Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger en Van der Lee over het afbouwpad van fossiele subsidies
Vragen van de leden Kröger en Van der Lee (beiden GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Klimaat en Energie over het afbouwpad van fossiele subsidies (ingezonden 17 februari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
en van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 16 maart 2023).
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom de in 2018 aangenomen motie Van der Lee c.s. (Kamerstuk 30 175, nr. 271) over het afbouwen van fiscale prikkels die Nederlandse klimaatdoelen tegenwerken
nog niet goed is uitgevoerd?
Antwoord 1
Dit kabinet werkt aan het afbouwen van fiscale regelingen die impact hebben op het
fossiele energiegebruik. Zo worden de vrijstellingen voor mineralogische en metallurgische
procedés afgeschaft. De bestaande inputvrijstelling op aardgasverbruik voor installaties
van warmtekrachtkoppeling wordt beperkt, en het verlaagde tarief in de energiebelasting
op aardgas voor de sector glastuinbouw wordt afgeschaft. Andere regelingen komen ten
dele voort uit internationale verdragen en kunnen door Nederland niet eenzijdig worden
beëindigd. Daarnaast zet het kabinet in op het afschaffen op Europees niveau van uitzonderingen
die voortkomen uit de Richtlijn Energiebelastingen, waardoor het gelijke speelveld
voor Nederlandse bedrijven ten opzichte van hun Europese concurrenten kan worden bestendigd
en geen koolstoflekkage optreedt. Het kabinet heeft verder toegezegd om dit voorjaar
te komen met een plan van aanpak voor meer transparantie over de fossiele subsidies.
Daarbij zal ook aandacht zijn voor het meer in detail per maatregel toelichten wat
de redenen zijn dat regelingen (nog) niet zijn afgeschaft. Daarbij is onder meer relevant
dat sommige regelingen zien op het voorkomen van dubbele belasting en kan ook de samenhang
met andere beprijzingsinstrumenten (denk aan het EU-ETS) een rol spelen. In het plan
van aanpak zal ook worden ingegaan op de mogelijkheden voor afbouw van fossiele regelingen,
mede in het licht van het aankomende voorjaarspakket klimaatmaatregelen.
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom er ondanks deze aangenomen motie nog steeds een aanzienlijke
lijst van vrijstellingen is voor het gebruik van fossiele energie1? Kunt u per vrijstelling beargumenteren waarom de vrijstelling niet is afgeschaft?
Zijn er nog andere vrijstellingen of voordelen voor fossiele energie?
Antwoord 2
Zie antwoord op vraag 1
Vraag 3
Deelt u de mening van onder andere de secretaris-generaal van de Verenigde Naties
António Guterres2 en het IMF3 dat we in plaats van fossiele energie te subsidiëren we deze subsidies veel beter
voor hernieuwbare energie kunnen gebruiken?
Antwoord 3
Ja, die mening deel ik. Het kabinet zet zowel nationaal als Europees in op het verminderen
en afschaffen van regelingen die ook – indirect – impact hebben op het gebruik van
fossiele energiedragers. Het kabinet zet overigens fors in op de verdere stimulering
van de verduurzaming van de energievoorziening, onder andere door het Klimaatfonds
met een budgettair beslag van 35 miljard euro in de periode 2023–2030 en een openstellingsbudget
van de SDE++ met 8 miljard euro dit jaar.
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van de 25 bedrijven met de grootste CO2-uitstoot van Nederland en uitgebreid toelichten welke vrijstellingen, subsidies en
andere voordelen van toepassing zijn op deze bedrijven? Hoeveel financieel voordeel
hebben deze bedrijven in totaal van deze regelingen gehad in het meest recente jaar
waarover cijfers bekend zijn?
Antwoord 4
Op haar website heeft de Nederlandse Emissieautoriteit de CO2-emissiecijfers over 2021 gepubliceerd4. Op basis van dit overzicht zijn 25 grootste CO2-uitstootinstallaties van Nederland de navolgende:
Naam installatie
Emissie 2021 (in ton CO2)
Tata Steel IJmuiden bv
5.957.320
RWE Eemshaven centrale
5.306.014
Chemelot
4.501.697
Shell Nederland Raffinaderij B.V.
