Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 191 Regels omtrent de instelling van een adviescollege voor de algehele verbetering en beheersing van ICT-projecten en informatiesystemen bij de centrale overheid (Wet Adviescollege ICT-toetsing)
Nr. 5 VASTGESTELD
Ontvangen 19 oktober 2022
De vaste commissie voor Digitale Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van
bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
I.
Algemeen deel
1
1.
Inleiding
2
2.
Onafhankelijk adviescollege
2
3.
Taakomschrijving Adviescollege ICT-toetsing
3
4.
Samenstelling van het Adviescollege
4
5.
Advies en consultatie
4
6.
Overig
4
II.
Artikelsgewijs
5
I. ALGEMEEN DEEL
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Regels
omtrent de instelling van een adviescollege voor de algehele verbetering en beheersing
van ICT-projecten en informatiesystemen bij de centrale overheid (Wet Adviescollege
ICT-toetsing). Deze leden kunnen zich vinden in het wetsvoorstel en hebben hierover
nog een enkele vraag en opmerking.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
Deze leden zijn van mening dat een adviescollege voor de ICT-projecten en informatiesystemen
zo onafhankelijk mogelijk zou moeten zijn en zijn dus positief jegens het wetsvoorstel.
Wel willen deze leden de regering nog enkele vragen stellen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben daarover
enkele vragen. Deze leden willen allereerst benadrukken dat het werk van het Adviescollege
ICT-toetsing (hierna het Adviescollege) van grote waarde is. In de regel zouden de
adviezen en aanbevelingen van het Adviescollege altijd opgevolgd moeten worden, voor
zover dat niet al gebeurt. Ziet de regering mogelijkheden om dat verder te bevorderen,
anders dan daartoe een harde verplichting op te nemen in de wet? Ziet de regering
in dat kader nog mogelijkheden om de daadwerkelijke opvolging/implementatie van de
adviezen en aanbevelingen van het Adviescollege toetsbaar te maken?
De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel
en steunen de inzet van het kabinet om het Adviescollege een permanente status te
geven. Deze leden hebben nog enkele vragen over het wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie hebben de Wet Adviescollege ICT-toetsing gelezen en maken
van de gelegenheid gebruik om nog enkele opmerkingen en vragen te maken. Deze leden
erkennen de toegevoegde waarde van het Adviescollege en betreuren tegelijkertijd dat
er binnen het Rijk niet voldoende kennis en kunde aanwezig lijkt te zijn om ICT-projecten
uit te voeren. Deze leden vragen in dat kader hoe wordt gewaarborgd dat, zeker gezien
de adviestaak van het Adviescollege, er wel voldoende toezicht blijft op de uitvoering
van ICT-projecten en hoe dit toezicht nu praktisch en in theorie geregeld is. Wat
is bijvoorbeeld nog de rol van de Minister van Binnenlandse Zaken?
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie merken op dat het permanente Adviescollege ICT-toetsing
niet valt onder artikel 79 van de Grondwet en dat ook de Kaderwet adviescolleges niet
van toepassing is. Wat voor soort adviescollege wordt dan het Adviescollege ICT-toetsing,
zo vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie vragen of de regering een overzicht kan geven van de belangrijkste
inhoudelijke wijzigingen in het wetsvoorstel ten opzichte van het Instellingsbesluit
Adviescollege ICT-toetsing.
2. Onafhankelijk adviescollege
De leden van de VVD-fractie kunnen zich vinden in de reactie van de regering op het
advies van de Raad van State waarin wordt ingegaan op de wettelijke verankering van
de permanente status van het Adviescollege. Deze leden achten het van belang dat dit
college onafhankelijk advies kan geven over ICT-aangelegenheden en zijn daarom ook
voorstander van de onafhankelijke positionering van het adviescollege ICT-toetsing.
De leden van de D66-fractie lezen over de keuze van de regering voor een onafhankelijk
adviescollege, om belangenverstrengeling of de schijn daarvan te voorkomen. Deze leden
vragen waarom er voor deze organisatievorm is gekozen. Kan de regering dit toelichten?
