geweld door Azerbeidzjan.
Tot slot vindt het kabinet het belangrijk dat in EU-verband blijvend wordt opgeroepen
tot ongehinderde toegang tot Nagorno-Karabach en bescherming van eigendomsrechten
en cultureel erfgoed. De veiligheid van de vluchtelingen en achtergebleven bevolking
moet te allen tijde worden gewaarborgd.
De massale exodus uit Nagorno-Karabach bewijst dat de inwoners geen vertrouwen hebben
in de beloftes van Azerbeidzjan. Maar is daarmee de kous af, zo vragen deze leden.
Wordt er nagedacht over terugkeer van deze mensen, ondersteund door een internationale
missie die toeziet op naleving van hun rechten?
62. Antwoord van het kabinet
Naar schatting worden er momenteel ruim 101.000 ontheemden uit Nagorno-Karabach opgevangen
in Armenië. In EU-verband blijft de regering zich uitspreken voor hun recht op terugkeer
en de bescherming van hun eigendomsrechten en cultureel erfgoed. In Europees verband
zal Nederland zich hiervoor verder inzetten en ook Azerbeidzjan aanspreken op het
bestendigen van mogelijke terugkeer door de vluchtelingen naar Nagorno-Karabach.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor het schriftelijk
overleg Raad Buitenlandse Zaken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
Situatie in het Midden-Oosten
Ten aanzien van de situatie in Israël en de Gazastrook wachten deze leden de beantwoording
van de gestelde vragen voor het schriftelijk overleg over dit onderwerp nog af. Daarnaast
vragen deze leden de Minister om aan te geven in hoeverre het hoge aantal slachtoffers
als gevolg van de Israëlische aanvallen op Hamas-doelen waarvan sprake is, het gevolg
is van roekeloosheid aan Israëlische zijde of van de tactiek van Hamas om stellingen
vlakbij of onder niet-militaire doelen als ziekenhuizen, scholen en moskeeën in te
nemen. Valt er volgens de Minister iets te zeggen over het aandeel van Hamas- of andere
militanten onder het aantal slachtoffers?
63. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Is de Minister, of is de Europese Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlandbeleid,
in contact met de Israëlische regering over dit hoge aantal slachtoffers en de plicht
om dit zoveel mogelijk te beperken? Zo ja, kan de Minister aangeven wat dergelijk
contact oplevert?
64. Antwoord van het kabinet
Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël
en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.
Wat is volgens de Minister de reden dat er nog zeer beperkt humanitaire pauzes ingesteld
zijn?
65. Antwoord van het kabinet
Er lijkt hier beweging te zijn. Er zijn aanwijzingen dat Israël op dagelijkse basis
pauzes gaat instellen van vier uur op verschillende locaties.
Armenië en Azerbeidzjan
Nu de situatie rondom Armenië en Azerbeidzjan tijdens deze Raad wel besproken gaat
worden, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie hoe de Minister de «massale uittocht»
van de Armeense bevolking van Nagorno-Karabach zou willen kenschetsen. Is deze «uittocht»
niet op zijn minst een vlucht? Zijn deze mensen volgens de Minister geen vluchtelingen
en als zij dat wel zijn, waar zijn ze volgens de Minister dan voor gevlucht?
66. Antwoord van het kabinet
Het leidt geen twijfel dat de etnisch Armeense bewoners van Nagorno-Karabach het gebied
zijn ontvlucht omdat zij zich niet veilig voelden, o.a. vanwege de maandenlange blokkade
van de Lachin-corridor. Ruim 101.000 mensen hebben een veilig heenkomen in Armenië
gezocht. De eerste focus in de opvang lag op veilige tijdelijke huisvesting, gezondheidszorg,
onderwijs, voedselhulp en steun aan kwetsbare groepen zoals bejaarden en kinderen
zonder ouders. Om het integratieproces te vergemakkelijken, is de Armeense regering
momenteel bezig om versneld het Armeense staatsburgerschap te verlenen aan deze groep
mensen. Als ze Armeens staatburger worden, verliezen ze hun internationaal erkende
vluchtelingenstatus.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen graag weten wanneer een reactie kan worden
verwacht op de motie (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2733) over de vraag of er sprake is van «etnische zuivering» door Azerbeidzjan, als gevolg
waarvan de inheemse bevolking van ruim 100.000 Armeniërs nu weggetrokken is uit Nagorno-Karabach.
Begrijpt de Minister dat meegaan in de verklaringen van Azerbeidzjan, die stellen
dat er geen sprake was van etnische zuivering en dit niet als zodanig benoemen, president
Aliyev zou kunnen motiveren door te gaan op zijn huidige koers ten aanzien van Armenië?
67. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal in een separate brief op deze vraag ingaan, mede in het kader van
de op 12 oktober jl. aangenomen motie van het lid Ceder26
over op basis van feiten beoordelen of de vlucht van de Armeense bevolking uit Nagorno-Karabach
na de blokkade van en aanval op de enclave neerkomt op etnische zuivering.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Minister vindt dat de verdrijving
van de bevolking onder dreiging van wapengeweld, na een maandenlange blokkade, zonder
gevolgen kan blijven voor Azerbeidzjan. Zo nee, welke gevolgen zou dit moeten hebben?
68. Antwoord van het kabinet
De militaire escalatie door Azerbeidzjan is scherp veroordeeld door de EU en Nederland,
tot groot ongenoegen van Azerbeidzjan dat spreekt van herstel van de eigen territoriale
integriteit. In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt27 heeft Nederland in EU-verband opgeroepen tot sancties. Echter, daarvoor bleek onder
lidstaten geen breed draagvlak te bestaan. De eerste zorg is nu om Armenië te steunen
bij de opvang en integratie van de vluchtelingen. Voorts is het van belang om beide
landen terug te laten keren naar de onderhandelingstafel voor de vredesbesprekingen
in Brussel teneinde tot een duurzame vrede te komen. Nederland benadrukt dat in het
geval van nieuw geweld er weer gesproken moet worden over gepaste maatregelen. Tijdens
de Raad Buitenlandse Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap door Nederland expliciet
uitgedragen.28
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Minister, ondanks militaire
oefeningen door Azerbeidzjan en Turkije aan weerskanten van de Armeense grens en de
aanhoudende retoriek vanuit Azerbeidzjan, stelt dat er geen concrete aanwijzingen
zijn dat Azerbeidzjan met militair geweld een doorgang zou willen forceren naar de
exclave Nachitsjevan. Wat verstaat de Minister dan onder «concrete aanwijzingen» en
hoe duidt zij de genoemde retoriek en de militaire oefeningen, zeker in het licht
van de ontwikkelingen sinds 2020?
69. Antwoord van het kabinet
Het kabinet heeft momenteel geen aanwijzingen dat Azerbeidzjan plannen heeft om een
doorgang te forceren naar de enclave Nachitsjevan. Azerbeidzjan heeft publiekelijk
en bilateraal bevestigd dat het de route naar Nachitsjevan met en via Iran verder
wil ontwikkelen. Het is van belang dat vredesonderhandelingen tussen Armenië en Azerbeidzjan
worden hervat en militaire escalatie wordt voorkomen. Het is daarom zaak dat provocerende
incidenten door alle betrokken partijen vermeden worden. De militaire oefeningen van
Azerbeidzjan en Turkije bij de grens van Armenië op 23 oktober jl. zijn zorgelijk,
omdat dit het wederzijds vertrouwen verder verslechtert. Na het bezoek van mijn Duitse
ambtsgenoot aan Bakoe op 4 november jl., heeft Azerbeidzjan publiekelijk uitgesproken
tot regionale vrede te willen komen.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Minister schrijft dat in geval van
nieuw geweld binnen de EU gesproken zal moeten worden over gepaste maatregelen. Deze
leden willen weten of de gebeurtenissen van het afgelopen jaar tot en met de val van
de enclave geen aanleiding zijn voor gepaste maatregelen. Vindt de Minister het gepast
als daar geen maatregelen op volgen?
70. Antwoord van het kabinet
De militaire escalatie door Azerbeidzjan is scherp veroordeeld door de EU en Nederland,
tot groot ongenoegen van Azerbeidzjan, dat spreekt van herstel van de eigen territoriale integriteit. In lijn
met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt29 heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat alle opties om tot een passende reactie
te komen op tafel lagen, inclusief sancties. Hiervoor bleek onder lidstaten geen breed
draagvlak te bestaan. Het is van groot belang alle partijen weer om tafel te krijgen
om tot een duurzaam vredesakkoord te komen. In het geval van dreiging van nieuw geweld
moet er weer gesproken worden over gepaste maatregelen. Tijdens de Raad Buitenlandse
Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap door Nederland expliciet uitgedragen.30
Russische agressie tegen Oekraïne
Ten aanzien van de oorlog in Oekraïne vragen de leden van de ChristenUnie-fractie
de Minister om in te gaan op de constatering van hoge Oekraïense militairen dat het
offensief gestokt is. Hoe ziet de Minister het vervolg van het conflict, zo vragen
deze leden. Wanneer verwacht de Minister dat Oekraïne de beschikking krijgt over Nederlandse
F-16’s en welke effect zal dit volgens de Minister kunnen hebben op de situatie?
