Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) 2023 (Kamerstuk 32637-505)
2022D41722 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief betreffende
de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) in 2023 (Kamerstuk 32 637, nr. 505).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister
6
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met enige zorg kennisgenomen van onderhavige brief.
Voor onze toekomstige banen en boterhammen en om de grote uitdagingen van morgen aan
te gaan zijn innovatieve bedrijven hard nodig. De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk
(WBSO) ondersteunt het Nederlandse bedrijfsleven om vernieuwende producten en diensten
te blijven ontwikkelen en draagt effectief bij ons investeringsklimaat. Vanuit die
grondhouding hebben deze leden enkele vragen over deze brief.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er in 2021 meer dan 20.000 bedrijven gebruik
hebben gemaakt van de WBSO. Kan de Minister meer informatie geven over de sectoren
waar deze bedrijven in opereren? Kan de Minister hierin een nadere uitsplitsing maken?
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister hoeveel bedrijven er in totaal een
WBSO-aanvraag hebben ingediend. Hoe hoog is dit aantal? Hoeveel bedrijven hebben geen
WBSO-middelen gekregen? Wat zijn de belangrijkste redenen om een WBSO-aanvraag af
te keuren? Hoe wordt hierover met aanvragers van de WBSO gecommuniceerd?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet heeft besloten tot het niet toepassen
van een parameteraanpassing in 2023, wat mogelijk leidt tot een fors tekort in budget.
Deze leden vragen de Minister hoe zij tot deze afweging is gekomen, mede vanwege het
feit dat deze regeling tot bewezen successen leidt.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of zij verwacht dat een aanpassing
in 2024 wel noodzakelijk en mogelijk is. Zo ja, hoe kan deze aanpassing eruit komen
te zien? Wat merken bedrijven hier concreet van? Wanneer zal hier uitsluitsel over
zijn?
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister wanneer zij verwacht met een structurele
oplossing te komen om de tekorten op te vangen die ontstaan met betrekking tot de
WBSO. Zijn er al denkrichtingen om te komen tot een structurele oplossing? Kan de
Minister een aanzet van deze denkrichtingen delen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met gemengde gevoelens kennisgenomen van de onderhavige
brief. Zij zijn teleurgesteld dat het budget van de WBSO de komende jaren niet toereikend
zal zijn, maar zijn hoopvol dat de Minister nog met oplossingen komt om dit tekort
op te lossen. Deze leden willen de Minister nog enkele verdiepende vragen voorleggen.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat continuïteit van de
WBSO belangrijk is omdat innovatie vaak vraagt om investeringen met een lange looptijd.
Zij onderschrijven net als de Minister de continuïteit van de WBSO. Toch nemen zij
ook kennis van de voorspelling dat de WBSO vanaf 2023 met tekorten te maken zal hebben.
De leden zijn huiverig voor de gevolgen van de krapte van het budget. Is het voor
de Minister inzichtelijk wat het gevolg zal zijn van de tekorten in de WBSO? Kunnen
de gevolgen van de krapte van het WBSO-budget vanuit een andere financiering worden
geminimaliseerd? Zo ja, welke financieringen sluiten het best aan om ondernemers bij
te staan in hun ontwikkelwerkdoelgroep? Kan de Minister concretiseren hoeveel ondernemers
en projecten hierdoor niet worden gestimuleerd in hun innoverende ontwikkelingen?
De leden van de D66-fractie lezen dat de stimulering van innovatie vanuit de WBSO
in reële termen steeds kleiner wordt. Onderuitputting lijkt daarnaast onwaarschijnlijk
door de hoge inflatie. Deze leden vinden dat er moet worden voorkomen dat het tekort
in 2024 en de jaren erna fors oploopt. Het moet daarnaast te allen tijde voorkomen
worden dat dit in 2024 en de jaren erna leidt tot neerwaartse parameteraanpassingen.
Het is goed om te lezen dat de Minister in gesprek is om tot een meer structurele
oplossing te komen. Deze leden vragen de Minister wat daarbij haar inzet is. Is zij
voornemens om voldoende gelden beschikbaar te maken zodat de parameters nu (tijdelijk)
omhoog kunnen en in en na 2024 minstens stabiel blijven? Wat zouden de gevolgen van
een dergelijke uitwerking zijn op het budget? Deze leden verzoeken de Minister bij
de beantwoording een update van deze gesprekken te voegen. Is de Minister hiertoe
bereid?
De leden van de D66-fractie nemen kennis van de beslisnota waarin uiteen wordt gezet
dat een meer structurele oplossing zou kunnen betekenen dat de regeling geïndexeerd
wordt, dat grondslagversmalling plaatsvindt, dat parameters worden aangepast of dat
incidenteel extra geld kan worden ingezet. Wat zijn de uitkomsten van deze diverse
oplossingen? Welke oplossing geniet bij de Minister de voorkeur? Welke oplossing leidt
tot de meeste continuïteit van de WBSO? Overweegt de Minister bijvoorbeeld een structurele
budgetverhoging? Welke opties worden verkend in het geval van grondversmalling?