Is er ook onderzoek gedaan naar andere organisatievormen? Wat heeft de doorslag gegeven
in de keuze voor een onafhankelijk adviescollege? Deze leden vragen wat de gevolgen
zullen zijn van het buiten de ministeriële verantwoordelijkheid zetten van zo’n essentieel
onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering, graag een toelichting.
De leden van de SP-fractie ondersteunen de onafhankelijkheid van het Adviescollege.
Tegelijkertijd merken deze leden op dat het van belang is dat het Adviescollege ook
in praktijk in staat is hun taken uit te kunnen voeren. Kan hier nader op worden ingegaan?
Kan het Adviescollege de huidige taak goed uitvoeren, qua middelen en capaciteit?
Deze leden vragen hier ook naar met het oog op de toenemende ICT-vraag vanuit de overheid.
In hoeverre kan er bijvoorbeeld ook bespaard worden op externe adviezen op het gebied
van ICT, door dure consultancybureaus, als we het Adviescollege verder versterken?
Als laatste vragen deze leden of het Adviescollege bijvoorbeeld ook toetst waarom
en hoe het project «Open op Orde» zoveel meer gaat kosten. Zo nee, kan er toegelicht
worden waarom hierover onder deze wet dan niet geadviseerd zou worden?
3. Taakomschrijving Adviescollege ICT-toetsing
De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen over de taken van het Adviescollege.
Deze leden lezen dat het Adviescollege adviseert op verzoek van de Eerste en Tweede
Kamer en de verantwoordelijke Ministers. Ook kan het Adviescollege uit eigen beweging
een type 2-en type 3-advies uitbrengen. Kan de regering toelichten waarom hiervoor
is gekozen? Waarom kan het Adviescollege niet uit eigen beweging adviezen geven over
een ICT-project of informatiesysteem van de politie of de Raad voor de rechtspraak?
Daarnaast is het voor deze leden niet duidelijk welke overwegingen ten grondslag van
de reikwijdte van de taken van het college liggen, dus over welke overheidsinstanties
mag het college adviseren, en waarom en op basis waarvan zijn deze gekozen? Wat deze
leden missen in het voorstel is een adviestaak betreffende ICT of digitalisering in
wetgevingstrajecten. Steeds vaker worden er wetten gemaakt met een digitaal component
(expliciet, en soms impliciet). Deze leden zien hier een rol voor het Adviescollege
in, waarbij het Adviescollege, gevraagd of ongevraagd de Tweede Kamer of de regering
kan adviseren over ICT in wetten, zoals algoritmes. Hoe kijkt de regering hier tegenaan?
Is de regering bereid dit ook in overweging te nemen? Zo nee, kan de regering dan
uitleggen waarom niet?
De leden van de PVV-fractie vragen of dit wetsvoorstel in voldoende mate «toekomst-proof»
is, met name gezien de uitbreiding van het takenpakket en de werklast van het Adviescollege.
Kan de regering daar een reflectie op geven? Moet de eerste evaluatie van deze wet
niet eerder plaatsvinden dan over vier jaar? Aangezien het Adviescollege al «up en
running» is en er dus geen sprake is van een aanlooptijd zien deze leden liever een
evaluatie over twee jaar.
De leden van de CDA-fractie lezen in de toelichting dat departementen verplicht zijn
om projecten met een ICT-component van meer dan vijf miljoen euro aan te melden voor
advies van het Adviescollege. Deze leden lezen in de jaarrapportage 2021 van het Adviescollege
dat dit heeft geleid tot 43 adviesaanvragen en 14 uitgebrachte adviezen. Deze leden
constateren dat dus over tweederde van de aanvragen geen advies wordt uitgebracht.
