Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de uitvoering van de motie van het lid Van Nispen c.s. over een verbod op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen (Kamerstuk 24557-191)
24 557 Kansspelen
Nr. 195 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 25 april 2022
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister voor Rechtsbescherming over de brief van 6 januari 2022
over de uitvoering van de motie van het lid Van Nispen c.s. over een verbod op ongerichte
reclames voor risicovolle kansspelen (Kamerstuk 24 557, nr. 191).
De vragen en opmerkingen zijn op14 februari 2022 aan de Minister voor Rechtsbescherming
voorgelegd. Bij brief van 21 april 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Meenen
De griffier van de commissie, Brood
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
1. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister voor
Rechtsbescherming over de uitvoering van de motie van het lid Van Nispen c.s. over
het verbod op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen (Kamerstuk 24 557, nr. 186). Zij benadrukken het belang van kanalisatie en de bescherming van consumenten (en
in het bijzonder kwetsbare mensen). Sommige beleidsinstrumenten kunnen beide doelstellingen
dichterbij brengen, maar in andere gevallen kunnen ze ook tegen elkaar in werken.
In het kader daarvan hebben zij nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat er een aantal onmogelijkheden zijn inzake
de invoer van een online tijdvenster waarbinnen online kansspelreclames te zien mogen
zijn. Kan de Minister verduidelijken of het in praktische zin mogelijk is voor adverteerders
om online reclames alleen binnen een bepaald tijdsvenster «uit te zenden»? Kan de
Minister verhelderen of een dergelijke norm handhaafbaar is?
Antwoord Minister:
In praktische zin is het mogelijk om reclames alleen binnen een bepaald tijdsvenster
te tonen. In de Reclamecode online kansspelen is door de sector ook een verbod opgenomen
voor het online verspreiden van videoreclameboodschappen voor kansspelen op afstand
tussen 6.00 en 21.00 uur.
Het is echter niet (eenvoudig) mogelijk om op alle vertoningen van reclame, zoals
doorkliklinks of video’s die derden hebben overgenomen, een tijdsvenster toe te passen.
Dit geldt bijvoorbeeld wanneer iemand buiten het oorspronkelijke tijdvenster een reclamevideo
deelt die oorspronkelijk alleen binnen het toegestane tijdvenster werd vertoond. Om
die reden is het complex om een norm vast te stellen die duidelijk maakt voor welk
type online reclame een tijdsvenster geldt en die uitvoerbaar en handhaafbaar is en
onderzoek ik nog of een duidelijke norm vastgesteld kan worden die duidelijk maakt
voor welk type online reclame een tijdsvenster geldt en een duidelijk zichtbaar effect
zal hebben.
Deze leden lezen in de brief van de Minister dat hij verwacht dat de totale hoeveelheid
reclame op televisie zal afnemen vanaf 1 februari 2022 omdat de kansspelsector zichzelf
aan de Reclamecode Online Kansspelen (ROK) heeft onderworpen. Zij delen de verwachting
van de Minister en moedigen verdere beperking aan. Zoals zij ook betoogd hebben in
het debat in december 2021, betreuren zij echter dat de ROK een maximum van drie gokreclames
per blok hanteert. Dit is naar hun opvatting geen serieuze vorm van zelfregulering.
Dat blijkt naar hun mening ook wel uit de ingreep van de Stichting Etherreclame (Ster)
die het maximum per reclameblok op een gokreclame heeft gezet. Tegelijkertijd observeren
de aan het woord zijnde leden dat juist ook traditionele kansspelaanbieders, die overigens
staatsdeelnemingen zijn, veel reclame maken en dat deze reclame zeker niet uitsluitend
ziet op hun online aanbod. Wat heeft de Minister tot nu toe ondernomen richting deze
staatsdeelnemingen om matiging te bevorderen? Wat is hij nog van plan te ondernemen?
Antwoord Minister:
Vanuit kansspelbeleid zijn de normen voor alle online vergunninghouders hetzelfde.
Alle aanbieders, inclusief de staatsdeelnemingen, moeten zich hier aan houden. De
kansspelautoriteit houdt hier toezicht op.
De Staatssecretaris van Financiën heeft in zijn rol als aandeelhouder, in het commissiedebat
Staatsdeelnemingen van 26 januari 2022 (Kamerstuk 28 165, nr. 367) uw Kamer toegezegd om persoonlijk in overleg te treden met de directies van Holland
Casino (HC) en Nederlandse Loterij (NLO) om te spreken over hun rol in de online kansspelsector
en meer specifiek hun reclamebeleid, mede naar aanleiding van de motie van de leden
Grinwis en Alkaya.1 Binnenkort ontvangt uw Kamer hierover een brief van de Staatssecretaris van Financiën.
Overigens heeft niet alleen de STER maar ook de andere TV-zenders zoals Talpa, alle
Ad Alliance TV-zenders waaronder RTL, en ORN het aantal online gokreclames per blok
vanaf 1 februari beperkt tot één.2
De leden van de D66-fractie menen nog steeds dat een totaalverbod op «ongerichte»
reclame voor «alle risicovolle» kansspelen op dit moment een brug te ver is. Zij brengen
echter ook in herinnering dat de Wet Kansspelen op afstand (Wet Koa) tot doel had
om bestaande spelers naar het legale aanbod te geleiden, en niet om nieuwe spelers
te werven. Dat dient dan ook het leidende criterium te zijn voor het toestaan van
reclame. De toenmalige Minister stelde op 16 december 2021 in de Kamer: «Mijn definitie
van kanalisatie is het percentage van het totale aantal Nederlandse spelers dat speelt
via een legale aanbieder.» De aan het woord zijnde leden menen dat volgens deze definitie
het doel van de wet reeds behaald is als zij de statistieken van de Kansspelautoriteit
(Ksa) bezien die de Minister aan de Kamer heeft gestuurd. (Het feit dat niet per se
hoeft te gelden «eens behaald, is altijd behaald» doet daar niet aan af.) Is de Minister
het met deze stelling eens en kan hij dit cijfermatig onderbouwen? Tevens zijn deze
leden benieuwd naar zijn opvatting over de wenselijkheid van het hanteren van deze
definitie, aangezien deze definitie het theoretisch toestaat dat de (kwantitatieve)
doelstelling van de wet behaald wordt zonder dat het gewenste maatschappelijke effect
(minder spelers bij illegale aanbieders) ook maar een stap dichterbij wordt gebracht.