4.377.123
Vattenfall Power Velsen
4.026.054
Uniper Centrale Maasvlakte
3.927.590
Dow Benelux B.V.
3.911.793
Yara Sluiskil B.V.
3.190.000
Shell Nederland Chemie B.V., vestiging Moerdijk
2.571.692
ESSO Raffinaderij Rotterdam
2.380.054
BP Raffinaderij Rotterdam B.V.
2.117.592
Power Plant Rotterdam B.V.
1.849.985
Vattenfall Power IJmond
1.738.870
Energie Productie Clauscentrale
1.676.716
Zeeland Refinery N.V.
1.469.808
Enecogen
1.429.012
ENGIE Eemscentrale
1.354.285
Vattenfall Magnum Centrale Eemsmond
1.285.081
Sloe Centrale B.V.
1.271.418
Vattenfall Centrale Diemen
1.265.502
Pergen VOF
1.209.448
Air Liquide Industrie B.V., vestiging Botlek-Rotterdam
1.164.455
ENGIE Maximacentrale
949.882
Air Products Nederland B.V., Locatie Botlek (Botlekweg)
738.271
Vattenfall Centrale Hemweg
686.732
De betreffende bedrijven achter deze aansluitingen zijn enerzijds elektriciteitscentrales
en anderzijds industriële bedrijven. Mogelijke vrijstellingen, subsidies en andere
voordelen waar deze bedrijven in 2021 gebruik van konden maken, zijn:
Vrijstellingen
– Vrijstelling voor energie-intensieve processen – duaal verbruik kolen
– Het duaal gebruik van kolen, dat wil zeggen gebruik als zowel brandstof als grondstof,
is vrijgesteld van energiebelasting. Het duaal verbruik van kolen valt buiten de werkingssfeer
van de Richtlijn energiebelastingen en wordt door de meeste Europese lidstaten niet
belast.
– Vrijstelling voor energie-intensieve processen – vrijstelling industriële processen
– Dit betreft de toegekende vrijstellingen van de heffing van energiebelasting op aardgas
voor mineralogische en metallurgische processen respectievelijk de vrijstelling van
de heffing van energiebelasting op elektriciteit voor metallurgische processen. Ook
de vrijstelling van energiebelasting voor elektriciteit gebruikt voor chemische reductie
en elektrolytische processen maakt onderdeel uit van deze post. Het verbruik van energieproducten
voor deze processen valt buiten de werkingssfeer van de Richtlijn energiebelastingen
en worden door de meeste Europese lidstaten vrijgesteld. Het kabinet is voornemens
de vrijstellingen in de energiebelasting voor metallurgische en mineralogische procedés
per 2025 af te schaffen.
– Vrijstelling gebruik van aardgas en kolen voor elektriciteitsopwekking.
– Gedachte achter deze vrijstellingen is dat wordt voorkomen dat zowel belasting wordt
geheven op de kolen en gas als de elektriciteit die daarmee wordt opgewekt en geleverd
via het net. Een deel van de gebruikte aardgas en kolen ziet echter op de opwekking
van warmte en elektriciteit voor eigen gebruik die niet worden belast. Het voorkomen
van dubbele belasting volgt uit de Richtlijn energiebelastingen.
– Raffinaderijvrijstelling
– Voor een toelichting op de raffinaderijvrijstelling verwijs ik u naar het antwoord
op vraag 5.