De leden van de D66-fractie zijn verontrust over de berichten over de gevolgen van
de inflatie voor de WBSO. De WBSO blijkt niet geïndexeerd te worden. Voor deze leden
is de WBSO een onmisbaar onderdeel van het innovatiebeleid. Wat gaat de Minister doen
voor ondernemers en bedrijven die gerekend hebben op ondersteuning uit de WBSO voor
hun toekomstige ontwikkelingen? De Minister geeft aan dat voor de lange termijn kwantitatief
nog geen inschatting kan worden gemaakt van het effect van inflatie. Verwacht wordt
dat dit met de huidige tendens zal leiden tot een soberdere regeling en dat hierdoor
investeringen uitblijven of worden uitgesteld. Wat is hiervan het effect op de 20.000
ondernemingen die jaarlijks gebruik maken van de WBSO om te innoveren of te onderzoeken?
De leden van de D66-fractie vinden het tot slot belangrijk om vooruit te kijken. Indien
er tekorten blijven bestaan in de WBSO-regeling, overweegt de Minister dan het uitsluiten
van bepaalde WBSO-activiteiten? Zo ja, welke opties worden hierin verkend? Kan (een
deel van) het WBSO-budget bijvoorbeeld worden gereserveerd voor innovatieve ontwikkelingen
die tot verduurzaming leiden? Is de Minister voornemens om deze optie te verkennen?
In het beste geval wordt de WBSO op volle kracht doorgezet met voldoende budget. Is
de Minister in dat geval bereid om te onderzoeken of er een groene tak van de WBSO
kan worden opgezet, waarbij het budget wordt gereserveerd voor specifiek duurzame
doeleinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan de Kamer een dergelijke uitwerking
tegemoetzien?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. De leden
van de CDA-fractie hechten groot belang aan het stimuleren van research and development
(R&D) en innovatie en zijn dan ook blij dat de regeling zo in trek is. De leden van
de CDA-fractie vragen of de Minister het belang van de WBSO als stimulans van innovatie
van het Nederlandse bedrijfsleven erkent en of de Minister het met de leden van de
CDA-fractie eens is dat de regeling goed functioneert en ook doelmatig is.
De leden van de CDA-fractie hebben enkele zorgen over de in de brief genoemde opmerkingen
over het budget voor de WBSO. Deze leden lezen dat er voor 2023 een geschat tekort
is van 13 miljoen euro. Zij vragen of de Minister kan toelichten waarom is besloten
dit tekort niet te dekken volgens de budgetsystematiek. Deze leden vragen ook of dit
betekent dat er voor ondernemers in de praktijk minder budget overblijft voor de WBSO
en, zo ja, of de Minister de mening deelt dat dit onwenselijk is.
De leden van de CDA-fractie lezen ook dat het tekort voor de WBSO bij ongewijzigd
beleid in 2024 en daarna fors op kan lopen en dat dit zal nopen tot ofwel neerwaartse
parameteraanpassingen of het anderszins minder aantrekkelijk maken van de regeling.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan toelichten wat hier precies
mee wordt bedoeld. Deze leden vragen ook hoe deze zinsnede in lijn is met het standpunt
van het kabinet dat een stabiel investerings- en innovatieklimaat van belang is. De
leden van de CDA-fractie vragen verder hoe de Minister het tekort en het geschetste
perspectief voor de WBSO voor de komende jaren rijmt met behalen van de Lissabondoelstelling,
zoals ook vastgelegd in het coalitieakkoord. De leden van de CDA-fractie vragen of
de Minister zich ten volle inspant, ook binnen het kabinet, om ervoor te zorgen dat
het budget voor de WBSO niet wordt uitgehold.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
brief.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of nieuwe, startende ondernemers en
onderzoekers aanspraak maken op de WBSO of dat het vooral gevestigde partijen betreft.
Deze leden vragen daarom of het mogelijk is om een overzicht te krijgen van de hoeveelheid
projecten die aanspraak maken op de WBSO, uitgesplitst naar het aantal personeelsleden.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom het meeste geld van de WBSO toegekend
wordt aan «mechanische techniek», waaronder lucht- en ruimtevaart valt. In hoeverre
betreft dit onderzoek, verricht door kleine onderzoekers waarvan de uitkomsten vooral
ten goede komen aan grote bedrijven. Deze leden vragen of deze publieke investering
via de WBSO derhalve niet leidt tot private winsten bij grote bedrijven.
De leden van de SP-fractie constateren dat veel geld van de WBSO toegekend wordt aan
computer- en informatiewetenschappen. Deze leden onderschrijven het belang van de
ontwikkeling van technologie op dit gebied, maar vragen de Minister in hoeverre dit
onderzoek wordt verricht door kleine onderzoekers, waarvan de uitkomsten vooral ten
goede komen aan grote bedrijven. Deze leden vragen de Minister of deze publieke investering
via de WBSO derhalve niet leidt tot private winsten bij grote bedrijven.
De leden van de SP-fractie vragen op welke manier projecten met een WBSO-aanvraag
onderzoek verrichten, waarvan de uitkomsten van het onderzoek en de daaruit voortvloeiende
winsten toekomen aan buitenlandse ondernemingen.
De leden van de SP-fractie vragen of er projecten zijn die al meerdere jaren (op rij)
een WBSO-aanvraag doen en of dit in lijn is met de doelstellingen van de WBSO.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief.
Deze leden hebben een aantal vragen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van
de regeling.
De leden van de GroenLinks-fractie weten dat er in 2021 sprake was van onderuitputting.
Kan de Minister een inschatting geven in hoeverre sprake zal zijn van onderuitputting
in 2022? De leden lezen in de brief dat het tekort vanaf 2024 fors kan oplopen. Kan
de Minister een raming geven van wat dit betekent voor de doelstelling om 2,5% van
het bruto binnenlands product (bbp) te investeren in speur- en ontwikkelingswerk?
De leden van de GroenLinks-fractie willen graag voorkomen dat met de WBSO-projecten
worden gefinancierd die ook zonder de regeling uitgevoerd waren. Kan de Minister aangeven
hoe zij dit voorkomt? Deze leden hebben uit de brief vernomen dat er in de eerste
schijf een hoger tarief geldt, waardoor het midden- en kleinbedrijf (mkb) relatief
veel profiteert van de regeling. Specifiek is in 2021 97% van de gebruikers mkb’er.
Kan de Minister ook inzichtelijk maken hoe het budget in 2021 verdeeld is over kleine
start-ups, het mkb en grootbedrijven? Het Centraal Planbureau concludeerde in 2018
dat het voor kleine startende bedrijven moeilijk is om aanspraak te maken op de regeling,
waardoor ze beginnen met een extra concurrentienadeel. Kan de Minister inzichtelijk
maken wat er sindsdien is veranderd en in hoeverre kleine startende bedrijven nu wel
gebruik kunnen maken van de regeling?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben begrepen dat de actualisatie van de CO2-prijs uit de Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving vertraagd is. Kan de Minister
aangeven of dit van invloed is voor het beoordelen van de projecten uit de WBSO? Indien
in de beoordeling van de projecten niet met een CO2-prijs gerekend wordt, kan de Minister dan aangeven hoe wordt geborgd dat projecten
die subsidies ontvangen in lijn zijn met de transitie naar een 1,5 gradeneconomie?
De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen tot slot dat er sprake is van een grens
tot waar gebruikers aanspraak op de WBSO kunnen maken. Deze leden vragen wat die grens
is en wat er gebeurt indien gebruikers de grens overschrijden. Hoe worden gebruikers
van de regeling hierover geïnformeerd? Hoe vaak komt dit voor en hoe vaak dienen gebruikers
de subsidie achteraf terug te betalen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben de onderhavige brief met belangstelling
gelezen. Deze leden hebben enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie brengen in herinnering dat in november 2020 door
de leden Bruins en Amhaouch een motie werd ingediend over de effectiviteit van verschillende
parameteraanpassingen binnen de WBSO (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 46). Deze motie verzocht om op een rij te zetten wat er bekend is over de effectiviteit
van verschillende parameteraanpassingen en daarbij in te gaan op de voor- en nadelen
van een schijfverlenging en op de introductie van een extra schijf tussen de eerste
en tweede schijf. Op 1 juli 2021 werd deze motie afgedaan met een brief van de voormalig
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Zij schreef dat het aan haar opvolger
is om op basis van die brief te bezien of er aanleiding is voor een parameteraanpassing.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister of zij op basis van de brief
aanleiding ziet voor wijzigingen in de schijvenstructuur en/of in de tarieven. Voorts
vragen de leden of de Minister expliciet kan ingaan op de toevoeging van een extra
schijf tussen de huidige eerste en tweede schijf om bedrijven ook te prikkelen meer
aan innovatie te gaan doen. Is de Minister bereid om extra onderzoek te doen naar
een eventuele toevoeging?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de stand van zaken dat er een verwacht
tekort is van circa 13 miljoen euro in 2023, dat verder kan oplopen vanaf 2024 in
verband met stijgende lonen en prijzen en het wegvallen van de onderuitputtingsenveloppe
uit 2021. Deze leden lezen dat de Minister zoekt naar een structurele oplossing voor
de budgetproblematiek. De leden vragen de Minister of zij naast een financiële oplossing
ook een oplossing ziet in parameteraanpassingen?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
brief.
Het lid van de BBB-fractie is blij dat de regeling vooral benut wordt door mkb’ers.
Het lid van de BBB-fractie is teleurgesteld dat de Minister ervoor kiest om het geschatte
budgettekort niet te dekken. Zeker in een tijd waarin we voor grote uitdagingen staan
op bijvoorbeeld het gebied van klimaat en voedselzekerheid, waarvoor innovatie belangrijke
oplossingen kan bieden. Is de Minister bereid om een voorstel te steunen waarin we
vragen het tekort van 13 miljoen euro uit het Klimaat- of Groeifonds te betalen en,
zo ja, welk fonds heeft dan haar voorkeur?
II Antwoord / Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.