Deze leden hechten net als de regering veel waarde aan het advies van het Adviescollege
en vragen daarom of de regering het wenselijk acht dat het Adviescollege over alle
aanvragen advies uitbrengt. Deze leden vragen verder waarom er nu niet over alle aanvragen
advies wordt uitgebracht. Deze leden maken zich in toenemende mate zorgen over de
strategische autonomie van Nederland en Europa, niet in de laatste plaats op het gebied
van digitale technologie. Deze leden vragen daarom of het Adviescollege in haar adviezen
op dit moment aandacht heeft voor deze problematiek, bijvoorbeeld als het gaat om
de aanbesteding en inkoop van ICT-hardware en/of software afkomstig uit landen buiten
Europa. Deze leden vragen of regering het met hen eens is dat hier aandacht voor moet
zijn, en of hierover bijvoorbeeld in de taakomschrijving of werkwijze van het Adviescollege
kaders opgenomen zouden moeten worden.
De leden van de SP-fractie willen graag van de gelegenheid gebruik maken enkele verduidelijkende
vragen te stellen. Zo vragen deze leden waarom het Adviescollege geen advies uitbrengt
over ICT of informatiesystemen die onderdeel zijn van een wapensysteem van Defensie.
Tevens vragen deze leden waarom er is gekozen voor een grens van vijf miljoen euro,
voor ICT-projecten waarover geadviseerd wordt door het Adviescollege. Waarom is dit
bijvoorbeeld geen twee of drie miljoen euro?
4. Samenstelling van het Adviescollege
De leden van de PVV-fractie vragen of de regering kan aangeven of een eenmalige herbenoeming
van vier jaar niet een mogelijke belemmering kan blijken, aangezien de juiste expertise
en voldoende mankracht voor het Adviescollege de komende jaren een lastige opgave
zal zijn en het dus van belang is om bestaande expertise te behouden. Moet er in het
wetsvoorstel niet een mogelijkheid open gehouden worden voor een tweede herbenoeming,
van desnoods twee jaar?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de regering, bij monde van de Staatssecretaris
Digitalisering, in het debat over informatiehuishouding op 13 april 20221 heeft aangegeven dat tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel nader gesproken
zou moeten worden over de vraag of het Adviescollege voldoende omvang en capaciteit
heeft. Deze leden vragen of de regering op dit moment vindt dat het Adviescollege
voldoende omvang heeft. Deze leden vragen of het aantal uitgebrachte adviezen ten
opzichte van het aantal aanvragen aanleiding geeft om uitbreiding van het Adviescollege
te overwegen. Zo ja, hoeveel extra capaciteit is er nodig?
De leden van de SP-fractie vragen naar onderliggende onderbouwing van het afwijken
van de benoemingstermijn. Er wordt aangegeven dat dit te maken heeft met de snelle
ontwikkelingen op ICT-gebied maar deze leden vinden deze onderbouwing te mager. Er
zijn immers veel meer terreinen waar ontwikkelingen snel gaan. Daarbij valt er ook
iets te zeggen voor continuïteit in adviezen en de meerwaarde van ervaring.
5. Advies en consultatie
De leden van de CDA-fractie lezen in de reactie van de politie dat hun zorgen over
de taakuitbreiding van het Adviescollege voortkomen uit het gesignaleerde gebrek aan
capaciteit en vragen of de regering hier nog op kan reflecteren, aangezien deze leden
dit missen in de toelichting.
6. Overig
De leden van de D66-fractie hebben tot slot nog vragen over de evaluatie van deze
wetswijziging. Kan de regering aangeven wat de evaluatietermijn is? Hoe gaat de regering
het functioneren van het Adviescollege evalueren?
II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel VII
De leden van de PVV-fractie vragen wat de definitie is van «onderhoud- en beheersactiviteiten
van een informatiesysteem», zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 sub 3. Kan de regering
aangeven welk soort activiteiten hieronder vallen? Wat is de reden dat dit begrip
niet duidelijker omschreven wordt in de wet?
De voorzitter van de commissie, Kamminga
De adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Kamminga, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
I. van Tilburg, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.