Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking op 4-5 september 2023
2023D34553 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Geannoteerde
agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking d.d. 4–5 september
2023.
De voorzitter van de commissie,
Wuite
De adjunct-griffier van de commissie,
Prenger
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng SP-fractie
Inbreng CU-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden geannoteerde agenda
voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking op 4 en 5 september
2023. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
Any other business (AOB) – Niger
De Minister schrijft dat op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, veiligheid en
migratie de bilaterale steun aan de centrale Nigerese overheid is opgeschort. Daarnaast
schrijft de Minister dat het kabinet probeert zoveel mogelijk de programma’s die ten
goede komen aan de Nigerese bevolking voort te zetten, net zoals in Mali en Burkina
Faso. De leden van de VVD-fractie vragen of inmiddels onderzocht is of programma’s
in Niger via de Verenigde Naties, andere internationale organisaties en lokale partners
voortgezet kunnen worden, en zo ja, om welke programma’s dat gaat. Hoe gaat het kabinet
ervoor waken dat (financiële) middelen niet in handen zullen komen van de coupplegers?
Overig – Hulp na aardbeving Turkije en Syrië
De Minister geeft aan een bedrag van 10 miljoen euro te reserveren voor de Global Concessional Financing Facility (GCFF) ten behoeve van Turkije. Ook schrijft de Minister dat het op dit moment echter
nog onzeker is of de GCFF open gaat voor Turkije. De leden van de VVD-fractie vragen
wat de Minister concreet doet bij collega Ministers om als bilaterale donor geld beschikbaar
te stellen? Welke landen hebben met welke bedragen geld gereserveerd voor de GCFF
ten behoeve van Turkije? Hoe ziet het proces eruit om donorbijdragen te mobiliseren?
Inbreng leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
informele Raad. Dit heeft bij deze leden geleid tot een aantal opmerkingen en vragen
aan de Minister.
Uit de agenda blijkt dat de Minister tijdens de informele Raad zal spreken met de
plaatsvervangend secretaris-generaal van de Verenigde Naties, ter voorbereiding op
de SDG top in New York van 18 en 19 september aanstaande. De conceptconclusies zijn
niet erg optimistisch over de voortgang van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs):
«The achievement of the SDGs is in peril.
At the midpoint of the 2030 Agenda, we are alarmed that only 12 percent of the SDGs
are on track and 30 percent remain unchanged or below the 2015 baseline.»1 De leden van de SP-fractie hechten veel waarde aan de duurzame ontwikkelingsdoelen
omdat zij inzetten op zaken als armoedebestrijding, schoon water en gezondheidszorg,
onderwijs voor alle kinderen en de bestrijding van klimaatverandering. Deze leden
zijn bezorgd over het feit dat de realisatie van de ontwikkelingsdoelen zo moeizaam
verloopt. Uit de spillover-ranking van het Sustainable Development Report blijkt dat
het Nederlandse beleid en Nederlandse bedrijfsactiviteit een zeer negatieve invloed
hebben op het bereiken van de ontwikkelingsdoelen. Nederland scoort hierop het slechtst
van alle EU-landen, op Luxemburg na.2Erkent het kabinet dit? Erkent zij ook dat, als wij ons inderdaad aan de SDGs committeren,
het juist Nederland en andere (West-Europese) landen zijn die extra inzet moeten tonen?
Is de Nederlandse bijdrage nog wel geloofwaardig? Wat voor gevolgen trekt zij hier
uit?
Een van de belangrijkste redenen voor het slechte presteren van Nederland in de duurzame
ontwikkelingsdoelen is de status van Nederland als belastingparadijs.3Bedrijven gebruiken Nederland om te voorkomen dat zij in andere landen belasting moeten
betalen. Hierdoor lopen andere (vaak ook armere) landen de nodige belastinginkomsten
mis, wat mede bijdraagt aan de vertraging van de ontwikkeling van die landen. Erkent
het kabinet dat Nederland een belastingparadijs is? Erkent de Minister ook de kwalijke
rol die het Nederlandse kabinet hierin speelt? Is het kabinet bereid om de mogelijkheden
voor bedrijven om via Nederland belasting te ontwijken, te schrappen?
Gezien het gegeven dat Nederland extra inzet moet tonen om bij te dragen aan de realisatie
van de SDGs, zijn de leden van de SP-fractie van mening dat wetgeving nodig is om
bedrijven aan deze doelen te binden. Een van de conclusies van de vrijwillige evaluatie
door de Europese Unie over de realisatie van de SDGs is dan ook: «[De EU hernieuwt]
haar verbintenis om, op grond van het herziene kader voor betere regelgeving, ervoor
te zorgen dat haar wetgevingsvoorstellen de uitvoering van de SDGs blijven verwezenlijken.»4 Onderschrijft de Minister deze conclusie? Hoe gaat de Minister dit implementeren,
met name ook bij andere ministeries?
Inbreng leden van de CU-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer hebben kennisgenomen van de
agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking. Zij hebben
daarover enkele vragen en aandachtspunten.
In het kader van het gesprek met plaatsvervangend secretaris-generaal van de VN Amina
Mohammed over het tekort aan financiering voor de SDGs en de klimaatdoelen, zouden
deze leden de Minister willen vragen of zij kan aangeven hoe de Europese Commissie
waarborgt dat kwetsbare groepen en lokale maatschappelijke organisaties verbeterd
toegang kunnen krijgen tot klimaatfinanciering. Ook vragen zij welke instrumenten
voor klimaatfinanciering op dit moment beschikbaar zijn op nationaal en Europees niveau,
en wie daar – onder welke voorwaarden – gebruik van kunnen maken. Is de Minister bereid
aandacht te vragen voor de toegankelijkheid van klimaatfinancieringsinstrumenten voor
lokale maatschappelijke organisaties tijdens de aankomende Raad, maar ook op relevante
internationale fora zoals COP28?
Ten aanzien van de Global Gateway vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of de
Minister kan aangeven wat de status is van het aangekondigde Civil Society Dialogue Platform. Is de Minister het met deze leden eens dat de betrokkenheid van (lokale) maatschappelijke
organisaties bij Global Gateway projecten / Team Europe Initiatives belangrijk is
en is zij bereid dit punt in te brengen tijdens de Raad?
Tot slot hebben deze leden nog een vraag over de partnerschapsovereenkomst na Cotonou:
wat is de appreciatie van de Minister ten aanzien van de inhoud van de nieuwe partnerschapsovereenkomst
tussen de EU en de staten in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan (OACPS)?
Wat zijn de belangrijkste verschillen met het Cotonou verdrag en hoe waardeert de
Minister deze?
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 4–5 september 2023.
2023Z14311 – Brief regering d.d. 28-08-2023, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Verslag van Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 4 mei 2023. 21 501-04, nr. 260 – Brief regering d.d. 17-05-2023 – Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
M. Prenger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.