Andere voordelen
Andere mogelijke voordelen waar betreffende bedrijven mogelijkerwijs gebruik van kunnen
maken zijn:
– Teruggaafregeling energiebelasting energie-intensieve industrie elektriciteit onder
voorwaarden (inmiddels afgeschaft)
– Teruggaaf gold tot en met 2021 voor energie-intensieve bedrijven voor het verbruik
van elektriciteit boven 10 miljoen kWh. Voorwaarden: het bedrijf is conform de definitie
in de Richtlijn energiebelastingen aan te merken als energie-intensief bedrijf. Tevens
is men deelnemer aan de convenanten MJA-3 of MEE: via deze convenanten wordt extra
energiebesparing bij de betrokken bedrijven bevorderd. Deze deelname is de tegenprestatie
om voor de teruggaafregeling in aanmerking te komen. Deze convenanten en daarmee ook
de teruggaaf zijn met ingang van 1 januari 2022 vervallen. De teruggaafregeling elektriciteit
energie-intensieve processen is per 1 januari 2023 uit de wet gehaald naar aanleiding
van een aangenomen amendement van Van Raan op het pakket Belastingplan 2022 (Kamerstuk
35 927, nr. 21).
– Investeringsaftrek t.b.v. opsporen en winning aardgas kleine velden Noordzee
– Deze investeringsaftrek is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 in werking
getreden. De investeringsaftrek kan worden toegepast op het winstaandeel, wat een
extra heffing voor mijnbouwbedrijven is krachtens de Mijnbouwwet naast de vennootschapsbelasting.
Met de investeringsaftrek wordt beoogd het opsporen en winnen van aardgas uit de kleine
velden in de Noordzee te stimuleren. De verwachting is dat aardgas de komende decennia
nog noodzakelijk is voor bijvoorbeeld de productie van elektriciteit en de energie-
en warmtebehoefte van huishoudens in Nederland. Zolang er in Nederland nog vraag is
naar aardgas, geeft het kabinet de voorkeur aan gaswinning uit de Nederlandse kleine
velden onder de Noordzee, omdat aardgas nog een belangrijke rol speelt in de energietransitie
en productie in eigen land Nederland minder afhankelijk maakt van import van aardgas
uit landen zoals Rusland. Productie in eigen land draagt daarmee bij aan energieleveringszekerheid.
Daarnaast zorgt gaswinning uit Nederlandse kleine velden voor behoud van kennis van
de diepe ondergrond en aanwezige gasinfrastructuur De CO2-voetafdruk van geïmporteerd gas is door de lange transportafstanden ook aanzienlijk
groter dan die van in Nederland gewonnen gas.
– Degressief tarief energiebelasting
– De energiebelasting kent een degressief karakter om rekening te houden met de internationale
concurrentiepositie van grootverbruikers en het risico op weglek van CO2-uitstoot te beperken.
– Exportkredietverzekering (ekv)
Ekv-steun voor projecten in de internationale fossiele energiesector is per 1 januari
2023 beëindigd behoudens een aantal uitzonderingen. Exporttransacties die leiden tot
verbetering van milieuprestaties bij bestaande fossiele projecten, komen bijvoorbeeld
wel nog in aanmerking voor de ekv. Voor aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari
2023, geldt een transitietermijn van één jaar. Deze fossiele projecten kunnen tot
eind 2023 in aanmerking komen voor een verzekeringspolis.
– Subsidies
In Nederland gevestigde bedrijven staat een breed scala aan subsidies ter beschikking5. Op de betreffende bedrijven zijn waarschijnlijk gerichte steun (zoals Corona steun),
de subsidies inzake klimaat en energie, internationaal ondernemen en innovatie en
onderzoek het meest van toepassing.
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van de 25 bedrijven met de grootste CO2-uitstoot van Nederland en uitgebreid toelichten welke vrijstellingen, subsidies en
andere voordelen van toepassing zijn op deze bedrijven? Hoeveel financieel voordeel
hebben deze bedrijven in totaal van deze regelingen gehad in het meest recente jaar
waarover cijfers bekend zijn?
Antwoord 4
Op de aanspraak van individuele bedrijven op vrijstellingen, subsidies en andere voordelen,
voor zover bekend, kan ik uit hoofde van vertrouwelijkheid niet ingaan. Dit geldt
ook voor het totaal van de hierboven weergegeven 25 bedrijven.
Vraag 5
Kunt u een uitgebreide toelichting geven op de werking van de raffinaderijvrijstelling?
In hoeverre klopt de inschatting van onderzoeker Alman Metten dat dankzij deze vrijstelling
in 2019 1.445 miljoen euro is misgelopen6?