71. Antwoord van het kabinet
Zie voor beantwoording ten aanzien van de stand van zaken het Oekraïense offensief
graag beantwoording van vraag 58. Het verdere verloop van dit conflict is moeilijk
te voorspellen. Het kabinet bereidt zich voor op alle scenario’s. Zeker ook op een
langdurige voortzetting van de Russische agressie richting Oekraïne en daarmee voortzetting
van dit conflict.
Uw Kamer wordt op termijn nader geïnformeerd over het beoogde tijdspad van levering
van Nederlandse F-16’s aan Oekraïne. Daadwerkelijke levering vergt dat aan alle voorwaarden
en voorbereidingen is voldaan. Zie ook antwoord vraag 23.
Het verwachte effect van F-16 capaciteit is dat dit Oekraïne in staat zal stellen
zich beter te beschermen tegen de Russische agressie dan nu het geval is. De F16’s
dragen bij aan de versterking van de capaciteit van de Oekraïense luchtstrijdkrachten,
maar zijn tegelijkertijd geen wondermiddel.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ten behoeve van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 november, en zij hebben de volgende
vragen.
Situatie in het Midden-Oosten
De leden van de SGP-fractie constateren dat het kabinet zich in wil zetten voor de
tweestatenoplossing, en dat er tijdens de vorige RBZ steun was voor een vredesconferentie
daarover. Welke voorwaarden ziet het kabinet inzake een succesvolle tweestatenoplossing,
zo vragen deze leden.
72. Antwoord van het kabinet
Het kabinet ziet de tweestatenoplossing nog steeds als de meest realistische oplossing
waarbij een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat naast
een veilig en internationaal erkend Israël bestaat. Het kabinet beschouwt het perspectief
op duurzame vrede en veiligheid voor Israëliërs en Palestijnen als belangrijke elementen
om tot een oplossing te komen. Het kabinet onderstreept dat louter geweldsinzet niet
de weg vormt naar een vreedzame en duurzame oplossing, uiteindelijk is een politieke
oplossing nodig om een Israëliërs en Palestijnen een veilige toekomst te bieden.
Russische agressie tegen Oekraïne
De leden van de SGP-fractie vragen welke veiligheidstoezeggingen het kabinet voor
de toekomst aan Oekraïne wil doen in EU-verband of in andere internationale verbanden.
En wordt hierover eensgezindheid verwacht, zo vragen deze leden.
73. Antwoord van het kabinet
Zie ook beantwoording vraag 42. Het kabinet heeft op 12 juli jl. de G7 verklaring
ondertekend. Dit vormt de basis voor bilaterale gesprekken met Oekraïne over brede
steun op de lange termijn. Op 29 oktober jl. zijn en marge van de derde conferentie
over de Vredesformule op Malta, de consultaties met Oekraïne gestart over de contouren
van deze afspraken. Over de invulling van deze arrangementen wordt met Oekraïne en
in internationaal verband, de komende maanden verder gesproken. Uw Kamer wordt op
een later moment geïnformeerd over de invulling van deze arrangementen.
Armenië en Azerbeidzjan
De leden van de SGP-fractie vragen of het kabinet de zorg deelt over een Azerbeidzjaanse
aanval op Armenië, in het kielzog van de reeds zichtbare agressie. Wat kan en wil
Nederland bilateraal en in EU-verband doen om deze dreiging af te wenden, en een hernieuwde
militaire escalatie te voorkomen, zo vragen deze leden.
74. Antwoord van het kabinet
De militaire escalatie door Azerbeidzjan is scherp veroordeeld door de EU en het kabinet,
tot groot ongenoegen van Azerbeidzjan dat spreekt van herstel van de eigen territoriale
integriteit. In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt31 heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat alle opties om tot een passende reactie
te komen op tafel lagen, inclusief sancties. Voor dit laatste is unanimiteit nodig
en bleek er onder lidstaten vooralsnog geen breed draagvlak te bestaan. Het is van
groot belang alle partijen weer om tafel te krijgen om tot een duurzaam vredesakkoord
te komen. In het geval van nieuw geweld moet er weer gesproken worden over gepaste
maatregelen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap
door Nederland expliciet uitgedragen.32
Kan de Minister meedelen wat er bekend is over de gevangengenomen voormalige leiders
van de Nagorno-Karabach-enclave, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Kan de Minister
ook meedelen wat er besproken wordt over mogelijke vrijlating van deze politieke gevangenen?