Antwoord Minister:
De leden van de D66-fractie doelen op een weergave van de Kansspelautoriteit bij de
brief van 30 november 2021 over het aantal uren dat op kansspelwebsites wordt doorgebracht.3 Het aantal uren dat op websites wordt doorgebracht is niet hetzelfde als het aantal
spelers. Er is geen één-op-één relatie tussen aantal uren op websites en het aantal
spelers. Verschuivingen in het aantal uren van illegale websites naar legale websites
bieden wel een indicatie dat de kanalisatieontwikkelingen gunstig zijn, maar hier
kunnen nog geen definitieve conclusies aan worden verbonden. Kanalisatie is ook geen
statisch gegeven en kan niet worden vastgesteld aan de hand van één kengetal of vast
percentage. Ik neem het aantal spelersaccounts, het aantal uren op legale websites
ten opzichte van illegale websites en mogelijk andere factoren zoals het brutospelresultaat
in aanmerking om de ontwikkeling van de kanalisatie te meten. Kanalisatie moet duurzaam
zijn en spelers moeten ook in de toekomst het legale aanbod vinden. Ik volg doorlopend
de ontwikkelingen rond kanalisatie en streef ernaar dat het illegale aanbod wordt
tegengegaan en spelers naar legaal aanbod worden geleid.
De leden van de D66-fractie onderschrijven het standpunt van de Minister dat meer
afbakening nodig is om uitvoering te kunnen geven aan de motie van het lid Van Nispen
c.s. (Kamerstuk 24 557, nr. 186). Kan de Minister verduidelijken hoe hij het begrip «ongerichte reclame» uitlegt?
Kan de Minister ook verduidelijken of fysieke locaties van bijvoorbeeld Holland Casino
onder de motie zouden vallen? Bovendien zijn zij benieuwd welke mogelijkheden de Minister
ziet om wel tot een betekenisvolle stap over te gaan om de aard van reclame-uitingen
verder te beperken, bijvoorbeeld qua venstertijden op televisie of een beperking van
het aantal media of kanalen waar een aanbieder adverteert, maar ook door een aangescherpte
definitie te hanteren van reclame die «gericht is op kinderen» aangezien deze definitie
nog steeds toelaat dat veel kinderen op televisie deze reclames zien.
Antwoord Minister:
In mijn brief van 17 maart 2022 (Kamerstuk 24 557, nr. 193) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie van het lid Van Nispen
c.s. in samenhang met de vervolgmotie van het lid Van Nispen c.s. om ongerichte reclame
voor risicovolle kansspelen te verbieden.4 De komende tijd wordt het wetsvoorstel uitgewerkt. Daarin zullen ook definitievraagstukken
zoals de afbakening tussen gerichte en ongerichte reclame beantwoord moeten worden.
Intussen zet ik mij maximaal in om zo spoedig als mogelijk te komen tot nadere beperkingen
van reclame voor risicovolle kansspelen. Zoals reeds aangegeven in mijn brief van
17 maart 2022 wil ik, in afwachting van de wetswijziging, er wel voor waken dat het
reclameaanbod zich niet grotendeels verplaatst naar de online omgeving. Daarom zal
ik kijken naar mogelijkheden om een tijdsvenster voor online banners en video’s op
te nemen in het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen. Daarnaast
scherp ik de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen aan door
de inzet van rolmodellen bij reclame voor risicovolle kansspelen te verbieden, zoals
ook vermeld in mijn brief voor het mei reces die u parallel ontvangt. De gewijzigde
regeling wordt op zeer korte termijn gepubliceerd. Ik streef ernaar de regeling vervolgens
in juni in werking te laten treden.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van een oproep van de voorzitter
van de Ksa aan online kansspelaanbieders om daglimieten voor spelers op te leggen.
Op grond van de Wet Koa dienen spelers aan te geven welke speellimieten ze zichzelf
opleggen. In de praktijk kan het voorkomen dat een speler kiest voor een limiet van
24 uur per dag, of voor een limiet van 100.000 euro per dag. Dat is niet in strijd
met de Wet Koa, omdat aanbieders alleen verplicht zijn spelers zichzelf een limiet
op te laten leggen. Kan de Minister uiteenzetten wat het doel is van de verplichting
tot het opleggen van zelflimieten? Kan de Minister op grond van de tot nu toe bekende
data concluderen dat het opleggen van zelflimieten bijdraagt aan het behalen van dat
doel?
Antwoord Minister:
De bepalingen over speellimieten in de wet- en regelgeving Koa zijn gebaseerd op ervaringen
van de verslavingszorg en diverse studies waaruit blijkt dat de mogelijkheid voor
spelers om goed geïnformeerd zelf keuzes te maken over het speelgedrag een effectieve
preventiemethode is.5 Op dit moment, vijf maanden na opening van de markt, zijn nog onvoldoende data bekend
om conclusies te trekken over de effectiviteit van de zelflimieten zoals deze momenteel
gelden. Maar er zijn wel signalen over de toepassing van de limieten. In de reactie
op de twee moties die over dit onderwerp zijn aangenomen, de brief voor het meireces
die u parallel ontvangt, zal ik specifieker ingaan op de acties die ik hieromtrent
onderneem evenals op de acties die op de branche zelf op dit terrein neemt.
2. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie en de ChristenUnie-fractie
De leden van de SP-fractie en ChristenUnie-fractie beseffen zich ter degen dat de
naam van dit schriftelijk overleg zich focust op de aangenomen motie over een verbod
op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen. Toch zouden zij dit overleg ook
willen gebruiken om ook wat breder vragen aan de Minister te stellen over de kansspelsector
en met name de online kansspelmarkt.
Allereerst willen de leden van de SP-fractie en de ChristenUnie-fractie melden dat
zij zeer ontstemd waren over onderliggende brief van de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming
over de uitvoering van de aangenomen motie van het lid Van Nispen c.s. De motie was
volgens deze leden klip en klaar: ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen
zijn onwenselijk en daarom moet ervoor gezorgd worden dat deze reclames zo snel als
mogelijk stoppen. Aan nader onderzoek, waar de toenmalige Minister voor Rechtsbescherming
in zijn brief toe opriep, is dan ook geen behoefte. Niet alleen staat de onwenselijkheid
van deze reclames voor een meerderheid van de Kamer vast, ook is het zo dat elke dag
dat langer gewacht wordt met het uitvoeren van deze motie, er weer nieuwe gokverslaafden
bij kunnen komen. Iets wat in strijd is met de bedoeling van de opening van de online
kansspelmarkt, die slechts kanalisatie tot doel had. Erkent de Minister dat meer reclames
leiden tot meer gokken, dus meer problemen en ellende? Wordt in kaart gebracht wat
de maatschappelijke kosten, zoals zorgkosten en verslavingsbehandelingen, zijn van
het gegeven dat meer mensen gaan gokken en er dus ook meer mensen het risico lopen
verslaafd te raken? Zo ja, is de Minister bereid deze gegevens met de Kamer te delen?