Antwoord 5
In de volksmond wordt gesproken van een vrijstelling maar dat is het feitelijk niet.
De «raffinaderijvrijstelling» houdt in dat het verbruik van energieproducten binnen
een bedrijf dat energieproducten produceert, niet wordt beschouwd als belastbaar feit
voor de accijns respectievelijk de energiebelasting. Bedrijven die energieproducten
produceren, betrekken doorgaans minerale oliën en gassen in een raffinageproces (input)
om uiteindelijk andere energieproducten te produceren of te verwerken (output). Het
gaat dan bijvoorbeeld om minerale oliën en gassen die worden gebruikt als verwarmingsbrandstof
in fornuizen van de betreffende fabrieken. De uiteindelijk geproduceerde energieproducten
(output) zijn belastbaar met accijns of energiebelasting.
Voor zelf geproduceerde energieproducten die worden verbruikt binnen een bedrijf dat
energieproducten produceert is de «raffinaderijvrijstelling» verplicht op basis van
de Europese Richtlijn energiebelastingen. Voor ingekochte energieproducten (van buiten
het bedrijf komend) binnen een bedrijf dat energieproducten produceert, is de keuze
aan de lidstaten of deze vrijstelling wordt toegepast. Voor het gebruik van gas bij
de productie van energieproducten geldt de vrijstelling alleen voor zelf geproduceerd
gas. Het gebruik van ingekocht gas voor de productie van energieproducten is belastbaar
met energiebelasting. Voor het gebruik van minerale oliën bij de productie van energieproducten
geldt de vrijstelling voor zowel ingekochte als zelf geproduceerde minerale oliën.
In de Nederlandse regelgeving is opgenomen dat het gehele verbruik van de energieproducten
als input is vrijgesteld van accijns en de energiebelasting indien de output van de
fabriek ten minste 30% uit energieproducten bestaat. In Nederland is het daarnaast
voor deze fabrieken mogelijk om het eigen verbruik van minerale oliën als input via
een energiebalans toe te rekenen aan de productie van minerale oliën. Deze mogelijkheid
tot ruimer gebruik van de vrijstelling, is niet verplicht op basis van de richtlijn
Energiebelastingen.
Omdat er geen rapportageverplichting bestaat voor het toepassen van het voorgaande,
beschikken het CBS en de Belastingdienst niet over de gegevens om een raming te maken
van het budgettaire beslag van de vrijstelling. In het kader van het plan van aanpak
voor meer transparantie bij fossiele subsidies gaan we nog eens proberen om gegevens
over deze regeling boven tafel te krijgen om zo een inschatting van het budgettaire
beslag te kunnen maken. Hierop zal worden teruggekomen in de eerder genoemde Kamerbrief
van dit voorjaar.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken rondom gratis emissierechten? Hoeveel gratis emissierechten
zijn er in 2021 en 2022 toegekend aan Nederlandse bedrijven? Welke waarde vertegenwoordigt
dit? Aan welke bedrijven zijn deze gratis emissierechten toegekend?
Antwoord 6
In 2021 en 2022 zijn respectievelijk 38,3 en 38,8 miljoen ETS-rechten gratis toegewezen,
ongeveer de helft van het totaal aan emissies binnen het EU-ETS. De gemiddelde ETS-veilingprijs
bedroeg in 2021 ca. 54 euro en in 2022 ca. 82 euro. De waarde die de gratis toegewezen
rechten vertegenwoordigde in het jaar van uitkeren komt daarmee uit op ca. 2,1 miljard
euro in 2021 en ca. 3,2 miljard euro in 2022. Voor elektriciteitsproductie worden
geen gratis rechten verstrekt. De gratis rechten worden toegewezen aan bedrijven in
het EU ETS die bloot staan aan een risico op koolstoflekkage. De herziening van het
EU ETS in het kader van Fit for 55 heeft het systeem van gratis rechten verder aangescherpt.