En is er al zicht op de vrijlating van krijgsgevangenen?
75. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is niet bekend met het precieze aantal gevangenen als gevolg van de militaire
escalatie in Nagorno-Karabach. Ongeacht wie zij zijn zal het kabinet in bilateraal
en Europees verband aandringen op een goede behandeling conform internationale standaarden,
en aan toepassing van een eerlijk proces.
De leden van de SGP-fractie vragen ook aandacht voor de toenemende handel in olie
en gas met Azerbeidzjan. Is het niet beter ons te richten op andere landen die olie
en gas exporteren? Kan de Minister verkennen of de olie- en gashandel onderdeel van
de sancties kan zijn, en de Kamer hierover nader inlichten?
76. Antwoord van het kabinet
In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt33 heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat alle opties om tot een passende reactie
te komen op tafel lagen, inclusief sancties. Voor dit laatste is unanimiteit nodig
en leek er onder lidstaten vooralsnog geen breed draagvlak te bestaan.
In het kader van de REPowerEU-strategie zet de EU in op diversificatie om de afhankelijkheid
van Russisch gas te verminderen. De EU importeerde in 2022 ongeveer 4% van het totale
EU-verbruik aan gas vanuit Azerbeidzjan. Nederland importeert geen Azerbeidzjaans
gas.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister waarom ze steun voor Armenië graag
tot non-letale steun beperkt, terwijl de Franse regering letale steun verleent. Kan
de Minister ook aangeven om welke steun de Armeense regering zelf vraagt? Is de Minister
van oordeel dat non-letale steun een afdoende afschrikkende werking genereert?
77. Antwoord van het kabinet
De EU heeft geen verzoek van Armenië om letale-steun ontvangen, wel komt er naar verwachting
een verzoek voor non-lethale steun. Non-lethale steun kan bijdragen aan de veiligheid
van Armenië, dat overigens formeel nog lid is van de CSTO Het kabinet zal conform
motie Ceder34 een positieve grondhouding ten aanzien van eventuele non-lethale EPF-steun aan Armenië
innemen en heeft tijdens de afgelopen Raad Buitenlandse Zaken ook andere lidstaten
daartoe opgeroepen.
Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam
Europa
De leden van de SGP-fractie vragen tot slot naar de kabinetsappreciatie van de mededeling
over een weerbaarder, concurrerender en duurzamer Europa. Hoe wordt de nationale controle
vormgegeven bij Europese aanbestedingen? Ook vragen de leden van de SGP-fractie hoe
de deelname van de Nederlandse industrie het beste geborgd wordt, en hoe de Minister
zich daarvoor inzet.
78. Antwoord van het kabinet
Bij Europese aanbestedingsprocedures zijn aanbestedende diensten gebonden aan de Europese
aanbestedingsregels die gelden voor specifieke aanbestedingsprocedures.
Binnen Europa is de afspraak op basis van de Europese aanbestedingsregels dat bedrijven
uit andere landen mee kunnen dingen naar aanbestedingen, net als Nederlandse bedrijven
dat kunnen in andere lidstaten en verschillende derde landen. Een goed werkende interne
markt met een competitief aanbestedingsproces draagt bij aan een sterke Nederlandse
industrie, open strategische autonomie en stimuleert innovatie. Voor het bedrijfsleven
is het daarbij belangrijk dat er eerlijk geconcurreerd wordt. In de Kamerbrief aanbesteden
en derde landen wordt het kabinetsbeleid op dit gebied nader uiteengezet.35
Aanbesteden wordt steeds meer gebruikt als strategisch instrument om maatschappelijke
doelstellingen op het gebied van klimaat, milieu en sociale voorwaarden te bereiken.
Op EU-niveau wordt hier stevig op ingezet. Dit kan ook deelname van de Nederlandse
industrie ten goede komen Zo publiceerde de Commissie het voorstel voor de Net-Zero Industry Act (NZIA).36 Hierbij worden aanbestedende diensten onder meer verplicht bij de inkoop van netto-nul
technologieën eisen te stellen op het gebied van duurzaamheid en leveringszekerheid,
wat de duurzame maakindustrie in Europa stimuleert.
Het kabinet zal in lijn met de motie van het lid Van Strien c.s.37 onderzoeken hoeveel aanbestedingen aan ondernemers in Nederland, Europa en derde
landen worden gegund en welke barrières Nederlandse ondernemers ervaren bij aanbestedingen
in andere lidstaten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse
Zaken van 13 november 2023. Daarover hebben zij een set vragen en opmerkingen.