Zo nee, deelt de Minister de mening dat het goed zou zijn om dit wél in kaart te brengen,
zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de inrichting van het kansspelbeleid?
Antwoord Minister:
De wet Kansspelen op afstand kent geen doelstelling omtrent meer of minder gebruik
van het online kansspelaanbod. Met het legaliseren en reguleren van de online kansspelmarkt
is beoogd om spelers, nieuwe en bestaande, een omgeving te bieden waar consumentenbescherming,
verslavingspreventie en het voorkomen van fraude en witwassen beter gewaarborgd worden.
De doelstelling van de wet Kanspelen op afstand is om spelers te leiden naar legaal
aanbod van kansspelen. Daarvoor is enige vorm van reclame nodig. De eerste cijfers
laten zien dat spelers het legale aanbod goed weten te vinden.
Hoe de markt zich ontwikkelt en of dit tot minder of onverhoopt meer problemen leidt
wordt gemonitord. Zoals door mijn ambtsvoorganger en mij is toegezegd wordt uw Kamer
periodiek geïnformeerd over de stand van zaken. Ik deel de mening dat het goed zou
zijn om de bredere maatschappelijke kosten en baten in kaart te brengen. Ik verken
daarom op dit moment de mogelijkheden van een maatschappelijke kosten- batenanalyse.
De leden van de SP-fractie en de ChristenUnie-fractie vragen de Minister alsnog zo
snel mogelijk de motie, zoals hij door indieners bedoeld was, uit te voeren. Graag
horen zij van de Minister hoe snel hij dit denkt te gaan doen.
Antwoord Minister:
De motie van het lid Van Nispen c.s,. om ongerichte reclame voor risicovolle kansspelen
te verbieden, voer ik uit. Daarover heb ik uw Kamer bericht bij brief van 17 maart
2022.6 In deze brief staat eveneens het proces dat nodig is om tot de gewenste wijzigingen
te komen en de stappen die ik in de tussentijd neem. Voor de laatste stand van zaken
verwijs ik naar mijn brief van die u voor het mei reces parallel ontvangt (Kamerstuk
24 557, nr. 194.
Onlangs hebben deze leden kennisgenomen van de uitzending van het consumentenprogramma
Kassa7 waarin aandacht werd gevraagd voor de trucs die gokwebsites gebruiken om mensen meer
te laten gokken. Is de Minister het met deze leden eens dat het onwenselijk is dat
goklimieten nu op 100.000 euro per dag kunnen worden ingesteld? Zouden deze limieten
niet substantieel lager moeten zijn om gokproblemen te voorkomen? Ook verbaasde het
deze leden dat de maximale speelduur soms nutteloos gemaakt kan worden door deze in
te stellen op 24 uur per dag. Deelt de Minister de mening dat dit niet de bedoeling
kan zijn? Wat gaat hij eraan doen om aanbieders ertoe te bewegen deze maximale limieten
fors naar beneden bij te laten stellen? Als zij dit niet vrijwillig doen, is de Minister
dan bereid om, net als de regering in Zweden onlangs ook al gedaan heeft, de wet dusdanig
aan te passen dat dergelijke uitwassen wettelijk worden verboden? Zo nee, waarom niet?
Ook wijzen de leden van de SP-fractie en de ChristenUnie-fractie erop dat het ook
voorkomt dat spelers de door henzelf ingestelde limieten bij sommige aanbieders wel
degelijk kunnen overschrijden. Overschrijdt een speler deze limieten, dan krijgt hij
vaak achteraf een melding of een blokkade op zijn account. Dit gebeurt niet onmiddellijk.
Ook wordt een storting hoger dan de stortingslimiet bijvoorbeeld niet tegengehouden.
Is de Minister hiervan op de hoogte? Ziet hij in dat op deze manier een probleemspeler
in theorie zijn hele hebben en houden kan verliezen, voordat er wordt ingegrepen?
Acht hij dit wenselijk? Zo nee, wat gaat hij hier tegen doen?
Antwoord Minister:
De online branche heeft, zoals in de bijlage bij mijn brief van 17 maart 2022 geschetst,
afgesproken in het kader van «verantwoord spelen» via zelfregulering, nadere afspraken
te maken over speellimieten. Daarbij moet wat mij betreft gebruik worden gemaakt van
wetenschappelijke inzichten en kennis die in andere landen is opgedaan met speellimieten.
Ik ben voorstander van afspraken binnen de sector, omdat dit de snelste manier is
om met behulp van technische aanpassingen en innovaties direct in de spelomgeving
aanpassingen te doen.
Het wettelijk kader dat momenteel geldt met betrekking tot limieten is dat een speler
een aantal limieten vooraf in moet stellen. Dit betreft een speel(tijd)limiet, een
stortingslimiet en een limiet voor het maximum saldo op een speelrekening. Voor wat
betreft de hoogte van deze limieten verwijs ik naar het antwoord op de vraag van de
leden van D66.
De zelflimieten zijn bedoeld om de speler vooraf na te laten denken over de grenzen
die hij zichzelf bij het deelnemen aan kansspelen op afstand wil stellen.
De financiële grenzen van het spelersprofiel (de maximumstortingen en het maximum
saldo op de speelrekening) mogen niet kunnen worden overschreden.
De toets aan de voorkant op deze eisen vindt plaats door keuringsrapporten die vergunningaanvragers
moeten overhandigen. Ook de niet-financiële grens (de duur van de aanmelding op de
spelersinterface) mag in beginsel niet worden overschreden.8 Een speler kan zijn limieten naar boven toe bijstellen, maar waar een verlaging van
de limieten direct in werking moet treden, mag een verhoging van een limiet eerst
na ten minste een week in werking treden. Overschrijdingen van limieten zouden dus
niet mogelijk moeten zijn en zijn in strijd met de regelgeving. De Ksa houdt toezicht
op deze verplichtingen. Dit vult ze zoveel mogelijk risico- en datagestuurd in. Met
betrekking tot dit onderwerp heeft de Ksa zeer weinig signalen gekregen.
In de reactie op de twee moties die over dit onderwerp zijn aangenomen, te weten de
brief die u voor het meireces parallel ontvangt, zal ik specifieker ingaan op de acties
die ik hieromtrent onderneem.
De leden van de SP-fractie en de ChristenUnie-fractie vragen de Minister of hij bekend
is met het feit dat minderjarigen maandenlang geld hebben kunnen storten bij sommige
legale online casino’s en dat pas nadat de casino’s op dit probleem werden gewezen
door journalisten, in actie zijn gekomen om dit lek te dichten. Wat vindt de Minister
van deze gang van zaken? Hoe kan het dat dit lek maanden heeft kunnen bestaan? Houdt
de Ksa hier geen toezicht op? Waarom heeft de Ksa dit niet ontdekt en moesten er journalisten
aan te pas komen om dit probleem in de openbaarheid te brengen? Heeft de Ksa wel voldoende
capaciteit om hier gedegen toezicht op te houden? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zijn
voor de opening van de kansspelmarkt de aanbieders van online kansspelen doorgelicht
op de mogelijkheid dat minderjarigen zouden kunnen gokken dan wel geld zouden kunnen
storten om mee te gokken? Zo nee, waarom niet?
Is de Minister er tevens mee bekend dat na verder onderzoek bleek dat het bij Holland
Casino nog steeds mogelijk is om als minderjarige geld te storten? Is dit probleem
inmiddels opgelost? Wat vindt de Minister ervan dat het uitgerekend bij een staatsbedrijf
mogelijk was of is voor minderjarigen om geld te kunnen storten en dus te kunnen gokken?
Zou Holland Casino niet juist een voorbeeldfunctie moeten hebben, als staatsbedrijf?
Kan de Minister garanderen dat het nu bij geen enkele legale online kansspelaanbieder
meer mogelijk is om als minderjarige op wat voor manier dan ook geld te kunnen storten?
Antwoord Minister:
Ik ben bekend met nieuwsberichten waarin stond dat minderjarigen konden storten op
de speelrekening van een ander en met het account van een ander konden gokken en vind
dit zeer onwenselijk. Op basis van de huidige wet- en regelgeving mag dit ook niet.
De toets aan de voorkant vindt plaats door keuringsrapporten die vergunningaanvragers
moeten overhandigen. Wanneer de aanvrager een vergunning heeft ontvangen houdt de
kansspelautoriteit toezicht op de vergunningsvoorwaarden. De Ksa heeft aangegeven
voldoende capaciteit te hebben voor adequaat toezicht en handhaving van de kansspelwetgeving.
Dit vult ze zoveel mogelijk risico- en datagestuurd in.
Al deze vergunningsvoorwaarden gelden voor alle aanbieders van online kansspelen,
dus ook voor Holland Casino. Holland Casino heeft mij met betrekking tot de geschetste
casus laten weten dat de benodigde aanpassingen zijn doorgevoerd. Onbedoeld was de
situatie ontstaan dat in uitzonderlijke gevallen personen die ingelogd waren in het
account van een andere speler met exact dezelfde achternaam, hun eigen rekening op
basis van die achternaam konden koppelen aan dat account. Holland Casino heeft aangegeven
dat dit inmiddels niet meer mogelijk en structureel opgelost is.
Omdat de vragen met name voort lijken te komen uit zorgen om gokkende minderjarigen
wil ik kort schetsen welke stappen, cumulatief, gezet moeten worden voordat een minderjarige
geld op een online account van iemand anders kan storten en kan gaan spelen: bij het
aanmaken van een spelersaccount wordt de identiteit vastgesteld en geverifieerd. Daarnaast
moet een speler zich identificeren iedere keer dat hij of zij toegang wil tot zijn
spelersaccount, bijvoorbeeld door middel van gebruikersnaam en wachtwoord. Bovendien
mag enkel geld gestort worden met een betaalrekening die ondubbelzinnig tot de persoon
van de speler te herleiden is. Door de optelsom van deze maatregelen wordt de kans
dat een minderjarige bij een vergunde aanbieder daadwerkelijk kan spelen geminimaliseerd.
De leden van de SP-fractie en de ChristenUnie-fractie wijzen erop dat er voor allerlei
soorten verslavingen speciale dsm-v-codes zijn ontwikkeld. Echter, voor gokverslavingen
bestaat geen zelfstandige code waardoor gokverslavingen nu gedeclareerd dienen te
worden onder de restgroep diagnoses. Onder deze code vallen echter onder andere ook
de diagnoses voor slaapstoornis en dissociatieve stoornis. Hierdoor ontbreekt aldus
inzicht in het aantal gokverslaafden dat in behandeling is. Is de Minister bereid
te bekijken of ook specifiek voor gokverslavingen een code in het leven geroepen kan
worden, zodat beter zicht gehouden kan worden op deze groep? Zo nee, waarom niet?
Antwoord Minister:
Het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) is een belangrijke bron
om de aard en omvang van de hulpvraag in de verslavingszorg in Nederland te monitoren.
De gegevens uit LADIS zijn niet gebaseerd op declaratiecodes, maar komen voort uit
aangeleverde data van verslavingszorginstellingen. Voor inzicht in het aantal mensen
met een kansspelverslaving is een specifieke declaratiecode dus niet nodig. LADIS
is momenteel niet operationeel, omdat deze niet voldoet aan de vereisten van de AVG.
De Minister voor Medische Zorg en Sport heeft een wetsvoorstel ingediend waarmee de
benodigde wettelijke grondslag voor de gegevensverwerking wordt gecreëerd. De inwerkingtreding
van de wet zal naar verwachting 1 juli 2022 plaatsvinden. De gegevensverzameling kan
dan weer van start gaan. Rond het najaar is er dan weer zicht op de omvang van de
hulpvraag in de verslavingszorg op het gebied van gokken en komen de cijfers met terugwerkende
kracht vanaf 2015 weer beschikbaar.
Deze leden wijzen voorts op het belang van goed preventiebeleid door aanbieders van
kansspelen. Deze leden vragen daarbij specifiek aandacht voor de TOTO formulieren
die nu in de winkel kunnen worden gekocht zonder dat een speler zich hoeft te identificeren.
Hoe wordt op dit moment voorkomen dat verslaafden niet bewust bij vier of vijf winkels
TOTO formulieren kopen om te voorkomen dat de winkelier ze kan aanspreken? Is de Minister
bereid te kijken naar mogelijkheden om dit gevaar te ondervangen?
Antwoord Minister:
Bij fysieke sportweddenschappen hoeven geen identiteitsgegevens te worden geregistreerd
om het speelgedrag van de deelnemer in kaart te kunnen brengen. Het risico op het
ontwikkelen van problematisch speelgedrag is bij fysieke sportweddenschappen significant
lager dan bij bijvoorbeeld online sportweddenschappen.9 Op grond van artikel 4a Rwrvk hebben overigens ook aanbieders van fysieke sportweddenschappen
een actieve zorgplicht om kansspelverslaving te voorkomen. In dat kader heeft Nederlandse
Loterij laten weten dat zij met al haar verkooppunten afspraken maakt over verantwoorde
verkoop, in de Gedragscode Verkooppunten. Nederlandse Loterij controleert de naleving
van deze gedragscode. Medewerkers van de verkooppunten worden getraind op onderwerpen
zoals het herkennen van problematisch speelgedrag en het doorverwijzen naar hulp.
Ik acht het dan ook niet proportioneel om het speelgedrag van spelers bij fysieke
winkels te laten volgen. Bovendien acht ik dit niet uitvoerbaar en handhaafbaar.
Klopt het dat er de afgelopen maanden meer patiënten met een gokverslaving zijn opgenomen
in verslavingsklinieken dan in de periode vóór de opening van de kansspelmarkt? Kan
de Minister daarbij aangeven in hoeverre de hoeveelheid gokreclames daar volgens hem
aan heeft bijgedragen?
Antwoord Minister:
Er zijn op dit moment nog geen cijfers bekend over het aantal mensen dat na de opening
van de markt is opgenomen in verslavingsklinieken en ook niet in hoeverre dit te relateren
is aan de marktopening. Er gaat tijd overheen voordat mensen problematisch speelgedrag
kunnen hebben ontwikkeld en zich vervolgens melden bij hulpverlenende instanties.
Daarnaast is een rechtstreeks verband tussen het zien van reclame en het ontwikkelen
van verslaving moeilijk vast te stellen. Dit betekent echter niet dat ik geen acht
sla op signalen die ik vanuit de verslavingszorg ontvang. Met name ongerichte reclame
kan mensen met een bestaand kansspelprobleem doen terugvallen en ongerichte reclame
komt ook terecht bij kwetsbare doelgroepen die vatbaarder zijn voor de verleidende
effecten van reclame. Juist daarom beperk ik reclames voor risicovolle kansspelen
verder, zoals aangegeven in mijn brief van 17 maart 2022.
In het verlengde daarvan vragen de leden van de SP-fractie en de ChristenUnie-fractie
hoe het staat met het verslavingsfonds. Hoeveel geld zit inmiddels in dit fonds? Welk
percentage van de omzet dragen kansspelaanbieders hier nu precies aan af? Wat vindt
de Minister van het idee om specifieke behandelingen te laten betalen door de aanbieders
waar kennelijk ongehinderd een verslaving kon worden opgebouwd. Zou hiermee een betere
naleving van de verslavingspreventiedoelen bereikt kunnen worden?
Antwoord Minister:
In het jaarverslag van de Kansspelautoriteit is aangegeven dat de opbrengsten voor
het Verslavingspreventiefonds in 2021 2,7 miljoen euro waren. Op grond van artikel 33e
lid 1 onder b Wet op de Kansspelen en de Uitvoeringsregeling kansspelheffing dragen
online aanbieders af aan het verslavingspreventiefonds. Afhankelijk van het soort
spel dat gespeeld wordt gaat het om 0,25% van het brutospelresultaat of 0,25% van
de omzet. Vergunninghouders voor speelcasino’s, speelautomatenhallen en exploitanten
van horeca-automaten dragen een bedrag af per speeltafel, spelersterminal of spelersplaats.
Uit het verslavingspreventiefonds wordt anonieme hulp betaald, het loket kansspel
en onderzoek op het gebied van (voorkomen van) kansspelverslaving. Het geld voor de
anonieme hulp wordt beschikbaar gesteld via de subsidieregeling anonieme e-health.
Als mensen uit schaamte of angst voor hun omgeving geen professionele hulp durven
te zoeken, dan kan het aanbod van anonieme e- health hierin voorzien. Anoniem verleende
zorg kan namelijk niet worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraars. De kosten van
behandeling van een kansspelverslaving worden, als er een ggz-diagnose is, vergoed
vanuit de Zorgverzekeringswet. Gezien het bestaan van deze mogelijkheden acht ik het
niet noodzakelijk om specifieke behandelingen te laten bekostigen door aanbieders
van kansspelen.
3. Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van onderliggende brief over de uitvoering
van de aangenomen motie van het lid van Nispen c.s. waarin wordt verzocht om een verbod
in te stellen op ongerichte reclames voor risicovolle kansspelen. Deze leden hebben
behoefte aan het stellen van enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de motie verzoekt om een verbod op ongerichte
reclames voor risicovolle kansspelen. Deze leden lezen dat de Minister aanscherpingen
op het gebied van kansspelreclame en aanvullende stappen naar aanleiding van de betreffende
motie neemt, maar dat het verbod op ongerichte kansspelreclames nog niet is gerealiseerd.
Deze leden constateren dat de motie niet wordt uitgevoerd en vragen de Minister waarom
de aangenomen motie niet uitgevoerd is. Deze leden vragen de Minister, met bijzondere
aandacht voor de missionaire status van dit kabinet, of de aangenomen motie van het
lid Van Nispen c.s. op korte termijn wél uitgevoerd wordt.
Antwoord Minister:
Ik voer de motie van het lid Van Nispen c.s. over een verbod op ongerichte reclame
voor risicovolle kansspelen uit. Daarover heb ik uw Kamer bericht bij brief van 17 maart
2022.10 In deze brief staat eveneens het proces dat nodig is om tot de gewenste wijzigingen
te komen en de stappen die ik in de tussentijd neem. Voor de laatste stand van zaken
verwijs ik naar de brief die ik gelijktijdig voor het meireces aan uw Kamer heb toegezonden.
3.1 Kanalisatie en proportionaliteit
De leden van de SGP-fractie lezen dat de opening van de markt van kansspelen op afstand
zou moeten bewerkstelligen dat het illegale kansspelgebruik terug te brengen. Deze
constateren dat de kanalisatie van kansspelen ertoe leidt dat er méér personen gebruik
maken van kansspelen dan vóór de kanalisatie het geval was. Zij constateren dat de
kanalisatie het gewenste doel gemist heeft en averechts werkt met betrekking tot het
terugdringen van gokverslavingen. Deze leden vragen de Minister waarom niet meer is
gekeken naar het terugdringen van het illegale aanbod van kansspelen in plaats van
het kanaliseren van kansspelen. Zou dit niet meer effectief zijn in het terugdringen
van gokverslavingen?
Antwoord Minister:
De wet Kansspelen op afstand kent geen doelstelling omtrent meer of minder gebruik
van het online kansspelaanbod. De doelen van het kansspelbeleid zijn consumentenbescherming,
verslavingspreventie en het voorkomen van fraude en witwassen. Om deze drie doelen
te realiseren is gekozen voor het reguleren van de kansspelmarkt met een vergunningenstelsel.
Zowel bij het toekennen van vergunningen als bij het toezicht op naleving van de regels
gaat er bijzondere aandacht uit naar bescherming van de speler. Op dit moment zijn
nog geen concrete cijfers voorhanden van de ontwikkelingen rond kansspelverslavingen
sinds de opening van de markt. Zoals ik reeds heb aangegeven verwacht ik dat deze
cijfers in de loop van dit jaar beschikbaar zullen komen. Tegelijkertijd zet ik in
op onderzoek naar verslavingspreventie, gefinancierd uit het verslavingspreventiefonds.
Deze onderzoeken hebben ten doel een bijdrage te leveren aan de preventie en behandeling
van kansspelverslaving en gokproblematiek in den brede door nieuwe kennis te ontwikkelen
en de impact daarvan op de preventie- en behandelpraktijk te versterken. Momenteel
wordt hiervoor een onderzoeksprogramma opgesteld.
De leden van de SGP vragen waarom niet meer is gekeken naar het terugdringen van het
illegale aanbod van kansspelen in plaats van het kanaliseren van kansspelen. Zoals
ook eerder aangegeven is een sluitende handhaving op onvergund aanbod, mede door het
grenzeloze karakter van het internet, de aanhoudende behoefte van de Nederlandse consument
aan kansspelen op afstand, de snelle technologische ontwikkelingen en het brede, op
Nederland gerichte aanbod via honderden websites, niet mogelijk zonder daar een verantwoord,
betrouwbaar en controleerbaar alternatief tegenover te stellen in de vorm van het
vergunningstelsel voor kansspelen op afstand als vastgelegd in de huidige Wet op de
kansspelen. Daarnaast is een stevige aanpak op het illegale aanbod nodig. Daarvoor
heeft de Ksa met de wet nieuwe instrumenten in handen gekregen. Deze worden ingezet
om het illegale aanbod terug te dringen waarmee bijgedragen wordt aan de kanalisatie.
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer op 17 maart 2022 heb gemeld wordt door de Ksa
hoge prioriteit gegeven aan het handhaven op illegaal aanbod. In mijn brief, die ik
uw Kamer gelijktijdig vóór het meireces heb toegestuurd, heb ik uiteengezet tot welke
resultaten dit reeds heeft geleid. Na 1 oktober bleek al dat een aantal grote aanbieders
zonder vergunning hun aanbod in Nederland hadden gestaakt, nadat de Ksa haar handhavingsbeleid
had aangescherpt. De Ksa heeft daarnaast bijvoorbeeld 158 kansspelwebsites geselecteerd
en onderzocht. De eerste resultaten wijzen uit dat 149 van die websites inmiddels
niet meer bereikbaar zijn vanuit Nederland.
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister of het kabinet financieel belang heeft
bij het kanaliseren van kansspelen. Kan de Minister inzicht geven in het kostenplaatje
van de kanalisatie?
Antwoord Minister:
Met de regulering en daarmee kanalisatie van kansspelen op afstand zijn onmiskenbaar
financiële belangen gemoeid. Dit is echter niet een doel van de regulering van de
markt. Doelen zijn consumentenbescherming, verslavingspreventie en tegengaan van fraude
en witwassen.
De financiële kaders zijn als volgt. Omdat de kansspelautoriteit uit de markt wordt
betaald zijn hier verder voor de overheid geen kosten mee gemoeid.
In de memorie van toelichting wordt gesproken over een jaarlijks bedrag van 1,8 miljoen
euro aan kosten voor de Belastingdienst voor de bezwaar- en beroepsprocedures naar
aanleiding van de wijzigingen in de kansspelbelasting.11
Zoals in antwoord op de vragen van leden van de SP en de ChristenUnie beschreven waren
de opbrengsten voor het Verslavingspreventiefonds in 2021 2,7 miljoen euro ten behoeve
van anonieme hulp, het loket kansspel en onderzoek op het gebied van (voorkomen van)
kansspelverslaving.
Via de dividenden uit de staatsdeelnemingen Holland Casino en de Nederlandse Loterij
Organisatie komen inkomsten uit de online markt bij de Nederlandse overheid terecht.
De hoogte hiervan zal binnenkort uit de jaarverslagen blijken.
Betreffende de kansspelbelasting is in ieder geval met twee verschillende ramingen
gewerkt. In het Regeerakkoord uit 2012 werd uitgegaan van een extra opbrengst uit
de Kansspelbelasting van uiteindelijk structureel 31 miljoen euro per jaar. In de
memorie van toelichting van de wet uit 2014 wordt uitgegaan van een uiteindelijk structurele
opbrengst van 20 miljoen per jaar. Op dit moment lijkt de opbrengst uit de kansspelbelasting
van de onlinemarkt (beduidend) hoger te zijn dan deze eerder geraamde bedragen. De
eerste cijfers betreffende de kansspelbelasting op de onlinesector zullen bij het
jaarverslag van het Ministerie van Financiën worden gepubliceerd.
De leden van de SGP-fractie lezen dat de Minister kansspelreclames nodig acht omdat
kansspelreclame voor legale aanbieders de enige mogelijkheid is om spelers op het
legale aanbod te attenderen en om zich te onderscheiden van illegale aanbieders. Deze
leden constateren dat niet alleen gebruikers van illegale kansspelen de kansspelreclames
te zien krijgen, maar ook niet-gebruikers van kansspelen. Het effect hiervan is averechts,
namelijk dat meer mensen in aanraking komen met kansspelreclames en dat deze reclames
het gebruik van kansspelen op een laagdrempelige manier introduceren. Deze leden vrezen
dat het vertonen van kansspelreclames ertoe leidt dat er meer mensen een gokverslaving
ontwikkelen. Kan de Minister aangeven hoe de nadelige effecten van het tonen van kansspelreclames
aan andere personen dan gebruikers van illegale kansspelen wordt meegenomen in het
besluit om kansspelreclames te tonen op televisie en in andere media? Heeft de Minister
gedragswetenschappelijk onderzoek gedaan naar het effect van kansspelreclames op jongeren
en andere kwetsbare groepen?
Antwoord Minister:
In de voorbereiding op de Wet Kansspelen op afstand en bij de ontwikkeling van relevante
lagere regelgeving is uitgebreid onderzoek gedaan naar het belang van reclame voor
de kanalisatiedoelstelling en mogelijkheden tot inperkingen.12 Uit de onderzoeken is gebleken dat enige vorm van reclame van belang is om kanalisatie
te bewerkstelligen. Door kanalisatie is het mogelijk de belangen van spelers binnen
dit legale aanbod beter te beschermen.
Uit de onderzoeken is echter ook naar voren gekomen dat kwetsbare groepen, met name
jongeren en mensen met verslavingsproblematiek gevoeliger zijn voor de effecten van
reclame. Daarnaast zijn er duidelijke signalen afgegeven door onder andere verslavingszorg
en mensen die een kansspelverslaving hebben (gehad) die moeite hebben met de grote
hoeveelheid ongerichte reclame. Deze signalen neem ik serieus. Ook is uit de beschikbare
gegevens de trend gebleken dat met name jongeren interesse in gokken tonen en dit
betreft juist een kwetsbare groep die ik wil beschermen. Om die reden wil ik voorkomen
dat deze groepen door ongerichte kansspelreclame worden bereikt. Met het oog daarop
verbied ik het gebruik van rolmodellen en beperk ik de ongerichte reclames voor risicovolle
kansspelen, zoals aangegeven in mijn brief van 17 maart 2022.
De leden van de SGP-fractie constateren dat het aantal gebruikers van de kansspelmarkt
enorm is gestegen sinds de online kansspelmarkt is geopend. Zij vrezen dat dit leidt
tot een toename van het aantal gokverslaafden. Deze leden vragen de Minister of hij
deze signalen serieus neemt en welke grens er bereikt moet worden alvorens hij overgaat
tot een verbod op kansspelen en/of kansspelreclames.
Antwoord Minister:
Het exacte aantal spelers is ingevolge de keuzes die gemaakt zijn in de Wet koa niet
bekend. Het aantal spelersaccounts is wel bekend, met de beperking dat één persoon
meerdere accounts bij verschillende aanbieders kan hebben. Wel kan worden geconstateerd
dat het aantal uren dat mensen op kansspelwebsites doorbrengen licht is toegenomen
sinds de eerste maanden na de opening van de markt. Daarmee is niet gezegd dat het
totaal aantal spelers is toegenomen ten opzichte van de situatie vóór de opening van
de legale online kansspelmarkt. Uit het addendum bij het jaarverslag van de Ksa komt
naar voren dat de omvang van de markt gemeten met het bruto spelresultaat van de legale
markt in het vierde kwartaal 2021 185,5 miljoen euro is.13 Dit is meer dan eerder verwacht in de prognoses en kan betekenen dat de omvang van
de illegale markt vóór de opening van de legale online markt in oktober 2021 te laag
is ingeschat. Dit zegt nog niets over de ontwikkeling van het aantal gokverslaafden,
dat is vijf maanden na de marktopening ook nog niet mogelijk. Wel zijn er duidelijke
zorgen uitgesproken door onder andere verslavingszorg en mensen met verslavingsproblematiek.
Verder zie ik in de beschikbare gegevens, waaronder het addendum bij het jaarverslag
van de Ksa, een trend dat de groep spelers in de leeftijdscategorie 18 tot 24 oververtegenwoordigd
is in de populatie Nederlanders met een spelersaccount ten opzichte van de rest van
de bevolking. Jongeren zijn als kwetsbare groep aangemerkt, die gemakkelijk beïnvloedbaar
is. Zo blijkt uit onderzoek dat reclame sneller een negatieve invloed heeft op het
speelgedrag van jongeren. Om die reden zet ik ook in op het beperken van ongerichte
reclame en tref ik aanvullende maatregelen om kwetsbare groepen beter te beschermen.
zoals aangekondigd in mijn brief van 17 maart 2022.
Voornoemde leden lezen dat vergunninghouders niet onbegrensd reclame mogen maken en
dat zij zich aan strenge regels moeten houden. Reclame mag niet zodanig zijn ingericht
dat juist kwetsbare groepen zoals minderjarigen en jongvolwassenen op risicovolle
kansspelen worden geattendeerd. Deze leden constateren dat deze regels gemakkelijk
omzeild worden door vlak voor 21:00 uur reeds reclames te tonen met betrekking tot
casino’s en de kijkers vast «warm te draaien» voor de kansspelreclames voor het volgende
reclameblok.
Antwoord Minister:
Reclamespotjes voor risicovolle kansspelen, waartoe casino’s behoren, mogen niet voor
21.00 uur worden uitgezonden. Programmasponsoring is op dit moment wel toegestaan
voor 21.00 uur. Ik constateer daarbij dat de sector in aanloop naar de wetswijziging
zelf de programmasponsoring qua vorm gaat beperken tot een neutrale en eenvoudige
vertoning van het merk.
De leden van de SGP-fractie constateren dat kansspelreclames met name rondom voetbalwedstrijden
en andere sportprogramma’s getoond worden. Deze wedstrijden lenen zich uitstekend
voor het wagen van een gokje en zijn derhalve extra risicovol wat betreft nieuwe gebruikers
van kansspelen. Kan de Minister aangeven welke opties overwogen worden om kansspelgebruik
terug te dringen? Kan de Minister hierbij aangeven welke extra stappen hij neemt om
jongvolwassenen hiervoor te behoeden? Deze leden vragen de Minister of hij de mening
deelt dat voetbalwedstrijden met name door jongvolwassenen bekeken worden en dat een
verbod op kansspelreclames rondom voetbalwedstrijden het kansspelgebruik onder jongeren
kan terugdringen.
Antwoord Minister:
Het beperken van het gebruik van het kansspelaanbod is geen doel van het kansspelbeleid.
Een van de doelen is wel om kwetsbare groepen, zoals jongeren en jongvolwassenen,
te beschermen. Daar is het huidige beleid ook op gericht, in het bijzonder ook op
het gebied van reclame. Over de vraag welke leeftijdsgroepen op tv specifieke programma’s
kijken zijn gegevens beschikbaar. Daaruit komt niet het beeld naar voren dat met name
jongvolwassenen naar voetbalwedstrijden kijken. Dat neemt natuurlijk niet weg dat
bij belangrijke voetbalwedstrijden het absolute aantal jonge kijkers omvangrijk kan
zijn. Om deze kwetsbare groep in het bijzonder beter te beschermen zal ik, zoals aangekondigd
in mijn brief van 17 maart 2022, de komende tijd de mogelijkheden voor ongerichte
reclame voor risicovolle kansspelen beperken. De sector heeft afgesproken om pas na
22.00 uur reclames voor online kansspelen uit te zenden; bij effectuering hiervan
in de komende periode worden reclamespotjes tijdens voetbalwedstrijden in de praktijk
een uitzondering, omdat de meeste wedstrijden vóór 22.00 uur eindigen en, waar dit
niet zo is, het reclameblok in de rust in de regel buiten de zendtijd voor online
kansspelen valt. Overigens is het nu al verboden om tijdens sportwedstrijden reclame
te maken voor weddenschappen op die wedstrijden.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de leeftijdsgrens om online een gokje
te wagen gemakkelijker te omzeilen is dan in een casino. Deze leden vragen de Minister
of hij nog meer mogelijkheden ziet om dit te voorkomen.
Antwoord Minister:
De door de SGP-fractie geponeerde stelling deel ik niet. Om een online account bij
een vergunde online aanbieder te kunnen aanmaken is zorgvuldige identificatie inclusief
leeftijdsverificatie wettelijk verplicht. De Ksa heeft tot nu toen geen signalen ontvangen
dat deze regels door vergunninghouders worden omzeild.
Het kan natuurlijk niet worden uitgesloten dat een geverifieerde speler zelf minderjarigen
laat spelen op zijn account, maar ik zou die spelers er toe willen oproepen verantwoordelijkheid
te betrachten en dit niet toe te laten.
De aan het woord zijnde leden constateren dat er afspraken zijn gemaakt over gokreclames.
Zo mogen er geen rolmodellen in gokreclames verschijnen. Deze leden constateren dat
ex-voetballers zoals Wesley Sneijder en Nathan Rutjes en trainer Dick Advocaat een
grote rol spelen in de kansspelreclames als ambassadeur of «Koning Toto». Deze leden
constateren dat het verbod op rolmodellen in de kansspelreclames zo op een gemakkelijke
manier omzeild kan worden. Zij vragen de Minister of de regels rondom het verbod op
rolmodellen aangescherpt kan worden.
Antwoord Minister:
Ik scherp de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen aan door
de inzet van rolmodellen bij reclame voor risicovolle kansspelen te verbieden, zoals
ook vermeld in mijn brief voor het mei reces die u parallel ontvangt. De gewijzigde
regeling wordt op zeer korte termijn gepubliceerd. Ik streef ernaar de regeling vervolgens
in juni in werking te laten treden.
3.2 Reeds aangekondigde aanscherpingen op het gebied van kansspelreclame
De leden van de SGP-fractie lezen dat het voor de Ksa mogelijk moet zijn om adequaat
toezicht te houden. Zij constateren dat het lastiger is om een grote diversiteit aan
regels te handhaven waarop allerlei uitzonderingen gelden dan om slechts het verbod
op kansspelreclames te handhaven. Deze leden vragen de Minister hoe dit adequate toezicht
vorm krijgt en welke afwegingen de Ksa maakt om toezicht te kunnen blijven houden.
Antwoord Minister:
Met de leden van de SGP-fractie ben ik van mening dat regels zodanig moeten worden
opgesteld dat deze ook uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Ook in de voorbereiding van
het wetsvoorstel voor een verbod op ongerichte reclame voor risicovolle kansspelen
en aanpassingen in lagere regelgeving in de tussenliggende periode heeft dit mijn
aandacht. Ik zal aan de Ksa zoals gebruikelijk vragen om de uitvoeringsconsequenties
van de beoogde wijzigingen in beeld te brengen.
3.3 Reclamecode Online Kansspelen
De leden van de SGP-fractie lezen dat de kansspelsector recent afspraken heeft gemaakt
in het kader van zelfregulering waardoor naar verwachting minder reclames op televisie
zullen komen en ook online reclames worden ingeperkt. Deze leden constateren dat televisiekijkers,
ex-gokverslaafden en andere kwetsbaren nog steeds klagen over het hoge aantal gokreclames.
Deze leden overwegen dat zelfregulering niet het gewenste effect heeft op het terugdringen
van kansspelreclames gezien de baat van de kansspelsector op gokreclames. Zij vragen
de Minister of hij nu zelf ook inziet dat zelfregulering niet werkt en vragen de Minister
of hij voornemens is nu wel hard op te treden tegen kansspelreclames.
Antwoord Minister:
Zelfregulering is de snelste manier om tot gedragen afspraken te komen binnen een
sector. Ik constateer dat de brancheorganisaties van online kansspelaanbieders NOGA
en VNLOK tot vergaande afspraken zijn gekomen, zoals ik in mijn brief van 17 maart
2022 aan uw Kamer heb gemeld. De brancheorganisaties streven ernaar deze afspraken
in de reclamecode voor online kansspelen vast te leggen, waarmee deze inperkingen
algemeen verbindend worden. Dat neemt overigens niet weg dat de Ksa onverminderd streng
toezicht houdt op naleving van de huidige regels, en zo nodig tot handhaving overgaat,
en dit ook zal doen wanneer de nieuwe regels van kracht zijn.
Voornoemde leden lezen dat vanaf 1 februari 2022 reclame voor online kansspelen beperkt
wordt tot maximaal één reclame van 30 seconden per tijdsblok. Deze leden vragen de
Minister of het mogelijk is dat televisiezenders de 30 seconden opknippen in drie
maal 10 seconden zodat het toch mogelijk blijft om drie korte kansspelreclames te
tonen.
Antwoord Minister:
De mediabedrijven en de brancheorganisaties hebben zich per 1 februari 2022 gecommitteerd
aan één reclame per reclameblok. Dit is inmiddels ook in de praktijk gebracht. Bij
opknippen zou er in mijn beleving geen meer sprake zijn van één reclame.
3.4 Aanvullende acties naar aanleiding van motie Van Nispen
De leden van de SGP-fractie lezen dat de voormalig Minister voor Rechtsbescherming
tijdens het debat op 15 december 2021 (Kamerstuk 24 557, nr. 192) heeft aangegeven dat in de toekomst verdergaande beperkingen niet uitgesloten worden
op het moment dat de beoogde kanalisatie is bereikt en de markt is gestabiliseerd.
Deze leden vragen de Minister aan welke verdergaande beperkingen hij denkt. Voorts
vragen deze leden de Minister op welk moment de beoogde kanalisatie is bereikt en
de markt is gestabiliseerd. Hoe worden deze doelstellingen gemeten? Kan de Minister
hierbij aangeven of een toename van het aantal gokverslaafden een rol speelt in het
nemen van verdergaande beperkingen?
Antwoord Minister:
Mijn ambtsvoorganger heeft in het debat op 15 december 2021 aangegeven naar beperkingen
van reclame te zullen kijken, zoals een tijdsvenster voor online reclames. Voor de
vraag aan welke beperkingen verder gedacht kan worden verwijs ik naar de kamerbrief
van 17 maart jl. over de uitvoering van de motie Van Nispen om een verbod op ongerichte
reclame bij risicovolle kansspelen te realiseren.
De doelstellingen van kansspelbeleid en kanalisatie meet ik door te kijken naar verschillende
factoren, zoals het gebruik van het legale aanbod, de omvang van de illegale markt,
het bruto spelresultaat, de omvang van de verslavingsproblematiek en andere factoren
zoals mijn ambtsvoorganger heeft aangegeven in de brief aan uw Kamer van 30 november
2021.14 De kanalisatiegraad is daarbij geen doel op zich, maar een middel om een hoge mate
van consumentenbescherming, verslavingspreventie en bestrijding van fraude en witwassen
te bereiken. De ontwikkelingen in de online kansspelmarkt volg ik nauwgezet en zal
ik meenemen in de evaluatie van de wet, drie jaar na de inwerkingtreding. Op het moment
dat er in de tussentijd signalen zijn, zoals bijvoorbeeld significante veranderingen
in het aantal gokverslaafden, zal ik bijsturing bezien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A.M. Brood, griffier