Zo worden gratis rechten uitgefaseerd: voor de luchtvaart tussen 2024 en 2026, en
voor sectoren die vallen onder de Carbon Border Adjustment Mechanism tussen 2026 en
2034.
Vraag 7
Welke doeleinden zijn er voor niet-zakelijk gebruik van meer dan 10 miljoen kWh? Kunt
u een overzicht geven van bedrijven die hieronder vallen?
Antwoord 7
Het onderscheid tussen zakelijk en niet-zakelijk gebruik in de energiebelasting komt
voort uit de Europese Richtlijn Energiebelastingen. In de Nederlandse situatie komt
niet-zakelijk gebruik met een verbruik boven 10 miljoen kWh feitelijk niet voor.
Vraag 8
Welke bedrijven maken gebruik van de indirecte kostencompensatie Emission Trade System
(ETS)? Welke andere EU-lidstaten passen de indirecte kostencompensatie ETS toe?
Antwoord 8
Op dit moment maken 62 bedrijven gebruik van de regeling. Het gaat om bedrijven binnen
de sectoren chemie, staal, en raffinaderijen. Ook België, Duitsland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Italië, Luxemburg, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, en Tsjechië
maken van de regeling gebruik.
Vraag 9
Kunt u een volledige lijst geven van producten die gemaakt worden door mineralogische
en metallurgische processen, chemische reductie en elektrolytische processen en kunt
u een lijst geven van bedrijven die onder deze vrijstellingen vallen?
Antwoord 9
De vrijstellingen voor mineralogische en metallurgische processen in de energiebelasting
zijn van toepassing op bedrijven die volgens de Standaard Bedrijfsindeling van het
Centraal Bureau voor de Statistiek behoren tot code 23, 24 of 25. Dit zijn:
– Code 23 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten. Deze afdeling
omvat onder andere de vervaardiging van glas, keramische producten, cement, kalk en
gips, producten van beton, gips en cement, en natuursteenbewerking.
– Code 24 Vervaardiging van metalen in primaire vorm. Deze afdeling omvat de vervaardiging
van ijzer, staal en non-ferrometalen. Tevens omvat deze afdeling het vervaardigen
van stalen buizen, pijpen, holle profielen en fittings.
– Code 25 Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en apparaten). Deze
afdeling omvat onder andere de vervaardiging van metalen producten voor de bouw, reservoirs,
ketels, radiatoren, bestek, hang- en sluitwerk en overige producten van metaal.
Energiebedrijven zijn belastingplichtig en doen aangifte voor de energiebelasting.
Een lijst van de precieze bedrijven die onder de bovengenoemde vrijstellingen vallen
is niet beschikbaar.
Vraag 10
Wat is de omvang van de vrijstelling op niet-energetisch verbruik van energie?
Antwoord 10
De gevraagde omvang is om meerdere redenen niet goed te geven. Anders dan bij minerale
oliën die worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als brandstof, zijn er
in de Wet op de Accijns geen tarieven vastgelegd voor producten voor niet-energetisch
gebruik. Het betreft dus geen vrijstelling in de letterlijke zin van het woord maar
valt buiten de grondslag van de accijns. Het bedrag dat aan het niet belasten van
non-energetisch verbruik van minerale oliën kan worden gekoppeld, hangt daardoor af
van een aantal keuzes die zouden moeten worden gemaakt bij het gaan belasten van deze
producten. Dit betreft onder meer het tarief, de grondslag en het belastbaar feit.
Het feit dat hierin verschillende mogelijkheden zijn, maakt dat de belasting van niet-energetisch
gebruik van minerale oliën niet eenvoudig te becijferen is.
Voor niet energetisch of duaal gebruik van kolen en aardgas is eenvoudiger aan te
geven wat de opbrengst zou zijn als dit gebruik zou worden belast tegen de tarieven
die in de kolen- en energiebelasting worden gehanteerd voor energetisch gebruik van
kolen een aardgas. Het budgettaire belang zou met die tarieven uitkomen op respectievelijk
circa € 25 miljoen en circa € 60 miljoen.
Vraag 11
Kunt u de vragen per stuk beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.