Armenië en Azerbeidzjan
De leden van de BBB-fractie vragen of de Minister nader kan ingaan op de actuele humanitaire
situatie in Armenië.
79. Antwoord van het kabinet
Na de militaire escalatie is de etnisch Armeense bevolking in korte tijd de Azerbeidzjaanse
regio Nagorno-Karabach massaal ontvlucht. Meer dan 101.000 vluchtelingen uit Nagorno-Karabach
zijn sindsdien aangekomen in Armenië. De Armeense overheid verstrekt op dit moment
een toelage van 50.000 Armeense dram (ongeveer 120 euro) per persoon per maand om
in de eerste levensbehoeften te voldoen. Daarnaast wordt er actief ingezet of het
realiseren van winterbestendige semipermanente huisvesting. In totaal heeft de Armeense
regering 54 miljard Armeense dram gereserveerd om deze groep te ondersteunen.
Wat betreft de 101.000 Armeense inwoners die ontheemd en aangekomen zijn in Armenië:
wat is de inschatting van de Minister (via internationale organisaties en/of bondgenoten)
over hoeveel van deze ruim honderdduizend Armenen in acute nood zijn?
80. Antwoord van het kabinet
Armeense autoriteiten hebben bekend gemaakt dat ongeveer 4.000 kinderen, afkomstig
uit Nagorno-Karabach, niet naar school gaan, waarschijnlijk doordat hun families nog
geen vaste woonplaats hebben gevonden die permanent genoeg is om de kinderen naar
school te kunnen sturen. Ongeveer 31% van de gevluchte bevolking is minderjarig. Onder
de vluchtelingen zijn ongeveer 2000 zwangere vrouwen, 9000 mensen met beperkingen,
12.000 ouderen (waarvan 250 mensen die urgente zorg behoeven) en 20 kinderen die zonder
ouder of voogd zijn gevlucht.
Zijn er genoeg levensmiddelen (voedsel, water, medicijnen, etc.) voorhanden om deze
grote stroom mensen te helpen, en zo nee, wat kan Nederland nog méér doen (op Europees
niveau) om de humanitaire situatie te verbeteren?
81. Antwoord van het kabinet
Het kabinet stelt meerjarige, ongeoormerkte en flexibele financiering beschikbaar
aan diverse VN-organisaties en -fondsen, evenals het internationale Rode Kruis/de
Rode Halve Maan. Deze financiering stelt hulporganisaties in staat om snel te reageren
op rampen en crises. Onder meer de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, UNICEF, het
Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) en de Internationale Federatie van
het Rode Kruis en de Rode Halve Maan (IFRC) zijn, mede dankzij deze Nederlandse financiering,
actief. Het VN Central Emergency Response Fund, waarvan Nederland dit jaar de grootste donor is, heeft 4 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor de respons. Daarnaast draagt Nederland bij aan de hulprespons in EU-verband
door middel van het European Humanitarian Response Capacity (bestaande uit onder andere een humanitaire luchtbrug naar Armenië) en de financiële
bijdrage van de Europese Commissie. Voorts worden mogelijkheden voor socio-economische
en andere steun onderzocht op Europees niveau.
Is de Minister bereid in de Raad de verhoging van de steunpakketten aan Armenië te
agenderen en er een punt van te maken, mocht door tijdsgebrek dit onderwerp weer verplaatst
worden?
82. Antwoord van het kabinet
Het kabinet zal dit punt actief opbrengen. In 2023 stelde de Commissie al 12 miljoen
ter beschikking voor humanitaire doeleinden in Nagorno-Karabach en de gevluchte bevolking.
Op 31 oktober gaf de Commissie aan nog eens 1,7 miljoen euro aan humanitaire steun
te bieden. Dit bedrag wordt onder andere gebruikt voor onderdak en acute gezondheidszorg.
Tijdens aankomende Raad zal ook gesproken worden over verdere steun aan Armenië, waaronder
non-lethale EPF-steun.
II Volledige agenda
Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2777)
Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam
Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 3800)
Fiche: Mededeling visie klimaat en veiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 3794)
Huidige stand van zaken repatriëring Israël en Palestijnse Gebieden (Kamerstuk 23 432, nr. 498)
Stand van zaken vertrek Nederlanders uit de Gazastrook (Kamerstuk 23 432, nr. 499)
Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 oktober 2023 in Luxemburg (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2776)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier